09.03.2016 Views

Geslacht Van Mijnden en kasteel Ruwiel

Hoofdstuk uit het Tijdschrift Historsiche Kring Breukelen, jrg. 6, nr. 1, 1991

Hoofdstuk uit het Tijdschrift Historsiche Kring Breukelen, jrg. 6, nr. 1, 1991

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het geslacht <strong>Van</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>kasteel</strong> <strong>Ruwiel</strong><br />

1. 1319- 1352<br />

Ane A. Mant<strong>en</strong><br />

Oud Aa 37, 3621 LA Breukel<strong>en</strong><br />

Aanvankelijk ging in onze strek<strong>en</strong> het verkeer <strong>en</strong> vervoer hoofdzakelijk<br />

over water. De vaarroute over de rivier de Aa was tot ver in de Middeleeuw<strong>en</strong><br />

belangrijker dan die over het gedeelte van de Vecht tuss<strong>en</strong><br />

Breukel<strong>en</strong> <strong>en</strong> (het latere) Nieuwersluis.'<br />

Nabij die rivier de Aa, t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van Oud Aa, stond in de late Middeleeuw<strong>en</strong><br />

het <strong>kasteel</strong> <strong>Ruwiel</strong>


Afb, 1. Gedeelte van de "Nieuwe Kaart van Myn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de 2 Loosdrecht<strong>en</strong>, midtsgaders<br />

van s' Grav<strong>en</strong>land, nev<strong>en</strong>s het gerecht van Breukel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> Lo<strong>en</strong>derslootetc van Nicolaas<br />

Visscher, ca. 1577, met daarop aangegev<strong>en</strong> het <strong>kasteel</strong> <strong>Ruwiel</strong>, to<strong>en</strong> inmiddels al<br />

e<strong>en</strong> ruïne<br />

echtpaar vormd<strong>en</strong>. 8 Geertruid overleed spoedig daarna, mogelijk in het<br />

kraambed.<br />

Al in 1321 hertrouwde Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> met e<strong>en</strong> Jonk vrouwe van<br />

Wulv<strong>en</strong> van der Horst. 9<br />

Wouter had twee zon<strong>en</strong>, Amelis <strong>en</strong> Gijsbert (Gijsbrecht). 10<br />

<strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> lag oostelijk van de Vecht <strong>en</strong> t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van het Breukei<strong>en</strong>-Proosdijgerecht.<br />

Rond 1200 vestigde zich er e<strong>en</strong> <strong>Van</strong> Aemstel, wat leidde tot het geslacht <strong>Van</strong><br />

Aemstei van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>. <strong>Van</strong> het oeverwalgebied van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> uit werd de ve<strong>en</strong>ontginning<br />

van het <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>veld (Muyeveld) tot stand gebracht Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong><br />

(Oud-)Loosdrecht <strong>en</strong> Ter Sype (Nieuw-Loosdrecht) onder de Her<strong>en</strong> van Aemstel van<br />

<strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>. Zij woond<strong>en</strong> op het <strong>kasteel</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>.<br />

Aanvankelijk maakte ook het gebied van de Her<strong>en</strong> van Aemstel van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> deel<br />

uit van het Sticht Utrecht. E<strong>en</strong> in politiek opzicht belangrijke gebeurt<strong>en</strong>is aan het<br />

eind van de 13de eeuw bracht daar echter verandering in: de moord op de Hollandse<br />

TIJDSCHRIFT HISTORISCHE KRING BREUKELEN jrg, 6 nr. I, 1991


graaf Floris V in 1296 De direkt daarbij betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> werd<strong>en</strong> er door de opvolger van<br />

Floris V, Jan I, voor gestraft. Daarbij verd<strong>en</strong> ook de bezitting<strong>en</strong> van Gijsbrecht van<br />

Aemstel aan het Hollandse huis getrokk<strong>en</strong>. Zijn verre familielid Heer Amelis I van<br />

Aemstel van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, die van 1285 tot 1317 <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, met Loosdrecht <strong>en</strong> Ter Sype,<br />

bestuurde, ondervond daarvan ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de gevolg<strong>en</strong>. Hij was e<strong>en</strong> van de dertig<br />

borg<strong>en</strong> die Gijsbrecht eerder op eis van Floris V had moet<strong>en</strong> opgev<strong>en</strong>, als garantie van<br />

e<strong>en</strong> door Gijsbrecht opgelop<strong>en</strong> oorlogsschuld. Ev<strong>en</strong>als dat voor de andere borg<strong>en</strong> gold,<br />

had Amelis I daar al zijn goeder<strong>en</strong> aan verbond<strong>en</strong>.' ' Ook die werd<strong>en</strong> nu door Holland<br />

ingelijfd. Bisschop Willem van Mechel<strong>en</strong>, in 1296 net tot bisschop van Utrecht gekoz<strong>en</strong>,<br />

probeerde dat nog wei te verhinder<strong>en</strong> door onverwacht de verbeurd verklaarde<br />

gebied<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> te vall<strong>en</strong>, maar zonder blijv<strong>en</strong>d succes. 12 Zo kwam de nieuwe gr<strong>en</strong>s<br />

tuss<strong>en</strong> het Sticht Utrecht<strong>en</strong> Holland te ligg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de gerecht<strong>en</strong> Breukel<strong>en</strong>-Proosdij<br />

<strong>en</strong> Breukeleve<strong>en</strong> aan de <strong>en</strong>e kant <strong>en</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Ter Sype aan de andere kant.<br />

Eeuw<strong>en</strong>lang zou dat de gewestgr<strong>en</strong>s blijv<strong>en</strong>. Pas in 1819 kwam Loosdrecht weer terug<br />

van de provincie Holland naar de provincie Utrecht.<br />

Gedur<strong>en</strong>de geruime tijd na 1296 liet<strong>en</strong> de Her<strong>en</strong> van Amstel van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> het eerste<br />

deel van hun naam weg <strong>en</strong> noemd<strong>en</strong> zij zich kortweg <strong>Van</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>. Het <strong>kasteel</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong><br />

werd voortaan door de graaf van Holland als le<strong>en</strong>goed aan de Heer van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong><br />

uitgegev<strong>en</strong>.<br />

In 1317 was Wouter zijn vader Amelis I opgevolgd als Heer van<br />

<strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>. Dat ging niet zomaar. De graaf van Holland w<strong>en</strong>ste er van het<br />

begin af aan zeker van te zijn dat hem van de zijde van Wouter <strong>en</strong> van het<br />

<strong>kasteel</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> ge<strong>en</strong> kwaad te ducht<strong>en</strong> viel. Daartoe moest hij op 17<br />

oktober 1317 e<strong>en</strong> gezegelde oorkonde aan de graaf afgev<strong>en</strong> 13 <strong>en</strong> elf borg<strong>en</strong><br />

stell<strong>en</strong>, die voor hem instond<strong>en</strong> <strong>en</strong> als bewijs daarvan ook hun zegel aan de<br />

oorkonde hechtt<strong>en</strong>. Slechts <strong>en</strong>kele van die borg<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> uit het gewest<br />

