12.07.2015 Views

1kjravp

1kjravp

1kjravp

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Bijlage 3: Bouw- en tuinstijlenEclecticisme (1850-1900)Eclecticisme is een verzamelterm voor een groot scalaaan historische stijlen die in de tweede helft van denegentiende eeuw naast en vooral door elkaar wordentoegepast. De strenge vormentaal van neoclassicismewerd losgelaten. Men zocht naar een eigentijds uiterlijkdoor te kiezen uit het beste van de historische stijlen. Dehistorische motieven zijn vaak op originele wijze verwerkt.Architecten gingen de concurrentie aan met ingenieursdoor hun kennis van de architectuurgeschiedenis in tebrengen. Vanuit het eclecticisme ontwikkelden zich stijlendie een eigennaam kregen, zoals de sobere rondboogstijldat veel werd toegepast op utiliteitsgebouwen(fabrieken, pakhuizen, poldergemalen, ziekenhuizenen gevangenissen); het internationaal eclecticisme datmet zijn uitbundige en luxueuze vormentaal geschiktwas voor hotels, schouwburgen en warenhuizen; en hetschilderachtig eclecticisme waarin stijlelementen vande neogotiek, neorenaissance en Jugendstil tot eenpittoreske geheel werden gecombineerd en veelal in devillabouw werd toegepast.Expressionisme (1910 – 1930)Bij het expressionisme ligt de nadruk op de uiterlijke vorm;vooral op de hoofdvorm en het totaalbeeld. De bekendsteNederlandse variant is de Amsterdamse School. Hetgebouw werd opgevat als een sculptuur. Materialenals baksteen en dakpannen werden op een bijzonderemanier verwerkt, alsof het kneedbare materialen zijn.De plastische vormentaal is zeer expressief. Na 1925ontwikkelde zich een meer gematigde en zakelijkevariant die ook buiten Amsterdam iop grote schaal werdtoegepast, zoals de Rotterdamse School. De zakelijkevariant leent zich goed voor de vormgeving van gehelebouwblokken.FunctionalismeHet funcionalisme komt voort uit het Nieuwe Bouwen.Centraal staat een zakelijke vormgeving die defunctionaliteit van architectuur benadrukt.Zie ook: Modernisme en Nieuwe BouwenHedendaags traditionalisme (vanaf 1995)Het hedendaagse traditionalisme is tijdloos dan welhistoriserend. Het bewust zijn van het eigentijdsecombineert moeiteloos met klassieke of traditionelebouwstijlen.Het hedendaags traditionalisme zoekt aansluiting bijbestaande architectuur en stedenbouw.Jugendstil (1900 – 1918)Een decoratieve stijl in de bouwkunst en kunstnijverheid.Herkenbaar aan de gestileerde florale motieven, golvendelijnen en grillige patronen en de toepassing van nieuwebouwmaterialen zoals ijzer, geglazuurde baksteen, glas engekleurde tegels.Lodewijkstijlen (1700 – 1813)De Nederlandse architectuur stond in de achttiende eeuwonder invloed van de Franse classicistische architectuur.Het onderscheid in drie Lodewijkstijlen heeft vooralbetrekking op de decoratie. De periodisering valt ten delesamen met de regeringsperioden van de Franse koningen.De Lodewijk XIV-stijl (1700 – 1740) is een pompeuzeclassicistische stijl die zich kenmerkt door symmetrische,decoratieve vormen.De Lodewijk XV-stijl of rococo (1740 – 1775) is een lichte,elegante en zwierige stijl met uitbundige, asymmetrische,vaak schelpachtige motieven.De Lodewijk XVI-stijl (1775 – 1813) is een verhevigdevorm van classicisme die zich kenmerkt door elegante,slanke symmetrische vormen en een grote voorliefde voorklassieke motieven zoals pilasters, frontons, vazen enfestoenen.ModernismeModernisme is een verzamelnaam voor o.a. hetFunctionalisme, en het Nieuwe Bouwen. Centraal staat eenzakelijke vormgeving die de functionaliteit van architectuurbenadrukt.Zie ook: Functionalisme en Nieuwe BouwenNeoclassicisme (1820 – 1850)Het neoclassicisme oriënteert zich op de bouwkunst vande klassieke oudheid als een hernieuwde en toepassingvan historische stijlelementen. In vergelijking met defrivole en decoratieve vormentaal van de Lodewijkstijlenis het neoclassicisme streng. Uitgangspunt voor hetneoclassicisme waren de klassieke zuilorden. De stijlkenmerkt zich door symmetrie, blokvormige bouwvolumesen tempelfronten. In de periode 1820 – 1840 is detoepassing van het neoclassicisme streng. Na 1840onstaat een stijlpluralisme dat tot het eclecticisme leidt.Neomodernisme (vanaf 1980)Postmoderne architectuurstroming die verwijst naar devormtaal van het Nieuwe Bouwen en het Functionalisme.In Nederland was deze stroming bijzonder geliefd en werdop grote schaal toegepast in de sociale woningbouw,stadsvernieuwing en uitbreidingswijken. In de jarennegentig ontwikkelde zich binnen het neomodernisme eensteeds grotere verscheidenheid aan vormen, materialen enkleuren.Neorationalisme (1975 – 1990)Postmoderne stroming, die is gebaseerd op een logischeen objectieve benadering van de ontwerpopgave (hetprogramma van eisen) en het streven naar pragmatischeoplossingen. Daarin vertoont de stroming opmerkelijkegelijkenissen met het rationalisme. Kenmerkend voorneorationalistische architectuur zijn geometrische vormenen de toepassing van prefab gevelpanelen (vaak met eenbekleding van tegels).152 19e-eeuwse wijken in Noord - Cultuurhistorische Verkenning

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!