11.01.2017 Views

Beleg van Naarden

Schetzen betrekking hebbende tot het bloccus, naderhand beleg rechter vleugel van Naarden, door P.G. van Os te 's-Graveland

Schetzen betrekking hebbende tot het bloccus, naderhand beleg rechter vleugel van Naarden, door P.G. van Os te 's-Graveland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

SCHETZEN BETREKKING HEBBENDE TOT HEY BLOCCUS,<br />

. NADERHAND BELEG RECHTER VLEUGEL VAN NAARDEN<br />

•.<br />

DOOR<br />

P. G. VAN OS<br />

TE 'S-GRAVENLAND<br />

MEDEGEDEELD DOOR<br />

MR. H. C. H A Z E W I N K E L<br />

ARCHIVARIS DER GEMEENTE ROTTERDAM<br />

UITGAVE DRUKKERIJ ,DE KROON" -<br />

HILVERSUM


•<br />

•<br />

•.


N30~VVN NV 1\ 139n31/\ ~31H:)3~ 93138 ONVH~30VN<br />

'Sn:):)018 l3H 101 30N3883H 9NDDI3~138 N3Z13H:)S


l<br />

l<br />

PIETER GERARDUS VAN OS<br />

Van So meren no. 4077<br />

Ets uit J. E. Marcus studieprentwerk<br />

ncar de teekening<br />

<strong>van</strong> H . W . C a s p a r i .


SCHETZEN BETREKKING HEBBENDE TOT HEY BLOCCUS,<br />

NADERHAND BELEG RECHTER VLEUGEL VAN NAARDEN<br />

DOOR<br />

P. G. VAN OS<br />

TE 'S-GRAVENLAND<br />

MEDEGEDEELD DOOR<br />

MR. H. C. HAZE WINKEL<br />

ARCHIVARIS DER GEMEENTE ROTTERDAM<br />

UITGAVE DRUKKERIJ ,DE KROON"- HILVERSUM<br />

..


GEZICHT BIJ 'S-GRAVELAND<br />

DOOR P. G . VAN OS<br />

Schilderij in het Rijksmuseum .<br />

Geschenk von F. G . Woller.


IN L ElD I N G.<br />

Onder de gemeente Nederhorst den Berg<br />

woonde en werrkte in 1813 de kunstschilder<br />

Pieter GerardUs <strong>van</strong> Os. Hij was 8 October<br />

1776 geboren. als zoon <strong>van</strong> den schilder<br />

en dichter Jan v. Os en Susanne de la<br />

Croix, dochter <strong>van</strong> den doofstommen Haagschen<br />

po·rtretschilderr <strong>van</strong> dien naam, die<br />

ook zelf de schilderkunst beoefende. Het<br />

onderrkht, dat hij en zijn jongere broeder<br />

Georgius Jacobus Johannes <strong>van</strong> hun vader<br />

mochten ont<strong>van</strong>gen, heeft al spoedig goede<br />

vruchten gedragen. GeYnspireerd door Potters'<br />

stier legde hij zich bij voorkeur toe<br />

op bet teekenen <strong>van</strong> schilderijen <strong>van</strong> landschappen<br />

met vee.<br />

2 Maart 1800 huwde hij ElisabE'th Cornelia<br />

Loncq. Om ·in bet ond·erhoud voorr zich<br />

en zijn gezin te voorzien, gaf hij in AmsteTdam<br />

teekenles, zonder daarom zijn<br />

kunst te verwaarloozen; zoo behaalde hij<br />

in 1808 een door koning Lodewijk uitgeloofden<br />

prijs voor een schilderij, voorstellende<br />

vee in een heuvelachtig landschap,<br />

teTwijl Felix Me·ritis hem in 1810 d·en eereprijs<br />

reikte voor een gekleurde teekening.<br />

Aan den toenmaligen smaak <strong>van</strong> bet publiek<br />

kwam hij tegemoet door bet vervaardigen<br />

<strong>van</strong>. etsen naar schilderij en <strong>van</strong><br />

Ruysdael, Potter en Berghem, die blijkbaar<br />

zeer gewaaTdeerd werden. Volgens Immerzeel,<br />

die in vriendschappelijke relatie met<br />

hem stond, heeft hij n.a 1812 niet meer geetst<br />

1) . Deze meening is echter onjuist zoo<br />

als aanstonds blijken zal.<br />

Wanneer Van Os zich met zijn. gezin te<br />

Nederho•:-st den Berg heeft gevestigd, is onbekend;<br />

in ieder geval woonde hij er in<br />

den herls·t <strong>van</strong> 1813, toen de Franschen bet<br />

land begonnen te ontruimen. Blijkbaar was<br />

hij een <strong>van</strong> de notabelen <strong>van</strong> het dorp,<br />

l) J. Immerzeel Jr., De levens en werken<br />

der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders<br />

enz., Amsterdam 1842, blz. 286.<br />

want de keus viel onmiddellijk op hem bij<br />

de benoeming <strong>van</strong> officieren voor den inderhaast<br />

in bet leven geroepen Landstorin.<br />

Den 28sten November vertrok hij met een<br />

vertrouwelijke zending naar Utrecht, waaT<br />

hij bij de Wittevrouwenpoort de ee:-ste kozakken<br />

aantrof; hieraan heeft bet schilderij:<br />

,Het bin:nenkomen der kozakken te<br />

Utrecht", dat hij in 1824 aan den Kei'zer<br />

<strong>van</strong> Rusland aanbood, zijn ontstaan te danken.<br />

Ook in de volgende maanden had hij<br />

gelegenheid te over om bet ongewone gebeUITen<br />

om hem heen schetsmatig op papier<br />

vast te leggen. Toen de vaderlandsche<br />

zaak gezegevierd had en de rust was teruggekeeTd,<br />

werkte hij deze schetsen uit.<br />

Het resultaat <strong>van</strong> dezen aTbe:d is een aantal<br />

teekeningen, etsen en schilderijen, die<br />

zich ·ten deele in 's Rijks Prentenkabinet en<br />

het Rijksmuseum, ten deele in bet Raadhuis<br />

<strong>van</strong> NaaTden bevincen. Het moet in zijn<br />

bedoeling gelegen hel:>ben, zijn prentwerrk,<br />

<strong>van</strong> een beknopte toelichting en inleiding<br />

voorzien, ui't te geven; in een voorwoord<br />

<strong>van</strong> bet manuscript, dat hij hiertoe reeds<br />

had vervaardigd, vertelt hij n.l.: .,Eenige<br />

prenten geetst hebbende <strong>van</strong> de schetzen,<br />

welke ik ten tijde derr bloccade en <strong>van</strong> het<br />

beleg de:r vesting <strong>Naarden</strong> ve


wensch, al is het dan ook na 130 jaar, in<br />

vervulling te do en gaan. 1)<br />

We mogen aannemen, dat Van Os met<br />

zijn boeTen tijdrens de blokkade en het beleg<br />

<strong>van</strong> <strong>Naarden</strong> nuttig werk heeft verricht<br />

en dat de verklaring <strong>van</strong> een ooggetuige<br />

2), dat hij en zijn korps ,geen duit<br />

pTesteerden", als een malicieuse


N 0 V EM BE R 1813.<br />

DE EERSTE KOZAKKEN.<br />

Even gelijk aan de meeste plaatsen in ons<br />

Vaderland had ook hier reeds een geruimen<br />

tijd ene gisting plaats, welke juist wei de<br />

kracht niet kon bezitten om enen op:stand<br />

t.egens de toemalige order <strong>van</strong> zaken te weeg<br />

te brengen, maar echter stilzwijgend sterk<br />

genoeg scheen, om enige bijstand in geval<br />

zulke gevordert werd. te kunnen aan brengen.<br />

Intusschen bleef ieder stil en rustig in<br />

zijnen eigen kring voortwerken, niettemin<br />

alle mogelijke nieuwstijdingen en geruchten<br />

inwinnende, terwijl men zich streelde met de<br />

hoop ener aanstaande verlossing <strong>van</strong> het<br />

juk der overheersching en dat doe! wierd als<br />

het ware rusteloos tegemoed gezien.<br />

't Was op den vijftienden November 1813<br />

bij het vallen <strong>van</strong> den avond, dat cenige dorpelingen<br />

de eerste tijding aanbrachten <strong>van</strong><br />

de beweging te Amsteldam; dadelijk was ieder<br />

op de been; men dacht, men vroeg ....<br />

en niemand wist iets nader.<br />

Hoe verlangend men ook mogte wezen.<br />

om den anderen dag iets te vernemen,<br />

maakte de nabijheid der sted.en' <strong>Naarden</strong>,<br />

Muyden, Utrecht ·e!ll Amersfoort, welke allen<br />

door de Franschen bezet waren, ene stremming<br />

om ·aan de nieuwsgierigheid te voldoen<br />

en zich <strong>van</strong> zijne haardstede te verwijderen,<br />

ten einde oa,ggetuigen te zijn <strong>van</strong> de gebeurtenissen<br />

te Amsteldam. Men bleef dus bij de<br />

zijnen en ied•eren vreemdeling wierd aangehouden<br />

om tach het gehoorde nieuws <strong>van</strong><br />

de vorigen avond te bevestigen.<br />

Den 17 tegen den middag kwamen enige<br />

deserteurs, verziert met het Oranjelint op<br />

hunne chaco's; ook op de dorpen hadden de<br />

meeste burgers zich reeds met dat teken<br />

verziert. De gemelde manschappen informeerden<br />

zich na den we:g ten einde Fransche<br />

posten te vermijden, waarin zij dadelijk<br />

door de bereidvaardigheid <strong>van</strong> onze<br />

dorpelingen wierden voortgeholpen en enen<br />

veiligen weg naar Amsteldam aangewezen.<br />

Den 24 November hoorde men <strong>van</strong> de<br />

nagtwagts, dat er dien nacht .een groat aantal<br />

paardenvolk was voorbijgetrokken, komende<br />

<strong>van</strong> de Laarderweg; dat zij door de<br />

duisternis niet hadden kunnen ontdekken,<br />

waartoe die behoorden, maar aan de voet<br />

welke de paarden hadden achtergelaten, waren<br />

het blijkbaar kleine paarden geweest.<br />

Ik haaste mij, om met een mijner vrienden<br />

naar Hilversum te gaan. Daar komende wist<br />

men <strong>van</strong> niets af; alleen was er dien nacht<br />

ene enkelen afgedwaalde kozak geweest en<br />

bij den Maire gehuisvest geworden, welke<br />

hem weder des morgens met een gids den<br />

weg naar Nieuwkevk, <strong>van</strong> waar men dacht<br />

dat hij hier heen gedwaald was, had doen<br />

terug brengen, verder <strong>van</strong> niets wetende.<br />

Op het onverwachte vernamen wij, dater<br />

vreemd volk bij het dorp was. Wij spoeden<br />

ons naar het einde aan den weg <strong>van</strong> Amersfoort<br />

en zagen werkelijk enige kozakken den<br />

weg op 's-Gravenland' inslaan.<br />

Vervoerd <strong>van</strong> blijdschap snelden wij naar<br />

de onzen; men kwam ons reeds tegemoed<br />

met de verhalen, dat die wonderlijke menschen<br />

door ons dorp waren heen getrokken,<br />

welke wij slechts op enen groten afstand<br />

hadden kunnen beschouwen.<br />

De gevolgen dezer doortocht waren het opzetten<br />

der Oud-Hollandsche vlaggen op de<br />

torens <strong>van</strong> anderscheide dorpen in deze ommestreken,<br />

't welk echter op vele plaatsen<br />

zeer nadelige gevolgen had kunnen hebben,<br />

getuige hier<strong>van</strong> de gemeentens <strong>van</strong> de Loosdrecht,<br />