Holland. De meest<strong>en</strong> war<strong>en</strong> Stichtse edel<strong>en</strong>. Dat duidt er op dat ook na 1296<br />

veel band<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de familie <strong>Van</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> het Sticht behoud<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />

geblev<strong>en</strong>. Onder die borg<strong>en</strong> bevond<strong>en</strong> zich Gijsbrecht (Gijsbert) van <strong>Ruwiel</strong>,<br />

de to<strong>en</strong>malige heer van het slot <strong>Ruwiel</strong>, <strong>en</strong> Gijsbrecht van de Poel, de<br />

villicus H van het Ronde Dorp van Breukel<strong>en</strong>.<br />

To<strong>en</strong> Geertruid van <strong>Ruwiel</strong> met Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> trouwde kreeg ze,<br />

naar de gewoonte van die tijd, e<strong>en</strong> bruidschat mee. Voor adellijke vrouw<strong>en</strong><br />

bestond die vaak vooral uit roer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong> of geld, opdat het ess<strong>en</strong>tiële<br />

familiebezit niet zou word<strong>en</strong> aangetast. En als de medegave wei onroer<strong>en</strong>d<br />

goed omvatte, dan betrof het meestal landbezit op <strong>en</strong>ige afstand van het<br />

stamslot. Teg<strong>en</strong> die achtergrond gezi<strong>en</strong> was de bruidschat van Geertruid<br />

van <strong>Ruwiel</strong> nogal opmerkelijk, want niet alle<strong>en</strong> kreeg ze onroer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong><br />

mee t<strong>en</strong> huwelijk, maar voor e<strong>en</strong> deel lag<strong>en</strong> ze ook nog vlak bij het<br />

<strong>kasteel</strong>.<br />

Dat laatste blijkt uit het feit dat in 1325 haar weduwnaar, Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, werd<br />

g<strong>en</strong>oemd als de bezitter van land dat eerder aan Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> had toebehoord. 1 5<br />

Vrouwe Hadewych Uyt<strong>en</strong> Enghe was to<strong>en</strong> pachtster van de ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> belastingheffing)<br />

over 20 morg<strong>en</strong> 16 land in het bezit van Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> bij <strong>Ruwiel</strong>. Op<br />

e<strong>en</strong> andere plaats werd gesprok<strong>en</strong> van 7 morg<strong>en</strong> land van Gerrit van der Aa, dat aan<br />

de <strong>en</strong>e kant werd begr<strong>en</strong>sd door land van Gijsbert (Gijsbrecht) van Nij<strong>en</strong>rode <strong>en</strong> aan<br />

de andere kant door land van Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>.<br />

Geertruid had deze bezitting<strong>en</strong> vermoedelijk bij haar huwelijk meegekreg<strong>en</strong><br />

om haar bij het oude familiebezit betrokk<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> na haar<br />

overlijd<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ze door Wouter t<strong>en</strong> behoeve van hun zoon Amelis<br />

beheerd. 16 Werd Geertruid al in 1319 als e<strong>en</strong> vermoedelijke erfg<strong>en</strong>ame van<br />

TIJDSCHRIFT HISTORISCHE KRING BREUKELEN jrg. 6 nr. 1, 1991


het <strong>kasteel</strong> <strong>Ruwiel</strong> gezi<strong>en</strong>? Wat haarzelf betreft is door haar vroege dood<br />

die erf<strong>en</strong>is nooit gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook Wouter heeft het <strong>kasteel</strong> nooit zelf in<br />

hand<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>. Pas van hun zoon Ameiis wet<strong>en</strong> we zeker dat hij het slot<br />

<strong>Ruwiel</strong> in bezit had.<br />

Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> overleefde Geertruid van <strong>Ruwiel</strong>, zijn eerste vrouw,<br />

slechts ruim vijf jaar. Op 13 maart 1326 werd gemeld dat hij inmiddels was<br />

overled<strong>en</strong>. 18 Graaf Willem van H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> Holland b<strong>en</strong>oemde daarop<br />

Dirk van der Does als voogd over de nog zeer jonge kinder<strong>en</strong> van Wouter.<br />

Deze Dirk van der Does was de oudste zoon van Maurijn van der Does <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> zuster van Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>. 19 Hij verplichtte zich de kinder<strong>en</strong> behoorlijk<br />

te zull<strong>en</strong> opvoed<strong>en</strong> <strong>en</strong> kreeg voor het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van die voogdij<br />

tot aan hun meerderjarigheid e<strong>en</strong> vergoeding van 130 pond<strong>en</strong> per jaar toegek<strong>en</strong>d.<br />

(E<strong>en</strong> pond was 240 p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, oorspronkelijk het aantal munt<strong>en</strong><br />

dat uit één gewichtspond zilver geslag<strong>en</strong> werd.) Het grootbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de<br />

kinder<strong>en</strong> <strong>Van</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> mocht de graaf echter verder niets kost<strong>en</strong>. Verder<br />

bepaalde de graaf van Holland dat de kinder<strong>en</strong> van Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong><br />

zonder de toestemming van de graaf niet mocht<strong>en</strong> trouw<strong>en</strong>. 20 Het was hem<br />

duidelijk niet onverschillig met wie de in e<strong>en</strong> uiterste uithoek van zijn<br />

gebied won<strong>en</strong>de familie <strong>Van</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, die bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> tot 1296 tot de Stichts<br />

Utrechtse adel had behoord, nauwe betrekking<strong>en</strong> aanknoopte. Dirk van der<br />

Does werd ook belast met het beheer van de Hollandse goeder<strong>en</strong> van de<br />

<strong>Van</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>s (<strong>kasteel</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, ambachtsheerlijkheid <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> de beide<br />

Loosdrecht<strong>en</strong>, landbezit). Uit de gerechtsinkomst<strong>en</strong> mocht hij de lage<br />

boet<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong>, terwijl de hoge boet<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de die periode aan de<br />

graal' moest<strong>en</strong> toevall<strong>en</strong>. 20<br />

Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> <strong>en</strong> de jonge Âmelis II van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong><br />

Dat Dirk van der Does ook de aan Ameiis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> toegevall<strong>en</strong><br />

goeder<strong>en</strong> bij <strong>Ruwiel</strong> onder beheer heeft gehad is onwaarschijnlijk. Daarover<br />

had de graaf van Holland niets te zegg<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zat op <strong>kasteel</strong> <strong>Ruwiel</strong><br />

in die tijd nog e<strong>en</strong> Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong>.<br />

Officieel was in de jar<strong>en</strong> 1340 (maar vóór 1348) vastgelegd dat zijn oom<br />

H<strong>en</strong>drik Rover van <strong>Ruwiel</strong> <strong>en</strong>, na hem, Ameiis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> deze Gijsbert<br />

van <strong>Ruwiel</strong> zoud<strong>en</strong> opvolg<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> laatstg<strong>en</strong>oemde zonder nakomelingschap<br />

( 'desc<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t<strong>en</strong>') zou kom<strong>en</strong> te sterv<strong>en</strong>. 21<br />

Wie was deze Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong>?<br />

Uit het feit dat Ameiis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> als kandidaat-opvolger werd g<strong>en</strong>oemd valt af te<br />

leid<strong>en</strong> dat hij e<strong>en</strong> betrekkelijk nauwe binding had aan deze Ameiis, zoon van<br />

