29.01.2015 Views

Intake NT1 - website Basisvaardigheden

Intake NT1 - website Basisvaardigheden

Intake NT1 - website Basisvaardigheden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Kenniskring <strong>NT1</strong>:<br />

Voorstellen voor een goede<br />

intake <strong>NT1</strong>


Plan van aanpak<br />

Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong><br />

Datum 28 05 09<br />

Versie 2<br />

Opdrachtgever<br />

Opdrachtnemer<br />

Contactpersoon<br />

Auteurs<br />

OCW / Aanvalsplan Laaggeletterdheid<br />

CINOP<br />

Piet Litjens / Mirella Verspiek<br />

Ellen Pattenier, Carin Spoelstra-Van Dijk, Janneke Roor<br />

Projectnummer 11777.15<br />

Unit<br />

Onderijsinnovatie<br />

Team<br />

Aanvalsplan Laaggeletterdheid<br />

CINOP<br />

Postbus 1585<br />

5200 BP ’s-Hertogenbosch<br />

Tel: 073-6800800<br />

Fax: 073-6123425<br />

www.cinop.nl<br />

© CINOP 2008<br />

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke<br />

andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.


Inhoudsopgave<br />

Vooraf 1<br />

Achtergrond .................................................................................................... 2<br />

1 Visie op intake ............................................................................................. 4<br />

1.1 De juiste snaar ...................................................................................... 4<br />

1.2 De intake ............................................................................................. 4<br />

2 Competenties van een goede intaker .......................................................... 11<br />

2.1 Competenties .......................................................................................11<br />

3 Het intakeprotocol .................................................................................... 13<br />

3.1 Aanmelding .........................................................................................13<br />

3.2 Uitnodiging potentiële deelnemer ............................................................14<br />

3.3 Het intakegesprek .................................................................................15<br />

3.4 Plaatsingsprocedure ..............................................................................17<br />

4 Nazorg en verlengde intake....................................................................... 18<br />

4.1 Nazorg: administratief en persoonlijk .......................................................18<br />

4.2 Verlengde intake ..................................................................................18<br />

4.3 Begeleiding door docent .........................................................................20<br />

4.4 Rol intaker/trajectbegeleider...................................................................20<br />

5 Vragen ter verheldering, een leidraad ........................................................ 21<br />

5.1 Algemene vragen..................................................................................21<br />

5.2 Specifieke vragen .................................................................................23<br />

6 Toetsing .................................................................................................... 25<br />

6.1 Voor- en nadelen van toetsing bij intake ...................................................25<br />

6.2 Het toetsen van het schrijven .................................................................26<br />

6.3 Het toetsen van het lezen ......................................................................28<br />

Bijlagen 29<br />

Bijlage 1 Voorbeeld uitnodiging intakegesprek ....................................................29<br />

Bijlage 2 Voorbeeldbrief plaatsingsafspraak tijdens het intakegesprek ....................30<br />

Bijlage 3 Voorbeeld van een intakeformulier .......................................................32<br />

Bijlage 4 Waarborg kwaliteit bij de intake ..........................................................38<br />

Bijlage 5 Instaptoets Spelling ..........................................................................39<br />

Bijlage 6 Instaptoets Lezen .............................................................................44<br />

III


Vooraf<br />

In het kader van het project Aanvalsplan Laaggeletterdheid is in 2007 gestart met<br />

vorming van een Kenniskring <strong>NT1</strong>. Het centrale doel van deze kenniskring is om kennis,<br />

ervaring, educatieve producten en instrumenten op het gebied van <strong>NT1</strong>-onderwijs aan<br />

volwassenen te bundelen. Er is een klankbordgroep samengesteld en er zijn werkgroepen<br />

gestart.<br />

Werkgroep 2a heeft zich gericht op het vormgeven van een goede intake voor <strong>NT1</strong>. Deze<br />

werkgroep bestond uit de volgende auteurs: Ellen Pattenier, Carin Spoelstra-van Dijk en<br />

Janneke Roor. De inhoudelijke coördinatie lag bij Kiki van Etten en Itie van den Berg; de<br />

werkzaamheden van deze werkgroep zijn gemodereerd door Mirella Verspiek.<br />

Een eerste concept van dit competentieprofiel is voorgelegd aan de Klankbordgroep <strong>NT1</strong><br />

die bestaat uit de volgende specialisten: Ineke van de Craats, Pol Goethals, Pieter de<br />

Graaff, Anne Kerkhoff, Folkert Kuiken, Fé te Nuijl. De feedback van de Klankbordgroep is<br />

verwerkt in deze tweede versie.<br />

We bieden dit digitale instrument aan op de <strong>website</strong> www.basisvaardigheden.nl. We<br />

hopen dat dit instrument opleidingsmanagers, docenten en nascholingsinstituten helpt bij<br />

het vaststellen van scholingsbehoeften en het bepalen van (na)scholingsaanbod.<br />

We nodigen u uit deze versie te voorzien van aanvullingen en uitbreidingen ter<br />

verbetering van de beschikbare tekst. Het is onze intentie om jaarlijks op basis van<br />

aangereikte verbeteringssuggesties dit instrument te reviseren. Uw aanvullingen en<br />

opmerkingen kunt u richten aan Piet Litjens (plitjens@cinop.nl) of Elle Langens<br />

(elangens@cinop.nl) onder vermelding van ‘kknt1 (2a) intake’.<br />

Piet Litjens<br />

Projectleider Kenniskring <strong>NT1</strong><br />

CINOP – ’s-Hertogenbosch<br />

25 05 09<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 1


Achtergrond<br />

Aanvalsplan laaggeletterdheid<br />

Anderhalf miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen en schrijven. Een aantal van<br />

hen is daardoor onvoldoende toegerust voor de eisen die een moderne kenniseconomie<br />

stelt aan beheersing van schriftelijke taalvaardigheid. Bovendien kan laaggeletterdheid<br />

een bron zijn van sociale, politieke en culturele uitsluiting. In 2005 is door de drie<br />

bewindslieden van het Ministerie van OCW een plan ter bestrijding van laaggeletterdheid<br />

opgesteld: Van A tot Z betrokken, Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006 - 2010. Dit plan<br />

heeft als doelstelling enerzijds het voorkomen van laaggeletterdheid en anderzijds het<br />

terugdringen van laaggeletterdheid. Het plan is aan de Tweede Kamer aangeboden en na<br />

goedkeuring is begin 2006 de opdracht voor de uitvoering gelegd bij CINOP, Stichting<br />

Lezen & Schrijven en Expertisecentrum ETV.nl.<br />

Het Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006-2010 zet in op enerzijds het voorkomen en<br />

anderzijds het verminderen van laaggeletterdheid. Het voorkomen is er in de eerste<br />

plaats op gericht om te bevorderen dat (v)mbo-scholen een actief taalbeleid voeren,<br />

zodat lees- en schrijfvaardigheid daar hoog op de agenda komen te staan. Daarnaast gaat<br />

het vooral ook om versterking van de competenties die de docenten nodig hebben om<br />

adequaat om te kunnen gaan met onderwijsdeelnemers met een gebrekkige<br />

taalvaardigheid en om een adequate ondersteuning te kunnen bieden wat betreft de<br />

taalontwikkeling van deelnemers.<br />

Kenniskring <strong>NT1</strong>: werkgroepen en klankbordgroep<br />

De Kenniskring <strong>NT1</strong> is één van de deelprojecten van het Aanvalsplan waarin de nadruk<br />

ligt op het verminderen van laaggeletterdheid (zie ook Alfanieuws - nummer 3 –<br />

september 2008 – p 21 en 22). Het centrale doel van deze kenniskring is om kennis,<br />

ervaring, educatieve producten en instrumenten op het gebied van <strong>NT1</strong>-onderwijs aan<br />

volwassenen te bundelen. In 2008 en 2009 werken we achtereenvolgens in werkgroepen<br />

aan een aantal <strong>NT1</strong>-thema’s. Ook is er een klankbordgroep samengesteld en er zijn<br />

werkgroepen gestart. De Klankbordgroep bestaat uit de volgende materiedeskundigen:<br />

Ineke van de Craats (Radboud Universiteit Nijmegen), Pol Goethals (ROC Eindhoven),<br />

Pieter de Graaf (Alfa-projecten), Anne Kerkhoff (Fontys Hogescholen), Folkert Kuiken<br />

(Universiteit van Amsterdam) en Fé te Nuijl (MBO Raad / Stichting Netwerk).<br />

In het schema hieronder staan de thema’s die we in 2008 en 2009 uitwerken. We doen<br />

dat op twee niveaus: op het A-niveau wordt alle informatie – theoretisch en praktisch –<br />

verzameld en beschreven over een onderwerp. Op het B-niveau ontwikkelen we<br />

onderwijsmodules met het oog op (na)scholing en training van (nieuwe) docenten <strong>NT1</strong>.<br />

Voor de werkgroepen nodigen we zoveel mogelijk praktijk- en materiedeskundigen uit<br />

van diverse roc’s in het land. Via een digitale werkplaats – SharePoint – werken in elke<br />

werkgroep drie of vier auteurs aan een thema gedurende een periode van 8 tot 10 weken.<br />

Deze ontwikkeling wordt vanuit CINOP inhoudelijk gecoördineerd (Kiki van Etten en Itie<br />

van den Berg) en procesmatig gemodereerd (Mirella Verspiek en Sanne Cocx). De kracht<br />

van deze werkwijze is dat een goede relatie gelegd kan worden tussen theoretische<br />

kennis en informatie en goede voorbeelden en toepassingen uit de praktijk.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 2


Opdrachtgever<br />

CINOP<br />

Klankbordgroep<br />

Secretariaat<br />

inhoudelijke<br />

ondersteuning<br />

Ondersteunend<br />

onderzoek<br />

werkgroep 1A:<br />

competentie<br />

profiel <strong>NT1</strong><br />

werkgroep 2A:<br />

<strong>Intake</strong><br />

werkgroep 3A:<br />

achtergrond van<br />

cursisten<br />

werkgroep 4A:<br />

didactiek <strong>NT1</strong><br />

werkgroep 5A:<br />

begeleiding<br />

deelnemers<br />

werkgroep 6A:<br />

toetsen en<br />

rapporteren<br />

werkgroep 2B:<br />

onderwijsmodule<br />

werkgroep 3B:<br />

onderwijsmodule<br />

werkgroep 4B:<br />

onderwijsmodule<br />

werkgroep 5B:<br />

onderwijsmodule<br />

werkgroep 6B:<br />

onderwijsmodule<br />

In 2008 hebben vier werkgroepen gefunctioneerd (1A, 2A, 3A en 2B). De klankbordgroep,<br />

waarin vertegenwoordigers uit het <strong>NT1</strong>-veld en diverse universiteiten zitting hebben,<br />

denkt mee over de te onderzoeken thema’s, levert feedback op producten die door de<br />

Kenniskring worden opgeleverd en formuleert onderzoeksvragen. In de vorm van<br />

onderzoeksstages proberen we zoveel mogelijk universitaire studenten aan deze<br />

werkgroepen te verbinden.<br />

We hopen dat opleidingsmanagers, docenten en nascholingsinstituten via de <strong>website</strong><br />

www.basisvaardigheden.nl gebruik kunnen maken van deze producten en instrumenten<br />

bij het vaststellen van scholingsbehoeften, het bepalen van (na)scholingsaanbod en het<br />

verzorgen van goed <strong>NT1</strong>-onderwijs aan laaggeletterden. We nodigen gebruikers in het<br />

<strong>NT1</strong>-onderwijs uit deze eerste versies te voorzien van aanvullingen en uitbreidingen ter<br />

verbetering van de beschikbare tekst. Het is onze intentie om jaarlijks op basis van<br />

aangereikte verbeteringssuggesties dit document te reviseren.<br />

In dit document staat de uitwerking van werkgroep 2A: Voorstellen voor een goede intake<br />

<strong>NT1</strong>.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 3


1 Visie op intake<br />

De intake is cruciaal voor een goede plaatsing van de - potentiële - deelnemer, voor het<br />

succesvol doorlopen van een <strong>NT1</strong>-traject en om vast te stellen hoe leerbaar iemand is en<br />

om een beeld te krijgen van wat de opbrengst kan zijn van een onderwijstraject. Want als<br />

de beginsituatie duidelijk is, kun je kijken of er aan het eind progressie is geboekt.<br />

