Achtergrond <strong>De</strong>r Schatzgräber10Hein van EekertMuziek in de hoofdrolEen koningin voelt haar schoonheid en vruchtbaarheid verdwijnen door het verlies van haarsieraden. Een nar heeft zijn zinnen gezet op een knappe herbergiersdochter. Het alom begeerdemeisje laat moorden voor een mooie set juwelen. Een minstreel heeft een luit waarmee hijkostbaarheden op kan sporen. <strong>De</strong> herbergiersdochter en de minstreel krijgen elkaar in het oog.Dit alles met als kookpunt een liefdesscène vol ongeremde sensualiteit. Er is tovenarij en dedreiging van een executie. <strong>De</strong> opera <strong>De</strong>r Schatzgräber uit 1920, van componist, verhalenbedenker en tekstschrijver Franz Schreker zou zo een spannende avonturenfilm kunnen zijn.Franz Schreker, omstreeks 1912Een avonturenfilm in ‘Glorious Technicolor’!<strong>De</strong> kostuumfilms die iets meer dan eendecennium na het ontstaan van <strong>De</strong>r Schatzgräberin Hollywood werden gemaakt, hebbeneen bijzondere magie die een geheeleigen wereld suggereert: ze roepen met hunbonte, op renaissanceschilderijen geëntekleuren een gedroomd, niet realistischverleden op, dat indrukwekkend is tot in dekleinste details. Die kracht heeft de muziekvan Franz Schreker ook: ze verleidt, overspoelt,bedwelmt, betovert, is meeslependen biedt ten slotte vertroosting. Het is eenorkestrale waterval die glinstert in het zonlicht,maar die ineens ook het karakter kanaannemen van een eenvoudig wiegenliedje.<strong>De</strong> componist mengt invloeden van hetFranse impressionisme met een paar afgestrekeneetlepels van Puccini’s Italiaansepassie en het erfgoed van Richard Wagnertot een nieuw geluid. Schreker is daarmeegeen mengelmoes van andere toondichters,maar boven alles een kunstenaar met zijneigen klankkleur. ‘Een kleur,’ zo zegt chefdirigentvan <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> MarcAlbrecht, ‘die we in onze tijd enigszinskwijt zijn geraakt.’Avant-gardeFranz Schreker was er aan het begin van devorige eeuw enorm populair mee en stondop eenzelfde voetstuk als Richard Strauss.Hij prikkelde zijn publiek met een wareregenboog aan tonen, zodat het de moderneinvloeden gemakkelijk accepteerde: <strong>De</strong>rferne Klang, Die Gezeichneten en <strong>De</strong>r Schatzgräber,die respectievelijk in 1912, 1918 en1920 in première gingen, waren daverendesuccessen. <strong>De</strong> herkenbare karakters, dedosis gedurfde erotiek en de sprookjesachtigeelementen in zijn tekstboeken werktensterk op de verbeelding van de toeschouwers.Schrekers ster steeg snel: hij werd populairals docent en accepteerde een baan aan deMusikakademie in Wenen, waar hij gestudeerdhad. Met Arnold Schönberg, wiens machtige,complexe oratorium Gurrelieder hij in premièrebracht, was hij de grote vertegenwoordigervan de avant-garde en van de twee washij degene wiens stijl het meest aansprak.Van al zijn opera’s was <strong>De</strong>r Schatzgräberde populairste. In veel opzichten is het demeest toegankelijke: de liefde tussen Elsen Elis, de schatgraver van de titel, krijgtgestalte in lange, lyrische melodieën diesmeulen, opvlammen en schitteren. Hetderde bedrijf, waarin Els voor Elis in hetmaanlicht verschijnt met de sieraden van dekoningin om haar hals, zorgt voor een spectaculairduet, waarin de componist muzikaalal vooruitwijst naar de noodlottige gebeurtenissendie het tweetal nog te wachtenstaan. Toch is zijn muziek niet een groottapijt van strak georganiseerde motieven.