Geertruid van <strong>Ruwiel</strong>. Dat beperkt de kring waarbinn<strong>en</strong> we moet<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>.<br />

Gijsbert kan niet de vader van Geertruid zijn geweest. Die overleed vrijwel zeker al<br />

to<strong>en</strong> Geertruid nog erg jong was.^ Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> noemde Gijsbert in de jar<strong>en</strong> 1340 H<strong>en</strong>drik<br />

Rover van <strong>Ruwiel</strong> zijn oom. Deze H<strong>en</strong>drik was e<strong>en</strong> broer van Geertruid van<br />

<strong>Ruwiel</strong>. We moet<strong>en</strong> dus in de g<strong>en</strong>eratie na die van Geertruid zoek<strong>en</strong>, in plaats van de<br />

g<strong>en</strong>eratie vóór haar<br />

De eerstvolg<strong>en</strong>de mogelijkheid die zich aandi<strong>en</strong>t is dat de Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> uit de<br />

jar<strong>en</strong> 1340 e<strong>en</strong> zoon was van e<strong>en</strong> broer van Geertruid. Dat zij e<strong>en</strong> broer had is zeker,<br />

want in 1290 werd e<strong>en</strong> knape Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> tot ridder geslag<strong>en</strong>^ <strong>en</strong> in 1317 was<br />

e<strong>en</strong> Gijsbrecht (= Gijsbert) van <strong>Ruwiel</strong> - zoals we hiervoor reeds opmerkt<strong>en</strong> - e<strong>en</strong> van<br />

Tl IDSCHR1FT HISTORISCHE KRING BREUKELEN jrg. 6 nr. 1, 1991


8<br />

de borg<strong>en</strong> voor Amelis <strong>en</strong> Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>. Hij is eerder dan Geertruid overled<strong>en</strong>,<br />

want anders zou hij als oom van haar kinder<strong>en</strong> meer in aanmerking zijn gekom<strong>en</strong><br />

voor de voogdij dan neef Dirk van der Does. Neef Gijsbert Gijsbertsz van <strong>Ruwiel</strong><br />

was vermoedelijk nog niet volwass<strong>en</strong> to<strong>en</strong> Geertruid stierf.<br />

Of was deze Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> dezelfde als de eerder g<strong>en</strong>oemde Gijsbert, de broer<br />

van Amelis <strong>en</strong> had m<strong>en</strong> zo - omdat het di<strong>en</strong><strong>en</strong> van twee her<strong>en</strong>, de graaf van Holland<br />

<strong>en</strong> de bisschop van Utrecht, niet zo e<strong>en</strong>voudig was - goeder<strong>en</strong> die de familie <strong>Van</strong><br />

<strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> via Geertruid van <strong>Ruwiel</strong> in het bisdom Utrecht had geërfd zo snel mogelijk<br />

weer gescheid<strong>en</strong> van hun goeder<strong>en</strong> in Holland? Deze mogelijkheid acht ik niet zo<br />

waarschijnlijk. Gijsbert van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> was e<strong>en</strong> jongere broer van Amelis. Het huwelijk<br />

tuss<strong>en</strong> Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Geertruid van <strong>Ruwiel</strong> duurde maar zeer kort. Het is dus<br />

twijfelachtig of de tweede zoon van Wouter wel uit zijn eerste huwelijk stamde. Als<br />

Geertruid van <strong>Ruwiel</strong> echter niet zijn moeder was kwam Gijsbert van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> ook niet<br />

als Heer van <strong>Ruwiel</strong> in aanmerking. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zou hij dan al op zeer jonge leeftijd<br />

zijn naam <strong>Van</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> in <strong>Van</strong> <strong>Ruwiel</strong> veranderd moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>."<br />

Er is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanwijzing dat de Gijsbert die in het tweede kwart van de 14de<br />

eeuw op slot <strong>Ruwiel</strong> woonde nog e<strong>en</strong> echte <strong>Van</strong> <strong>Ruwiel</strong> was. To<strong>en</strong> in 1351 Gijsbrecht II<br />

van Nij<strong>en</strong>rode aantrad als Heer van Nij<strong>en</strong>rode wijzigde hij zijn familiewap<strong>en</strong>. Gerard<br />

Splinter van <strong>Ruwiel</strong>, de stichter van Nij<strong>en</strong>rode, voerde het wap<strong>en</strong> van <strong>Ruwiel</strong>, te<br />

wet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> balk van keel (rood) op e<strong>en</strong> veld van goud, maar met daaraan toegevoegd<br />

e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van azuur (blauw) om aan te gev<strong>en</strong> dat hij e<strong>en</strong> jongere zoon van de<br />

Heer van <strong>Ruwiel</strong> was. Zijn opvolgers als Heer van Nij<strong>en</strong>rode nam<strong>en</strong> het wap<strong>en</strong> van de<br />

stichter over. Gijsbrecht II van Nij<strong>en</strong>rode liet pas vanaf 1351 de bar<strong>en</strong>steel van de<br />

jongere tak uit zijn wap<strong>en</strong> weg. 2^ Indi<strong>en</strong> de mannelijke lijn in de hoofdtak van de<br />

<strong>Van</strong> Ruweels al erg<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> 1320 <strong>en</strong> 1325 uitgestorv<strong>en</strong> was geraakt, zoud<strong>en</strong> de <strong>Van</strong><br />

Nij<strong>en</strong>rodes hun familiewap<strong>en</strong> hoogstwaarschijnlijk al wel eerder aan de nieuwe<br />

situatie hebb<strong>en</strong> aangepast.<br />

Ik houd het er op dat de begin- 14de-eeuwse Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> e<strong>en</strong><br />

neef was van de jonge A melis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>. In zon situatie was hij de<br />

natuurlijke Stichtse voogd over zijn bloedverwant <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s in het bisdom<br />

Utrecht geleg<strong>en</strong> bezitting<strong>en</strong>.<br />

Slot <strong>Ruwiel</strong> behoorde t<strong>en</strong> tijde van deze Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> nog steeds tot de<br />

kleinere kastel<strong>en</strong>, zowel wat betreft zijn omvang als zijn uitstraling. Riddertoernooi<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> er niet georganiseerd zijn, jachtpartij<strong>en</strong> wei. Het bestond to<strong>en</strong> vermoedelijk uit<br />

de versterkte tor<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele bijgebouw<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> slotplein <strong>en</strong> de verdedigingsmuur<br />

aan de binn<strong>en</strong>zijde van de slotgracht. Zo volgebouwd ais in latere jar<strong>en</strong> zal het <strong>kasteel</strong>terrein<br />

in Gijsbrechts tijd nog niet zijn geweest. De tor<strong>en</strong> zal hebb<strong>en</strong> bestaan uit<br />

e<strong>en</strong> gewelf, e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>-etage, e<strong>en</strong> verdieping <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zolder met puntdak. Gebruikelijk<br />

was dat in zon <strong>kasteel</strong> het gewelf bereikbaar was via e<strong>en</strong> ingebouwde st<strong>en</strong><strong>en</strong> trap,<br />

maar dat de weg naar bov<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> afgelegd via losse trapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vloer- respectievelijk zolderluik. Daardoor kon de verdieping bij e<strong>en</strong> aanval op het<br />