1.1 De juiste snaar<br />

Als iemand eindelijk, misschien wel na lang twijfelen en jaren van schaamte en<br />

problemen, de stap neemt om zich aan te melden voor een lees- en/of schrijfcursus, is<br />

het uitermate belangrijk om hem 1 op de juiste manier te ontvangen. Het allereerste<br />

contact met de school is al van belang.<br />

Bij de intake gaat erom de juiste snaar te raken. Omdat deelnemers aan een <strong>NT1</strong>-traject<br />

vaak slechte schoolervaringen hebben, is het goed hen op een niet-schoolse manier te<br />

benaderen. Op herbeleving van ervaringen uit het verleden zit niemand te wachten. De<br />

eerste kennismaking met het onderwijsinstituut bepaalt in grote mate of de potentiële<br />

deelnemer daadwerkelijk zal starten. Iemand die zichzelf kan zijn, zal eerder geneigd zijn<br />

te blijven en eventueel voor een vervolgcursus te kiezen. Wil je een deelnemer<br />

binnenhalen, dan dient je intake goed te zijn. Een waarborg hiervoor is om een<br />

gespecialiseerde intaker te benoemen en een intakeprotocol vast te stellen.<br />

1.2 De intake<br />

Een intake bestaat uit vijf elementen:<br />

• Persoonlijke aandacht<br />

• Kennis van en begrip voor situatie en achtergronden<br />

• Leervragen, motivatie en niveaubepaling<br />

• Informatieverstrekking<br />

• Plaatsing<br />

Deze vijf elementen zijn alle onmisbaar in een goede intake en lopen deels door elkaar<br />

heen. De plaatsing is uiteraard het laatste element.<br />

1.2.1 Persoonlijke aandacht<br />

Hoewel alle elementen van belang zijn, loopt de persoonlijke aandacht als een rode draad<br />

door de gehele intake heen. Allereerst moet de intaker in staat zijn zich te verplaatsen in<br />

de persoon die hij voor zich heeft: hij stelt de potentiële deelnemer op zijn gemak door<br />

een praatje te maken en bijvoorbeeld iets te drinken aan te bieden.<br />

Het persoonlijke verhaal van de potentiële deelnemer en diens persoonlijke situatie is op<br />

dit moment de focus van de intaker. Door echte aandacht te tonen, de juiste<br />

1 Voor de leesbaarheid van <strong>Intake</strong> <strong>NT1</strong> kiezen wij niet voor het gebruik van de dubbelvorm hij/zij,<br />

hem/haar, zijn/haar enzovoort. Bij algemene formuleringen hanteren we de mannelijke vorm.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 4


lichaamstaal 2 en het stellen van de juiste vragen 3 krijgt de deelnemer het gevoel: ‘Er is<br />

iemand die me snapt en naar me luistert’ (zie paragraaf 5.1 voor voorbeeldvragen).<br />

Die persoonlijke aandacht probeer je gedurende de hele intake vast te houden. Ook als er<br />

zakelijke aspecten aan de orde zijn, blijf de intaker aandachtig en alert. Altijd kan zich<br />

een persoonlijke belemmering of blokkade aandienen waar hij aandacht aan dient te<br />

besteden.<br />

1.2.2 Situatie en achtergronden<br />

Om de deelnemer een passend onderwijsaanbod te kunnen doen, heeft de intaker<br />

informatie nodig over zijn situatie en achtergrond. Hij vormt zich een goed beeld van zijn<br />

schoolloopbaan, zijn werk- en levensverhaal. Hoe meer informatie er bekend is, hoe beter<br />

het aanbod voor de deelnemer kan worden afgestemd op de situatie.<br />

Verworven competenties<br />

Een deelnemer, zeker een volwassene, brengt per definitie zijn levenservaring mee:<br />

ervaringen op school, op het werk, in hobby en privé. Deze ‘bagage’ heeft ervoor gezorgd<br />

dat hij zich competenties heeft eigen gemaakt die zeer divers kunnen zijn. De een heeft<br />

ervaring in een bepaald soort werk en is bijvoorbeeld een goed vakman. De ander heeft<br />

bijvoorbeeld handigheid verworven in het toepassen van oplossingsstrategieën, heeft<br />

kinderen opgevoed of heeft allerlei soorten werkzaamheden verricht. Dit zijn de<br />

zogenaamde eerder verworven competenties. Door deze competenties te expliciteren en<br />

te (h)erkennen, ontdekt een deelnemer wat hij feitelijk allemaal al in huis heeft.<br />

Het zal in een intake niet mogelijk zijn om alle verworven competenties in kaart te<br />

brengen, maar een globale inventarisatie behoort tot de mogelijkheden. Benadrukt dient<br />

te worden dat deze ervaringen meetellen, ook al zijn het geen diploma’s. Ze kunnen in<br />

een EVC 4 -traject erkend en mogelijk verzilverd worden.<br />

Schoolervaringen<br />

Om een goed beeld te krijgen van de deelnemer is informatie over schoolervaringen<br />

wezenlijk. De intaker dient te achterhalen hoe het op school ging, waar de deelnemer<br />

goed in was, wat hij moeilijk vond, wat voor rollen/taken hij op school vervulde. Het gaat<br />

om de herinneringen aan de schooltijd, zowel negatieve als positieve. Vooral vervelende<br />

ervaringen kunnen belemmerend werken op het aankomende leerproces.<br />

De intaker dient te informeren naar ervaringen of eigenschappen die mogelijk van invloed<br />

kunnen zijn op het leren, zoals ‘altijd achter in de klas moeten zitten’ of een negatief<br />

zelfbeeld. Mogelijk is bij de deelnemer in een eerder stadium dyslexie of dyscalculie<br />

gediagnosticeerd. Het is belangrijk dat de intaker dit navraagt.<br />

De intake is ervoor bedoeld om zo goed mogelijk (negatieve en positieve) leerervaringen<br />

in kaart te brengen. De intaker kan door dergelijke vragen te stellen heel wat losmaken.<br />

2 We bedoelen hiermee: een vriendelijk gezicht, een open en uitnodigende houding, naar de<br />

deelnemer toe gericht, vriendelijke intonatie.<br />

3 Bijvoorbeeld: open vragen zodat er als antwoord meer komt dan enkel ja/nee, begripvolle vragen,<br />

praktische vragen en op de juiste momenten doorvragen. Dit laatste is belangrijk. Als intaker moet je<br />

niet zelf in gaan vullen, vraag de deelnemer zelf om verheldering en laat hem concrete voorbeelden<br />

geven.<br />

4 EVC betekent: erkennen van verworven competenties. Wat iemand al weet en kan, kan<br />

bijvoorbeeld letterlijk verzilverd worden in deelcertificaten op weg naar een diploma.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 5


Het is belangrijk dat de intaker de deelnemer, als dat nodig is, de ruimte geeft om<br />

emoties te tonen, waarna de draad weer tactisch opgepakt kan worden.<br />

Werk, gezin en omgeving<br />

Ook de werk- en gezinssituatie kunnen informatie bieden die van belang is voor het<br />

formuleren van passend aanbod en/of de manier van leren van de potentiële deelnemer.<br />

De vraag naar mogelijke praktische belemmeringen bij het volgen van een cursus mag<br />

zeker niet ontbreken; misschien heeft de deelnemer bijvoorbeeld geen kinderopvang,<br />

werkt hij in ploegendienst of is hij niet in het bezit van eigen vervoer.<br />

Een ander aspect dat meespeelt in de ontwikkeling en mogelijkheden van de deelnemer is<br />

dat de omgeving al dan niet bekend is met zijn ‘probleem’. Een omgeving waar een<br />

motiverende, stimulerende prikkel van uitgaat, vormt een totaal andere<br />

ontwikkelingscontext voor een deelnemer dan een omgeving die niets mag weten van het<br />

probleem.<br />

Kortom, tijdens de intake verkent de intaker de omgeving van de deelnemer door vragen<br />

te stellen én door goed te luisteren. Tussen neus en lippen door vertelt een deelnemer<br />

vaak wel het een en ander.<br />

1.2.3 Leervragen, niveaubepaling en motivatie<br />

Er zit verband tussen leervraag, niveau en motivatie. Het niveau inschatten van een<br />

potentiële deelnemer kan de intaker doen op basis van wat hij ziet en hoort, maar ook op<br />

basis van meetbare gegevens verkregen uit een toets. Het doel is om een deelnemer op<br />

de juiste plek in de juiste groep te plaatsen. De intaker verkent de leerbehoefte en de –<br />

vraag en probeert een indruk te krijgen van de motivatie van een deelnemer. Dit is vaak<br />

een kwestie van aanvoelen. Vaak zal in de loop van een traject blijken in welke mate een<br />

deelnemer gemotiveerd is.<br />

Motivatie<br />

De leervragen die iemand zelf heeft, hangen sterk samen met zijn motivatie om weer<br />

naar school te gaan. Belangrijk voor het vasthouden van de motivatie is of de cursus de<br />

deelnemer brengt wat deze wil leren! Een aanbod gericht op de leervraag motiveert<br />

enorm. Die leervragen kunnen verbreed of versmald worden gedurende het gesprek of<br />

het wordt duidelijk hoe lang of intensief een traject wordt.<br />

Het is niet altijd mogelijk om direct tegemoet te komen aan de leervraag tijdens het<br />

traject dat gevolgd gaat worden; verwachtingen zijn vaak hoog gespannen. Als dat zo is,<br />

is het goed de potentiële deelnemer te informeren over de weg ernaartoe. Welke<br />

(tussen)stappen zijn nodig op weg naar realisatie van de leervraag De intaker dient te<br />

vragen wat de deelnemer ervoor over heeft om zijn leervraag te realiseren. Een<br />

deelnemer die weet welke stappen nodig zijn om zijn leerdoel te bereiken, is eerder<br />

bereid die stappen te nemen; ook al kan die weg langer zijn dan verwacht.<br />

Voorbeeld: De krant kunnen lezen is voor iemand met niveau A1(CEF, zie paragraaf 1.2.3<br />

CEF-niveaubeschrijving) geen doel waar meteen aan gewerkt kan worden: kernwoorden<br />

en koppen is vooralsnog een tussenstap waar ook nog eens het nodige aan vooraf zal<br />

gaan.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 6


Leervraag<br />

In een intake is de leervraag leidend: komt de nieuwe deelnemer omdat hij zijn naam wil<br />

leren schrijven of om zijn hypotheekakte te kunnen lezen en begrijpen Wil hij beter<br />

functioneren op de arbeidsplek, bij- of nascholen of omzien naar een andere baan Wil hij<br />

minder afhankelijk zijn van partner of familie bij het regelen van geldzaken Of wil hij<br />

In het algemeen meer zelfvertrouwen<br />

Voorbeeld: ‘Ik wil leren schrijven’ is te algemeen, wàt wil iemand leren schrijven en in<br />

welke mate: een persoonlijke brief is niet hetzelfde als een e-mailtje en een roman lezen<br />

is niet gelijk aan voorlezen uit Nijntje.<br />

Met vragen en dóórvragen, kan de leervraag achterhaald worden. Het stellen van de<br />

zogenaamde wondervraag kan een goed hulpmiddel zijn om de leervraag helder te<br />

krijgen (zie hoofdstuk 5). Als intaker en deelnemer beiden weten wat het leerdoel is,<br />

schept dit helderheid over en weer. Bovendien is dit belangrijke informatie voor de<br />

toekomstige docent(en) om rekening mee te houden.<br />

Uit bovenstaande voorbeeldleervragen blijkt ten eerste de grote diversiteit en ten tweede<br />

een samenhang met het niveau van de deelnemer.<br />

Niveaubepaling<br />

Voor het bepalen van een goede beginsituatie is het noodzakelijk te weten wat iemand<br />

kan. De niveaubepaling kan op verschillende manieren tot stand komen: via een<br />

uitgebreid intakegesprek, via toetsing en/of andere vorm van assessment. De intaker<br />

stelt binnen de instelling vast welke gegevens echt nodig zijn om iemand te kunnen<br />

plaatsen. Het is van belang dat nooit getoetst wordt om te toetsen, want - zoals gezegd -<br />

toetsen kan voor een laaggeletterde heel bedreigend zijn 5 .<br />

Een intaker kan genoeg hebben aan een uitgebreid intakegesprek. Iemands vooropleiding<br />

en werk zijn een bron van informatie, maar zijn niet voldoende exact. Toetsen kan soms<br />

net een bepaalde zekerheid geven, maar de intaker dient zijn eigen deskundigheid niet te<br />

onderschatten. De intaker maakt dus tijdens het intakegesprek altijd de afweging: ‘ga ik<br />

wel of niet toetsen’ Zo ja, dan is de vraag: wat laat de intaker iemand lezen en<br />

schrijven Het is belangrijk maatwerk te leveren en aan te sluiten bij wat de potentiële<br />

deelnemer wel of niet aan kan. Een eenvoudige instaptoets is zeker een optie om iets<br />

meer specifieke gegevens over het niveau te krijgen.<br />

Bijkomend voordeel van een toets is dat de deelnemer deze op een later moment terug<br />

kan zien en zijn vorderingen (of stagnaties) kan ontdekken. Voor de school geeft dit<br />

inzage in het leerrendement.<br />

5 Niet elke instelling vindt toetsen per definitie thuishoren in een intake, vanwege mogelijk negatieve<br />

‘bijwerkingen’ voor de deelnemer.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 7