alzo op d~ November enige Franschen<br />

met een gensdarme, welke aan de<br />

Nieuwe sluis gelegert waren, de vlag <strong>van</strong> de<br />

Loosdrecht kwamen weg halen. De wijze<br />

voorzorg <strong>van</strong> de Heeren Pauw aldaar, welke<br />

met de beste voornemens het gerucht verspreiden,<br />

dat men dien ochtend in dien omtrek<br />

kozakken had gezien, deden de Franschen,<br />

zonder het plegen yan verdere balda-<br />

7


digheden, die Vaderlandsche dorpen verlaten.<br />

Den 28 November ging ik naar Utrecht<br />

ene commissie aan den Heere <strong>van</strong> Heekkeren<br />

tot Brantzenburg op mij nemende en<br />

niet beter wetende of de Franschen waren<br />

nog daar, verborg ik mijne cocarde in mijn<br />

gehaald en de poort door de Nationale Guarde<br />

bezet. Wij vernamen dat den Heere <strong>van</strong><br />

Heekkeren als kommandant der stad was gekozen;<br />

daar wij aan de wacht te kennen gaven,<br />

dat wij bij den zelve moesten wezen.<br />

wierden wij binnen gelaten. Des middags ten<br />

twaalf uren wederom willende vertrekken,<br />

Kozakkenpost voor <strong>Naarden</strong>, naar een penteekening <strong>van</strong> 9 Dec. 1813,<br />

door P. G. <strong>van</strong> Os. In 's Rijks Prentcnkabinet te Amsterdam.<br />

zakportefeuille. Een mijner vrienden verzelde<br />

mij op dezen togt. Aan den Tolakker,<br />

klaagde men ons, dat hunne zonen met paarden<br />

en wagens de vorige nacht waren weggehaald<br />

door de Franschen, ons verzoekende<br />

om, zo wij in de stad mogten ·komen, na dezelve<br />

te vernemen. Wij gaven onze pistolen<br />

daar in bewaring en vervolgden onzen weg<br />

op Utrecht.<br />

Aan de Blauwkapel riep men ons toe: de<br />

Franschen zijn weg! Deze onverwachte tijding<br />

was ons thans dubbel welkoom. Aan de<br />

poort gekomen zijnde waren de bruggen opwaren<br />

reeds enige kozakken voor de Wittevrouwenpoort.<br />

Verlangend om weder bij de<br />

onzen te zijn, verzochten wij aan den kommandant,<br />

om ons buiten te laten. Den overste<br />

Kuitenbrouwer, schoon te voren zijne<br />

demissie gevraagt en bekomen hebbende,<br />

was dadelijk weder opgezeten en geleide ons<br />

naar buiten.<br />

Dit waren dan de eerste kozakken, welke<br />

ik <strong>van</strong> nabij beschouwde. Hier zetten wij de<br />

Oranje-cocarde op, hetwelk door de bewoners<br />

der voorstad dadelijk gevolgd wierd.<br />

Wij toefden buiten de poort tot aan het


ogenblik, dat de kozakken binnen trokken<br />

en het gejuich der stedelingen klonk nog<br />

lang in onze oren, toen wij reeds verre waren<br />

weggereden.<br />

Juist op dien namiddag had een gedeelte<br />

der bezetting uit <strong>Naarden</strong> de eerste vijandelijke<br />

uittocht gedaan en in ons naburig<br />

Hilversum en:,ge requisitien gevraagd, welke<br />

hun gedeeltelijk gegeven en gedeeltelijk<br />

door den toemalige maire Van Versen beloofd<br />

wierden te bezorgen, welke zij echter<br />

nimmer bekomen hebben. De verslagenheid<br />

was overal in den ommestreek uit ieders<br />

ogen te lezen. Zonder enig middel <strong>van</strong> tegenweer,<br />

zonder zeUs enige kozakken in den<br />

gantschen omtrek te vermoeden, welke tot<br />

assistentie zouden kunnen dienen, om de<br />

welmenende voornemens der Goijers en omliggende<br />

dorpbewoners te ondersteunen, was<br />

men duchtig voor verdere gevolgen bevreest.<br />

Daarbij was het verschrikkelijk lot<br />

<strong>van</strong> Woerden alomme verspreid geworden;<br />

hoop, vrees, moed en zwakheid streden met<br />

elkander in aller harten en in alle huisgezinnen.<br />

H1er zag men enige met hunne beste<br />

goederen de wijk naa~r Amsteldam nemen,<br />

daar bezig deze toe te pakken, nog besluiteloos<br />

wat te doen en alzo gingen de dagen<br />

in drukte en in zorgen tot den avond.<br />

Falbo, de beruchte plunderaar <strong>van</strong> Woerden,<br />

was nu ook met zijne bende etrangers<br />

te <strong>Naarden</strong> binnengerukt. Dit deed een elk<br />

het ergste vrezen. Den anderen morgen<br />

echter vernam men <strong>van</strong> de boeren aan de<br />

Heide, dat er des nachts enige kozakken waren<br />

doorgetrokken; dit gaf enigzints moed.<br />

Thans beraamde de bestgegoede ingezetenen<br />

het plan ten einde enige Kozakken als<br />

wacht voor ons dorp te verzoeken en belaste<br />

mij met den aanvoer derzelve. Enigzints<br />

huiverig om de opgezetenen eigenaars der<br />

buitenplaatzen, temeer daar ik niet onder<br />

de ,gemeente <strong>van</strong> 's-Gravenland, maar onder<br />

die <strong>van</strong> Nederhorst den Berg woonachtig<br />

was, verzocht ik den Heere A. W. Straalman<br />

den kommendant Van Heeckeren te<br />

Utrecht zulks te verzoeken. De .expresse<br />

kwam terug met de boodschap, dat nog denzelfden<br />

avond tachentig kozakken naar ons<br />

zouden worden afgezonden.<br />

Nu was het vaderland gered, zo zegt het<br />

spreekwoord, dan wij in onze betrekking<br />

bleven echter bijna een halfjaar hopen om<br />

deze blijde kreet maar te mogen aanheffen.<br />

Den avond daalde, 't wierd reeds laat en<br />

nog geen kozakken. lets te beproeven ter<br />

oprichting <strong>van</strong> een boeren-vrijwilligers korps<br />

zonder ruggesteun der kozakken durfde<br />

niemand ondernemen, daar de Franschen<br />

volstrekt de handen ruim hadden om ons<br />

elk oogenbUk met eem bezoek te overvallen<br />

en zeker de strengste wraak zouden<br />

hebben uitgeoeffent, waar<strong>van</strong> wij de bewijzen<br />

nog te versch in het geheugen hadden.<br />

Saandam, Leijden en Woerden deden ons<br />

alles even zwaar wegen.<br />

HET VERZET WORDT GEORGANISE,ERD.<br />

Van alle kanten wierden kruit, lopers en<br />

kogels aangebracht. Men bad om meerder<br />

wapenen; ik zelve deelde nog vijf jagtgeweren<br />

uit en algemeen overrede men mij,<br />

om hun als geleide tegen den vijand te<br />

willen dienen. Aangemoedigd door vrouwen<br />

en grijsaarts ging men welgemoed naar het<br />

einde <strong>van</strong> het dorp aan den weg <strong>van</strong> <strong>Naarden</strong>,<br />