<strong>kasteel</strong> als e<strong>en</strong> laatste schuilplaats di<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dan kon de ladder word<strong>en</strong> opgetrokk<strong>en</strong>,<br />

waardoor de vijand er minder makkelijk door kon dring<strong>en</strong> <strong>en</strong> tijd voor laatste onderhandeling<strong>en</strong><br />

werd gewonn<strong>en</strong>.<br />

De vloer<strong>en</strong> van gewelf <strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>-etage zull<strong>en</strong> - als in de meeste andere versterkte<br />

huiz<strong>en</strong> van die tijd - van e<strong>en</strong>voudige rode of bruine plavuiz<strong>en</strong> zijn geweest. De<br />

mur<strong>en</strong> war<strong>en</strong> dik, de v<strong>en</strong>sters slechts smalle op<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Als m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> mooie dag op<br />

de verdieping voor e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>ster zat kon m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> prachtig landschap,<br />

maar de breedte van het uitzicht was gering. In de winter ging<strong>en</strong> er luik<strong>en</strong> voor de<br />

v<strong>en</strong>sters om de kou te help<strong>en</strong> wer<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> zal het somber, kil <strong>en</strong> vochtig zijn geweest. De grote stookplaats was ge<strong>en</strong><br />

overdaad. Het op<strong>en</strong> vuur werd vooral gestookt met takk<strong>en</strong>boss<strong>en</strong> <strong>en</strong> turf. Dat gaf<br />

warmte <strong>en</strong> licht maar ook veel walm <strong>en</strong> roet. Maaltijd<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bereid in e<strong>en</strong> pot die<br />

bov<strong>en</strong> het vuur hing (zie Afbeelding 2). Dat beperkte de culinaire mogelijkhed<strong>en</strong>.<br />

Voor de op<strong>en</strong> haard stond altijd e<strong>en</strong> bank. De tafel stond op schrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> was verplaatsbaar.<br />

Verder was in e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>malig <strong>kasteel</strong>interieur altijd wel e<strong>en</strong> hoeveelheid<br />

krukjes, bergkist<strong>en</strong>, kandelaars <strong>en</strong> tinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> st<strong>en</strong><strong>en</strong> vaz<strong>en</strong> aanwezig.<br />

Het wooncomfort was dus niet groot <strong>en</strong> voor de bewoners was er weinig privacy. De<br />

vrouw<strong>en</strong> ondervond<strong>en</strong> dat het meest, omdat zij meer ur<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de slotgracht doorbracht<strong>en</strong><br />

dan de mann<strong>en</strong>. Het lev<strong>en</strong> in zon <strong>kasteel</strong> was veeleer hard dan romantisch.<br />

TIJDSCHRIFT HISTORISCHE KRING BREUKELEN jrg. 6 nr. 1. 1991


Afb. 2 (links). E<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stmaagd bereidt het et<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ketel bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> vuur.<br />

Afb. 3 (rechts). Het nuttig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maaltijd. Het meeste voedsel werd met de hand<strong>en</strong><br />

geget<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> mes di<strong>en</strong>de vooral om e<strong>en</strong> portie vlees af te snijd<strong>en</strong>.<br />

Ongeveer 12 jaar lang zull<strong>en</strong> de in Holland geleg<strong>en</strong> bezitting<strong>en</strong> van de<br />

Heer van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> door de voogd Dirk van der Does zijn beheerd. 24 En zijn<br />

goeder<strong>en</strong> in het Sticht Utrecht dus vermoedelijk door zijn neef Gijsbert van<br />

<strong>Ruwiel</strong>.<br />

Maar in 1338 werd Amelis (of Melis) van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> volwass<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd.<br />

In dat jaar, hij zal to<strong>en</strong> mogelijk 18 jaar oud zijn geweest, 25 trouwde hij<br />

ook, <strong>en</strong> wel met jonkvrouwe Beatrix, waarvan de achternaam <strong>en</strong> verdere<br />

familiebetrekking<strong>en</strong> niet bek<strong>en</strong>d zijn. 26 Amelis k<strong>en</strong>de haar het recht toe op<br />

e<strong>en</strong> uitkering van 70 pond<strong>en</strong> per jaar uit de belastingopbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> (de<br />

ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong>) van Loosdrecht. Zij heeft na haar huwelijksdag niet erg lang meer<br />

geleefd. 26<br />

Vermoedelijk stierf ook zij in het kraambed, in die tijd de belangrijkste doodsoorzaak<br />

onder vrouw<strong>en</strong> in de vruchtbare leeftijd. "Tijd<strong>en</strong>s de bevalling lig je met één<br />

be<strong>en</strong> in het graf" zegt e<strong>en</strong> eeuw<strong>en</strong>oude uitdrukking. De medische k<strong>en</strong>nis was nog niet<br />

zo groot <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geboort<strong>en</strong> in de Middeleeuw<strong>en</strong> met veel geheimzinnigheid<br />

omgev<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kraamvrouw bij de bevalling terzijde<br />

staan, <strong>en</strong> die werkt<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de zich ontwikkel<strong>en</strong>de medische wet<strong>en</strong>schap. Pas als<br />

alles achter de rug <strong>en</strong> opgeruimd was mocht e<strong>en</strong> man het bed van e<strong>en</strong> kraamvrouw<br />

nader<strong>en</strong>, ook als het e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eesheer betrof.<br />

In 1341 huwde Amelis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, Heer van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, Loosdrecht <strong>en</strong>de<br />

<strong>Ruwiel</strong> voor de tweede maal, deze keer met Lutgarde van der Merwede,<br />

dochter van ridder Daniël van der Merwede <strong>en</strong> Moerkercke. 26 Zij kwam uit<br />

e<strong>en</strong> belangrijk Hollands geslacht, dat e<strong>en</strong> <strong>kasteel</strong> <strong>en</strong> heerlijkheid had nabij<br />

Dordrecht. De graaf van Holland kon gerust zijn; de Heer van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong><br />

richtte zijn blik Holland in <strong>en</strong> niet naar het Sticht.<br />

Blijkbaar had Amelis e<strong>en</strong> krijgshaftige aard, want kort daarop, in 1341,<br />

ontving hij, nog pas omstreeks 21 jaar oud, de ridderslag. 27 Het was e<strong>en</strong><br />

TIJDSCHRIFT HISTORISCHE KRING BREUKELEN jrg. 6 nr. I, 1991


10<br />

belangrijk jaar voor Amelis, want in 1341 maakte de graaf van Holland<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de bel<strong>en</strong>ing met het huis <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, dat Amelis van hem had,<br />

erfelijk. 27 Opmerkelijk is dat van Amelis <strong>en</strong> zijn zoon Wouter op 16 oktober<br />

1347 werd verlangd opnieuw te erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat zij hun <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>se goeder<strong>en</strong><br />

in le<strong>en</strong> bezat<strong>en</strong> van de graaf van Holland. 28<br />

Àmelis II van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, Heer van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, Loosdrecht <strong>en</strong> <strong>Ruwiel</strong><br />

De laatste Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> overleed inderdaad na zijn oom H<strong>en</strong>drik<br />

van <strong>Ruwiel</strong> <strong>en</strong> zonder zelf e<strong>en</strong> zoon of dochter na te lat<strong>en</strong> die hem kon<br />

opvolg<strong>en</strong>. Bisschop Jan van Arkel, in 1341 tot bisschop gewijd, bele<strong>en</strong>de<br />

vervolg<strong>en</strong>s Amelis met <strong>Ruwiel</strong>. In de literatuur wordt daarbij wel het jaar<br />

