12.07.2015 Views

Woonwagenvrouwen maken een fotoboek over hun eigen leven.d…

Woonwagenvrouwen maken een fotoboek over hun eigen leven.d…

Woonwagenvrouwen maken een fotoboek over hun eigen leven.d…

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Woonwagenvrouwen</strong> <strong>maken</strong> <strong>een</strong> <strong>fotoboek</strong> <strong>over</strong> <strong>hun</strong> <strong>eigen</strong> <strong>leven</strong>1. KarakteristiekenBij woonwagenbewoonsters bestaat weerstand tegen lees- en schrijfcursussen, zeker als dieniet of onvoldoende aansluiten bij <strong>hun</strong> persoonlijke leefwereld en toekomstmogelijkheden.Ook werkt de ervaring dat er beperkingen zijn aan <strong>hun</strong> taal- en computervaardigheden, voorsommigen belemmerend. Om deze barrières te <strong>over</strong>winnen is in Eindhoven het lees- enschrijftraject uitgebreid met <strong>een</strong> onderzoek naar toekomstperspectieven, waarin de leefwereldvan de woonwagenvrouwen zelf centraal staat. In dit onderzoek ‘Werken aan de toekomst’brengen de vrouwen zelf <strong>hun</strong> <strong>leven</strong> in beeld door <strong>een</strong> <strong>fotoboek</strong> te <strong>maken</strong> met begeleidendeteksten. Om die teksten te kunnen schrijven leren ze lezen, schrijven en computeren.2. Wie geven het onderwijs?Docente van de School voor Volwasseneneducatie van ROC Eindhoven.3. Wie volgen het onderwijs?Aanvankelijk acht, uiteindelijk zeven woonwagenbewoonsters doorliepen het <strong>fotoboek</strong>traject‘Werken aan de toekomst’ en volgden de bijbehorende taal- en rekencursus. Zij maakten deeluit van <strong>een</strong> grotere groep van circa veertig woonwagenbewoners (waarvan 4 zigeuners, 31mannen en 9 vrouwen), die g<strong>een</strong> betaald werk verrichtten en reeds eerder cursussen volgdenbij de School voor Volwasseneducatie van het ROC.4. Wie zijn er nog meer bij betrokken?Er is sprake van <strong>een</strong> gestructureerde samenwerking tussen:- mentor van het ROC (begeleidt het onderwijsleerproces),- cursistbegeleider van het ROC,- gem<strong>een</strong>te Eindhoven,- casemanagers van de Diensten WZI (Werk, Zorg en Inkomen) van de gem<strong>een</strong>te Eindhovenen omliggende gem<strong>een</strong>ten,- Pluspunt en andere reïntegratiebedrijven,- Loket W (welzijnsorganisatie),- GAK,- zelforganisatie van woonwagenbewoners.5. Wat zijn de leerdoelen?- het onderzoeken van <strong>eigen</strong> identiteit en competenties;- het binnenbrengen van de school in het gezin en andersom;- koppeling taalontwikkeling en zelfonderzoek;- participatie in de burgermaatschappij;- het onderzoeken van de <strong>eigen</strong> toekomstmogelijkheden en beperkingen;