met het voornemen om zo wij bijstand<br />

<strong>van</strong> enige kozakken mo.gten bekomen, de<br />

beste schutters zich als dan in het hakhout<br />

aan den wal op de plaats genaamd Schapenburg<br />

zouden begeven, om ingeval de vijand<br />

onder bereik kwam, te vuren, terwijl<br />

de Dverigen zich met de kozakken zouden<br />

vereenigen, zijnde Dp zijn boers met een<br />

hooyvork gewapend.<br />

Het was des nachts ten drie uren, dat<br />

onze gidzen een patrouille <strong>van</strong> omtrent dertig<br />

kozakken aanbrachten. Deze hadden<br />

zich te Hilversum zolang moeten ophouden,<br />

alzo zij vooraf in tegenswoordigheid <strong>van</strong> den<br />

burgemeester eenen eed <strong>van</strong> getrouwheid<br />

aan Keizer Alexander hadden moeten zweren<br />

en beloven, de kozakken-patrouille niet<br />

te verlaten, maar die wederom den weg op<br />

HUversum terug te geleiden.<br />

9


De kozakken bleven een geruimen tij d<br />

onbewegelijk op hunne paarden bij ons<br />

staan, luisterden scherp en beduidden aan<br />

iedereen, om zich ook stil te houden. Dit<br />

:ieed ieder denken, dat de vijand naderde.<br />

Men verwachtte tog niet anders, alzo het<br />

gerucht zich alom verspreid had, dat het<br />

plan dien nacht ook op 's-Graveland gericht<br />

was.<br />

Intusschen reden onze kozakken ineens<br />

voort op een weg naar W eesp en namen de<br />

gidzen mede, welke wij hun te Hilversum<br />

hadden toegezonden. Onze ruiters kwamen<br />

terug <strong>van</strong> het dorp Ankeveen met de tijding,<br />

dat daar ook allen op de bee!1 waren<br />

en wederkerig assistentie beloofden en verzochten.<br />

De manschappen, welke naar<br />

W eesp waren geweest, kwamen terug met<br />

de tijding, dat de Franschen die de stad<br />

reeds geheel hadden verlaten, enige requisitien<br />

hadden gevorderd en mede gevoerd,<br />

zijnde werkelijk weder op de terugmarsch<br />

over Muiden op <strong>Naarden</strong>. Die <strong>van</strong> Bussum<br />

kwamen ook met geruststellende tijdingen;<br />

hier eu daar hadden de boeren op de heide<br />

groote vuren aangestoken, ten einde den<br />

vijand in den waan te brengen, dat daar<br />

kozakken bivouakkeerden. Misschien heeft<br />

dit, gepaard met de geruchten <strong>van</strong> opstand<br />

en vereniging met de kozakken, hen <strong>van</strong><br />

het voornemen afgehouden om onze boschrijke<br />

gemeente door een bezoek te verontrusten.<br />

Des morgens ten zeven ure kwamen onze<br />

kozakken terug en brachten onze boerenruiter:s<br />

weder met zich. Zij namen hun afscheid,<br />

bestaande in de woorden: ,brave<br />

Hollande, de Fran!;ois kapot" en daarmede<br />

was de nacht en - voor de eerste ogenblikken<br />

- ook de angst voorbij. De gevolgen<br />

echter waren minder opwekkend: wat<br />

heden niet gebeurd was, kon morgen plaat~<br />

vinden en zo al meer. Dit had ten gevolge,<br />

dat vele. inzonderheid vrouwen en kinderen,<br />

oppakten en wegtrokken. Ook dit zelfde<br />

had bij mij plaats ten opzichte <strong>van</strong> onze<br />

kinderen, terwijl ik nu vastelijk besloten<br />

had om zo veel mogelijk aan het vertrou-<br />

wen <strong>van</strong> het volk in deze gemeentens te<br />

beandwoorden en met hun het uiterste te<br />

wagen, ten minsten mede te werken, om<br />

al ware het dan slechts als gidsen, de Geallieerde<br />

troupen <strong>van</strong> dienst te zijn.<br />

Ten gevolge hier<strong>van</strong> ging ik met de meest<br />

geschikte burgers naar den toenmaligen<br />

maire, thans burgemeester, <strong>van</strong> 's-Graveland,<br />

zijn Ed. te ·kennen gevende, dat het<br />

plan der burgerij was, om vervolgens zo te<br />

voet als ook te paard een en andere plaatzen<br />

als wachten te bezetten en alzo voor<br />

enen onverwachten in val, zo veel onze krachten<br />

toelieten, zorg te dragen. Het overige<br />

<strong>van</strong> dien dag wierd besteed om de wachten<br />

voor den volgenden nacht te bepalen. Dit<br />

ging bij uitnemendheid goed; er waren zo<br />

vele vrijwillige aanbieders, dat niemand behoefde<br />

gevraagd te worden. Domine,<br />

schoolmeester, vredenrechter, alles bood zich<br />

aan en men bepaalde dan ook twee hoofdwachten,<br />

als een aan het huis <strong>van</strong> de weduwe<br />

Ten Dam aan de weg <strong>van</strong> <strong>Naarden</strong><br />

en de ander·e op de plaats genaamd Smirna,<br />

geleden aan de Klapbrug, waarheen een<br />

tweede weg, genaamd het Ankeveensche<br />

pad uitloopt. Men zette posten uit en de<br />

boereruiterij patrouilleerde om en om twee<br />

uren lang op de heide. Dit ging nacht op<br />

nacht op dezelfde wijze tot aan de komst<br />

der trouppen onder de orders <strong>van</strong> den<br />

collonel (J.) Van den Bosch.<br />

Den 30ste November maakte de vijand<br />

enen uittocht op Bussem, nam daar vele<br />

koebeesten en andere zaken mede. 'tWas<br />

ons niet mogelijk zonder bizondere hulp<br />

<strong>van</strong> de kozakken die gemeente, zo vlak bij<br />

<strong>Naarden</strong> gelegen, en onderhorig aan deszelfs<br />

bestuur, enige hulp toe te brengen.<br />

De aankomst <strong>van</strong> de kozakken over Hilversum<br />

deed hun met het geroofde in de vesting<br />

terug keren. Enige achtergebleven<br />

Duitochers kwamen bij ons aan. Zij gaven<br />

hunne wapenen over en verlangden tegen<br />

de Franschen dienst te doen. Na hun dezelve<br />

te hebben teruggegeven gaven wij hun gidsen<br />

mede, ten einde zij langs den binnenweg<br />

een veilige koers over den Berg or<br />

10


I<br />

Amsteldam zouden nE:men. Van tijt tot tijt<br />

kwamen er meerder manschappen over.<br />

Ieder beijverde zieh om hun de veiligste<br />

weg op Amsteldam aan te wijzen. Dit was<br />

al spoedig overal bekend en Iangs dezen<br />

weg kwamen allen behouden ter plaatzen<br />

hunner bestemming over.<br />

Op den ochtend <strong>van</strong> den 4 December, nadat<br />

onze uitgaandP. ruiters reeds lang waren<br />

teruggekomP.n, hoorde men het gerucht,<br />

dat de Franschen weder buiten de vesting<br />

waren. Dit .gaf grate verslagenheid onder<br />

het zwakste gedeelte der dorpelingen. Vele<br />

vrouwen en kinderen namen de wijk over<br />

de velden naar Kortenhoef. S.poedig waren<br />

alle de gewapende manschappen weer bijeen.<br />

Men hoorde werkelijk enige snaphaanschoten<br />

aan de zijde <strong>van</strong> Hilversum. Ik ontving<br />

enige boeren te paard <strong>van</strong> de Loosdr·echten<br />

om te vernemen wat er gaande<br />

was, ten einde elkanderen bij te staan. De<br />

beer Pauw en de heer Hakke, toen predikant<br />

aldaar, thans te Haarlem, hadden zich<br />

nu aan het hoofd <strong>van</strong> de Loosdrechters gesteld,<br />

ten einde mede te werken om den<br />

vijand in tijt <strong>van</strong> nood zo veel mogelijk te<br />

helpen afweren. Ik wist nog niets, alzo ik<br />

niet, voordat het gerucht zich reeds aan de<br />

andere zijde <strong>van</strong> bet dorp verspreid had,<br />

in staat was geweest om mijne boereruiterij<br />

tot onderzoek uit te zenden. De Franschen<br />

waren reeds weder naar binnen getrokken.<br />

Zij vernemen aileen enige deserteurs op<br />

de hoogte <strong>van</strong> Hilversum, waarom men dan<br />

:;ok aldaar schoten had gedaan om hun te<br />

seinen; dan zij vervolgden hunnen weg<br />

boger op. Ik had ook weder anderen uitgezonden<br />

naar Weesp, werwaarts enige kozakken<br />

waren heengetrokken, welke nu ook<br />

een patrouille tot ons afzonden.<br />

De inwoonders <strong>van</strong> Bussem, welke hier<br />

en elders de wijk genomen hadden, keerden<br />

<strong>van</strong> tijt tot tijt met hunne goederen en vee<br />

weder naar hunne woningen: de kozakken<br />

waren nu overal in den omtrek verspreid.<br />

Op den 9 December vestigden zij hunne<br />

eerste bivouakken te 's-Gravenland. Zij<br />

zagen ons gaarne op zijn boers gewapend<br />

bij hun en ·kouten op hunne wijzen veel met<br />

de onzen, waar<strong>van</strong> nog den een, nog den<br />

ander veel verstond. Reeds vroeger was bet<br />

Polderhuis te Ankeveen door een grate afdeling<br />

kozakken bezet geworden, zodat wij<br />

nu, indien de vrees bij den vijand wat mogt<br />

afdoen, gantsch waren gerust gesteld.<br />

Intusschen had men ook een wachtmeester<br />

met enige Pruissische lanciers als<br />

Sauveguarde bekomen, welker tegenwoordigheid<br />

in allen opzichte een grate gerustheid<br />

aanbracht. Deze menschen hebben in<br />

onze gemeente de erkentenis nagelaten, dat<br />

zij bij uitstek getrouw waren in het waarnemen<br />

<strong>van</strong> hunne plichten en menigeen<br />

<strong>van</strong>· den over last des oorlogs bevrijd hebben.<br />

Des Sondags den 12 December 1813 omtrent<br />

twaalf uuren des middag.s kwamen<br />

de eerste Hollandsche trouppen aan, we}ke<br />

onder de orders stonden <strong>van</strong> den collonel<br />

Van den Bosch, met twee veldstukken, waarover<br />

de lieutenant Van Hall bet commando<br />

voerde. Het was over bet algemeen een vrij<br />

grate hoop menschen, de Artillery en de<br />

Grenadiers, welke meest oud gediende soldaten<br />

waren. Voor bet overige waren bet<br />

meest nieuw aangeworvene jongelingen,<br />

gekleed met een kapot over bet herod, een<br />

linnen broek en politiemuts. Iedereen had<br />

nu de handen vol om die soldaten wat te<br />

eten te bezorgen. Ik voor mij ontving er<br />

twaalf, alle jonge kinderen met een Fransch<br />

sergeant en een Brabandsch korporaal op<br />

een billet. door den maire <strong>van</strong> Kortenhoef<br />

ondertekent, ofschoon ik onder Nederhorst<br />

den Berg behoorde. Ik bekwam ene order<br />

<strong>van</strong> den burgemee~:;ter uit mijne gemeente,<br />

ten einde in zijne plaats te zorgen, om geen<br />

inkwartiering dan op zijne last in mijne<br />

buurschap te ont<strong>van</strong>gen. Vaderlandsliefde<br />

alleen deed ons echter op aanmaning <strong>van</strong><br />

den collonel dezen last mededragen.<br />

Den 14den kwamen meerdere manschappen,<br />

zodat dezelve welhaast in twee bataillons<br />

verdeeld wierden, waarbij ook als te<br />

voren veel waardige officieren en soldaten.<br />

Ook kwamen op di


ders <strong>van</strong> den heer Stedel bij ons aan.<br />

Dagelijks kwamen al meerder en meerder<br />

trouppen bij partijen, zodat degenen, welke<br />

hier met de inkwartiering belast waren,<br />

zich bijna geen ogenblik <strong>van</strong> het Rechthuis<br />

konden verwijderen.<br />

De zelfde dag had de eerste ontmoeting<br />

plaats met de Franschen. Men nam en hernam<br />

de Lunette voor <strong>Naarden</strong>, zonder dat,<br />

ten minsten aan onze zijde, iemand gedood<br />

of gekwetst wierd.<br />

EERSTE SCHERMUTSELINGEN.<br />

OPRICHTING VAN DEN LAND STORM.<br />

'tWas juist op dezen avond den 29~.ten<br />

November, dat de vijand enen uittocht op<br />

de stad Weesp deed, 't welk toen nog bij<br />

ons onbekend was. Tegens den nacht echter<br />

wierden twee onderSJCheiden exp,ressen aan<br />

bekenden gezonden met de tijding, dat er<br />

dien nacht mede een inval op deze gemeente<br />

zou plaats hebben. De bewoonders,<br />

zo <strong>van</strong> hier en deze omliggende streken,<br />

verzamelden zich aan de Klapbrug met h~t<br />

voornemen, om zo veel mogelijk zich tegen<br />

het geweld te verzetten. Iedereen bood zich<br />

als om strijd aan, ten einde den vijand het<br />

plunderen in onze gemeenten te betwisten.<br />

De boeren welke opgezeten waren, vroegen<br />

orders. Schipper Van Rijn zond het eerste<br />

zijn knecht met zijn eigen paard, waarbij<br />

zich nog '.n man met name Kleikamp voegde,<br />

naar Hilversum, ten einde te beproeven<br />

of daar kozakken mogten zijn, om ons<br />

enige ·bijstand te verlenen. Nu zond ik e•r<br />

twee af naar Utrecht om de aantocht der<br />

kozakken of andere misbare trouppen te bespoedigen;<br />

de overigen zond ik bij partijen<br />

gedeeltelijk naar de heide om patrouilles<br />

op te sporen, gedeeltelijk naar Bussum, Ankeveen<br />

en Weesp om kondschap te vernemen.<br />

Op den 16den deden de Franschen enen<br />

uitval, bij welke gelegendheid voor het eerste<br />

enige aan onze zijde gekwetst wierden. Wij<br />

bekwamen er op dien dag tien in onze ge-<br />

meente en daar er tot nog toe gene ambulance<br />

in gereedheid was, wierden deze gebracht<br />

ten huize <strong>van</strong> den chirurgijn D.<br />

Pekelharing. Deze niet tehuis zijnde, gaf.<br />

zijne huisvrouw hun een ruim vertrek ten<br />

beste, terwijl door de bizondere ijv·er <strong>van</strong><br />

C. F. Loest, een tuinier in deze gemeente,<br />

een ruime hoeveelheid stroo wierd aangebracht,<br />

waarop zij gelegt wierden. De chirurgijn,<br />

aan het einde <strong>van</strong> het dorp zijnde,<br />

wierd door den kapitein Sieburg, destijds<br />

de post <strong>van</strong> oorlogscommissaris waarnemende,<br />

bij zich op het rijtuig genomen, ten<br />

einde hem naar zijne woning te bespoedigen.<br />

Hier komende vond hij zijne huisvrouw<br />

met enige · der naaste buren be zig<br />

met windsels en pluksel te maken. Dadelijk<br />

ging hij met een nieuw aangekomen militaire<br />

chirurgijn aan het verbinden der gekwetsten.<br />

Verscheiden burgers toonden lbij<br />

die gelegenheid, door allerleij dienstaanbiedingen<br />

het hunne te willen toebrengen, doch<br />

wel inzonderheid munte hierin uit de schoolmeester<br />

G. A. <strong>van</strong> Hemert. Deze verscheurde<br />

gehele beddenlakens, zette zijn scholieren<br />

aan het pluksel maken en bracht het gemaakte<br />

<strong>van</strong> tijt tot tijt zelve aan. Hij en de<br />

genoemde Loest beijverden zich wel bijzonder,<br />

om in alles wat hun vermogen toeliet de<br />

behulpzame hand te bieden. Onze gemelde<br />

chirurgijn bleef ook gedurende de eerstvolgende<br />

weken wel inzonderheid werkzaam,<br />

om de gekwetsten, welke vervolgens in een<br />

nu gereed gemaakt hospitaal gelegt wierden,<br />

in allen opzichte bij te staan en heeft zich<br />

vele zegenbeden <strong>van</strong> de ongelukkigen verworven.<br />

Nu vielen er degelijke gevechten <strong>van</strong><br />

meer of minder belang voor, waarbij telkens<br />

<strong>van</strong> de onzen gedood en gekwetst wierden.<br />

Een <strong>van</strong> deze dagen naderde de vijand zelfs<br />

tot aan Bussem. Wij bekwamen aan onze<br />

zijde vijf doden: twee kozakken en drie,<br />

welke bij de Artillery dienst deden; ook verscheide<br />

gekwetsten. Twee douanen wierden<br />

ge<strong>van</strong>gen genomen, welke door de kozakken<br />

aan de boeren ontzet zijn geworden, zich<br />

nu vergenoegende met hun de knopen af te<br />

12


snijden en hunne bajonetten mede naar ons<br />

dorp te brengen, wijl de kozakken de geweren<br />

voor zich behielden en de ge<strong>van</strong>genen<br />

met zich voerden. Hoe velen of er aan de<br />

zijde der Franschen gebleven zijn wierd niet<br />

genoeg bekend. Zij lieten alleen een paard<br />

der Gendarmerie, 't welk dood geschoten<br />

was, in de nabijheid <strong>van</strong> het dorp achter.<br />

onbewegelijkheid der bloedgierige vijanden<br />

hebben gezien en ondervonden.<br />

Den 2ste December was het algemeen vertrek<br />

der kozakken in onze omstreken, terwijl<br />

wij nog telkens <strong>van</strong> meerder Hollandsche<br />

officieren en soldaten voorzien wierden.<br />

Den 31ste inspecteerde de Kroonprins<br />

<strong>van</strong> Oranje het terrain en de troupe, wel-<br />

De Landstorm <strong>van</strong> 's Graveland, Kanton Loosdrecht, op den 19en Januari<br />

1814 voor <strong>Naarden</strong>, naar een penteekening <strong>van</strong> den Commandant P. G. v. Os.<br />

In 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam.<br />

.­<br />

;..<br />

~<br />

Mijn bestek gedoogt niet, om mij wegens<br />

de onderscheide gevechten met bizonderheden<br />

in te laten, <strong>van</strong> welke de nieuwspapieren<br />

destijds dagelijks melding hebben gemaakt;<br />

ook zou ik veellicht door het noemen<br />

<strong>van</strong> enige bizonder verdienstelijke namen<br />

anderen onrecht aandoen, welke of niet aan<br />

de Rechtervleugel 1 ) bekend zijn geweest of<br />

door een spoedig vertrek niet bij ons zijn<br />

bekend geworden. Genoeg is het, dat wij dag<br />

aan dag tot zelfs in het begin <strong>van</strong> Meij 1814<br />

de ellendige bewijzen <strong>van</strong> de hardnekkige<br />

ke onder de orders <strong>van</strong> den collonel geplaatst<br />

waren en wierd ook in onze gemeentens<br />

met de hartelijkste gevoelens <strong>van</strong> oprechte<br />

liefde verwelkoomt en uitgeleid.<br />

Nu voor mij of ten nutte der gemeentens<br />

1 ) Het terrein om <strong>Naarden</strong> was in 3 sectoren<br />

verdeeld, waar<strong>van</strong> de ,Rechtervleugel"<br />

zich uitstrekte <strong>van</strong> de Zuiderzee tot aan de<br />

Karnemelksloot. Dit water liep <strong>van</strong> <strong>Naarden</strong><br />