CEF-niveaus<br />

CEF-niveaus<br />

Begrijpen<br />

Spreken<br />

Luisteren Lezen Productie Interactie<br />

Schrijven<br />

B1<br />

Ik kan de<br />

Ik kan teksten Ik kan uitingen op Ik kan de meeste Ik kan eenvoudige<br />

hoofdpunten begrijpen die een simpele manier situaties aan die zich samenhangende<br />

begrijpen wanneer in hoofdzakelijk bestaan aan elkaar<br />

kunnen voordoen tekst schrijven over<br />

duidelijk<br />

uit hoogfrequente, verbinden, zodat ik tijdens een reis in een onderwerpen die<br />

uitgesproken alledaagse of aan mijn ervaringen en gebied waar de vertrouwd of van<br />

standaarddialect werk gerelateerde gebeurtenissen, betreffende taal wordt persoonlijk belang<br />

wordt gesproken<br />

over vertrouwde<br />

zaken die ik<br />

taal. Ik kan de<br />

beschrijving van<br />

gebeurtenissen,<br />

mijn dromen,<br />

verwachtingen en<br />

ambities kan<br />

gesproken. Ik kan<br />

onvoorbereid<br />

deelnemen aan een<br />

zijn. Ik kan<br />

persoonlijke brieven<br />

schrijven waarin ik<br />

regelmatig tegenkom gevoelens en wensen beschrijven. Ik kan gesprek over mijn ervaringen en<br />

op mijn werk, in persoonlijke brieven in het kort redenen onderwerpen die indrukken beschrijf.<br />

school, vrije tijd,<br />

enz. Ik kan de<br />

hoofdpunten van<br />

begrijpen.<br />

en verklaringen<br />

geven voor mijn<br />

meningen en<br />

vertrouwd zijn, of<br />

mijn persoonlijke<br />

belangstelling hebben<br />

veel radio- of tvprogramma's<br />

over<br />

plannen. Ik kan een of die betrekking<br />

verhaal vertellen, of hebben op het<br />

actuele zaken of over<br />

onderwerpen van<br />

persoonlijk of<br />

de plot van een<br />

boek of film<br />

weergeven en mijn<br />

dagelijks leven<br />

(bijvoorbeeld familie,<br />

hobby's, werk, reizen<br />

beroepsmatig belang<br />

begrijpen, wanneer<br />

reacties beschrijven. en actuele<br />

gebeurtenissen).<br />

er betrekkelijk<br />

langzaam en<br />

duidelijk gesproken<br />

wordt.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 8


A2<br />

A1<br />

Ik kan zinnen en de Ik kan zeer korte Ik kan een reeks Ik kan communiceren Ik kan korte,<br />

meest frequente<br />

woorden begrijpen<br />

die betrekking<br />

eenvoudige teksten<br />

lezen. Ik kan<br />

specifieke<br />

uitdrukkingen en<br />

zinnen gebruiken<br />

om in eenvoudige<br />

over eenvoudige en<br />

alledaagse taken die<br />

een eenvoudige en<br />

eenvoudige notities<br />

en boodschappen<br />

opschrijven. Ik kan<br />

hebben op gebieden voorspelbare<br />

bewoordingen mijn directe uitwisseling een zeer eenvoudige<br />

die van direct<br />

persoonlijk belang<br />

informatie vinden in<br />

eenvoudige,<br />

familie en andere<br />

mensen,<br />

van informatie over<br />

vertrouwde<br />

persoonlijke brief<br />

schrijven,<br />

zijn (bijvoorbeeld alledaagse teksten leefomstandigheden, onderwerpen en bijvoorbeeld om<br />

basisinformatie over zoals advertenties, mijn opleiding en activiteiten betreffen. iemand voor iets te<br />

mezelf en mijn folders, menu's en mijn huidige of Ik kan zeer korte bedanken.<br />

familie, winkelen, dienstregelingen en ik meest recente baan sociale gesprekken<br />

plaatselijke<br />

kan korte,<br />

te beschrijven. aan, alhoewel ik<br />

omgeving, werk). Ik eenvoudige,<br />

kan de belangrijkste persoonlijke brieven<br />

gewoonlijk niet<br />

voldoende begrip om<br />

punten in korte,<br />

duidelijke<br />

eenvoudige<br />

boodschappen en<br />

aankondigingen<br />

volgen.<br />

begrijpen.<br />

het gesprek<br />

zelfstandig gaande te<br />

houden.<br />

Ik kan vertrouwde Ik kan vertrouwde Ik kan eenvoudige Ik kan deelnemen aan Ik kan een korte,<br />

woorden en<br />

namen, woorden en uitdrukkingen en een eenvoudig eenvoudige<br />

basiszinnen<br />

zeer eenvoudige zinnen gebruiken gesprek, wanneer de ansichtkaart<br />

begrijpen die mezelf, zinnen begrijpen, om mijn<br />

gesprekspartner schrijven,<br />

mijn familie en bijvoorbeeld in woonomgeving en bereid is om zaken in bijvoorbeeld voor<br />

directe concrete mededelingen, op de mensen die ik een langzamer het zenden van<br />

omgeving betreffen, posters en in catalogi. ken, te beschrijven. spreektempo te vakantiegroeten. Ik<br />

wanneer de mensen<br />

langzaam en<br />

duidelijk spreken.<br />

herhalen of opnieuw<br />

te formuleren en mij<br />

helpt bij het<br />

kan op formulieren<br />

persoonlijke details<br />

invullen,<br />

formuleren van wat ik bijvoorbeeld mijn<br />

probeer te zeggen. Ik naam, nationaliteit<br />

kan eenvoudige en adres noteren op<br />

vragen stellen en een<br />

beantwoorden die een hotelinschrijvingsfor<br />

directe behoefte of mulier.<br />

zeer vertrouwde<br />

onderwerpen<br />

betreffen.<br />

1.2.4 Informatieverstrekking<br />

Als iemand zich meldt voor een intake, betekent dat niet dat hij precies weet wat een roc<br />

is. Waarschijnlijk komt hij er voor het eerst en heeft hij geen idee wat hem staat te<br />

wachten. Het is van belang dat de intaker vertelt hoe het roc het onderwijs aan<br />

volwassenen organiseert en dat een roc het taalonderwijs anders aanpakt dan de<br />

basisschool.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 9


Aanbod algemeen en specifiek<br />

De intaker vertelt over het roc in het algemeen en over het cursusaanbod van de afdeling<br />

Educatie in bijzonder. Welke cursussen zijn er mogelijk en wat is het doel van de<br />

afzonderlijke cursussen. Het is voor de potentiële deelnemer belangrijk op de hoogte te<br />

zijn van alle mogelijkheden van het aanbod van de instelling.<br />

Tip: als er een folder is over de cursus, neem die dan samen door en geef die vervolgens<br />

mee.<br />

De intaker schetst een mogelijk traject: inhoud, duur en lesfrequentie, de kosten. Ook<br />

vertelt hij over de werkwijze binnen de cursus. In een roc gaat er anders aan toe dan wat<br />

de deelnemer nog ‘van vroeger’ kent: docenten werken anders, er is cursistbegeleiding en<br />

ook van deelnemers wordt inzet en eigen initiatief in het leren verwacht 6 . Dit kan positief<br />

vallen, maar ook tegenvallen. Probeer dit laatste te voorkomen door wederzijdse<br />

verwachtingen te verhelderen.<br />

Tot slot worden de huisregels aan de orde gesteld en praktische zaken als plaats en<br />

tijdstip van de lessen en benodigdheden.<br />

Tip: check of alle informatie goed is overgekomen en begrepen is.<br />

1.2.5 Plaatsing<br />

Tot slot is plaatsing aan de orde, het passende aanbod.<br />

De intaker geeft aan welk aanbod het beste past bij de leervraag en -doelen en vraagt de<br />

deelnemer of die keuze aansluit bij zijn wensen. Eventuele andere mogelijkheden worden<br />

op haalbaarheid bekeken.<br />

Vul als intaker de keuze niet automatisch in, maar laat de deelnemer zelf een keuze<br />

maken; hij bepaalt uiteindelijk de eigen leerroute! Markeer dit keuzemoment duidelijk.<br />

Heeft de nieuwe deelnemer daadwerkelijk een aanbod gekozen, dan kan de intaker<br />

overgaan tot het maken van concrete afspraken over plaatsing, data, locatie en betaling.<br />

Het onderdeel afspraken maken is cruciaal voor een goed verloop van het traject. Laat<br />

duidelijk weten en zo mogelijk zien wat een onderwijsinstelling (trainingsinstituut) precies<br />

biedt en ook wat er verwacht wordt van de deelnemer.<br />

Voorlopige plaatsing<br />

De hierboven beschreven procedure betreft een reguliere intake. Het verdient<br />

aanbeveling een procedure voor verlengde intake te hanteren: een zogenaamde<br />

proefperiode. Niet om iemand daarna de deur te wijzen, maar wel om in de gaten te<br />

houden of iemand inderdaad op de juiste plek, in de juiste groep en in het juiste traject<br />

zit.<br />

Een verlengde intake waarborgt een ‘eerste volgen’ van de deelnemer. Na deze periode<br />

kan met zekerheid vastgesteld worden of een deelnemer goed geplaatst is of dat<br />

bijstelling gewenst is.<br />

Een verdere uitwerking van de verlengde intake staat beschreven in hoofdstuk 4.<br />

6 Bijvoorbeeld: regelmatig verwoorden wát je wil leren.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 10


2 Competenties van een goede intaker<br />

Uit het vorige hoofdstuk blijkt dat de intake een cruciaal moment is in iemands<br />

hernieuwde schoolloopbaan. De functie van intaker vraagt specifieke expertise.<br />

Algemeen gezegd is een intaker een persoon met empathie, met respect voor de<br />

medemens. Iemand die de kunst van het vragen en doorvragen verstaat en aan wie enig<br />

relativeringsvermogen niet vreemd is. Praktisch ingesteld zijn en met beide benen op de<br />

grond staan, zijn eigenschappen die van pas komen. Het spreekwoord: ‘Spreken is zilver<br />

en zwijgen is goud’ is voor intakegesprekken een belangrijk motto. De intaker zal<br />

veelpraters beleefd proberen af te remmen met bijvoorbeeld gerichte vragen en zal<br />

moeite moeten doen om zwijgzame deelnemers veiligheid te bieden om hen te stimuleren<br />

om een en ander te vertellen. Een intaker is niet voortdurend zelf aan het woord en waakt<br />

ervoor het verhaal van de deelnemer al in te vullen gedurende de intake. Hij geeft de<br />

potentiële deelnemer de ruimte om met zijn verhaal te komen.<br />

2.1 Competenties<br />

Hieronder zetten we de belangrijkste competenties op een rij waarover een intaker moet<br />

beschikken. Allereerst noemen we de competenties met betrekking tot het bepalen van de<br />

leerbehoefte en de leervragen en vervolgens de competenties die gericht zijn op plaatsing<br />

van deelnemers.<br />

Competenties gericht op bepalen van leerbehoeften en leervragen:<br />

• ervaring met (werken met) de doelgroep;<br />

• kwaliteiten van laaggeletterden herkennen;<br />

• inlevingsvermogen;<br />

• iemand op zijn gemak kunnen stellen;<br />

• rekening houden met en aansluiten bij de belevingswereld van de potentiële<br />

deelnemer;<br />

• aansluiten bij het taalgebruik van de potentiële deelnemer en het eigen taalgebruik<br />

kunnen aanpassen;<br />

• feeling hebben voor en aansluiten bij non-verbale communicatie;<br />

• kunnen luisteren;<br />

• kunnen doorvragen (de vraag achter de vraag);<br />

• structuur kunnen aanbrengen in een gesprek;<br />

• kunnen samenvatten;<br />

• verwachtingen, motivatie, sturingskracht van de deelnemer in beeld brengen, terug<br />

kunnen koppelen;<br />

• motiverend kunnen reageren op verwachtingen.<br />

Competenties die gericht zijn op plaatsing van deelnemers:<br />

• kunnen inschatten van de situatie (hoever kan ik gaan: toets afnemen of niet andere<br />

leervragen boven tafel halen of niet een of meerdere dagdelen ineens aanbieden);<br />