1348 g<strong>en</strong>oemd, 21 maar misschi<strong>en</strong> gebeurde het al wat eerder.<br />

Bisschop Jan van Arkel was e<strong>en</strong> sterke persoonlijkheid die radicale beslissing<strong>en</strong><br />

niet schuwde. Toch gaf hij gehoor aan de w<strong>en</strong>s van Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> dat di<strong>en</strong>s <strong>kasteel</strong><br />

aan Amelis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> werd bele<strong>en</strong>d. Ik vraag mij af of hij er ook mee ingestemd<br />

zou hebb<strong>en</strong> dat <strong>kasteel</strong> <strong>Ruwiel</strong> e<strong>en</strong> dep<strong>en</strong>dance werd van e<strong>en</strong> Hollands edelman<br />

als to<strong>en</strong>tertijd <strong>Ruwiel</strong> nog echt e<strong>en</strong> belangrijke positie in het Sticht had ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Door de bel<strong>en</strong>ing met <strong>Ruwiel</strong> had Amelis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> voortaan in<br />

principe zowel de graaf van Holland als de Utrechtse bisschop te vri<strong>en</strong>d te<br />

houd<strong>en</strong>. Maar voor dat laatste deed hij niet al te veel moeite. Het lijkt of hij<br />

de kracht van Jan van Arkel heeft onderschat. Onder de voorgangers van<br />

Jan, als bisschopp<strong>en</strong> van Utrecht, was het bisdom in verval geraakt <strong>en</strong> sterk<br />

onder Hollandse invloed. Jan van Arkel was echter speciaal naar vor<strong>en</strong><br />

geschov<strong>en</strong> om aan die situatie e<strong>en</strong> eind te mak<strong>en</strong>.<br />

De graaf van Holland zag dat met lede og<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> belegerde in<br />

1345 de stad Utrecht, bij welke geleg<strong>en</strong>heid diverse Stichtse edel<strong>en</strong> zich bij<br />

de Hollanders aanslot<strong>en</strong>. Niettemin was deze belegering onbeslist geëindigd<br />

met e<strong>en</strong> bestand. Jan van Arkel me<strong>en</strong>de dat dit bestand voor drie jaar gold<br />

<strong>en</strong> vreesde in 1348 opnieuw e<strong>en</strong> confrontatie met de Hollanders. Om op<br />

alles voorbereid te zijn trok hij met het grootste deel van de weerbare<br />

burgers uit de stad Utrecht met vlieg<strong>en</strong>de vaandels op naar het noord<strong>en</strong>,<br />

waar nog met <strong>en</strong>ige afvallige Stichts<strong>en</strong> af te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> viel. Door krachtig op<br />

te tred<strong>en</strong> hoopte de bisschop e<strong>en</strong> afschrikwekk<strong>en</strong>d voorbeeld te kunn<strong>en</strong><br />

stell<strong>en</strong>, dat herhaling van collaboratie met de vijand <strong>en</strong> afvalligheid zou<br />

voorkom<strong>en</strong>. 29<br />

Allereerst pakte hij Eemnes aan, dat zich aan het gezag van het bisdom<br />

had onttrokk<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> veld t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het dorp Eemnes,<br />

Lapers" gehet<strong>en</strong>, 30 stuitte het leger van de bisschop op Hollanders, die<br />

uitgerukt war<strong>en</strong> om Eemnes te help<strong>en</strong>. 29 Amelis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> was zo stoutmoedig<br />

geweest mee op te trekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog wel als "Capiteyn van de Hollanders<br />

". Het kwam tot e<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>d treff<strong>en</strong>, waarin de Hollanders de nederlaag<br />

led<strong>en</strong>. Amelis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> raakte gewond. Hij werd, te zam<strong>en</strong> met vele<br />

ander<strong>en</strong>, door de Utrechters gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Er moest flink wat losgeld<br />

word<strong>en</strong> betaald voordat ze door bisschop Jan van Arkel weer op vrije<br />

voet<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gesteld. 31<br />

TIJDSCHRIFT HISTORISCHE KRING BREUKELEN jrg. 6 nr. 1, 1991


11<br />

Afb. 4. Het gebruik van e<strong>en</strong> stormram <strong>en</strong> e<strong>en</strong> "kaf bij e<strong>en</strong> aanval op de muur van e<strong>en</strong><br />

belegerd <strong>kasteel</strong> (reconstructie door E. Vioilet-le-Duc).<br />

Graaf Willem van Beier<strong>en</strong> toonde zich zeer ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />

die A melis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> hem <strong>en</strong> Holland bewez<strong>en</strong> had. Behalve het <strong>kasteel</strong><br />

<strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> met bijbehor<strong>en</strong>, dat al in 1341 tot e<strong>en</strong> erfle<strong>en</strong> was verhev<strong>en</strong>,<br />

maakte hij nu ook alle andere Hollandse le<strong>en</strong>goeder<strong>en</strong> van Amelis, waaronder<br />

de ambachtsheerlijkheid van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> de beide Loosdrecht<strong>en</strong>, tot<br />

erfl<strong>en</strong><strong>en</strong> "overmits dat hi ghevangh<strong>en</strong> was in ons<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st in d<strong>en</strong> orloghe<br />

tussch<strong>en</strong> d<strong>en</strong> biscop <strong>en</strong>de d<strong>en</strong> stat van Utrecht, omme bescattinghe, cost<br />

<strong>en</strong>de scade, die hi daer om ons<strong>en</strong> wille gheled<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong>de om m<strong>en</strong>ighe<br />

TIJDSCHRIFT HISTORISCHE KRING BREUKELEN jrg. 6 nr. 1, 1991


12<br />

trouw<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st, die hi ons gheda<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong>de noch do<strong>en</strong> mach". 32<br />

Heel anders was de nasleep aan de Stichts Utrechtse zijde. Het bleef daar<br />

niet bij het al geïncasseerde losgeld. De bisschop had zeer weinig op met<br />

le<strong>en</strong>mann<strong>en</strong> die hun trouw aan hem niet gestand ded<strong>en</strong>. Ook het <strong>kasteel</strong><br />

<strong>Ruwiel</strong> ondervond de strafoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Jan van Arkel. Utrechts<strong>en</strong>, onder<br />

bevel van de maarschalk van de bisschop, rukt<strong>en</strong> op naar <strong>Ruwiel</strong> <strong>en</strong><br />

sloeg<strong>en</strong> het beleg voor dit waterslot.<br />

In deze periode maakte het voer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oorlog, <strong>en</strong> de rol van kastel<strong>en</strong> daarin,<br />

belangrijke ontwikkeling<strong>en</strong> door.<br />

(1) Er war<strong>en</strong> zwaardere katapult<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere werp- <strong>en</strong> slingermachines ontwikkeld.<br />

Verder liet<strong>en</strong> de aanvallers, die e<strong>en</strong> dam in e<strong>en</strong> slotgracht probeerd<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong><br />

of met behulp van e<strong>en</strong> (van e<strong>en</strong> ijzer<strong>en</strong> kop voorzi<strong>en</strong>e) stormram bezig war<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