<strong>De</strong> eerder gemaakte vergelijking met filmgaat ook op voor de relatie tussen de teksten de muziek in Schrekers opera’s: zoalsfilmmuziek dat later in de 20ste eeuw zoudoen, reageert het orkest alert en wendbaarop de emoties en gebeurtenissen in hetverhaal. Schreker is bijvoorbeeld goed inscènes met veel mensen op het toneel, zoalshet tweede bedrijf waarin een groot aantalpersonages met elkaar in dialoog is en opde achtergrond een stoet monniken voorbijloopt.<strong>De</strong> componist monteert vakkundigmelodieën en thema’s zoals een filmmakerscènes monteert en zorgt dat alle karakters– de nar, Els, Elis, omstanders, monniken,de dienaar Albi – duidelijk uit de verf komen.Toverinstrumenten<strong>De</strong> noten zijn echter niet zomaar de dienaarvan de woorden. Muziek speelt zelfs vaakeen hoofdrol in Schrekers opera’s. Elis metzijn toverluit waarvan de snaren gaan trillenals er ergens sieraden verborgen liggen, isin zijn oeuvre in het goede gezelschap vande minstreel in zijn eersteling Flammen,van de componist Fritz in <strong>De</strong>r ferne Klang,de instrumentmaker en de musicus in DasSpielwerk, de componist in Christophorusoder Die Vision einer Oper (1924) en de bouwersvan een betoverd orgel in <strong>De</strong>r singendeTeufel (1924-28). <strong>De</strong> muzikale klankexperimenten,ingezet met Wagners Tristan undIsolde – het derde bedrijf van <strong>De</strong>r Schatzgräberbevat een citaat uit deze opera – werdendoor diverse componisten rond 1900 voortgezet.Schreker gebruikt de nieuwe mogelijkhedenin de muziek voor de toverinstrumentenin zijn opera’s en voor het oproepenvan onbestemde sferen of abstracte zakenals de kracht en de bestendigheid van deliefde.Het zat Schreker echter niet altijd mee.Ging hij in de ogen van de operaliefhebberste ver met experimenteren, zoals in DasSpielwerk und die Prinzessin, dat voor heteerst in 1913 werd opgevoerd, dan kwamenze er niet voor naar het theater. Schrekerswerk na <strong>De</strong>r Schatzgräber kon de gunst vanhet publiek niet wegdragen, terwijl hij zijncomponeerstijl een aantal keren veranderde:werken als Irrelohe of <strong>De</strong>r Schmied von Gentwerden lauw ontvangen, terwijl er tochbelangrijke pleitbezorgers waren, zoals dedirigenten Otto Klemperer en Erich Kleiber.Erotische gevoelensDan waren er nog de critici die hem somsstevig aanpakten. Julius Korngold, de vadervan componist Erich Wolfgang Korngold,was op zeker moment zo ongenadig hard inzijn oordeel dat er een tegenbeweging vancritici en muziekliefhebbers werd gevormdom Schreker te verdedigen. Zij die niet vanzijn werk hielden, kwamen met uitsprakenals: ‘Er is geen seksuele afwijking die hijniet op muziek heeft gezet.’ Daarmee werdverwezen naar bijvoorbeeld zijn vrouwelijke
11Die Gezeichneten, DNO, 2007 (Foto: A.T. Schaefer)hoofdrollen, die worstelen met onderdrukteerotische gevoelens en die zich niet altijdconformeren aan wat de mannen van henwillen. In Schrekers eerste opera Flammenuit 1902 wijst de minstreel de jonkvrouwIrmgard erop dat liefde en passie almachtigekrachten zijn. Dat idee slaat aan: Irmgardbegint wat voor de minstreel te voelen. Endat terwijl haar op kruistocht vertrokkenechtgenoot heeft gezegd dat hij, zou zij hemontrouw zijn, bij zijn terugkeer dood neer zalvallen bij hun eerste kus. In <strong>De</strong>r ferne Klangontsnapt de jonge Grete, wier geliefde Fritzhaar verlaten heeft om een geheimzinnigeverre klank te zoeken, aan een gedwongenhuwelijk en komt daarbij in de prostitutieterecht. In Das Spielwerk moet een losbandigeprinses de ware liefde leren kennen.In Die Gezeichneten ontdekt kunstenaresCarlotta dat ze haar diepste lichamelijkeverlangens