in Z.W. richting door de gemeenteweide<br />

langs het Naardermeer tot in de trekvaart<br />

<strong>van</strong> 's Graveland naar de Vecht.<br />

13


niets meer te doen vindende, kwam in mij<br />

bet plan op, om met mijne vrouw en verder<br />

gezin naar Amsteldam te vertrekken en<br />

de nodeloze last der inkwartieringen te<br />

ontwijken, welke mij in mijne gewone bezigheden<br />

hinderde, onaangename druktens in<br />

de huishouding veroorzaakte en ons de<br />

vreugde, welke onze medeburgers te Amsteldam<br />

genoten, onthielden, daarbij bet verlangen<br />

om onze kinderen weder te zien en liever<br />

met hun te wonen. Dus wierden spoedig<br />

enige koffers met linnen en bet beste goed<br />

ingepakt en wij maakten ons gereed om eerdaags<br />

zelven naar de stad te vertrekken.<br />

Den nu zag men in de couranten de aansporing<br />

en order <strong>van</strong> den Souvereine Vorst<br />

der Nederlanden ter oprichting <strong>van</strong> enen<br />

Landstorm, welke zich met jagtgeweren,<br />

ganzeroers, pistolen, sabels en alle verkrijgbare<br />

wapenen moest voorzien. Mijn te voren<br />

gemaakt plan deed mij nu bij bet besluit<br />

blijven om deze gemeente niet te verlaten.<br />

De brave Van den Bosch, overtuigt <strong>van</strong> de<br />

overmagt der vijanden, maakte dadelijk gebruik<br />

<strong>van</strong> deze order en zond aan de burgemeesters<br />

der gemeentens, welke onder zijn<br />

militair commandement behoorden, den last,<br />

om alle weerbare menschappen tot de vijftig<br />

jaren toe op te schrijven en aan hem de<br />

best geschikte als officieren op te geven.<br />

-In de gemeente 's-Gravenland wierden de<br />

Heer Vredenrechter Van der Graaf en de<br />

Heer Hoogbruyn aangesteld als kapiteinen<br />

der twee kompagnien; in de Loosdrechten<br />

de Heeren F. Pauw, Hadelaar en Van Waver<br />

en benevens verscheide anderen bij de gemeentens<br />

·onder de orders <strong>van</strong> den collonel<br />

behorende, zodat de toenmalige Landstorm<br />

op ruim 2200 man berekend wierd.<br />

Tot Nederhorst den Berg wierd als kapitein<br />

e>.angesteld de Heer Schotling, te Nichtevecht<br />

de Heer Deune en te Ankeveen wierd<br />

mij dien post opgedragen. Den adjudant <strong>van</strong><br />

den collonel stelde mij aan bet Rechthuis<br />

<strong>van</strong> den Berg mijne kompagnie voor, gaf mij<br />

den lieutenapt en onderofficieren, welke<br />

door bet gemeentebestuur aan den collonel<br />

waren voorgesteld geworden, terwijl ik ver-<br />

volgens de order bekwam, om bet Polderhuis<br />

te Ankeveen met enen wacht te bezetten<br />

en enen uitstaande post aan de brug<br />

<strong>van</strong> de Gooyse meent of algemene weide<br />

<strong>van</strong> bet Gooy te plaatzen.<br />

De algemene loopplaats was echter Bussem,<br />

waarheen men zich op bet eerst appel<br />

of bij bet kleppen <strong>van</strong> de klokken moest<br />

verzamelen.<br />

Te 's-Graveland wierd de boereruiterij ook<br />

weder uitgezet en wel zo, dat een dragonder<br />

en een boer gelijktijdig met elkander de<br />

posten bezetten.<br />

Volgens de te voren bekomen order bezette<br />

ik de wacht aan bet Polderhuis. Deze waning<br />

behoorde onder bet z.g. Hollandsch Ankeveen<br />

1 ) en stand met enige weinige huizen<br />

uit dat dorp onder 't bestuur <strong>van</strong> de stad<br />

Weesp. Dit verwekte ongenoegen bij diegenen,<br />

welke tot mijne compagnie behoorden,<br />

alzo die menschen niet in den Landstorm<br />

betrokken waren, wijl die toen onder Weesp<br />

nog niet bestond. Ik verzocht aan den collonel<br />

Van den Bosch om daarin te willen voorzien.<br />

Den collonel met den Heer Burgemeester<br />

<strong>van</strong> Weesp daarover gehandeld hebbende,<br />

melde mij des anderen daags, dat de Heer<br />

Snelling, wonende aan bet Polderhuis met<br />

den rang <strong>van</strong> lieutenant benevens 30 man<br />

<strong>van</strong> bet Hollandsch Ankeveen bij mijne compagnie<br />

waren toegevoegd geworden. De Heer<br />

Van Blaricum te Ankeveen was ingelijks als<br />

lieutenant bij mijne compagnie en heeft door<br />

zijne bizondere vigilantie en kennis <strong>van</strong> zaken<br />

zeer veel goede diensten bewezen.<br />

Nu was ieder tevreden en waarlijk deze<br />

wacht wierd met zo veel genoegen en tevens<br />

met zooveel attentie waargenomen, dat den<br />

collonel hun dikwerf de grootste roem toedroeg,<br />

zo over bet trouwhartig bezetten der<br />

buitenstaande posten als over de activiteit<br />

bij bet nazien der passen en aanhouden der<br />

enigzints verdachte personen, welke telkens<br />

1 ) Bedoeld is de Hollandsch-Ankeveensche<br />

polder onder Weespercarspel zoo genoemd<br />

in tegenstelling met de Sticht-Ankeveensche<br />

polder onder Ankeveen.<br />

14


naar het hoofdkwartier wierden overgebracht.<br />

Den 2de January was het de eerste maal,<br />

dat het luiden der klokken in de onderscheiden<br />

gemeentens den Landstorm naar de bepaalde<br />

loopplaats riep. Dit ging waarlijk zo<br />

geregeld, dat wenige buiten diegenen, welke<br />

de wachten deden, terug bleven. Het<br />

volk stroomde <strong>van</strong> alle kanten aan. Dit had<br />

ook ten gevolge dat den vijand misschien<br />

niet kundig dat het slechts ene onbedreven<br />

hoop was, alras naar de vesting terugkeerde<br />

en dezen optocht wierd zeer spoedig zo gewoon,<br />

dat de digst bij of in onze dorpen wonende<br />

het lu1den der klokken niet eens afwachtten.<br />

Ieder was dadelijk op de been indien<br />

men maar enigszins drukker als naar<br />

gewoonte hoorde schieten en de boeren<br />

trokken zo wel als de soldaten op het eerste<br />

alarm naar buiten.<br />

Hunne wapens waren vrij wat belangrijker<br />

als de naderhand ingevoerde pieken en<br />

wierden wel zo eigenaartig <strong>van</strong> hun gehanteerd.<br />

Ook !evert dezen omtrek over het algemeen<br />

veel goede schutters op, welk met<br />

hunne jagtgeweren gewapend zeer wel zich<br />

deden onderscheiden, dat zij voor dat werk<br />

berekend waren. Anderen hadden sabels,<br />

pistolen, oude spontons en meerder vreemde<br />

wapenen; dan <strong>van</strong> de grote rnassa, wat eigentlijk<br />

de landbouwers waren, was de hooyvork<br />

het wapentuig, welk in de hand <strong>van</strong><br />

die menschen in geval <strong>van</strong> een algemeen<br />

gevecht al zeer belangrijk zou geweest zijn.<br />

DE LANDSTORM IN ACTIE.<br />

Da,gelijks wierden verscheiden <strong>van</strong> onze<br />

dorpelingen tot het houthakken en het<br />

doorgraven der wegen opgeroepen en ook<br />

vervolgens tot het opwer.pen der batterijen,<br />

alwa.ar zich deze menschen dikwerf aan<br />

het grootste gevaar zagen bloodgesteld<br />

en echter met de beste geestdrift alle deze<br />

werkzaamheden bleven verrichten. Zeer<br />

ciikwijls waren onze smit Van Winter en<br />

den wagenmaiker Van der Pauw benevens<br />

vers.cheide timmerlieden onder het .gestadig<br />

vuur <strong>van</strong> den vij,uld bezig geweest met<br />

de hauwitzers te herstellen. De gemelde<br />

wagenmaker, eenma:al bezig zijnde, wierd<br />

het wiel aan de andere zijde door een kogel<br />

weggeslagen. Dagelijks hadden deze<br />

werkzaamheden plaats alzo men niet voor·<br />

zien was, om in d.e pl.aats der,gene welkr::<br />

schade !eden nieuwe stukken aan ts voeren.<br />

Ten blij ke hier<strong>van</strong> was er bij ons een<br />

liedje bekend, 't welk men zegde, dat de<br />

Fra.nschen bij een uitval hier en daar in<br />

het hout hadden gestoken, waarin o.a. het<br />

volgende couplet:<br />

,Un mortier et deux .canons qua.nd on y<br />

prend garde<br />

Servent a ses fiers larons pour nous<br />

prendre N arden<br />

Va t'en voir s'ils viennent Jean! Va t'en<br />

voir s'ils viennent".<br />

Wij dreunden dit deuntje met zelfvoldoening<br />

op en gevoelden dikwerf onze<br />

grootheid, da.ar zo· veel geoeffender vijanden<br />

met zo weinig in bedwang wierden gehouden<br />

en nimmer ene overro·mpeling <strong>van</strong><br />

enig bela.ng aan onze zijde hebben durven<br />

ondernemen.<br />

Den collonel had order ·gegeven, om de<br />

brug tussen de hoge en de lage Meent weg<br />

te nemen, welke a.an de bovenzijde wierd<br />

afgehakt. Dit benam de gelegenheid aan<br />

den vijand om langs de Karnemelksloot 'n<br />

aanval op s-Grav·enland te doeru en maakte<br />

tevens de posten, welke <strong>van</strong> de wacht aan<br />

het Polderhuis wierden uitgezet dubbel<br />

noodzakelijk, a.lzo deze pl:aats nu de enige<br />

overto.cht was <strong>van</strong> de zijde der Na.arder<br />

Meer om tot de Lodijk 1 ) en verder op<br />

'.s.-Gravenland te kunnen naderen.<br />

In het begin <strong>van</strong> January nam de vorst<br />

in weinig tijds zo hevig toe, dat al de war<br />

teren in den omtrek geheel d'igt wierden<br />

De Heeren Erents, <strong>van</strong> Blaricum en anderen<br />

in deze streken woonachtig, hadden zo<br />

1) De Loodijk loopt <strong>van</strong> 's Graveland in<br />

noordelijke richting.<br />

15


veel mo!gelijk .reeds gezorgt, om de kader>.<br />

onbruikbaar te maken door onderscheidene<br />

verhek·kingen en door gravingen •in dezelve<br />

te maiken. Dan nu was dit niet meer genoegzaam,<br />

wijl het ijs een weg baande<br />

over de Meent zelve. De .collonel besloot<br />

dierhalven om zo veel mo-gelijk het ijs te<br />

doen breken en het water open te houden,<br />

morgens ten zes uuren reeds in het Polderhills,<br />

en daar degenen welke tot den<br />

Landstorm beho·orden tot het bezetten der<br />

wachten benodigt waren, beijverden wij<br />

ons om tot het bepaalde zestigtal zodanige<br />

op te sporen, welke om een of andere redenen<br />

buiten den d•ienst der Landstorm<br />

waren gesteld.<br />

Ret door-ijzen der Karnemelksloot bij <strong>Naarden</strong>, in Jan. 1814, naar een<br />

schilderij <strong>van</strong> P. G. <strong>van</strong> Os. In 's Rijks Museum te Amsterdam.<br />

zo <strong>van</strong> de Karnemelksloot als <strong>van</strong> de vaart<br />

langs de Lodijk.<br />

Des avonds <strong>van</strong> den 9de had den collonel<br />

aan de gemeenten 's-Gravenland, Loosdrecht,<br />

Hilversum, Huisen, Laren, Blaricum<br />

Kortenhoef en de gemeentens 1) den Berg<br />

de orders gezonden, om tegen den volgenden<br />

morgen een bepaald ·getal manschappen<br />

<strong>van</strong> den Landstorm te zenden, voorzien<br />

<strong>van</strong> de no.dige gereedschappen om het<br />

ijs te kunnen breken, mij tevens dan last<br />

gevend.e, om ook zestig man <strong>van</strong> Ankeveen<br />

daarbij te voeg.en en voor de eerste dag de<br />

directie op mij te nemen, zullende mij vervolgens<br />

door de andere kapiteinen <strong>van</strong> den<br />

L.andstorm doen ver<strong>van</strong>gen.<br />

Ik verzamelde mijn mansehappen de.!><br />

Van tijt tot tijt kwameh de overi·ge manschappen<br />

uit elke Gemeente aan, zodat ik<br />

berekende 5 a 600 man bij elkanderen te<br />

hebben om het ijs te breken. Zooveel mogelijk<br />

aan ieder de noodzakelijkste plaats<br />

aangewez.en hebbende, zag ik te wel, dat<br />

de vorst zo aanhoudend was, dat ik met<br />

het dubbel tal niet zou ·kunnen volstaan<br />

om a an mij ne last te voldoen: het ij s vroor<br />

achter de bijten weder vast. Ik besloot dierhalven<br />

met overleg <strong>van</strong> den adjudant Pel.<br />

om een vracht.s.chuit, welke aan de sluis bij<br />

ten Dam in het ijs lag, tot mijn .plan dienstbaar<br />

te doen zijn. Onze schipper Van Rijn<br />

1 ) N.l. de vroegere afzonderlijke heerlijkheden<br />

Nederhorst en Overmeer.<br />

16


te 's-Gravenland betoonde alle mogelijken<br />

ijver, deed de ijsborden aanhangen en voer<br />

met dezelve de gehakte .sloppen op en neder.<br />

Aan de Lodijk ontanoete ik het eer.st<br />

enige .scherpschutters v.an den kapitei.n<br />

Rozeboom, komende <strong>van</strong> Amsteldam onder<br />

geleide <strong>van</strong> den lieutenant Liedermoy. Wij<br />

verwelkoomden elkander wederzij ds en<br />

wenschten <strong>van</strong> ·goeder ha;rte de be.ste ·zegen<br />

bij deze recht vaderland


DE EERSTE AANV AL.<br />

Den 18e kwam de collonel langs de Lodijk<br />

<strong>van</strong> de zijde <strong>van</strong> Weesp, zijnde bij d.en<br />

gene•raal ontboden geweest. Hij riep mij Dij<br />

zich en gelaste mij, dadelijk aan het hooJdkwartier<br />

te komen. Daar vernam ik, dat er<br />

des anderen da.ags een poging o·p <strong>Naarden</strong><br />

zou beproefd worden en dat den collonel<br />

mij zulks in vertrouwen mededeelde, teneinde<br />

mij de .geleg.enheiru te geven om mijne<br />

goede vrienden in andere ~gemeentens<br />

desgelijks daar<strong>van</strong> te informer•en, vuor zo<br />

verre ik hun dit ter geheimhouding konde<br />

vertrouwen, opdat zij niet onwetend afwezig<br />

mogten zijn, mij tevfns zijne ordonnancen<br />

aanbiedende, om mijne brieven<br />

over te brengen, alzo den collonel eerst<br />

met den avond de algemene order a.an de<br />

burgermeester wilde afzend.en. Des avonds<br />

wierd die order gegeven, zo aan de militair·en<br />

als aan den Landstor:rn, om z1ch den<br />

volgenden morgen ten vier u r.en :zonder nader<br />

appel te verzamelen en voor het aanbreken<br />

<strong>van</strong> dten d!ag in ·aUe stilte de laagtens<br />

om Bu.ssurn te bezetten.<br />

Onder een a.anhoudende digte sneeruw<br />

verzamelde zich in d.en donkeren nacht de<br />

gantsche menigte. Men bekwam enige wagens<br />

brandhout en ieder bouwde op zijn<br />

manier het hivouak. Bij het aanhreken <strong>van</strong><br />

den morgen gaf deze bonte verzameling<br />

<strong>van</strong> allerhande zoort <strong>van</strong> menschen en wa·<br />

penen een zeer vreemde, maar tevens geduchte<br />

vertoning.<br />

De trompetten afgewezen zijnde, welke<br />

met de opeisch1ing <strong>van</strong> de vesting waren afgezonden<br />

.geworden, wierp men de eerste<br />

houwitzers in de stad. Dit werd door d·en<br />

vijand aldergeweldoi.gst beandwoord. Het<br />

gonzen en huilen der kogels wekte het<br />

volk op. Een algemeen Hoera! klonk met<br />

de kogels mede door de ruime lucht en<br />

iede·r man verbeelde z!ch reeds een held<br />

te zijn. De of.ficieren waren verplicht al<br />

het mo.gelijke ;gezag te do.en gelden, teneinde<br />

het volk in de laagtens te houden en<br />

zelfs zond den collonel enige ruiters tot<br />

mijne assistentie en belaste mij om met die<br />

en de compa,gnie onder mijne orders de<br />

stilte te bewaren, alzo men bezorgt was,<br />

dat den vijand deze bijzondere beweging<br />

gadesla,ande, alras enige bomm·en !in de<br />

laagtens zou kunnen werpen.<br />

Tegen de middag echter ontvingen enige<br />

compagnien de order om zich achterwaarts<br />

op de ho•ogtens te begeven. Nu was het<br />

niet mo.gelijk om met enige weinige ruiters<br />

de drie compagnien in •bedwang te<br />

houd:en. De boerenjon,gens zagen de kogels<br />

recochetteren door de sneeuw, liepen dezelve<br />

achterna en brachten verscheidene stapels<br />

in het bivouak. De lieutenant Snelling<br />

zelve bekwam er een 01p deze wijze in<br />

handen en voerde die met zich ter aandenking<br />

aan dezen dag naar zijne waning<br />

mede.<br />

Onze knapen verko•chten hunne kogels<br />

aan anderen voor eene kleinigheid en dezen<br />

namen. dan ook vervolgens de moeite<br />

om deze gewichten mede te dragen naar<br />

hunne woningen, misschien om die nog<br />

eenmaal alan hunne kindskinderen te vertonen.<br />

Zeker zou dit voor dertig jaren al<br />

reen groat blijk <strong>van</strong> heldenmoed zijn geweest.<br />

Ge1ukkig wierd op dien d·ag niet<br />

een enkel man getkwetst, niettegenstaande<br />

er aan onze zijde alleen 82 sahoten uit het<br />

zwaar ges.chut geteld wierden.<br />

De heer Konijnenberg geeft op in zijne<br />

beschrijving 1 ) dat er <strong>van</strong> de vesting, zo<br />

uit het zwaar geschut als uit de houwitzers<br />

20.000 schoten in den tijd <strong>van</strong> twee maanden<br />

zouden g.edaan zijn. Dit aantal is zeer<br />

aanmerkelijk en meer dan 300 dag op dag<br />

in 24 uren tijds. Zeker hebben wij groote<br />

1 ) J . Konijnenburg, Nationaal Gedenk- y<br />

hoek der hernieuwde Nederl. Unie 's-Grav;enhage<br />

1816, bl'z. 646. Van Os heeft blijkbaar<br />

niet nauwkeurig. ,gelezen; er staat:<br />

... . ,het w,erpen <strong>van</strong> niet minder dan omhent<br />

20.000 300 houwitsers als kanonskogels<br />

<strong>van</strong> 12 tot 24 pond en bommen <strong>van</strong><br />

110 pond op 17, 18, 19, 25 en 28 Februa:rij<br />

en op 4, 6 en 29 Maart, Ji.et aan dit ,gansche<br />

d.orp (Bussum) niet anders over dan<br />

het tooneel eener volkomene verwoesting".<br />

18


ede <strong>van</strong> verwondering, dat er niet meerder<br />

menschen a.an onze zijde gesneuvelt<br />

zijn.<br />

Den 20ste het gewone werk met onzen<br />

ij.sbreker w1Uende hervatten, was dit geheel<br />

onmogelijk. De snee.uw had in onze<br />

sloppen zoo geweldig gewoeld, dat men<br />

beter door het oude ijs als door deze<br />

sneeuwbergen zou hebben kunnen doorbreken.<br />

Dus was er niets anders op als<br />

meerder posteil! te bezetten, waartoe den<br />

collonel ook de nodige orders gaf. Nu was<br />

ook die <strong>van</strong> de Nationale Guarde <strong>van</strong> Amsteldam<br />