<strong>kasteel</strong>muur te ontwricht<strong>en</strong>, zich teg<strong>en</strong> beschieting <strong>en</strong> bekogeling van bov<strong>en</strong>af bescherm<strong>en</strong><br />

door e<strong>en</strong> overdekte'werkplaats, de "kaf (zie Afbeelding 4).<br />

(2) Het buskruit was uitgevond<strong>en</strong>. Ofschoon kanonn<strong>en</strong> al vrij snel zeer veel<br />

functies ging<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> ze vooral bij belegering<strong>en</strong> ingezet, zij het<br />

geruime tijd nog niet erg effectief.33 Door onbedoelde ontploffing<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ze haast<br />

ev<strong>en</strong> gevaarlijk voor de gebruikers als voor de beoogde slachtoffers. 3 "»<br />

(3) E<strong>en</strong> vorst die e<strong>en</strong> oorlog te voer<strong>en</strong> had was niet langer alle<strong>en</strong> afhankelijk van<br />

e<strong>en</strong> feodaal leger, waarbij le<strong>en</strong>mann<strong>en</strong> met hun horig<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong>. Hij kon<br />

nu ook strijdkracht<strong>en</strong> recruter<strong>en</strong> uit de stadsbevolking. 33 Tev<strong>en</strong>s bod<strong>en</strong> zich ook<br />

huurtroep<strong>en</strong> aan, vaak met ervaring in het krijgsbedrijf <strong>en</strong> specialist in bepaalde<br />

onderdel<strong>en</strong> daarvan. Ze war<strong>en</strong> beschikbaar zolang er geld was om hun soldij te<br />

betal<strong>en</strong> zulks in teg<strong>en</strong>stelling tot feodale krijgers die slechts tot 40 dag<strong>en</strong>, hooguit 3<br />

maand<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stplicht per jaar kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verplicht. 33<br />

Na langdurige belegering werd <strong>kasteel</strong> <strong>Ruwiel</strong> in 1352 ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vernield, 31 hoewel inmiddels Amelis II, in 1351, overled<strong>en</strong> was. 35 E<strong>en</strong><br />

aantal jar<strong>en</strong> later verkocht de bisschop dat wat er nog van het slot over<br />

was aan de zoon van Amelis II van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>. 36<br />

Not<strong>en</strong><br />

1 AA Man t<strong>en</strong>, 1989. De Middeleeuwse scheepvaartroute via de Aa. Tijdschrift Historische<br />

Kring Breukei<strong>en</strong> jaargang 4, nr. 3, biz. 137 - 148.<br />

2 Proefonderzoek bij het voormalige <strong>kasteel</strong> <strong>Ruwiel</strong>. Tijdschrift Historische Kring<br />

Breukei<strong>en</strong>, jaargang 5, nr. 2, biz. 79 - 80.<br />

3 Zie, bij voorbeeld: J.R Clifford Kocq van Breugel, Kastel<strong>en</strong>boek Provincie Utrecht,<br />

4de druk, biz. 230. Tev<strong>en</strong>s: E.B.J Postma, 1983. Nij<strong>en</strong>rode in Pr<strong>en</strong>t. Nij<strong>en</strong>rode/Breukel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> Repro-Holland/Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn, biz. 5.<br />

4 Zo schreef de burgemeester van de geme<strong>en</strong>te <strong>Ruwiel</strong> op 23 juni 1838 aan het<br />

provinciebestuur van Utrecht dat de naam van zijn geme<strong>en</strong>te was ontle<strong>en</strong>d aan de<br />

in 1265 door Gijsbrecht van Ruöel gestichte riddermatige hofstad. Zie: J.C Wisse,<br />

1987. E<strong>en</strong> dode vrouw in e<strong>en</strong> <strong>Ruwiel</strong>se hooiberg in het jaar 1857. Tijdschrift<br />

Historische Kring Breukei<strong>en</strong>, jaargang 2, nr. 2, biz 66 - 67.<br />

5 Omstreeks 1270 (of wat eerder) stichtte de derde zoon van Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> het<br />

<strong>kasteel</strong> Nij<strong>en</strong>rode. Deze zoon had to<strong>en</strong> dus t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> jongvolwass<strong>en</strong> leeftijd.<br />

Naar de gewoonte van die tijd zal Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> er voor gezorgd hebb<strong>en</strong> dat<br />

hij over e<strong>en</strong> bij zijn stand pass<strong>en</strong>d onderkom<strong>en</strong> beschikte voordat hij e<strong>en</strong> gezin<br />

stichtte. In ieder geval is het onaannemelijk dat vader <strong>en</strong> zoon in bijna dezelfde tijd<br />

bezig war<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>kasteel</strong> te bouw<strong>en</strong>.<br />

6 AA Mant<strong>en</strong>, in voorbereiding. Kasteel <strong>Ruwiel</strong> <strong>en</strong> het geslacht <strong>Van</strong> Ruele. Tijdschrift<br />

Historische Kring Breukei<strong>en</strong>.<br />

7 H Brunekreef, 1985b. Her<strong>en</strong> van Amstel van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> (I). Historische Kring Loosdrecht<br />

jaargang 12, nr. 55, biz. 116 - 128. Brunekreef duidde deze Gijsbert (Gijsbrecht)<br />

van <strong>Ruwiel</strong> aan als de "bouwer van het <strong>kasteel</strong> van die naam". Dat kan<br />

echter onmogelijk juist zijn. De jongste van drie zon<strong>en</strong> van Gijsbert I van <strong>Ruwiel</strong><br />

TIJDSCHRIFT HISTORISCHE KRING BREUKELEN jrg. 6 nr. 1, 1991


stichtte, als gezegd, reeds vóór of rond 1270 Nij<strong>en</strong>rode. Deze Gijsbert I zal dan niet<br />

zo'n halve eeuw later, in 1319, nog e<strong>en</strong> jongedochter op huwbare leeftijd hebb<strong>en</strong><br />

gehad. De vader van Geertruid van Ruweel moet e<strong>en</strong> zoon van Gijsbert (of Gijsbrecht)<br />

I van Ruele zijn geveest,<br />

S Stamboom van Amstel, van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>, IJsselstein, Collectie Voogsgeerd (in beheer bij<br />

de Historische Kring Loosdrecht). Tev<strong>en</strong>s: Collectie Voogsgeerd, inv. nr. 258 <strong>en</strong> 501.<br />

[W. <strong>en</strong> W.J. Voogsgeerd war<strong>en</strong> <strong>en</strong>thousiaste onderzoekers van de Loosdrechtse geschied<strong>en</strong>is.<br />

Vader W. Voogsgeerd was van 1891 tot 1922 hoofd van de Christelijke<br />

lagere school te Loosdrecht, zoon V.J. Voogsgeerd van 1922 tot 1960. Het leeuw<strong>en</strong>deel<br />

van de door h<strong>en</strong> verzamelde informatie bleef ongepubliceerd. Bij veel gegev<strong>en</strong>s<br />

in hun notitieschrift<strong>en</strong> is helaas ge<strong>en</strong> vindplaats g<strong>en</strong>oteerd.]<br />