jaren heeft onderdrukt: dat haarliefde voor de mismaakte Alviano medelijdenis en dat ze veel meer voelt voor de knappeedelman Tamare. Els uit <strong>De</strong>r Schatzgräberheeft misschien wel iets van al deze vrouwen.Ze onttrekt zich aan verstandshuwelijkendoor ongewenste minnaars te laten vermoorden;ze wordt begeerd door een nieterg aantrekkelijke nar en verlangt naar hetsamenzijn met Elis; ze verleidt hem, maarmoet hem om de tuin leiden om haar juwelendiefstalverborgen te houden. En zoalsIrmgard haar eigen dood verkiest boven dievan haar echtgenoot, Grete haar Fritz inhaar armen ziet sterven en Carlotta metTamare het onderspit delft tegen een furieuzeAlviano, zo vindt Els, uiteindelijk tochweggegeven aan de nar, ook de dood, altroost haar geliefde Elis haar met een voorspellingover een nieuw leven met mooiemuziek.Venijnige opmerkingenZo’n serie interessante vrouwenkarakterszorgde dus voor scheve ogen: een man diezulke personages kon neerzetten was vasten zeker zelf geestelijk niet sterk, vooralomdat in zijn muziek de strakke vormenontbraken en er zoveel vreemde sporen inzijn klankwereld te vinden waren. <strong>De</strong> Franseinvloeden in Schrekers werk leidden totvenijnige opmerkingen van muziekjournalistendie impressionisme verbonden met eengebrek aan viriliteit. Adolf Weissmann vande Berliner Zeitung bracht het met een staaltjekritisch machismo: ‘Schreker is een vrouwelijke,weke natuur… Ja, het pulserende,maar mannelijke ritme van een krachtigepersoonlijkheid – de voorwaarde vooropbouw en eenheid – ontbreekt.’ En zo waser meer: nu eens stuitte zijn moderniteitop tegenstand, dan was het juist weer eengebrek aan vernieuwing of de grote matevan spektakel. Een wending in de heersendesmaak, voortschrijdende muzikale ontwikkelingen,bittere jaloezie en politieke veranderingendrukten Schreker langzaam maarzeker de marge in. Steeds openlijker antisemitismewerkte hem ook tegen: in het beginvan de jaren ’30 waren er vreselijke demonstratiesbij uitvoeringen van zijn werk. ToenHitler aan de macht kwam, verloor hij zijneerder verworven betrekking aan de BerlinerMusik hochschule meteen. En zo verbleektede ster van de man die ooit toonaangevendgeweest was: in 1933, twee dagen voor zijn56ste v erjaardag, stierf hij. Componisten diein de aanloop naar de Tweede Wereldoorlogin de hoek der Entartete Kunst wordengedrukt, hebben het later in de 20ste eeuwniet gemakkelijk om weer in beeld te komen.Een eerherstel is dus lang uitgebleven:Franz Schreker stond geruime tijd in deschaduw der vergetelheid.Nu niet meer: de laatste jaren wordt hijweer opgemerkt, ook in Nederland. En metde nieuwe chef-dirigent van DNO is hijmeegekomen naar het Muziektheater inAmsterdam. Marc Albrecht is een enthousiastpleitbezorger: ‘Ik vind hem een tenonrechte vergeten componist: hij schreefnet als Richard Wagner zelf zijn teksten;hij heeft een geheel eigen stijl die men metRichard Strauss in verband kan brengen,maar slechts tot op zekere hoogte, omdat hijzijn eigen idioom heeft. Het gaat weliswaarom dezelfde tijd in de muziekgeschiedenis,maar Schreker heeft een geheel eigentoonval.’Die toonval ontdekken we in <strong>De</strong>r Schatzgräber,het werk dat zoveel van FranzSchrekers kenmerken in zich verenigt endaarom een goede indruk geeft van dezecomponist. Een werk dat bovendien eenbijna alomvattende opening is van eenseizoen met meer toverinstrumenten inDie Zauberflöte, meer narren in L’amourdes trois oranges, meer begeerte naar eensieraad in Das Rheingold en Die Walküre ennog eens een sterke link tussen muziek enware liefde in Die Meistersinger.