• kennis van het totale aanbod educatie;<br />

• kennis van passend aanbod elders (zowel intern als extern);<br />

• kennis van de sociale kaart (iemand goed kunnen adviseren en doorverwijzen);<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 11


• iemand op de juiste plek kunnen plaatsen.<br />

Als er sprake is van een opdrachtgever - bijvoorbeeld bij inkooptrajecten - dan is het<br />

nodig om de specifieke wensen in kaart te brengen. Voor deze specifieke situatie<br />

onderscheiden we de volgende competenties:<br />

• Inzicht in concrete leerwensen, uitstroomdoelen en productovereenkomst en kunnen<br />

inschatten van de haalbaarheid daarvan.<br />

• Begin- en eindtermen van individuele deelnemers kunnen inschatten, plaatsen en<br />

indien nodig adviseren.<br />

• Kunnen communiceren met opdrachtgevers vanuit verschillende disciplines<br />

(gemeente, welzijnsinstellingen, bedrijfsleven enzovoort).<br />

• Het schrijven van een trajectplan.<br />

• De weg kennen binnen de instelling voor zaken als offertes en contracten.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 12


3 Het intakeprotocol<br />

In deze paragraaf doen we voorstellen voor een intakeprotocol. De intaker krijgt hiermee<br />

een overzicht van de gang van zaken rond de intakeprocedure. Tussen aanmelding en<br />

plaatsing van een deelnemer liggen verschillende contactmomenten. Ze horen allemaal<br />

thuis in een intakeprotocol. De contactmomenten die we in dit hoofdstuk beschrijven zijn:<br />

aanmelding, uitnodiging, intakegesprek en plaatsingsprocedure.<br />

3.1 Aanmelding<br />

Aanmelding kan plaatsvinden naar aanleiding van mond-tot-mondreclame, een<br />

advertentie, persbericht, redactioneel stuk in dag- of weekblad, folder enzovoort. 7<br />

Een informatiestand op markten en in bibliotheken kan ook een bron zijn evenals een tvprogramma<br />

of tv-spotje. Tot slot is er nog de doorverwijzing of aanmelding via een<br />

inkooptraject.<br />

Een potentiële deelnemer kan zich op verschillende manieren aanmelden:<br />

• telefonisch;<br />

• persoonlijk aan de balie/receptie;<br />

• schriftelijk met een bon uit krant/folder;<br />

• per e-mail;<br />

• e-mail via de landelijke bellijn 0800- 023 44 44;<br />

• indirect via werkgever of andere doorverwijzer.<br />

Tip: het is wenselijk om een aanmelding of een afspraak voor een intakegesprek altijd<br />

schriftelijk te bevestigen.<br />

De aanmelding van deelnemers kan een eigen initiatief zijn en dus vrijwillig plaatsvinden<br />

(zelfmelder), maar kan ook het initiatief zijn van de directe omgeving van een deelnemer<br />

(hij is gestuurd). Ook komt het voor dat er sprake is van een verplichting. In dit laatste<br />

geval bedoelen we verplichte deelname die door een werkgever, gemeente of andere<br />

doorverwijzende instantie (inkooptraject) gevraagd of geëist wordt.<br />

Indien gewenst kan de receptionist van bijvoorbeeld het roc de eerste informatie<br />

verstrekken:<br />

• naam intaker;<br />

• de tijden dat de intaker bereikbaar is;<br />

• beschrijven van intakeprocedure;<br />

• overzicht totale cursusaanbod;<br />

• openingstijden leslocatie;<br />

• informatie geven/toesturen: brochure/folder/flyer.<br />

7 Vermeld altijd de naam van de intaker(s) of contactpersoon in advertenties, flyers enzovoort. Dat<br />

geeft houvast om te weten naar wie iemand moet vragen. Bovendien voorkom je daarmee dat<br />

verkeerd wordt doorverwezen en de potentiële deelnemer verstrikt raakt in bureaucratische of<br />

administratieve handelingen en afhaakt.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 13


Als een instelling ervoor kiest om de receptionist de eerste informatie te laten<br />

verstrekken, dan is het van belang dat deze op de hoogte is van:<br />

• de doelgroep laaggeletterden (taboe en schaamte);<br />

• cursusaanbod voor de doelgroep;<br />

• de wervingsactiviteiten;<br />

• werktijden van de intaker(s).<br />

Het eerste contact met de potentiële deelnemer is van cruciaal belang voor diens<br />

beslissing om te starten. De receptionist moet dan bijvoorbeeld ook weten dat een<br />

aanmelding voor een computercursus in feite een vraag naar een cursus Nederlands kan<br />

zijn. De baliemedewerker verwijst bij twijfel altijd door naar de intaker.<br />

Na aanmelding wordt de intaker meteen op de hoogte gebracht, schriftelijk of telefonisch.<br />

Als dat nodig is, is direct oproepen van intaker een optie. Een en ander hangt af van de<br />

huisregels omtrent het intakeprotocol.<br />

3.2 Uitnodiging potentiële deelnemer<br />

Na aanmelding wordt de potentiële deelnemer zo snel mogelijk - bij voorkeur binnen een<br />

week - uitgenodigd voor een intakegesprek. Dit is belangrijk, want deelnemers aan <strong>NT1</strong>-<br />

trajecten niveau 0-3 lopen vaak al langer met het plan om zich aan te melden. Ze hebben<br />

hiervoor een hoge drempel moeten nemen. Als niet snel gehoor wordt gegeven aan dit<br />

initiatief, dan zullen de motivatie en de behoefte weer wegebben of kunnen de angst en<br />

schaamte opnieuw de overhand nemen.<br />

Daarom zal een roc een heldere, strakke en haalbare uitnodigingsprocedure moeten<br />

hebben. Deze procedure is waterdicht en zorgvuldig. Van belang is bijvoorbeeld dat er<br />

altijd een achterwacht is ingeval een intaker afwezig is. Voorkomen moet worden dat een<br />

deelnemer moet wachten of voor een gesloten loket komt.<br />

Afspraken hieromtrent kunnen bijvoorbeeld zijn:<br />

• een telefonisch of aan de balie gemaakte afspraak wordt schriftelijk bevestigd (zie<br />

bijlage 1).<br />

• een aanmelding via de landelijke bellijn wordt verwerkt door de<br />

intaker/contactpersoon van de instelling; bij voorkeur telefonisch en rekening<br />

houdend met de wens van de aanmelder. (Dit kan aangetekend staan op het<br />

aanmeldingsregistratieformulier: schriftelijk – telefonisch oproepen).<br />

• een schriftelijke aanmelding/aanvraag wordt bij voorkeur telefonisch en anders in een<br />

schriftelijke uitnodiging verwerkt (zie bijlage 1).<br />

Hieronder enkele aandachtspunten voor de intaker:<br />

• Controleer altijd of de potentiële deelnemer zich al eerder heeft aangemeld of al<br />

eerder op les is geweest. Als dit zo is, vraag dan bij de administratie het dossier op en<br />

vraag informatie bij de collega die hem lesgegeven heeft. Dit vergemakkelijkt het<br />

gesprek en de plaatsing.<br />

• Zorg voor een afsprakensysteem waarbij een collega-intaker, bij eventuele<br />

afwezigheid van de intaker, de afspraken overneemt of afbelt en zo mogelijk direct<br />

een nieuwe afspraak maakt, opnieuw gevolgd door een schriftelijke bevestiging.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 14


3.3 Het intakegesprek<br />

Bij binnenkomst wordt de potentiële deelnemer vriendelijk en representatief ontvangen<br />

(receptie/balie): hij wordt op zijn gemak gesteld met een praatje en een kopje<br />

koffie/thee.<br />

De plek voor het gesprek is rustig, liefst met een warme uitstraling. De opstelling tijdens<br />

het intakegesprek doet er ook toe: het is belangrijk dat de intaker nooit plaatsneemt<br />

tegenover de potentiële deelnemer, gescheiden door een tafel; geprobeerd moet worden<br />

zo weinig mogelijk afstand te scheppen zonder bedreigend te worden. De intaker zorgt<br />

dat de deelnemer niet met zijn rug naar de deur zit. Dat kan voor onrust zorgen: een<br />

deelnemer wil weten wat er gaande is, wie er eventueel binnenkomt.<br />

3.3.1 Algemeen<br />

Een gesprek kent drie fasen: de opening, de kern en de afronding. De opening en de<br />

afronding zijn vrij algemeen van aard. De kern zal altijd een actie-reactie-gesprek zijn:<br />

informatie krijgen en geven. De kern is in dit geval het inschattingsgesprek met de<br />

inventarisatie van leervragen. De intaker bewaakt hierbij wel altijd het doel en zorgt dat<br />

deze drie elementen aan de orde komen:<br />

• situatie en achtergronden (zie ook paragraaf 1.2.2);<br />

• leervragen, motivatie en niveaubepaling (zie ook paragraaf 1.2.3);<br />

• informatieverstrekking (zie ook paragraaf 1.2.4).<br />

Tip: verpak de gespreksleidraad (hoofdstuk 5) in een bureaulegger of placematmodel,<br />

waardoor deze tijdens het gesprek onopvallend aanwezig is.<br />

3.3.2 Fase 1<br />

De opening<br />

De intaker neemt de tijd voor het gesprek om de potentiële deelnemer op zijn gemak te<br />

stellen: hij stelt zichzelf voor en vraag of de reis goed verlopen is, begint over het weer.<br />

Kortom, hij valt niet met de deur in huis maar begint pas over het eigenlijke doel van dit<br />

gesprek als de eerste spanning weg is. De intaker schroomt niet de gast indien mogelijk<br />

aan te spreken in zijn vertrouwde taalgebruik (bijvoorbeeld dialect en geen jargon). Ook<br />

benadrukt de intaker dat het gesprek vertrouwelijk is, dat alleen die gegevens naar de<br />

docent gaan waarvoor de deelnemer toestemming geeft (zie ook paragraaf 5.1).<br />

De intaker legt hierna het doel en de opzet van het gesprek uit en geeft een indicatie aan<br />

van hoelang het gesprek gaat duren. Hij stelt vervolgens de volgende punten ter sprake:<br />

• algemene achtergrond van de basiseducatie;<br />

• globale inventarisatie van leerwensen;<br />

• algemene informatie over leermogelijkheden;<br />

• informatie over inschrijfprocedure, eigen eindbeslissingsrecht en verantwoordelijkheid<br />

van de deelnemer.<br />

3.3.3 Fase 2<br />

De kern<br />

1 Situatie en achtergronden (zie ook paragraaf 1.2.2).<br />

Inventariseren en vaststellen van vooropleiding, verworven competenties en<br />

eventuele problemen (dyslexie en dyscalculie). Zie voor concrete vragen de<br />

gespreksleidraad van hoofdstuk 5.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 15