9 W A Rijksvrijheer van Spa<strong>en</strong>, 1807. Historie der Heer<strong>en</strong> van Amstel, van Ysselstein<br />

<strong>en</strong> van Mynd<strong>en</strong>. Immerzeel & Comp., D<strong>en</strong> Haag, 199 blz. * bijlag<strong>en</strong>, in het bijzonder<br />

blz. 175.<br />

10 Collectie Voogsgeerd, inv. nr. 8Û0, blz. 3-<br />

11 H Brunekreef, 1985a. De Her<strong>en</strong> van Amstel II. Historische Kring Loosdrecht, jaargang<br />

12, nr. 54, blz. 69 - 77, in het bijzonder blz. 74, 77.<br />

12 Bij die geleg<strong>en</strong>heid was Gijsbrecht van Nij<strong>en</strong>rode e<strong>en</strong> bondg<strong>en</strong>oot van de graaf<br />

van Holland <strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stander van de Utrechtse bisschop Het <strong>kasteel</strong> <strong>en</strong><br />

verdere bezitting<strong>en</strong> van Nij<strong>en</strong>rode schijn<strong>en</strong> to<strong>en</strong> door het optred<strong>en</strong> van de bisschop<br />

vrij aanmerkelijke schade opgelop<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. In 1311 bek<strong>en</strong>de graaf<br />

Willem 11j dat hij bij Gijsbrecht van Nij<strong>en</strong>rode voor de kapitale som van 2000<br />

zwarte tournoois<strong>en</strong> in de schuld stond weg<strong>en</strong>s schade die Nij<strong>en</strong>rode in het belang<br />

van de grafelijkheid door Willem van Mechel<strong>en</strong> had opgelop<strong>en</strong>. In 1329 was er nog<br />

sprake van e<strong>en</strong> aflossing van die schuld aan Gerard Splinter van Nij<strong>en</strong>rode, zoon<br />

van Gijsbrecht, in jaarlijkse termijn<strong>en</strong> van 130 tournoois<strong>en</strong>, te onttrekk<strong>en</strong> aan de<br />

inkomst<strong>en</strong> die de graaf g<strong>en</strong>oot uit de goeder<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> van Wouter van<br />

<strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>.<br />

13 F van Mieris, 1753 - 1756. Groot Charterboek der Grav<strong>en</strong> van Holland <strong>en</strong> Zeeland <strong>en</strong><br />

Heer<strong>en</strong> van Vriesland. Leid<strong>en</strong>. 4 del<strong>en</strong>; in het bijzonder deel II blz. 189. Zie ook:<br />

<strong>Van</strong> Spa<strong>en</strong>, 1807, blz. 174 - 175. Tev<strong>en</strong>s: W. Voogsgeerd, 1928, drukproef van e<strong>en</strong><br />

nooit gepubliceerd boek (in Collectie Historische Kring Loosdrecht), blz. 63.<br />

14 De bestuurder van het Ronde Dorp, woonachtig op de villa van Breukel<strong>en</strong>. Meer<br />

over de villa is te lez<strong>en</strong> in: A.A. Man t<strong>en</strong>, 1990. Oudste landgoed bij Breukel<strong>en</strong> aan de<br />

Vecht. Tijdschrift Historische Kring Breukel<strong>en</strong>, jaargang 5, nr. 4 r blz. 137 - 149.<br />

15 Als volgt ontle<strong>en</strong>d aan S. Muller Fz, 1891. De registers <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het<br />

bisdom Utrecht 1325 - 1336 (deel 2 ). Werk<strong>en</strong> van het Historisch G<strong>en</strong>ootschap gevestigd<br />

te Utrecht, nieuwe serie, no. 54. in het bijzonder biz. 674 682:<br />

"Vrouwe Hadewich ut<strong>en</strong> Enghe hout d<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>de van twintich morgh<strong>en</strong> lants uyt<br />

her<strong>en</strong> Wouters lande van Mynd<strong>en</strong> by Ruweel (1325).<br />

"Geryt van der A hout 7 morg<strong>en</strong> lands mitt<strong>en</strong> dagelix gerichte tyns <strong>en</strong>de ti<strong>en</strong>de,<br />

geleg<strong>en</strong> in Broeclerweerde, daer bov<strong>en</strong> naest gelant is her Ghisebert van Ny<strong>en</strong>rode<br />

<strong>en</strong>de b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> her Wouter van Mynd<strong>en</strong>" (preciese datering van de oorspronkelijke<br />

acte niet bek<strong>en</strong>d).<br />

16 1 Rijnlandse morg<strong>en</strong> = 6 hond = 600 vierkante roed<strong>en</strong> = 8516 m^.<br />

17 Het feit dat Wouter <strong>en</strong> later ook zijn zoon Amelis werd<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd in verband met<br />

landbezit bij <strong>Ruwiel</strong> maakt het vrijwel zeker dat Geertruid van Ruweel de moeder<br />

van Amelis was Het was in die tijd heel gebruikelijk dat bij het huwelijk van<br />

belangrijke person<strong>en</strong> huwelijkse voorwaard<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> opgesteld die bepaald<strong>en</strong> dat<br />

de in net huwelijk ingebrachte goeder<strong>en</strong> van de vrouw, indi<strong>en</strong> zij zou kom<strong>en</strong> te<br />

overlijd<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> of meer kinder<strong>en</strong> na te lat<strong>en</strong>, moest<strong>en</strong> terugker<strong>en</strong> naar haar<br />

eig<strong>en</strong> familie. In het geval van Geertruid gebeurde dat niet, wat er toch wel erg op<br />

wijst dat zij e<strong>en</strong> natuurlijke erfg<strong>en</strong>aam had.<br />

18 <strong>Van</strong> Mieris, Groot Charterboek, deel II, 381, 407.<br />

19 Arnoutvan Buchel (1565 - 1641) maakt in e<strong>en</strong> ongepubliceerd manuscript melding<br />

van "J.N. Mynd<strong>en</strong>, getrout met Mouryn van der Does in Hollant". <strong>Van</strong> Gouthoev<strong>en</strong><br />

(in zijn "D'oude Cnronijke van Hollandt, met West-Vrieslandt, Zeelandt <strong>en</strong>de<br />

Utrecht" uit 1620, deel 1, blz. 168) schrijft dat "Heer Maurijn vander Does" (uit<br />

Rijnlandt), "Ridder, Raet (= raadsheer) vand<strong>en</strong> Grave Willem van Hollant, An. 1326,<br />

hadde te wijve e<strong>en</strong> Dochter van Amelis van Mynd<strong>en</strong>".<br />

13<br />

TIJDSCHRIFT HISTORISCHE KRING BREUKELEN jrg. 6 nr. 1, 1991


H<br />

20 <strong>Van</strong> Spa<strong>en</strong>, 1807, biz. 175: "Ook verpachte de Graaf d<strong>en</strong> 15. December 1326 (N.B. door<br />

drukfout staat er 1376) aan Dirk van der Does, de voogdij over de kinder<strong>en</strong> van<br />

Wouter van Mynd<strong>en</strong>,<br />

21 Collectie Voogsgeerd, inv. nr. 258.<br />

22 Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat deze Gijsbert, zoon van Wouter I <strong>en</strong> broer van Amelis II,<br />

zijn lev<strong>en</strong> lang de naam <strong>Van</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> is blijv<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hij zich in de stad<br />

