02.07.2015 Views

Nl - Bureau fédéral du Plan

Nl - Bureau fédéral du Plan

Nl - Bureau fédéral du Plan

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

EU 2020-doelstellingen op weg naar 2050<br />

Die acht indicatoren hebben betrekking op thema's uit de lijst van 25 IDO's uit hoofdstuk 2. Vier van die<br />

acht indicatoren zijn echter nieuw of werden specifiek geherdefinieerd in de context van de EU 2020-strategie<br />

(zie tabel 6).<br />

Tabel 6<br />

Vier nieuwe of geherdefinieerde indicatoren na de goedkeuring van de EU 2020-strategie<br />

De armoede werd in de EU traditioneel gemeten met een indicator over het armoederisico: het aandeel van de bevolking<br />

met een beschikbaar inkomen lager dan 60% van het mediaan beschikbaar inkomen. De werkzaamheden voor de<br />

EU 2020-strategie hebben die indicator verruimd en voortaan heet hij risico op armoede of sociale uitsluiting. Die indicator<br />

is opgebouwd als een composiete synthetische indicator op basis van drie indicatoren: personen met een armoederisico<br />

(zie hiervoor), personen in materiële ontbering en personen in gezinnen met een zeer lage werkintensiteit. Voorts is die indicator<br />

niet langer uitgedrukt in aandeel van de bevolking maar in aantal personen, omdat de ermee verbonden doelstelling<br />

in absolute cijfers gedefinieerd is.<br />

De werkgelegenheid werd in de EU traditioneel gemeten met de werkgelegenheidsgraad van 15-64-jarigen. De werkzaamheden<br />

voor de EU 2020-strategie hebben de leeftijdsvork van die indicator beperkt. Het gaat nu om de werkgelegenheidsgraad<br />

van 20-64-jarigen.<br />

Het scholingsniveau van de bevolking tussen 30 en 34 jaar werd opgenomen bij de onderwijsdoelstellingen. De indicator<br />

die werd bepaald is het aandeel van de bevolking van 30 tot 34 jaar met een diploma van hoger onderwijs.<br />

Het aandeel van het verbruik van energie uit hernieuwbare bronnen werd op EU-niveau vroeger berekend ten opzichte<br />

van het primaire energieverbruik. In de EU 2020-strategie werd de noemer vervangen door het bruto finale energieverbruik.<br />

De indicator is <strong>du</strong>s het aandeel van het verbruik van energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto finale energieverbruik.<br />

Bron EU, 2010.<br />

4.1 Noodzakelijke doelstellingen<br />

Om de transitie naar een <strong>du</strong>urzame ontwikkeling te waarborgen, is de uitvoering van de EU 2020-strategie<br />

waarschijnlijk een noodzakelijke fase. De vijf grote thema's van die strategie omvatten immers wezenlijke<br />

onderdelen voor een dergelijke ontwikkeling. Met de vermindering van de armoede werd er een sociale<br />

doelstelling in geïntegreerd, met de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen een milieudoelstelling.<br />

Dat is een zeer positieve stap. De werkzaamheden van de voorbije twintig jaar over de uitroeiing van<br />

de armoede en de klimaatverandering in het kader van de <strong>du</strong>urzame-ontwikkelingsstrategieën hebben er<br />

zeker toe bijgedragen.<br />

De verbintenis van de regeringen in die strategie om tegelijk vooruitgang te boeken op economisch, sociaal<br />

en milieugebied, eerder dan zich te beperken tot één of twee componenten, vormt ook een gunstige<br />

stap om een <strong>du</strong>urzame ontwikkeling te realiseren.<br />

Voorts zou het feit dat die strategie een aantal gekwantificeerde doelstellingen bevat, de vooruitgang moeten<br />

bevorderen (zie de vaststelling in hoofdstuk 3 over de rol van de gekwantificeerde doelstellingen tijdens<br />

de voorbije twintig jaar). Die gekwantificeerde doelstellingen zouden immers de aandacht van de besluitvormers<br />

moeten richten, zodat ze de noodzakelijke beleidsmaatregelen nemen om die doelstellingen te<br />

bereiken.<br />

Van de acht gekwantificeerde doelstellingen uit de EU 2020-strategie lijken er voor België vier ambitieus<br />

in vergelijking met vroegere trends. Het gaat om de doelstellingen over armoede of sociale uitsluiting,<br />

werkgelegenheid, onderzoek en ontwikkeling, en primair energieverbruik (zie tabel 5). Om bijvoorbeeld<br />

een werkgelegenheidsgraad van 73,2% te bereiken in 2020 is immers een verhoging met 5,6 procentpunt<br />

nodig tussen 2010 en 2020, terwijl die tussen 2000 en 2010 slechts 1,8 procentpunt bedroeg. Inzake primair<br />

energieverbruik stemt de Europese doelstelling omgezet naar België overeen met een vermindering<br />

van 15% tussen 2005 en 2020 (zie C.2.3.1, c). Een dergelijke vermindering van het primaire energieverbruik<br />

vereist een daling met gemiddeld 1,1% per jaar, terwijl dat verbruik slechts met gemiddeld 0,3% per<br />

jaar daalde tussen 2000 en 2008 1 .<br />

1. Tussen 2000 en 2009 daalde het primaire energieverbruik met gemiddeld 0,9% per jaar, maar die sterkere daling dan tussen 2000 en 2008<br />

is vooral toe te schrijven aan de daling van het energieverbruik in 2009 door de economische crisis in dat jaar.<br />

Federaal rapport inzake <strong>du</strong>urzame ontwikkeling 2011 21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!