tot aan de Stigtsche Molen aan de<br />

Lodijk.<br />

Den 24ste January vernam ik <strong>van</strong> een<br />

onderoffiiCier, mij door den lieutenant Van<br />

Blaricum toegezonden, dat de manschappen<br />

<strong>van</strong> het Stigts Ankeveen de post aan<br />

het Polderhuis hadden verlaten, om reden<br />

dat de 30 man Qnder Weesp ,behor.ende, met<br />

brood en kaas bedeeld wierd.eru en zij niets<br />

mogten bekomen. Dadelijk maakte ik rapport<br />

a.an den Heer Gollonel, welke mij de<br />

navolgende order gaf:<br />

Het zal mij bizonder aangenaam zijn, in·<br />

dien door U de zaken <strong>van</strong> het Stigtsche<br />

Ankeveen in der minne zullen worden geschikt;<br />

het zal mij leed doen indien ik dat<br />

geen volstrekt zal moeten doen presteren,<br />

waaortoe ieder burger verplioht is<br />

Ik heb de eer te zijn<br />

de collonel commandant <strong>van</strong> het<br />

blo'ccus voor <strong>Naarden</strong><br />

a.an<br />

den kapitein bij den La.ndstorm P. G. v. Os.<br />

Ik begaf mij met hetzelve naar de wacht.<br />

Inzonderheid beijver


Berg naar · elders kon worden ingeslagen.<br />

Bov.endien bleef dit altoos de verzamelplaats<br />

in gevallen andere diensten gevo·rdert<br />

wierden.<br />

Den 31 January wierd des nachts een<br />

zeer stoute ondernemi.ng ten uitv.oer gebraaht<br />

onder het .geleiden <strong>van</strong> de Heeren<br />

Hooybruyn en Van Va·ersen, bestaande in<br />

het weghalen <strong>van</strong> een grate hooy :i{amp<br />

aan de waning genaamd het Roodpannenhuis,<br />

vlak onder de vesting gelegen. Men<br />

had enigen <strong>van</strong> den Landstorm tot hulp<br />

verzocht echter tegens een bepaalde fbelorung,<br />

welke dan ook met ijssleden dit hooy<br />

hebben weggehaald en des morgens aan het<br />

ma:gazijn te 's-Gravenland gebracht.<br />

VERNIEUWING VAN DEN<br />

LAND STORM.<br />

Het Jagerkorps <strong>van</strong> den kapitein Rozenbcom<br />

heeft zich bij alle gelegendheclen bi·<br />

zonder doen uitmunten. Reeds in den ·beginne<br />

wierd den lieutenant Lidermoy do-or<br />

een kogel in den aTin ,gekwetst. Den lieutenant<br />

Boor, wonende te Huizen, wierd de<br />

bux door een kanonkogel uit de hand weggeschoten<br />

op het oogenbli>k dat hij wilde<br />

aanleggen en de brave Den Oude, ook te<br />

Huizen woona.ohtig, wierd onder het laden<br />

<strong>van</strong> z.ijn geweer do•or een vijandelijke kogel<br />

gedood, waarop de Heer Myer, sergeant-majoor<br />

bij dat korps met de volgende<br />

dichtregels ons aan het beleg <strong>van</strong> <strong>Naarden</strong><br />