Utrecht vestigde. In de tijd van Wouter II van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> (zoon van Amelis II) woond<strong>en</strong><br />

er <strong>Van</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>s in Utrecht, waar ze tot de aanzi<strong>en</strong>lijke families gerek<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong>.<br />

In verschill<strong>en</strong>de docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> Willem <strong>en</strong> Amelis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> g<strong>en</strong>oemd,<br />

die bij herhaling e<strong>en</strong> zetel hadd<strong>en</strong> in het Utrechtse stadsbestuur. Met de<br />

graaf van Holland stond<strong>en</strong> zij niet op goede voet (Voogsgeerd, 1928, blz. 110).<br />

23 Postma, 1983, blz. 14.<br />

24 Archief van de Ambachtsheerlijkheid van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> de beide Loosdrecht<strong>en</strong>, inv.<br />

nr. 191 (Rijksarchief te Utrecht).<br />

25 <strong>Van</strong> Spa<strong>en</strong> (1807) nam in zijn familiehistorische werk als Bijlage VI e<strong>en</strong> stamboom<br />

van het geslacht van Mynd<strong>en</strong> op, waarin hij als geboortejaar van Amelis 1326<br />

vermeldt. Brunekreef (1985b) stelde vervolg<strong>en</strong>s, van dat gegev<strong>en</strong> uitgaande, dat<br />

Amelis bij zijn eerste huwelijk 12 jaar oud was. Dat geboortejaar kan echter onmogelijk<br />

juist zijn, want Amelis was de oudste van twee zon<strong>en</strong> van Wouter van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>,<br />

die vroeg in 1326 al dood was. Omdat via Geertruid van <strong>Ruwiel</strong> de aansprak<strong>en</strong><br />

op <strong>kasteel</strong> <strong>Ruwiel</strong> in de familie <strong>Van</strong> <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> war<strong>en</strong> terechtgekom<strong>en</strong>, acht ik het<br />

waarschijnlijk dat Amelis e<strong>en</strong> zoon was uit het eerste huwelijk van Wouter <strong>en</strong> dus<br />

omstreeks 1319 - 1320 werd gebor<strong>en</strong>. Dat maakt e<strong>en</strong> huwelijksleeftijd van 18 jaar<br />

aannemelijk.<br />

26 <strong>Van</strong> Spa<strong>en</strong>, 1807, blz. 176.<br />

27 <strong>Van</strong> Spa<strong>en</strong>, 1807, blz. 176: 'Kort daarna moet hij d<strong>en</strong> Ridderslag ontvang<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>,<br />

want met die waardigheid bekleed, werd hij door d<strong>en</strong> Graaf in 1341 erfelijk met alle<br />

ie<strong>en</strong><strong>en</strong> die hij bezat, verleid .". Hierover ook Voogsgeerd, 1928, blz. 75 <strong>en</strong> 85 (daar<br />

ook noot 1 ); deze stelt dat e<strong>en</strong> van de oorkond<strong>en</strong> waarmee de bezitting<strong>en</strong> van Amelis<br />

tot erf l<strong>en</strong><strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verhev<strong>en</strong> abusievelijk op 1341 in plaats van 1351 is gedateerd.<br />

In 1341 zou het nog alle<strong>en</strong> over het huis <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> zijn gegaan. Gelet op de motiev<strong>en</strong><br />

die in de oorkonde waarop Voogsgeerd hier doelde voor het erfelijk mak<strong>en</strong> van het<br />

le<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangevoerd (vele trouwe di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, gevang<strong>en</strong>schap, afgeperst geld)<br />

lijkt zijn conclusie aannemelijk, Mogelijk werd de fout gemaakt doordat de schrijver<br />

in 1351 het docum<strong>en</strong>t van 1341 als uitgangsmateriaal bij de hand had <strong>en</strong> daaruit<br />

bepaalde zak<strong>en</strong> overnam.<br />

28 A Perk, 1866. Hort<strong>en</strong>tius over de opkomst <strong>en</strong> ondergang van Naard<strong>en</strong>. Historisch<br />

G<strong>en</strong>ootschap te Utrecht, nieuwe reeks, nr. 5.<br />

29 W van Gouthoev<strong>en</strong>, 1520. D'oude Chronijke van Hollandt, met West-Vrieslandt, Zeelandt<br />

<strong>en</strong>de Utrecht Dordrecht 2 del<strong>en</strong>, 629 • 360 blz. in het bijzonder deel i M?<br />

384.<br />

30 Lapers lag t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van waar nu de weg van Hilversum naar Baarn ligt, tuss<strong>en</strong><br />

de buit<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong> de Hoge Vuursche <strong>en</strong> Gro<strong>en</strong>eveld.<br />

31 <strong>Van</strong> Spa<strong>en</strong> 1807, blz. 177.<br />

32 Voogsgeerd, 1928, blz. 85.<br />

33 H W Koch, 1980. Over Hellebaard<strong>en</strong>, Donderbuss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Huurling<strong>en</strong>. Het Krijgsbedrijf<br />

in de Middeleeuw<strong>en</strong>. Elsevier, Amsterdam, 259 blz., in het bijzonder blz. 128<br />

137.<br />

34 KA, Ott<strong>en</strong>heym, 1989. Oorlog rondom kastel<strong>en</strong>. In: A.J. Brand (Red.), Oorlog in de<br />

Middeleeuw<strong>en</strong>. Verlor<strong>en</strong>, Hilversum, blz. 71 - 88.<br />

35 <strong>Van</strong> Spa<strong>en</strong> (1807, Bijlage VI) geeft als sterfjaar van Amelis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong> 1352 op.<br />

Perk (1866) noemt 1351. Vrijwel zeker is 1351 juist, want to<strong>en</strong> liet de bisschop van<br />

Utrecht e<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>t opmak<strong>en</strong> waarin hij vastlegde hoe <strong>Ruwiel</strong> door het verzoek<br />

van Gijsbert van <strong>Ruwiel</strong> <strong>en</strong> het overlijd<strong>en</strong> van H<strong>en</strong>drik Rover van Ruweel in<br />

hand<strong>en</strong> was gekom<strong>en</strong> van Amelis van <strong>Mijnd<strong>en</strong></strong>. Dat docum<strong>en</strong>t zal vermoedelijk gedi<strong>en</strong>d<br />

hebb<strong>en</strong> bij het regel<strong>en</strong> van de opvolging van Amelis.<br />

36 Kroniyk van Ar<strong>en</strong>t toe Bocop. In: Codex Dipl. Neerlandicus. Historisch G<strong>en</strong>ootschap<br />

te Utrecht, 2e serie, 5e deel, blz. 279: Omstreeks 1352 heeft de bisschop van Utrecht,<br />

Jan van Arkel, het huis <strong>Ruwiel</strong> ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> vernietigd, "dre iarr<strong>en</strong> hyernae<br />

heff de vors. biscop dat huys an Wolter van Mynd<strong>en</strong> vercofft".<br />

TIJDSCHRIFT HISTORISCHE KRING BREUKELEN jrg. 6 nr. 1, 1991

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!