2 Leervragen, motivatie en niveaubepaling (zie ook paragraaf 1.2.3).<br />

Inventariseren van leerwensen/motivatie en beschikbaarheid. Daarnaast beslist de<br />

intaker hoe hij het niveau gaat bepalen: door gerichte vragen te stellen en/of<br />

eventueel een instaptoets af te nemen.<br />

Zoals in hoofdstuk 1 al te lezen is, is het de taak van de intaker om een passend aanbod<br />

vast te stellen, op het juiste niveau. Dat kan door te vragen en/of te toetsen. Of het<br />

toetsen gelijk al bij de intake gebeurt, hangt af van de intakeprocedure binnen de<br />

instelling. De ene school doet dit wel, de andere neemt bijvoorbeeld pas een toets af in de<br />

eerste les of tijdens de verlengde intake.<br />

Voor alle onderstaande vakgebieden probeert de intaker - door middel van vragen en<br />

door voorbeeldsituaties te schetsen - te achterhalen wat leerwens en niveau is. We<br />

hebben het hier over de intake voor <strong>NT1</strong>, maar ervaring leert dat potentiële deelnemers<br />

leerwensen hebben op uiteenlopend gebied. Eenmaal de stap naar school weer genomen,<br />

blijkt de leerbehoefte groot. Bij de onderdelen rekenen, Engels en digitale vaardigheden<br />

tast de intaker de behoefte naar meer scholing af. Het kan gaan om cursussen na of<br />

naast het <strong>NT1</strong>-aanbod. Het gaat om een globale niveaubepaling voor deze vakken. In<br />

geval van twijfel bij de intaker over het niveau van de deelnemer is het wenselijk een<br />

vervolgafspraak (eventueel met de betrokken docent) te maken.<br />

Lezen en schrijven<br />

Voor vragen ter verheldering van de leerwens zie hoofdstuk 5, vragen bij lezen en<br />

schrijven (paragraaf 5.2.1).<br />

Indien nodig kan de intaker in plaats van een toets af te nemen de potentiële deelnemer<br />

een stukje laten lezen en schrijven. Observatie tijdens het schrijven van de potentiële<br />

deelnemer verschaft belangrijke informatie. Als het in zo’n situatie toch nodig is om iets<br />

uitgebreider te toetsen, lees dan verder bij het hoofdstuk 6: Toetsen.<br />

Tip: toets tijdens een intakesessie nooit in een groep.<br />

Rekenen, basis Engels, digitale vaardigheden<br />

Laat de deelnemer vertellen wat hij moeilijk vindt aan deze vakken, waar hij tegenaan<br />

loopt (zie paragraaf 5.2 voor voorbeeldvragen).<br />

3 Na deze leervragen- en niveau-inventarisatie is het laatste element van ‘de kern’ aan<br />

de orde: Informatieverstrekking (zie ook paragraaf 1.2.4). In dit deel van het gesprek<br />

geeft de intaker praktische informatie over:<br />

• cursusaanbod, mogelijkheden en lestijden;<br />

• kostenaspect, huisregels, administratieve verplichtingen en indien nodig andere<br />

afspraken;<br />

• (indien relevant) instellingen of instanties buiten de eigen instelling.<br />

Tip: wees altijd eerlijk als een potentiële deelnemer vraagt hoelang het scholingstraject<br />

duurt.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 16


3.3.4 Fase 3<br />

Afronding van het gesprek<br />

In deze fase vertaalt de intaker de wensen van de deelnemer terug in een mogelijk<br />

aanbod. Hij maakt afspraken over het startmoment en zet ze op papier. Het<br />

inschrijfformulier wordt ingevuld in het bijzijn van de nieuwe deelnemer of in<br />

samenwerking.<br />

De intaker laat, als dat mogelijk is, het leslokaal/-gebouw zien en stel - als daar<br />

gelegenheid toe is - de nieuwe deelnemer voor aan zijn docent en/of de groep. Dit<br />

verlaagt wellicht de drempel om de volgende keer binnen te stappen.<br />

De intaker geeft de nieuwe deelnemer een plaatsingsafspraak mee (zie bijlage 2).<br />

Indien de potentiële deelnemer wordt doorverwezen, probeert de intaker ook altijd wat<br />

schriftelijk materiaal mee te geven of een telefoonnummer waarop hij meer informatie<br />

kan krijgen.<br />

Niet gekomen<br />

Als een potentiële deelnemer niet reageert op een uitnodiging, neemt de intaker direct<br />

opnieuw contact op om te achterhalen wat de oorzaak van het verzuim is. Geef niet direct<br />

op – een aanmelding is immers een signaal, een vraag om hulp. De intaker helpt de<br />

aanvrager over de drempel heen en maakt een nieuwe afspraak. Zo nodig kan dit<br />

nogmaals herhaald worden. Pas na herhaalde pogingen (afhankelijk van de reactie) zal<br />

een intaker het als verantwoordelijke moeten laten rusten.<br />

3.4 Plaatsingsprocedure<br />

Bij voorkeur wordt de deelnemer tijdens de afronding van het intakegesprek direct door<br />

de intaker geplaatst aan de hand van de verkregen gegevens. Als directe plaatsing niet<br />

mogelijk is, omdat de intaker eerst wil overleggen met derden (bijvoorbeeld de docent),<br />

maakt hij een duidelijke afspraak over de verdere procedure en berichtgeving.<br />

Tussen intakegesprek en startmoment zou idealiter niet meer dan een week moeten<br />

zitten. Het is een kwestie van ‘het ijzer smeden wanneer het heet is’. Dit om het risico te<br />

verminderen dat de motivatie en de behoefte bij de nieuwe deelnemer wegebben en dat<br />

angst en schaamte opspelen.<br />

Tip: overweeg ook eens de mogelijkheid voor een proefles: laat de potentiële deelnemer<br />

eerst een les bijwonen en sluit daarna de plaatsingsprocedure af.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 17


4 Nazorg en verlengde intake<br />

De nazorg van een aanmelding heeft een administratieve en een persoonlijke component.<br />

De administratieve afhandeling van de aanmelding en het persoonlijke volgen van de<br />

deelnemer na plaatsing moeten beide zorgvuldig verlopen.<br />

4.1 Nazorg: administratief en persoonlijk<br />

De administratieve verwerking zal bij ieder instelling anders verlopen. Het is zaak dat de<br />

docent van tevoren op de hoogte wordt gebracht van de plaatsing en dat hij relevante<br />

gegevens van de nieuwe deelnemer krijgt om zich te kunnen voorbereiden op diens<br />

komst. We hebben het dan over de juiste NAW 8 -gegevens, het (ingeschatte) niveau van<br />

de deelnemer en - als de deelnemer is getoetst - de toetsgegevens.<br />

Na plaatsing is het belangrijk de nieuwe deelnemer niet uit het oog te verliezen. Een<br />

instelling dient een goede nazorgstructuur te hebben. Bij voorkeur is de intaker ook de<br />

trajectbegeleider. Het is goed om binnen het roc één of twee personen te hebben waar<br />

deelnemers met al hun vragen terecht kunnen.<br />

Er zijn verschillende mogelijkheden om de juiste plaatsing van een deelnemer te<br />

waarborgen: de verlengde intake, de begeleiding door de docent en de trajectbegeleiding.<br />

4.2 Verlengde intake<br />

Tijdens de verlengde intake wordt de nieuwe deelnemer gevolgd gedurende een korte<br />

periode waarin:<br />

• hij (hernieuwd) kennis maakt met leren: de deelnemer moet kennismaken met de<br />

docent en de instelling, kennismaken met de groep en de werkwijze, eigen leervragen<br />

(h)erkennen en benoemen bij ‘lotgenoten’, (opnieuw) leren leren, motivatie leren<br />

vasthouden, vasthouden aan regelmaat en leervragen eventueel bijstellen;<br />

• de docent en cursistbegeleider een beter zicht krijgen op leervermogen, verworven<br />

competenties en deficiënties van de deelnemer.<br />

Tijdens de verlengde intake is het beter mogelijk om het juiste niveau te bepalen, zodat<br />

verkeerde plaatsing van de deelnemer voorkomen kan worden. Er kan getoetst worden,<br />

leerstijlen worden vastgesteld en definitieve keuzes gemaakt voor een leerweg en<br />

eventuele leermiddelen of methode. Er wordt gewerkt aan studievaardigheden en<br />

communicatieve vaardigheden, er is voldoende aandacht voor het uitwisselen van<br />

ervaringen en problemen, verworven competenties worden nader bekeken en hiaten<br />

vastgesteld en/of gerelativeerd. Verder is er aandacht voor vormen van samenwerken en<br />

leren van en aan elkaar. Door het beantwoorden van de volgende vragen kan een -<br />

tijdens de intake voorgesteld - traject worden vastgesteld of bijgesteld:<br />

• is het juiste traject gekozen<br />

• is de juiste groep gekozen<br />

• is voorkennis juist ingeschat<br />

• is de echte leervraag helder geworden<br />

8 NAW: naam, adres- en woonplaatsgegevens.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 18


De verlengde intake kan op verschillende manieren worden vorm gegeven. We bespreken<br />

hier twee vormen: de startersgroep en de reguliere groep.<br />

4.2.1 Startersgroep<br />

Bij een grote instelling is het vaak mogelijk een aparte groep voor nieuwe deelnemers te<br />

starten: een startersgroep of wachtkamergroep. In zo’n groep worden alle instromers<br />

gedurende een door de instelling vastgestelde periode (bij voorkeur 6-8 weken) geplaatst<br />

om samen aan de eerder genoemde vaardigheden te werken. De deelnemers worden<br />

voorbereid op de, voor hen vaak nieuwe, manier van lesgeven.<br />

Voordelen<br />

De voordelen van deze organisatievorm zijn:<br />

• De deelnemer krijgt voldoende ruimte om ervaringen te delen: iedereen in de<br />

verlengde intake heeft dezelfde angsten (onder meer drempelvrees en schaamte). De<br />

wachtkamergroep biedt de mogelijkheid om hier specifiek aandacht aan te besteden.<br />

• De deelnemer krijgt voldoende tijd om te wennen: hij went aan de manier van<br />

lesgeven en kan zijn verwachtingen bijstellen.<br />

• De reguliere groepen hebben geen last van voortdurende instroom van nieuwe<br />

deelnemers.<br />

• Eventuele uitval vindt plaats in de verlengde intake en niet in de bestaande groepen.<br />

• Vanuit de verlengde intake is het gemakkelijker om de deelnemer in een andere<br />

groep, een ander aanbod en dergelijke te plaatsen (bijvoorbeeld Opfris Nederlands).<br />

Nadelen<br />

De nadelen van deze organisatievorm zijn:<br />

• met instroom moet gewacht worden totdat er een nieuwe groep start;<br />

• de deelnemer moet na de verlengde intake (en dus net gewend) weer naar een<br />

andere groep en opnieuw acclimatiseren. Hieraan zal dan ook speciale aandacht<br />

geschonken moeten worden.<br />

4.2.2 Reguliere groep<br />

Door organisatorische omstandigheden zal vaak gekozen worden voor verlengde intake<br />

binnen een reguliere groep. Nieuwe deelnemers worden direct in de meest geschikt<br />

geachte groep geplaatst. Gedurende een door de instelling vastgestelde periode (bij<br />

voorkeur 6-8 weken) wordt de deelnemer extra gevolgd door de intaker/cursistbegeleider<br />

samen met de docent. De docent besteedt extra aandacht aan eerder genoemde<br />

vaardigheden (zie paragraaf 4.2) en houdingsaspecten. De intaker/cursistbegeleider<br />

informeert op gezette tijden bij de deelnemer en de docent naar ervaringen en<br />

bevindingen in de groep. Aan de hand van observaties van de docent, toetsgegevens of<br />

prestaties en gesprekken wordt het definitieve traject vastgesteld.<br />

Voordeel<br />

Het pluspunt van deze organisatievorm is dat permanente instroom mogelijk is en dat een<br />

deelnemer meestal niet meer naar een andere groep hoeft.<br />

Nadeel<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 19


Minpunt is dat er vaak minder aandacht is voor sleutelvaardigheden 9 (die veelal in<br />

groepsverband het beste tot hun recht komt) en voor het delen van ervaringen.<br />

4.3 Begeleiding door docent<br />

Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden over de voortgangsbewaking van de<br />

deelnemer. Wie doet wat in dit verband Wat is de taak van de docent en wat van de<br />

trajectbegeleider<br />

De docent is na plaatsing de directe contactpersoon vanuit de instelling met de<br />

deelnemer. De deelnemer moet in eerste instantie altijd terecht kunnen bij zijn docent.<br />