- het <strong>eigen</strong> <strong>fotoboek</strong> durven presenteren aan buitenstaanders.6. MethodiekbeschrijvingZoals gezegd maakten de acht woonwagenbewoonsters deel uit van <strong>een</strong> grotere groep. Bij hettot dan toe bestaande scholingsaanbod voor deze groep waren er drie knelpunten. Het eersteknelpunt was dat het einddoel en de inhoud van de door de sociale dienst opgesteldetrajectplannen onduidelijk waren. De onduidelijkheid bracht onder de cursisten onzekerheiden spanningen teweeg. Het tweede knelpunt was dat de tot dan toe gegeven cursussen smalvan opzet waren: Ze beperkten zich tot louter taal. Het derde knelpunt was dat zij wel dejongeren in het woonwagenkamp bereikten, maar niet de volwassenen.Om deze drie knelpunten op te heffen is voor de hele groep <strong>een</strong> projectplan gemaakt. Hetknelpunt van de onduidelijke einddoelen is in dat plan ondervangen door per individu <strong>een</strong>diagnose te stellen. Deze diagnose levert <strong>een</strong> beeld op van:- de persoonlijke achterstandssituatie en oplossingsbereidheid;- sociale vaardigheden en persoonlijke presentatie;- maatschappelijk functioneren en verwachtingen t.a.v. de toekomst;- motivatie t.a.v. leren en werken;- het doorlopen ROC-traject, niveau, perspectieven en/of beperkingen;- afstand tot de arbeidsmarkt;- fysieke en/of psychische beperkingen.Uit de diagnosegesprekken kwam naar voren dat de woonwagenbewoners in verschillendecategorieën konden worden opgedeeld. Zo was er <strong>een</strong> groep mannen die erg op werk entechniek was gericht. Voor deze mannen is later <strong>een</strong> leerwerkplaats techniek georganiseerd.Ook was er <strong>een</strong> groep met vrijwilligerswerk als doelperspectief. Een derde groep tenslotte, dievan de acht woonwagenvrouwen, was gericht op de <strong>eigen</strong> kinderen en wilde niet naar <strong>een</strong>cursus.Voor deze ‘restgroep’ van acht woonwagenbewoonsters bedacht men de <strong>fotoboek</strong>methode:De vrouwen kregen de opdracht om bij de Hema <strong>een</strong> wegwerpcameraatje te kopen en dat tegebruiken voor <strong>een</strong> fotoreportage <strong>over</strong> <strong>hun</strong> <strong>eigen</strong> <strong>leven</strong>. Over dat idee, dat in feite <strong>een</strong> variatieis op de lessen Persoonlijke en Maatschappelijke Vorming, raakten ze al snel enthousiast.Bij elke foto moesten de vrouwen <strong>een</strong> tekst schrijven. Dat stimuleerde hen om te gaan lerenlezen en schrijven. Voor het schrijven hadden ze de computer nodig. Dat motiveerde hen weerom computerles te gaan volgen. Enthousiast geworden namen zij <strong>hun</strong> kinderen en anderefamilieleden mee naar het computerlokaal. Daardoor raakten ook de kinderen bij het projectbetrokken. Om de kinderen en de familie er nog meer bij te betrekken is er Sinterklaas enZwarte Piet gespeeld en zijn er tevens spelletjes georganiseerd. Ook kregen de vrouwenkookles. Daardoor behaalde men ook voor deze restgroep, die aanvankelijk g<strong>een</strong> enkeldoelperspectief zag, de doelen die men voor de meer ‘kansrijke’ groepen had gesteld, zoalsuitstroom naar vrijwilligerswerk.