en aan den waardigen man blijft herinneren".<br />

,In dit geheiligd graf rust als op 't bed<br />

<strong>van</strong> eer<br />

De moedige Den Oude, in 't prilst der<br />

jeugd verslagen,<br />

Maar wiens heldhaftigheid al sloe'g de<br />

Gal hem neer<br />

Hem de onverwelkbare kroon eens zal bij<br />

God doen dragen.<br />

Bataaf, al rijst voor hem geen marmren<br />

eerzuil op<br />

Omschaduwd met cypres en krakende<br />

eerlauwrieren,<br />

Meer glans geeft aan zijn graf de dorre<br />

heideknop<br />

Dan aan den aterling de gouden<br />

krij gsstaffieren<br />

Hij had een Vaderland, dien schat bezit<br />

geen slaaf,<br />

Hij streed voor zijn behoud en wist er<br />

voor te sterven.<br />

Komt, dat onze arm hem wreke en<br />

Neerlands krijgsroem staat<br />

En volgen wij zijn spoor om nooit dien<br />

schat te derven".<br />

Op den 15 February bra:cht men ons.de tijding<br />

<strong>van</strong> Ankeveen, dat enige Nationale<br />

Guarde waren binnengerukt en aldaar in<br />

kwartier gelegt. Ik verbeelde mij, dat dit de<br />

gevolgen waren <strong>van</strong> de onenigheid tussen<br />

het Hollandsch en Stigts Ankeveen, dan dit<br />

was het geval niet. Den overste Van Castrop<br />

had de goedheid mij de reden dezer intocht<br />

mede te delen en deze verdienstelijke burgerij<br />

trok des avonds weder op W eesp terug.<br />

Nu bleef alles op den ouden voet, doch<br />

in aile stilte, ten opzichte <strong>van</strong> den Landstorm<br />

voortgaan. Wij hoorden wel dagelijks<br />

het kanon en het weergalmen der kogels<br />

in onze bossen. Bij den avond zagen wij<br />

somtijds ligtpijlen of hauwitzers uit de<br />

vesting werpen, maar de klokken riepen<br />

ons niet meer naar onze loopplaatzen. AIleen<br />

te Bussum zagen de officieren en oak<br />

die der militairen in den omtrek gelegerd<br />

elkander somtijds aan het huis <strong>van</strong> de heer<br />

Besanson, welke daar tegelijk de functie<br />

<strong>van</strong> burgemeester bekleedde en tevens een<br />

zeer goed locaal had, waar wij ons koffiehuis<br />

hielden. Eerst aan de zijde <strong>van</strong> <strong>Naarden</strong>,<br />

dan vervolgens te deerlijk door de<br />

vijandelijke kogels gehavend, .wierd hetzelve<br />

bij bet hoofdkwartier verplaatst aan<br />

de zijde <strong>van</strong> Hilversum.<br />

Den 20 tot op den 26en February wisten<br />

wij niet beter of wij waren die bedoelde<br />

20


\<br />

Landstorm, welke op de order <strong>van</strong> den<br />

Vorst in December 1813 en vervolgens ook<br />

nader in de courant <strong>van</strong> den 7 January 1814<br />

bepaald was opgeri,cht geworden. Dien tengevolge<br />

waren ook aile requisitien <strong>van</strong> benoodigdheden<br />

afgegeven geworden op ene<br />

schriftelijke order, door mij <strong>van</strong> het hoofdkwartier<br />

ont<strong>van</strong>gen, dato 11 January getekend<br />

door den brigadier der legers, De<br />

Kok, waar<strong>van</strong> de bons ook ordenlijk wierden<br />

afgegeven, inzonderheid voor de rations<br />

hooy, stroo, haver, kaarsen en enige<br />

weinige rations genever voor de schippers<br />

en voerlieden der paarden.<br />

Dan, 't was op den morgen <strong>van</strong> gezegde<br />

26ste February, dat de Heer Van Blaricum<br />

met enige burgers <strong>van</strong> Ankeveen bij mij<br />

kwamen en mij zegde, dat zij waren opgeroepen<br />

bij eenen nieuwen Landstorm, dat<br />

de Heer Deune te Nichtevecht hun kaptein<br />

was en zij onderhorig waren gesteld aan<br />

de orders <strong>van</strong> den Heer Van den Berg <strong>van</strong><br />

Lexmond, wel:ke zijn buitenplaats had aan<br />

de Nieuwe Sluis, waar zij pieken moesten<br />

halen. De volgende dag ontving ik eene<br />

aanstelling als kapitein bij de nieuwe compagnie<br />

Landstorm te 's-Gravenland. Ik gaf<br />

daar<strong>van</strong> kennis aan den Heer collonei en<br />

verwonderde mij zeer zowel ais de overigen,<br />

welke bij den Landstorm hadden dienst<br />

gedaan, dat wij niet vooraf wierden ontsiagen,<br />

daar onze betrekkingen nu geheel<br />

veranderden en ik mijne aanstelling aileen<br />

ontfing bij een ingesioten brief <strong>van</strong> den<br />

Heere Straaiman uit Amsteldam, mij tevens<br />

meldende aangesteid te zijn geworden ais<br />

l 1 ieutenant-collonel, de Heer F. Pauw in de<br />

Loosdrecht als majoor en dat de Heer Van<br />

Lennip te Amsteidam onzen collotnel was.<br />

Hoe weinig wij als boere menschen <strong>van</strong><br />

den dienst mogten weten, zagen wij echter<br />

al spoedig, dat het volstrekt onmogelijk<br />

was, dat dezen Heer weike onderscheide<br />

bezigheden te Amsterdam had, behoorlijk<br />

kennis droeg <strong>van</strong> dat gene 't welk hier volstrekt<br />

benodigt was en dus werkte ieder<br />

afzonderlijk. Echter de meesten, en wei inzonderheid<br />

die <strong>van</strong> de Loosdrecht. l:lleven<br />

met mij de orders zo veel mogelijk <strong>van</strong> den<br />

collonei Van den Bosch afwachten, ten<br />

einde deze over ons ten dienste <strong>van</strong> den<br />

Lande en ook <strong>van</strong> deze gemeentens mogt<br />

beschikken.<br />

De eerste nieuwe Landstorm met pieken<br />

gewapend, weike wij in deze kwartieren<br />

zagen opkomen bij eenen uitval door de<br />

Franschen, was een afdeling behorende tot<br />

het bataillon <strong>van</strong> den Heere Van den Berg<br />

<strong>van</strong> Le~mond waarbij dien Heer zelve tegenwoordig<br />

was.<br />

Den 12de Maart had de uitdeling der pieken<br />

bij ons bataillon piaats. De Heer Lieutenant<br />

Collonel Straalman deed ene zeer<br />

opwekkende en gepaste aanspraak aan de<br />

gemeentens, gaf een ieder man voor en na<br />

het ont<strong>van</strong>gen der wapenen een goed gias<br />

g, never en onthaaide de officieren in het<br />

logement te Hilversum op een zeer deftig<br />

ontbijt.<br />

Ik bieef nu dageiijks aan het hoofdkwartier<br />

verkeren en was veel zo te Bussum, als<br />

aan de batterijen, weike opgeworpen<br />

wierden. Op den 13 Maart kwamen de Nationale<br />

Guarde <strong>van</strong> Amsteidam mede bij<br />

de Rechtervieugei dienst doen. Te voren<br />

was er wel eens eene kieine afdeling in<br />

onze gemeente geweest, dan deze waren de<br />

volgende dag na hunne aankomst weder<br />

vertrokken. Ook kwamen op dezeifde dag<br />

de zeelieden, ware Vaderiandsche heiden,<br />

ofschoon vrij ruw, bekend door het stout<br />

afzagen <strong>van</strong> de Gaigebrug, weike lang genoeg<br />

en voor de Franschen en voor ons het<br />

getuigenis <strong>van</strong> hunne dapperheid heeft<br />

achter gelaten.<br />

NAARDEN WORDT GEBOMBARDEERD.<br />

<strong>Naarden</strong> toch, de eni,ge stad weike geheel<br />

nationaal geblockeert wierd, \Vekte<br />

ieder vaderlander het belang op om die<br />

vesting zonder vreemde hu1p te bemachtigen<br />

en zeker zou men veel gewaagt en veel<br />

21


opgezet hebben, ware dezelve te nemen ge·<br />

weest. Men beproefde zelfs geschilderde<br />

grenaten, waarin de nieuwspapieren, naar<br />

binnen te werpen 1), dan zonder enig gevolg<br />

en alzo scheen vervolgens alles tot<br />

een bombardement in het werk gesteld te<br />

worden. De kerk te 's-Gravenland wierd<br />

tot een kruidmagazijn ingeruimd en nog 'n<br />

met strobossen toe te st01ppen, ten einde de<br />

Franschen, welke altoos <strong>van</strong> den tooren<br />

gluurden, hetzelve met den dag niet in het<br />

oog zou vallen. Twee anderen bleven aan<br />

het eind <strong>van</strong> het dorp even gelijk in den<br />

grondi vastzitten, terwijl nog tuigen, nog<br />

paarden berekend waren om die <strong>van</strong> de<br />

plaatsen af te brengen.<br />

De kazematten te <strong>Naarden</strong>, naar een gewasschen teekening <strong>van</strong><br />

P . G. <strong>van</strong> Os. In het Raadhuis te <strong>Naarden</strong>.<br />