Deze moet op zijn beurt weten wanneer hij kan/moet doorverwijzen naar de<br />

trajectbegeleiding. In geval van twijfel kan de docent overleggen met de begeleider over<br />

doorverwijzing buiten de instelling.<br />

4.4 Rol intaker/trajectbegeleider<br />

De rol van intaker en trajectbegeleider kan bij een en dezelfde persoon liggen; de intake<br />

is als het ware de eerste stap van een traject. De intaker/trajectbegeleider zorgt dat de<br />

gegevens van de deelnemer goed worden aangeleverd aan de docent. Hij heeft op<br />

gezette tijden een voortgangsgesprek met de deelnemer en legt nieuwe afspraken vast in<br />

het dossier. Hij bewaakt het proces van plaatsing, de voortgang, door- en uitstroom.<br />

Daarnaast heeft hij regelmatig overleg met de docent over de voortgang van de<br />

deelnemer.<br />

9 Sleutelvaardigheden zijn studievaardigheden, sociale en communicatieve vaardigheden.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 20


5 Vragen ter verheldering, een leidraad<br />

Vragen zijn een hulpmiddel om tijdens de intake een goed beeld te krijgen van de<br />

potentiële deelnemer. Goede vragen stellen en correct doorvragen is een vaardigheid op<br />

zich.<br />

In dit hoofdstuk worden vragen opgesomd die in de praktijk frequent voorkomen: ze<br />

variëren van ‘social talk’ in het kader van iemand op zijn gemak stellen tot vragen om het<br />

niveau te kunnen inschatten.<br />

De hulpvragen zijn per onderdeel geordend. Uit dit hoofdstuk kan de intaker een<br />

gespreksleidraad samenstellen die bij hem én bij de situatie past. Zo zal bijvoorbeeld de<br />

‘wondervraag’ niet voor elke persoon geschikt zijn.<br />

De intaker noteert in steekwoorden de antwoorden van de deelnemer. Het gaat om de<br />

hoofdlijnen. Het zijn allemaal zaken die ertoe kunnen bijdragen om leerdoel en niveau in<br />

te schatten.<br />

Tip: beslis van tevoren of alles in de u-vorm of in de je/jij wordt gesteld. Dit laatste werkt<br />

drempelverlagend, maar de intaker vraagt altijd even toestemming aan de potentiële<br />

deelnemer om te tutoyeren. Standaard hanteren van de u-vorm kan een keuze van de<br />

instelling zijn.<br />

5.1 Algemene vragen<br />

Opening van het gesprek<br />

Kennismaking: de intaker stelt zichzelf voor en laat de deelnemer zich voorstellen.<br />

Heeft u het makkelijk kunnen vinden<br />

Heeft u een goede reis gehad<br />

Wat wilt u drinken<br />

Hoe bent u aan ons adres gekomen<br />

Motivatie/leerwensen<br />

Wat wilt u leren<br />

Wat zou u willen kunnen lezen of schrijven Kunt u een voorbeeld geven<br />

Wat zijn uw toekomstplannen<br />

Wat wilt u aan het eind van de cursus geleerd hebben<br />

Weet uw omgeving/familie dat u moeite hebt met lezen en schrijven<br />

Hoe reageren zij daarop<br />

Hoe vinden ze het dat u naar onze cursus wilt komen<br />

Doet u het voor hen of voor uzelf<br />

Zijn er in uw familie meer mensen met lees- en schrijfproblemen<br />

Wat wilt u na de cursus gaan doen<br />

Waarom wilt u deze cursus volgen<br />

• kansen op werk vergroten;<br />

• ander/beter werk willen;<br />

• werk willen behouden;<br />

• opstap naar een andere cursus;<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 21


• meer zelfvertrouwen krijgen;<br />

• kinderen helpen met hun huiswerk;<br />

• zinvolle tijdsbesteding;<br />

• gezelligheid/contacten zoeken/onderhouden via internet;<br />

• kleinkinderen voorlezen;<br />

• anders: …………………………….<br />

Leergeschiedenis<br />

Welke scholen heeft u bezocht<br />

Bent u vaak van school veranderd<br />

In welke vakken was u goed<br />

Welke vakken vond u moeilijk Kunt u een voorbeeld geven<br />

Vanaf welke klas begonnen de problemen<br />

Bent u wel eens getest Zo ja, had u er wat aan Wie heeft u getest<br />

Heeft u een eigenschap die invloed kan hebben op uw leren<br />

Is er iets waardoor u moeilijk leert<br />

Leerervaring op school of cursus<br />

Hoe beviel het u op school<br />

Wat vond u leuk en wat niet<br />

Heeft u weleens een andere cursus gevolgd Zo, ja welke Hoe vond u dat Heeft u de<br />

cursus afgemaakt Zo, nee waarom niet (De intaker kan nu misschien voorkomen dat hij<br />

niet weer in dezelfde situatie belandt.)<br />

Werkervaring<br />

Hoe oud was u toen u ging werken<br />

Heeft u momenteel werk Betaald of onbetaald<br />

Zo ja, parttime/fulltime/ ploegendienst<br />

Heeft u lezen en schrijven nodig voor uw werk (kan een extra motivatie zijn)<br />

Bevalt uw werk Ja of nee, waarom wel/niet<br />

Kijkt u met plezier terug op uw arbeidsverleden Zo ja of nee, waarom wel/niet<br />

Vrije tijd<br />

Heeft u nog hobby’s of doet u vrijwilligerswerk<br />

Heeft u lezen en schrijven nodig voor uw hobby of vrijwilligerswerk (kan een extra<br />

motivatie zijn)<br />

Dagelijks leven<br />

Komt u vaak in situaties waarbij u moet lezen en schrijven<br />

Is lezen en schrijven voor u een probleem (Probeer tot de kern te komen.)<br />

Heeft u kinderen Leeftijden/uitwonend<br />

Hebben uw kinderen ook last van woordblindheid, moeite met lezen<br />

Gezondheid<br />

Heeft u opmerkingen over uw gezondheid, die belangrijk zijn om te weten<br />

Zijn er volgens u nog belemmeringen om de cursus te kunnen volgen<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 22


Beschikbaarheid<br />

Op welke dagen/dagdelen<br />

Wilt u huiswerk maken<br />

Hoeveel tijd kunt u daaraan besteden<br />

Wondervraag<br />

Een andere manier om achter de leerwensen te komen is de zogenaamde Wondervraag:<br />

“Mag ik u een vraag stellen die misschien een beetje vreemd is.<br />

Stel dat u straks naar bed gaat en terwijl u slaapt, gebeurt er een wonder: u kunt<br />

lezen en schrijven. U wordt wakker, wat zijn dan de dingen waaraan u merkt dat er<br />

een wonder is gebeurd…<br />

- wat zou u dan allemaal kunnen<br />

- wat is er anders<br />

- wat merkt uw partner<br />

- wat merken uw kinderen<br />

Geef steeds positieve feedback en vraag door: ”Hoe merkt u dat”<br />

Vervolgvraag<br />

Als een deelnemer komt met antwoorden als: ‘ik zou de krant dan kunnen lezen en veel<br />

beter weten wat er gebeurt in de wereld,’ vraagt de intaker vervolgens: “Wat is de eerste<br />

stap die u kunt zetten om dat doel te bereiken”<br />

5.2 Specifieke vragen<br />

Ook hier noteert de intaker weer in steekwoorden de antwoorden van de deelnemer. Het<br />

gaat om de hoofdlijnen. Het zijn allemaal punten die ertoe bij kunnen dragen om leerdoel<br />

en niveau in te schatten.<br />

5.2.1 Vragen specifiek voor lezen en schrijven<br />

• Leest u weleens Lukt dat Wat leest u (ondertiteling op televisie en bij films / een<br />

krant / tijdschrift / reclame / leesboek / stripboek / kinderboek / …)<br />

• Gebruikt u wel eens een computer (bijvoorbeeld om informatie op te zoeken /<br />

spelletjes / e-mailen / marktplaatsbezoek/ … )(leerdoelen)<br />

• Vindt u dat de ondertiteling te snel gaat<br />

• Leest u weleens de advertenties, kunt u die goed lezen en begrijpen<br />

• Wat zou u graag kunnen lezen (een krant / tijdschrift / reclame / leesboek /<br />

stripboek / kinderboek)(leerdoelen)<br />

• Kunt u werkbriefjes lezen en invullen<br />

• Vult u weleens een formulier in Zo, ja wat voor formulier<br />

• De informatie die u thuis krijgt van gemeente en zo, kunt u die goed lezen en<br />

begrijpen<br />

• Schrijft u weleens<br />

• Wat vindt u moeilijk met schrijven<br />

• Wat zou u graag kunnen schrijven (een brief / kort briefje / kaart /<br />

boodschappenlijstje / …) (leerdoelen)<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 23


5.2.2 Vragen specifiek voor rekenen<br />

• Vindt u het moeilijk om uit te rekenen wat u moet betalen als u bij V&D ziet staan<br />

20% korting<br />

• Kunt u inschatten wat u moet betalen als u boodschappen doet En kunt u narekenen<br />

of u genoeg terugkrijgt<br />

• Kunt u een eigen huishoudboekje bijhouden<br />

• Kunt u recepten lezen en begrijpt u de informatie daarin<br />

• Kunt u uitrekenen hoeveel rollen behang u nodig hebt als u gaat behangen / of verf<br />

als u gaat verven / of stof als u gordijnen wilt maken (vraag afstemmen op de<br />

persoon)<br />

• Zou u willen begrijpen hoe uw (klein)kinderen op school rekenen<br />

• Hebt u rekenen nodig op het werk Zo ja, wat hebt u daar nodig (Denk aan tellen -<br />

magazijn; meten - hovenierswerk; omgaan met geld - winkel/kassa; wegen – werk in<br />

de zorg).<br />

5.2.3 Vragen specifiek voor digitale vaardigheden<br />

• Heeft u wel eens met een computer gewerkt De (beginners)cursus die wij geven is<br />

voor mensen die nog nooit met een computer hebben gewerkt. Of kunt u er al wat<br />

mee Zo ja, wat dan (inschatten of het gaat om een beginnerscursus of een<br />

verdieping)<br />

• Weet u waar u overal computers tegenkomt in het dagelijks leven (denk aan<br />

treinkaartjesautomaat, bibliotheek) en kunt u daarmee omgaan<br />

• Waar denkt u straks een computer voor te gaan gebruiken<br />

• Wat hoopt u straks allemaal te kunnen<br />

5.2.4 Vragen specifiek voor Engels<br />

• Heeft u al eens Engelse les gehad (de rest van dit aandachtspunt is afhankelijk van<br />

het aanbod binnen de instelling)<br />

• De beginnerscursus Engels die wij verzorgen is voor mensen die nog nooit Engels<br />

hebben gehad. Het begint met dingen als: “Goedendag, hoe heet u en waar woont<br />

u” 10<br />

• De gevorderdengroep is voor mensen die al eerder een cursus Engels (hier of elders)<br />

hebben gevolgd. 11<br />

• De groep voor mensen die het graag wat rustiger aandoen, begint net als de<br />

beginnerscursus helemaal bij 0, maar in die groep wordt meer herhaald, er is meer<br />

aandacht voor begrijpen en uitspraak. Het gaat allemaal wat langzamer. 12<br />

• Die reclames van tegenwoordig zijn allemaal in het Engels net of we dat allemaal<br />

vroeger op school hebben gehad. Denkt u ook weleens waar hebben ze het over<br />

• Om ons heen horen we steeds meer Engelse woorden. Vindt u dat lastig en wilt u<br />

daar meer van weten<br />

• Gaat u wel eens op vakantie naar het buitenland Zou u daar graag wat<br />

gemakkelijker boodschappen willen doen of een kop koffie bestellen<br />

10 Ter informatie en toelichting: er wordt gewerkt op basis van CEF-niveaus A1, zie paragraaf 1.2.3<br />

bij CEF-niveaus.<br />

11 Toelichting voor insiders: er wordt gewerkt naar CEF-niveau A2 en mogelijk voor luisteren, lezen<br />

en spreken naar B1, zie paragraaf 1.2.3 bij CEF-niveaus.)<br />

12 (Toelichting voor insiders: deze groep is met name voor langzame leerders/exanalfabeten/mensen<br />

met een licht verstandelijke beperking - er wordt gewerkt naar CEF-niveau<br />

A1min – het is een voortraject.)<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 24