De <strong>fotoboek</strong>methode is later ook in andere woonwagenkampen toegepast. Daar resulteerdehet in <strong>een</strong> woonwagenboek met nostalgische foto’s van het oude woonwagen<strong>leven</strong> uit de tijddat woonwagenbewoners nog zwervend langs de wegen trokken. Dat boek gaf aanleiding totdiscussies <strong>over</strong> de verschillen met het ‘vaste’ woonwagen<strong>leven</strong> van nu. Door deze discussiesgingen de woonwagenbewoners zich realiseren dat ze <strong>hun</strong> oude leefwijze in de huidige tijdniet meer konden voortzetten, en dat ze aan het werk moesten.De fotomethode is later tevens ingezet bij <strong>een</strong> sociale activeringsproject voor laaggeschooldeniet-woonwagenbewoners in Bergeijk. Ter gelegenheid van dit project is de methodeuitgebreid, verder ontwikkeld en verfijnd. Het project is gefundeerd op drie pijlers:- integratie op basis van de <strong>eigen</strong> unieke identiteit van de deelnemer;- participatie (d.m.v. sociale activering, arbeidstoeleiding en/of zorg- enhulpverleningstrajecten);- emancipatie, waarbij de deelnemer competenties kan ontwikkelen vanuit respect voorzijn persoon, en zoveel mogelijk de regie leert nemen <strong>over</strong> het <strong>eigen</strong> traject en <strong>over</strong> deinvulling van de <strong>eigen</strong> toekomst.Het activeringsproject begint met <strong>een</strong> gezellige kennismakingsbij<strong>een</strong>komst. Gedurende dezebij<strong>een</strong>komst voeren de deelnemers twee aan twee korte gesprekjes met elkaar. Ze vertellenelkaar datgene wat ze op dat moment kwijt willen. Na afloop van elk gesprekje <strong>maken</strong> ze vanelkaar <strong>een</strong> foto. De fotomaker vraagt aan de ander <strong>een</strong> pose in te nemen die de fotomakertyperend vindt voor die ander. De fotomaker kiest <strong>een</strong> kaartje met daarop <strong>een</strong> <strong>eigen</strong>schap diehij/zij bij de ander vindt passen. Als alle deelnemers van alle anderen <strong>een</strong> foto en <strong>een</strong><strong>eigen</strong>schap hebben, maakt elke deelnemer <strong>een</strong> <strong>over</strong>zicht van de foto’s en de <strong>eigen</strong>schappen,op <strong>een</strong> flap<strong>over</strong>vel bijvoorbeeld. De deelnemers worden uitgenodigd langs de flappen te lopenen eventueel vragen ter verduidelijking te stellen aan de samensteller van de flap.Vervolgens vertellen de deelnemers <strong>hun</strong> <strong>eigen</strong> <strong>leven</strong>sverhaal: het verhaal van het verleden, datvan het heden, en dat van de toekomst. De deelnemers vertellen het in beelden, in woorden, insouvenirs en in klanken.Op basis van de vertelde verhalen wordt <strong>een</strong> klantprofiel gemaakt, dat bestaat uit de volgendezes aspecten:- Perspectieven: Hoe zie ik mijn toekomst?- Persoonlijke wensen en motieven: Wat wil ik bereiken?- Leerstijl: Waar heb ik veel van geleerd?- Sociale achtergrond: Wie zijn de hoofdrolspelers in mijn <strong>leven</strong>?- Persoonlijkheid: Wat zijn belangrijke kenmerken van mij?- Vaardigheden: Waar ben ik sterk in?Met deze ingrediënten wordt <strong>een</strong> database gemaakt, die gevuld wordt met opdrachten. Deuitkomsten van de opdrachten die <strong>een</strong> deelnemer heeft uitgevoerd, worden verzameld in <strong>een</strong>POP (persoonlijk ontwikkelingsplan).7. Dwarsverbanden met andere problematieken of doelstellingen


- sociale redzaamheid- opvoedingsondersteuning- maatschappijoriëntatie- vrouwenemancipatie (woonwagenbewoners hebben traditionele man-vrouw-verhoudingen).8. Frequentie van de lessen en duur van het trajectLooptijd van het traject: augustus 2002 t/m juli 2003.9. LeeromgevingG<strong>een</strong> informatie.10. FinancieringsbronnenGem<strong>een</strong>te.11. ResultatenBewustwording van en reflectie op het <strong>eigen</strong> <strong>leven</strong> (o.a. de positie van de woonwagenvrouw,haar rol in het gezin, de verbanden tussen gezin en school, de opvoeding en toekomst van dekinderen).De woonwagenvrouwen hebben <strong>een</strong> positiever zelfbeeld en meer zelfvertrouwen.Een cursiste kan haar kleindochter <strong>een</strong> verhaaltje voorlezen, of schrijft speciaal voor haar <strong>een</strong>boek.12. ContactpersoonFrancé CoppensROC EindhovenVan Vorststraat 505622 CX Eindhoven040-2695890fmm.coppens@roceindhoven.nlBronnen:Bersee, Thomas, e.a., Ik wist niet dat leren leuk kon zijn. Good practices in devolwasseneducatie. CINOP, ’s-Hertogenbosch, 2005.Formulier voor nominatie ‘Nationale alfabetiseringsprijzen 2004’.ROC Eindhoven, projectplan Project voor cursisten met <strong>een</strong> woonwagenachtergrond .ROC Eindhoven, Educatieve trajecten voor cursisten met <strong>een</strong> woonwagenachtergrond.eindverslag. November 2004.Yvonne Keet en Martin Reekers, Ontwerp groepsassessment i.o.v. gem<strong>een</strong>te Bergeijk, 2003.Yvonne Keet en Martin Reekers, Training groepsassessment i.o.v. gem<strong>een</strong>te Bergeijk, 2003.Yvonne Keet en Martin Reekers, Docentenhandleiding, 2003.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!