huis in bet dc.rp gebezigt te>r bewaring <strong>van</strong><br />

de gevulde hauwitzers.<br />

Nadat Gor.cum aan de geallieerden was<br />

overgegaan, bekwamen wij uok enige zwa.<br />

re stukken kanon, zijnde 32 en 24 ponders,<br />

welke voor het hoofdkwartier geplaatst<br />

wierden. To-en de batterijen gereed waren<br />

en de stukken vervoerd zouden worden,<br />

om tegen de vesting te dienen, was het<br />

met de paarden al zo slecht gestelt, dat er<br />

met veel moeite een stuk tot na.bij Bussum<br />

wierd gebracht, alwaar hetzelve zo diep in<br />

de moerassige grond vastraakte, dat men<br />

genoodzaakt was om het daar te laten en<br />

Op den o·chtendi <strong>van</strong> den 19 Maart ontving<br />

ik eene order <strong>van</strong> den collonel Van<br />

den Bosch ten einde dit werk met den<br />

Landstorm te beproeven. Dadelijk wierd<br />

aan den majoor Pauw in de Loosdrecht een<br />

ordonnance afgezonden om mij nog dienzeJfden<br />

avond 60 man v-an de twee Loosdrechtsche<br />

kompagnier. en 90 <strong>van</strong> de drie<br />

te Hilversum onder het .geleide <strong>van</strong> enige<br />

officieren toe te ze!ld


zeven uren kwamen de lieutenants D. Dolleman,<br />

D. Streefkerk, P. Leurs en H.<br />

Meijers <strong>van</strong> de Loosdrechten met hun getal<br />

manscha.ppen geheel compleet; de lieutenant<br />

Pekelharing <strong>van</strong> 's-Gravenland en<br />

<strong>van</strong> Hilversum de lieutenands Van Ravens­<br />

\Vaij, Perk en De Wit, dan deze laatste<br />

bracht niemand <strong>van</strong> zijne manschappen<br />

met zich. Niettemin gingen wij met de onzen<br />

naar het vastgevrm:en stuk kanon. De<br />

grootste stilte wierd aanbevolen en het<br />

stuk wierd uit de ijskorst die hetzelve om-·<br />

geven had losgeha'kt, zonder dat den vljand<br />

deze beweging vernam. Het was dien nacht<br />

zeer danker. De Loosdrechters, waaronder<br />

vee! schippers waren, sloegen overal hunne<br />

lijnen aan en, in minder dan een uur tijds<br />

was dit kanon ter bestemder plaatse gebra-cht.<br />

Aan het hoofdkwartier teruggekomel.<br />

ontvin.gen de manscho.ppen elk een<br />

paar goede rations genever en waren volijverig<br />

om de twee andere stukken nog<br />

diezelfde nacht los te hakken en mede naar<br />

Bussum te brengen, 't welk even als te voren<br />

in alle stilte wierd ten uitvoer gebracht.<br />

Den volgenden nacht 'bracht men<br />

de overige belegeringstukken tot aan Bussum.<br />

Ik zag hier dezelfde trouwhartigheid<br />

als de vorige nacht, meest onder het geleiden<br />

der tevoren genoemde officieren benevens<br />

de lieutenants Schoch <strong>van</strong> Hilversum<br />

en De Vries <strong>van</strong> 's-Gravenland. De<br />

Franschen wierpen o.ns enige hauwitzers<br />

tegemoed, dan deze deden geen hinder, ook<br />

niet aan de huizen in het dorp Bussem.<br />

Intussen was de Landstorm niet meer<br />

hetgeen zij te voren gewef'st was. De Nationale<br />

Guarde <strong>van</strong> Amsteldam waren te<br />

Ankeveen en te 's-Graveland in kwartier<br />

gelegt. Hunne posten strekten zich uit<br />

langs de Karnemelksloot tot aan de Lunette,<br />

waar men schanskorven plaatste en<br />

een bedekte weg formeerde tot achter de<br />

plaats <strong>van</strong> Nutver. Deze manschappen badden<br />

wezenlijk een zeer zwaren dienst te<br />

volbrengen. De Lunette, eigentlijk een buitenvesting<br />

<strong>van</strong> <strong>Naarden</strong>, wierd door hun<br />

bezet. Dit was een !age en gevaarlij'ke plek<br />

grands, zeer digt onder de stad geleg-en,<br />

waar zij gestadig het vuur <strong>van</strong> den vijand<br />

moesten afwachten. Getuige was daar<strong>van</strong><br />

het z.g. hauwitzer veldje, een kleine weidc<br />

achter de hatterij, welke <strong>van</strong> kogels e1.1<br />

hauwitzers do.orwoeld is geworden. Daarbij<br />

was <strong>van</strong> onze zijde het naderen tot de batte:rij<br />

ook aan vee! moeilijkheden. onderhevig,<br />

doordien de weg zo moerassig was, dat<br />

die vooral met borden en rijstt>n moest<br />

word-en opgevuld om dezelve er.igzints<br />

Lruikbaar te maken.<br />

De Prins <strong>van</strong> Oranje inspecteerde de batterijen<br />

op den 2den April. Z.H. wierd door<br />

den Landstorm ingehaald en vergunde aan<br />

derzelver officieren, om Hem hunne Imide<br />

te bewijzen.<br />

Vervolgens wierd nu ook het hoofdkwartier<br />

geheel te Bussem verplaatst en eene<br />

afdeeling <strong>van</strong> de Nationale Guarde bezette<br />

de politie en wagenwachten. Onze<br />

werklieden en arbeiders wierden tot aile<br />

nc•odzakelijke verricht-ingen opgeroepen. Ik<br />

voor mij maakte intussen het plan, om de<br />

batterijen aan de rechtervleugel af te tekenen,<br />

waar<strong>van</strong> die <strong>van</strong> Kommerrust op<br />

's Lands Museum is gepla.atst geworden, been<br />

de vaart aan de<br />

nevens de Lunette<br />

Lodijk.<br />

Den 4en April had het eerste bombardement<br />

op <strong>Naarden</strong> plaats. Mijn vriend Ravenswaij<br />

was met mij zo.o na mogelijk achter<br />

hoogtens orpgelo,pen, teneinde deze affaire<br />

te beschouwen.<br />

De hauwitzers, welke <strong>van</strong> Kommerrust<br />

wierden afgeschoten bereikten meest all-en<br />

het doel; daartegen sprongen die <strong>van</strong><br />

Becghuizen voor een groat deel in de Iucht<br />

en zelfs verscheiden kort boven de ba,tterij.<br />

Die <strong>van</strong> Roobrug en Lunette kwamen<br />

meest allen binnen, ofschoon de hauwitzers<br />

op laatstgemelde reeds spoedig onbruikba.ar<br />

waren en alzo geheel moesten zwijgen.<br />

Telkens hoorden wij het geratel <strong>van</strong><br />

pannen en het kletsen uit het zwaar belegeringsgeschut<br />

tegen de wallen. Nooit iets<br />

<strong>van</strong> dien aard bijgewo-o.ndl hebbende<br />

uaakte dit een en ander een gevoelige in-<br />

23


druk bij ons en deed dikwerf de wensch<br />

vernieuwen: 0 mogten wij in de mogelijkheid<br />

zijn om onze J!ledeburgers in die vesting<br />

va,n dezen overlast te helpen bevrijden<br />

en den hardnekkigen vijand tot de<br />

overgave derzelve te dwingen. Dit zekeT<br />

deden wij met vrij wat meer geestdrift als<br />

thans het aanhoren <strong>van</strong> hunne schade en<br />

<strong>van</strong> hunne ellende .<br />

Den 6den nad wederom hetzelfde pla.ats.<br />

Er wierden veele hauwitzers in de stad en<br />

veel koge:s tegens de toorn en waUen geworpen,<br />

dan a.Ees vruchteloos. De collonel<br />

ging vervolgens zelve en wierd aan de<br />

barriere ontva.ngen, deelde alle de officieele<br />

tijdingen <strong>van</strong> den dag mede (en)<br />

bewees dat de orde <strong>van</strong> zaken in Frankrijk<br />

nu geheel was verandert, dan alle mogelijke<br />

poging·en bleven even vru·chteloos<br />

en dagelijks vuurden zij <strong>van</strong> de wallen of<br />

kwamen buiten om onze rposten te verontrusten.<br />

Dit had ten gevolge, dat den collonel zoveel<br />

mogelijk zijne manschappen om en in<br />

Bussum verzamelde. Ook de Nationale<br />

Guarde kwamen nu alleen des middags<br />

soms maar voor weinige oogenblikken in<br />

hunne kwartieren en brachten de nacht<br />

o.nder de warpens door, z::l op de Lunette<br />

als ook in het dorp Bussem, wa.ar zij soms<br />

in schuren of stallen zich alleen op hunne<br />

ransels konden nederleggen, vermits daar<br />

alle de kwartieren mede bezet waren.<br />

Den 19en April kwam mijn lieutenant<br />

mij de tijd~ng brengen, dat een tot heden<br />

alhier geccmmandeerd hebbend officier bij<br />

de Nationale Guarde order had bekomen,<br />

om met de zijnen naar Bussem te trekken.<br />

Hij had de sleutels der wachthuizen aan<br />

dezen lieutenant, welke in die huurt woonachtig<br />

was, ter hand gesteld en was alzo<br />

met de zijnen naar Bussem vertrokken.<br />

Hoe weinig ik nu gezind was, om zonder<br />

legale order mijne Landstorm die<br />

posten te doen overnemen, wierd dit echter<br />

vooT het ogenblik noodzakelijk. Ieder<br />

was bezorgt voor de kruitmagazijnen, indien<br />

daar geen wacht bij geplaatst wierd<br />

om misbruiken af te keren; de wagens met<br />

levensmiddelen en brand wilde men niet<br />

afzenden zonder wacht en dus moest ik<br />

wel toegeven.<br />

Ik informeerde den collonel Van den<br />

Bosch <strong>van</strong> deze verrichtingen, tev·ens meldende,<br />

dat het niet mogelijk was, om met<br />

mijne compagnie, 100 man sterk, de beide<br />

wa:chten te bezetten zonder a.ssistentie der<br />

overige tot dit bataillon behorende, dan dezen<br />

hadden geene order daartoe <strong>van</strong> onzen<br />

collonel te Amsteldam woonachtig en dus<br />

durfde den majoor Pauw, hoe gaarne hij<br />

zulks wenschte, dit werk e.chter niet ondernemen,<br />

daar het moeilijk zoude zijn, om<br />