6 Toetsing<br />

Het is van belang om roc-breed of per locatie af te spreken of er wel of niet getoetst zal<br />

worden tijdens de intake (zie ook paragraaf 1.2.3), roc-breed of per locatie. Toetsen bij<br />

de intake gebeurt met een instaptoets. Dit is een korte toets waarmee de intaker in grote<br />

lijnen een niveau kan aangeven. Een dergelijke toets kan men beschouwen als een<br />

aanvulling of bevestiging van de gegevens die inmiddels verzameld zijn tijdens het<br />

gesprek. Het is ook denkbaar dat de instelling de intaker vrij laat in deze beslissing.<br />

6.1 Voor- en nadelen van toetsing bij intake<br />

De ervaringen over het inzetten van een toets in de intakefase zijn wisselend. De<br />

voordelen van toetsing gedurende de intake zijn dat het ingeschatte niveau wordt<br />

bevestigd of bijgesteld. Men kan reeds aanwezige kennis en vaardigheden op het gebied<br />

van lezen, schrijven of rekenen aantonen. Het geeft de potentiële deelnemer en de<br />

toekomstige docent zicht op het startniveau. Na een bepaalde periode heeft de intaker of<br />

de docent <strong>NT1</strong> de mogelijkheid om toetsresultaten met elkaar te vergelijken en de<br />

ontwikkeling te volgen.<br />

Het kan zijn dat het beheersingsniveau van diverse vakgebieden sterk uit elkaar ligt. Dat<br />

blijkt dan uit de toets. De deelnemer kan bijvoorbeeld veel beter lezen dan schrijven of<br />

andersom. De docent kan daarmee rekening houden. De intaker kan met concrete<br />

resultaten iemand beter indelen in een groep.<br />

Toetsing kent ook nadelen. Meten is weliswaar weten, maar dit is niet altijd zo<br />

betrouwbaar als het lijkt. De nadelen van toetsing zijn dat het vervelende of zelfs<br />

traumatische herinneringen kan oproepen. Potentiële deelnemers hebben vaak een nare<br />

schoolcarrière achter de rug. Ook is het een gegeven dat toetsen altijd slechts een<br />

momentopname zijn; de deelnemer kan zijn dag niet hebben. Een volgend nadeel is dat<br />

het intakegesprek al dermate inspannend kan zijn voor iemand, dat een toets er niet<br />

meer bij kan.<br />

Tot slot moet de intaker bedenken dat ieder mens zijn eigen sterke kanten heeft. Die haal<br />

je niet naar boven door een en dezelfde toets toe te passen op elke deelnemer. Dat kan<br />

de bedoeling niet zijn. Als de intaker besluit om te toetsen, presenteert hij de toets zo<br />

positief mogelijk en hij vraagt bijvoorbeeld of er onoverkomelijke bezwaren zijn. Het is<br />

van belang uit te leggen waarom hij een toets wilt afnemen. De intaker benoemt duidelijk<br />

dat het gaat om vast te stellen wat iemand allemaal al wél kan in plaats van er fout gaat<br />

en wat iemand niet kan. Dit om onnodige (en dus saaie) leerstof te voorkomen. Ook kan<br />

hiermee een te lang traject voorkomen worden:<br />

• “We gaan kijken wat u allemaal kunt.”<br />

• “Ik wil graag een beeld hebben van wat u op dit moment weet, dan kijken we over<br />

een half jaar of u vooruit gegaan bent.”<br />

De intaker benadrukt dat het de eerste stap is op weg naar het wegwerken van de<br />

problemen.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 25


De hieronder beschreven toetsen zijn instaptoetsen. In de bijlagen 5 en 6 hebben we er<br />

voor de onderdelen spelling en lezen enkele opgenomen. Ze geven duidelijk aan of<br />

iemand technisch kan lezen en hoe iemand een tekst aanpakt als hij globaal en<br />

begrijpend leest. In 5 minuten tijd krijg je al een behoorlijk beeld is de ervaring met<br />

dergelijke toetsen.<br />

Vervolgtoetsen, diagnostische toetsen en eindtoetsen bij de intake zijn in dit hoofdstuk<br />

niet aan de orde.<br />

6.2 Het toetsen van het schrijven<br />

Hieronder staan twee opdrachten die de intaker de potentiële deelnemer kan laten<br />

maken. Bij twijfel aan iemands niveau altijd beginnen met opdracht 1. Als het idee<br />

ontstaat dat iemand analfabeet is, vraagt de intaker gerust of hij moeite heeft met het<br />

schrijven van zijn naam en/of adres.<br />

Of, legt het kaartje voor hem neer en vraagt of hij op het kaartje het woord naam/adres<br />

kan herkennen en of hij dit zou kunnen invullen of bied aan om hem te helpen. De intaker<br />

laat hem vervolgens zijn naam invullen en kijkt hoe het verder gaat.<br />

Indien nog niet genoeg gegevens zijn verzameld, moet opdracht 2 ook afgenomen<br />

worden. Als de intaker tijdens het intakegesprek inschat dat de deelnemer redelijk kan<br />

schrijven, legt hij hem direct opdracht 2 voor.<br />

6.2.1 Schrijven, opdracht 1<br />

Laat de deelnemer zelf zijn naam/adres invullen op het inschrijfkaartje (zie voorbeeld).<br />

Bekijk gelijk of hij de kopjes naam/adres enzovoorts kan lezen of dat hij raadt. Heeft hij<br />

problemen met lezen van de kopjes, dan kun je hem qua lezen direct indelen


Gaat dit redelijk of de deelnemer vindt het leuk, laat hem dan vervolgens de zin: Ik heb<br />

belangstelling voor de cursus, omdat: zelf aanvullen.<br />

Op basis van de volgende fouten kun je hem indelen in op weg naar A1/op weg naar<br />

A2/op weg naar B1.<br />

schema 1: beoordeling invullen gegevens<br />

op weg naar a1 op weg naar a2 op weg naar b1<br />

invullen naam fouten geen fouten geen fouten<br />

invullen adres fouten geen fouten geen fouten<br />

postcode/woonplaats fouten geen fouten geen fouten<br />

m/v en c fouten geen fouten geen fouten<br />

Je ziet dat je tot de globale indeling < A1 en > A1 komt. Of iemand op weg naar A2 of B1<br />

is, wordt hiermee niet duidelijk. Daarvoor moet er nog even verder getoetst worden.<br />

6.2.2 Schrijven, opdracht 2<br />

Laat de deelnemer een briefje schrijven aan de docent over wat hij graag wil leren. Leg<br />

uit dat je dit briefje daadwerkelijk gebruikt ter informatie voor de docent. Je wilt dus<br />

graag veel fouten zien. Want als er geen fouten in zouden zitten, hoeft de deelnemer ook<br />

niet naar de cursus Nederlands te komen.<br />

Dit briefje gebruiken we vervolgens voor de foutenanalyse om de deelnemer te kunnen<br />

indelen in de niveaus.<br />

Je kunt ‘briefje aan de docent’ ook vervangen door ‘tekstje over iets wat zo juist in de<br />

intake is verteld’:<br />

• zijn hobby;<br />

• zijn kinderen/kleinkinderen;<br />

• zijn vakantie;<br />

• zijn vrijwilligerswerk;<br />

• werk;<br />

• enzovoort.<br />

Het maakt niet uit waarover iemand iets schrijft, want elk schrijfproduct is geschikt voor<br />

de foutenanalyse.<br />

schema 2: beoordeling schrijfniveau<br />

problemen met < a1 < a2 < b1<br />

klankzuivere klankletterkoppeling<br />

ja ja grotendeels<br />

correct<br />

open/gesloten lettergrepen ja ja nee<br />

hoofdletters en punten ja nee nee<br />

met s/z, f/v enz. ja nee nee<br />

ei/ij ja nee nee<br />

interpunctie ja ja grotendeels<br />

correct<br />

aaneenschrijven van woorden ja ja ja<br />

de woordvolgorde van de zin ja grotendeels correct<br />

correct<br />

de werkwoordvormen ja ja grotendeels<br />

correct<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 27


de zinsopbouw geen tot kort korte zinnen langere zinnen<br />

met voeg- en<br />

verbindingswoord<br />

en<br />

6.3 Het toetsen van het lezen<br />

De intaker kan voor het lezen allerlei teksten gebruiken om iemands leesniveau in te<br />

schatten: van de Startkrant of een makkelijk-lezenboekje tot een reclametekstje. Als hij<br />

eerst schrijven heeft afgenomen, weet hij in ieder geval al of iemand helemaal/bijna<br />

analfabeet is.<br />

6.3.1 Inschatting leesniveau<br />

Laat de deelnemer iets lezen wat op het inschrijfformulier staat. Kijk of hij met je mee<br />

leest. Laat hem iets lezen uit de advertentie van je roc, het cursusboekje, een flyer of de<br />

krant. Een tekst uit het lesmateriaal waarmee hij zal gaan werken, is ook een goede<br />

mogelijkheid. Hoe maak je nu een inschatting van het leesniveau naar aanleiding van het<br />

gelezen stuk(je) tekst<br />

Laat de deelnemer terugvertellen wat hij heeft gelezen om een inschatting te maken over<br />

zijn begrijpend lezen. Om het globaal lezen te testen hoeft hij alleen de grote lijn te<br />

weten of in het geval van een flyer/folder aan te kunnen duiden welke info je waar kunt<br />

lezen. Voor technisch lezen let je erop of iemand spellend leest of gokt. Ook het tempo is<br />

een indicatie voor het niveau.<br />

Hieronder volgt een richtlijn om iemand in te delen:<br />

Schema 3: Richtlijnen beoordeling lezen<br />

< A1 < A2 < B1<br />

Technisch lezen ja nee nee<br />

Spellend<br />

Technisch lezen traag/zeer traag redelijk vlot<br />

Tempo<br />

Globaal lezen moeizaam redelijk goed<br />

Begrijpend lezen moeizaam redelijk goed<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 28


Bijlagen<br />

Bijlage 1 Voorbeeld uitnodiging intakegesprek<br />

Gebruik eenvoudig taalgebruik. De instelling kan ook een brief hanteren.<br />

Het belangrijkste is dat de tekst kort en duidelijk is.<br />

……………………………………<br />

Geachte mevrouw, meneer<br />

Op ………….dag…………………….om ……………….…uur<br />

heeft u een afspraak met ………………………………<br />

[adres instelling]<br />

Cinop<br />

Pettelaarpark 1<br />

5216 PC ’s-<br />

Hertogenbosch<br />

Telefoonnummer<br />

Email adres<br />

…………………………………………….(eventuele opmerkingen)<br />

Kunt u niet, bel dan naar:<br />

) [telefoonnummer invullen]<br />

Wilt u inschrijven Neem dan mee:<br />

geldig paspoort of ID-kaart /pasfoto<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 29


Bijlage 2 Voorbeeldbrief plaatsingsafspraak tijdens het intakegesprek<br />

plaatsnaam, ... – .... - 2008<br />

Beste mevrouw ...../ meneer .....,<br />

Vanaf (dag, datum maand) gaat u een cursus volgen:<br />

Groep: .......................<br />

lestijd : …………… uur tot …………….uur<br />

Lokaal : ........................<br />

Docent: ........................<br />

Afbellen: vóór de les )<br />

Kosten:<br />

Cursus per jaar € …,… (zonder boeken)<br />

Materiaal: € …., ….<br />

U hebt nog nodig voor inschrijving:<br />

c Uittreksel gemeentelijke basisadministratie personen (verkrijgbaar bij<br />

het gemeentehuis)<br />

c BSN (Burger Service nummer)<br />

c 1 pasfoto<br />

c Bank- of gironummer<br />

c Kopie van een geldig paspoort of ID-kaart<br />

Zonder deze gegevens kunnen wij u niet inschrijven en mag u<br />

niet starten!<br />

Naam intaker …………………………………………………………..<br />

Adres ……………………………………………………………………<br />

Postcode plaatsnaam …………………………………………………<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 30


)…………….<br />

Fax ……………………………<br />

@ ……………………..<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 31


Bijlage 3 Voorbeeld van een intakeformulier<br />

Dossier Basiscursus Nederlands:<br />

niv. A1/A2/B1<br />

Achternaam :<br />

……………………………………………………………………………………………………………….<br />

Voornaam :<br />

……………………………………………………………………………………………………………….<br />

Adres :<br />

……………………………………………………………………………………………………………….<br />

PC + Woonplaats :<br />

……………………………………………………………………………………………………………….<br />

Telefoonnummer(s) :<br />

……………………………………………………………………………………………………………….<br />

Geboortedatum : te<br />

……………………………………………………………………………………………………………….<br />

Geslacht: 0 man 0 vrouw<br />

Woonsituatie:<br />

Datum <strong>Intake</strong> :<br />

<strong>Intake</strong>r /Trajectbegeleider :<br />

Startdatum Traject :<br />

Verwijzende instantie :<br />

Contactpersoon :<br />

Telefoonnummer :<br />

Betalende instantie :<br />

Sofinummer:<br />

Werkgever<br />

O niet van toepassing<br />

Naam werkgever:<br />

Contactpersoon:<br />

Ingeschreven bij het CWI<br />

0 nee 0 ja, voor werkzaamheden als:<br />

Uitkering 0 nee 0 ja, instantie: contactpersoon:<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 32


Uitstroom:<br />

Datum:<br />

Reden:<br />

Resultaat:<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 33


<strong>Intake</strong>formulier <strong>Basisvaardigheden</strong><br />

Gegevens van:<br />

Hoe bent u met onze instelling in contact gekomen<br />

Gezondheid en beperkingen<br />

Is er iets m.b.t. uw gezondheid wat de school moet weten (lichamelijke beperkingen,<br />

ziekte, medicijnen, allergieën)<br />

Zijn er omstandigheden waarmee de school rekening moet houden<br />

Toelichting:<br />

Opleidingsgegevens:<br />

Opleidingen:<br />

Van/tot/jar<br />

en<br />

Soort school /<br />

onderwijs<br />

Vakken examen/niveau<br />

Bepaalde richting<br />

Klassen<br />

Diploma<br />

Cursussen<br />

Soort cursus<br />

Organisatie<br />

Contactpersoo<br />

n<br />

Duur/ datum Doel cursus Resultaat/<br />

bewijs<br />

Eerder volwassenenonderwijs gevolgd 0 ja 0 nee<br />

vak behaald niveau certificaat<br />

wanneer<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 34


0 NT2 …….. 0 ja 0 nee<br />

………………………..<br />

0 <strong>NT1</strong> …….. 0 ja 0 nee<br />

………………………..<br />

0 anders …….. 0 ja 0 nee<br />

………………………..<br />

Rijbewijs 0 nee 0 ja<br />

Werkervaring : betaald en onbetaald (vrijwilligerswerk)<br />

Naam<br />

bedrijf/instelling<br />

en plaats<br />

Periode<br />

Functie,<br />

werkzaamheden<br />

Reden evt.<br />

opzegging<br />

Uitstroomdoel:<br />

Leerwensen, leerdoel:<br />

Op welke dagen/ dagdelen kunt u niet komen<br />

Leest u wel eens<br />

krant<br />

tijdschrift<br />

reclame<br />

stripboek<br />

kinderboek<br />

verhaal<br />

internet<br />

e-mail<br />

marktplaats<br />

regelmatig soms<br />

nooit<br />

Schrijft u wel eens<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 35


Wat vindt u moeilijk<br />

Toetsresultaten intake:<br />

Datum<br />

afnam<br />

e<br />

Welke<br />

vaardigheid<br />

Technisch lezen<br />

Naam<br />

toets/<br />

niveau<br />

Resultaten<br />

Conclusie / advies<br />

Begrijpend Lezen<br />

Spelling<br />

Schrijven<br />

Rekenen<br />

Engels<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 36


Computervaardigheden<br />

Opmerkingen, afspraken, bijzonderheden:<br />

Vervolg intakegesprek (enkele maanden na startdatum):<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 37


Bijlage 4 Waarborg kwaliteit bij de intake<br />

Bij deze waarborg gaat het om zaken die je kunt regelen voor en na het<br />

intakegesprek om dit zo goed mogelijk te laten verlopen en zo veel<br />

mogelijk kwaliteit te waarborgen.<br />

Voor het gesprek<br />

* Procedure<br />

* Gespreksleidraad<br />

* Inschrijfformulier<br />

Goed bekijken of de vragen<br />

relevant zijn voor je ze stelt<br />

* Checklist voor tijdens het gesprek<br />

* Deskundigheidsbevordering:<br />

- cursus culturele communicatie<br />

- literatuur lezen<br />

- cursus gesprekstechniek<br />

- intervisie (intaketeam)<br />

* Tolk Nederlandse Gebarentaal<br />

regelen i.v.m. intake van dove<br />

deelnemer<br />

* Duidelijk op de uitnodiging<br />

vermelden wat het doel is en de<br />

tijdsduur<br />

* Er respect voor hebben als een<br />

kandidaat iemand mee wil nemen<br />

tijdens het gesprek<br />

* Zorgen voor een prettige ruimte<br />

* Zorgen voor een goede ontvangst<br />

voor het gesprek<br />

* Afspraken maken wat te doen als<br />

een kandidaat niet komt (opnieuw<br />

oproepen)<br />

Na het gesprek<br />

* De afspraak opschrijven op een<br />

kaart en meegeven<br />

* Plaatsingscheck door docent<br />

* Bij de docent na ongeveer een<br />

maand navragen of de plaatsing<br />

juist was<br />

* Het regelmatig houden van<br />

deelnemerbesprekingen met de<br />

docenten over o.a.:<br />

- plaatsing<br />

- uitval<br />

- absentie<br />

* <strong>Intake</strong>teambesprekingen over o.a.:<br />

- plaatsing<br />

- niet gekomen kandidaten<br />

* Een boekje met informatie over de<br />

instelling zoals:<br />

cursusgeld/lestijden/presentieregeling/<br />

regels/enz. in<br />

verschillende talen (om mee te<br />

geven)<br />

* Dossier laten aanmaken door de<br />

administratie<br />

* Gegevens laten verwerken in de<br />

computer door de administratie<br />

* Informatie over de kandidaat<br />

doorgeven aan de desbetreffende<br />

docent<br />

* Criteria van de cursussen helder<br />

hebben<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 38


Bijlage 5 Instaptoets Spelling<br />

Niveau A1: toetsblad 1 en 2; Niveau A2: toetsblad 3; Niveau B1:<br />

toetsblad 4<br />

Toetsblad 1 - spelling<br />

Naam:<br />

Datum:<br />

---------------------------------------------------------------------------<br />

----<br />

__________ _____________ _______________<br />

________________<br />

________________<br />

________________<br />

_______________<br />

___________<br />

_________________<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 39


_______________<br />

________________<br />

_______________<br />

Toetsblad 2 - spelling<br />

Naam:<br />

Datum:<br />

---------------------------------------------------------------------------<br />

-----<br />

1. schrijf na<br />

man -<br />

raam-<br />

loop -<br />

riem -<br />

2. dictee<br />

1. --------------------------------------------------------------------<br />

-----------------------------<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 40


2. --------------------------------------------------------------------<br />

-----------------------------<br />

3. --------------------------------------------------------------------<br />

-----------------------------<br />

4. ------------------------------------------------------------------<br />

------------------------------<br />

Toetsblad 3 - spelling<br />

Naam:<br />

Datum:<br />

---------------------------------------------------------------------------<br />

-----<br />

1 dictee<br />

1. ---------------------------------- 1.<br />

----------------------------------<br />

2. ----------------------------------- 2.<br />

----------------------------------<br />

3. ----------------------------------- 3.<br />

----------------------------------<br />

4. ----------------------------------- 4.<br />

----------------------------------<br />

1. -----------------------------------<br />

2. -----------------------------------<br />

3. -----------------------------------<br />

4. -----------------------------------<br />

2. vul in<br />

1. Ga je mee naar ons ----------------------- <br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 41


2. Doe jij de ----------------------- even dicht<br />

3. Ik ----------------- dat niet gedaan.<br />

4. Kom ------------------weer eens langs.<br />

5. Hij loopt op de --------------------------.<br />

3 dictee<br />

1. --------------------------------------------------------------------------<br />

---------------------<br />

2. --------------------------------------------------------------------------<br />

---------------------<br />

3. --------------------------------------------------------------------------<br />

---------------------<br />

4. --------------------------------------------------------------------------<br />

---------------------<br />

Toetsblad 4 - spelling<br />

Naam:<br />

Datum:<br />

---------------------------------------------------------------------------<br />

-----<br />

1. dictee<br />

1. -------------------------------------------------------------------------------------------<br />

2. -------------------------------------------------------------------------------------------<br />

3. -------------------------------------------------------------------------------------------<br />

4. -------------------------------------------------------------------------------------------<br />

5. -------------------------------------------------------------------------------------------<br />

6. -------------------------------------------------------------------------------------------<br />

7. -------------------------------------------------------------------------------------------<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 42


2. zelf schrijven<br />

q -----------------------------------------------------------------------------------------------<br />

-----------------------------------------------------------------------------------------------<br />

-----------------------------------------------------------------------------------------------<br />

-----------------------------------------------------------------------------------------------<br />

-----------------------------------------------------------------------------------------------<br />

-----------------------------------------------------------------------------------------------<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 43


Bijlage 6 Instaptoets Lezen<br />

Toets 1 niveau A1<br />

Toets 2 niveau A2<br />

Toets 3 niveau B1<br />

Leestoets 1<br />

Naam:<br />

Datum:<br />

Oefening 1 man lees dik<br />

boot zes ijs<br />

bal fijn taart<br />

trein gas ziek<br />

pop haast tuin<br />

poes vuur raam<br />

boom worst je<br />

klok<br />

mus<br />

Oefening 2<br />

Het is 10 uur.<br />

Ik doe mijn jas aan<br />

en ga de deur uit.<br />

Ik loop naar de bus.<br />

Daar komt de bus al.<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 44


Oefening 3<br />

lopen<br />

vrolijk<br />

voeten<br />

woning<br />

muren<br />

vogeltje<br />

ratten<br />

zeventig<br />

slapen<br />

vanavond<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 45


Leestoets 2<br />

Naam:<br />

Datum:<br />

Oefening 1<br />

1. Vandaag trekt de mist op.<br />

2. Piet gaat om tien uur eten.<br />

3. Een kilo prei kost € 1,49.<br />

4. Mijn telefoon is gevallen.<br />

5. Het nummer is 612080.<br />

6. Is het waar dat 67 meer is dan 75<br />

Oefening 2<br />

Het is vrijdag, zo rond half vijf.<br />

Ik krijg vanavond bezoek en heb nog niets in huis.<br />

Ik stap dus snel op mijn fiets om wat boodschappen te halen.<br />

Het is heel druk in de winkel.<br />

Als ik mijn wagentje vol heb, ga ik in de rij staan.<br />

Ik wil betalen met mijn pinpas.<br />

Als ik mijn pasje door het apparaatje heb gehaald, moet ik mijn pincode intikken.<br />

Maar ik weet hem niet meer!<br />

Hoe ik ook denk, ik kan er niet opkomen.<br />

En ik heb niet genoeg contant geld bij me.<br />

Ik voel dat ik een rood hoofd krijg!<br />

Er staat een lange rij mensen achter me…..<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 46


Leestoets 3<br />

Naam:<br />

Datum:<br />

Fietsvakanties<br />

In geen land ter wereld zijn zoveel fietsvakanties mogelijk als in Nederland.<br />

Op veel plaatsen staan huurfietsen klaar.<br />

Bij hotels of stations, op kampeerterreinen of bij jachthavens.<br />

Maar we hoeven ons natuurlijk niet tot Nederland te beperken.<br />

Overal waar in Europa rustige wegen zijn, zijn fietsvakanties te maken.<br />

Bij de verkeersbureaus of VVV’s weten ze alles over de mooiste tochten in binnen- en<br />

buitenland. Vaak zijn in het buitenland ook ter plaatse fietsen te huur, maar natuurlijk<br />

kan een fietsvakantie ook met de eigen fiets worden gemaakt.<br />

Fietsen in het buitenland kan heel leuk zijn, fietsen naar het buitenland is minder leuk.<br />

Daarom werd de fietsbus uitgevonden: een gewone bus met aanhanger, waarop de<br />

fietsen vervoerd worden.<br />

Kan het nog gemakkelijker<br />

Vragen:<br />

1. Zijn overal ter wereld fietsvakanties mogelijk<br />

2. Kun je in het buitenland altijd fietsen huren<br />

3. Waarom werd de fietsbus uitgevonden<br />

CINOP - Kenniskring <strong>NT1</strong>: Voorstellen voor een goede intake <strong>NT1</strong> – PL/MV – 28 05 09 47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!