zonder bizondere aanschrijving daartoe te<br />

ont<strong>van</strong>gen, de eene gemeente over te halen<br />

om bij de andere de wachten te vervullen.<br />

EEN MOEILIJKE OPDRACHT GELUK­<br />

KIG UITGEVOERD.<br />

lk zond derhalven wederom naar het<br />

hoofdkwariier, de onmogelijkheid bewijzende<br />

om de beide wachten te blijven volhouden,<br />

te meer da


Ret bombardement afgelopen zijnde, was<br />

het plan om de batterijen te ontruimen en<br />

het kanon weder naar 's-Gravenland terug<br />

te brengen. Men formeerde een soort <strong>van</strong><br />

artillerypark <strong>van</strong> het kerkhof, alwaar ook<br />

de hauwitzers, welke tot het bombardement<br />

gediend hebben, geplaatst wierden.<br />

De collonel stelde mij voor om enige vrijwilligers<br />

<strong>van</strong> den Landstorm tot de directie<br />

te vragen, zullende wij vervolgens <strong>van</strong> alle<br />

de paarden welke aanwezig waren bij het<br />

wagenpark en <strong>van</strong> de benodigde werklieden<br />

voorzien worden.<br />

De majoor F. Pauw voorzag mij tevens<br />

den aanstaanden nacht, zijnde den 16en<br />

April 1814, <strong>van</strong> onderscheide onzer officieren<br />

met de beste onderofficieren en manschappen<br />

<strong>van</strong> den Loosdrecht. Mijne lieutenands<br />

en enige uit deze gemeente voegden<br />

zich bij dezelve. Wij bekwamen 34 paarden<br />

en verscheiden werklieden aan het hoofdkwartier<br />

te Bussem en beproefden de belegeringsstukken<br />

uit den moerassigen grond<br />

los te krijgen. Dit was nu geheel anders<br />

dan bij het aanbrengen, toen de wegen hard<br />

bevroren waren en men dezelve met de<br />

bijl moest loshakken. Verscheiden tuigen en<br />

evenaars braken in stu.kken; wij moesten<br />

dus naar het hoofdkwartier om den collonel<br />

te verzoeken, orders te willen geven ten<br />

einde de anderen en enige koetouwen bij<br />

de inwoonders <strong>van</strong> Bussum op te halen. De<br />

burgemeester <strong>van</strong> deze gemeente ging op<br />

last <strong>van</strong> den collonel met mij benevens<br />

enige <strong>van</strong> onze manschappen <strong>van</strong> den enen<br />

boer bij den anderen in of de Franschen<br />

wezentlijk op de beweging onzer boeren<br />

aanhielden of dat zij buitendien het plan<br />

hadden, om Bussem te beschieten, zij wierpen<br />

tenminsten verscheidene hauwitzers in<br />

het dorp en om ons heen. De Nationale<br />

Guarde, welke ook dezen nacht bij partijen<br />

in de schuren en woningen doorbracht,<br />

drong er op aan, dat wij zouden maken<br />

voort te komen. Ook de collonel zond mij<br />

de order om, al ware het voor dezen nacht,<br />

maar met een stuk zo spoedig doenlijk was<br />

het dorp te ontruimen, gaf ons enige soldaten,<br />

welke beter den weg tot verkrijging<br />

der noodwendigheden wisten dan wij en<br />

alzo raakte eindelijk een stuk los, 't welk<br />

wij tegen den morgen aan het Artillery-park<br />

te 's-Gravenland brachten.<br />

Dezen moeivollen nacht echter schrikte<br />

onze vrijwilligers niet af. De gedachte dat<br />

het noodzakelijk ware de overige stukken<br />

mede in veiligheid te brengen deed den volgenden<br />

nacht dit werk weder hervatten.<br />

Wij ~orgden nu zelve voor beter lijnen en<br />

tuigen; ook hadden wij, om in geval <strong>van</strong><br />

noodzakelijkheid gemakkelijker hulp te bekomen,<br />

reeds des morgens met de broodwagen<br />

de evenaars en touwen weder aan<br />

de Bussemer boeren terug gezonden. Wij<br />

zochten aan het wagenpark de beste paarden<br />

op en kwamen in alle stilte ter plaatze<br />

onzer bestemming aan.<br />

Na veel vruchteloos aanzetten en telkens<br />

verspannen der paarden, geheel ongewoon<br />

aan zodanig span, .geraakten wij echter met<br />

twee stukken op weg. Ret was zo duister,<br />

dat men volstrekt niets voor zich konde<br />

onderscheiden. De stilte <strong>van</strong> den nacht<br />

maakte bij het aanzetten der paarden den<br />

vijand opmerkzaam en het duurde nu niet<br />

lang, of men zond ons enige lichtpijlen,<br />

welke al spoedig door onderscheide schoten<br />

uit de vesting gevolgd wierden. Gelukkiglijk<br />

vervolgden wij zonder hinder derzelve onzen<br />

weg; allenelijk geraakte hierdoor het tweede<br />

stuk, 't welk wij volgden, <strong>van</strong> het spoor<br />

verwijdoerd en in eenen zandheuvel vast.<br />

Wij waren echter met deze heiden voor het<br />

aanbreken <strong>van</strong> den dag uit het gezicht <strong>van</strong><br />

den vijand en alzo vervolgde men dezen<br />

arbeid, welke meestal door slechte boerentuigasien,<br />

moerassigen weg en duisternis<br />

zeer moeilijk was, totdat de belegeringstukken<br />

weder waren binnengevoerd.<br />

Tot het laatste ogenblik der overgave toe<br />

bleven de Franschen even vijandig voortgaan.<br />

Ret vuur wierd aan onze zijde geheel<br />

gestaakt; alle tijdingen wierden hun<br />

weder opnieuw medegedeeld en parlementairen<br />

toegezonden; dan zelfs een paar dagen<br />

voor de overgave, in het begin <strong>van</strong><br />

25


Meij 1814, maakten zij tegens den avond<br />

weder een geweldig vuur op het dorp<br />

Bussem. De weg voor het hoofdkwartier<br />

was doorregen <strong>van</strong> de kogels, welke daar<br />

hunnen loop genomen hadden en overal lagen<br />

bommen, hauwitzers en de scherven<br />

derzelve verspreid. Gelukkig was de wachtparade<br />

een ogenblik tevoren en vroeger als<br />

gewonelijk afgedankt geworden; ware dit<br />

niet, zij zouden toen nog verscheiden ongelukkigen<br />

hebben gemaakt. Thans was<br />

niemand gekwetst en zel:fis geene woningen<br />

<strong>van</strong> enig aanbelang beschadigt geworden.<br />

NAARDEN DOOR DEN VIJAND<br />

ONTRUIMD.<br />

Den 7en Meij ldonk ons datzelfde kanon<br />

zeer vreemd in de oren; gedurende een<br />

half jaar niet anders gewoon dan na den<br />

slag het gehuil en gegons der kogels te<br />

horen, waar<strong>van</strong> de echo's langs de bossen<br />

weergalmden, gaf het kanon nu een doffen<br />

dveun en kondigde ons slechts brommende<br />

aan, dat de vijandelijkheden nu een einde<br />

namen. Nu ook wenschten wij elkander<br />

geluk evenals bij enen nieuwjaarsdag en<br />

konden toen eerst <strong>van</strong> harte zeggen: nu<br />

ook is ten onzen opzichte de redding volkomen.<br />

Overal wierden de handen <strong>van</strong> den<br />

nijveren Iandman weder vaardig tot den<br />

arbeid. Men beploegde weder de akkers,<br />

welke buiten de sporen d·er kogels nog<br />

onbeploegt gebleven waren. Overal ruimde<br />

men met vereenigde krachten de verhekkingen<br />

op en maakte de wegen weder<br />

bruikbaar. De Lunette, voorheen een<br />

schriklbarend verblijf voor de brave burgerij,<br />

was nu in een kleine lustplaats herschapen<br />

en waar goede vrienden met hunne<br />

vrouwen en meisjes blijde en wel te moe<br />

zich wijn en andere ververschingen deden<br />

aanbrengen en gul en opgeruimd elkander<br />

de plaatsen aanwezen, waar te voren jammer<br />

en dood hun zo dikwerf bedreigd had.<br />

Eene erenboog <strong>van</strong> sparren en dennen ver-<br />

sierde de opgang <strong>van</strong> de met- sehanskorven<br />

omgeven bedekte weg, waarop nu de Hollandsche<br />

vlag onbelemmert wapperde, terwijl<br />

men met het grootste verlangen de<br />

dag tegemoed wenschte, waarop men de<br />

stad <strong>Naarden</strong> door de Franschen zou zien<br />

verlaten om diezelve binnen te trekken.<br />

Deze dag kwam. . . . den 12en des avonds<br />

verzamelde de Nationale Guarde, welke te<br />

Muiden, Weesp en elders gelegen hadden,<br />

zich allen te 's-Gravenland, om den volgenden<br />

morgen de intocht <strong>van</strong> de zijde der<br />

rechtervleugel te doen. Het korps scherp·<br />

schutters maakte de voorhoede uit, waarbij<br />

allen degenen, welke in onze gemeenters<br />

te huis hoorden. Reeds zeer vroeg in den<br />

morgen verzamelden zi;:h de miiitairen, benevens<br />

de bataillons Nationale Guarde te<br />

Bussem (en) plaatsten zich op de velden<br />

een kleinen afstand <strong>van</strong> de algemene weg<br />

welke <strong>van</strong> aanschouwers en rijtuigen tot<br />

op eenen groten afstand geheel bezet was.<br />

Ik wil ook hier in geen bizonderheden<br />

uitwijden. Genoeg: de recht vaderlandsche<br />

Van den Bosch had onze voorho·ede zo ver<br />

achterwaarts in het bouwland geplaatst,<br />

dat wij de Franschen wel konden zien,<br />

maar geenzints hunne lasteringen konden<br />

verstaan, evenmin als zij de ijverzucht <strong>van</strong><br />

onze schutters gehoord hebben. De kapitein<br />

Rozeboom bracht inzonderheid ook veel<br />

toe, om zijne menschen behoorlijk met de<br />

zijnen binnen de gelederen te houden en<br />

de afstand was te ver, om het vaderlandsch<br />

Oranjeboven door vreemdelingen te horen<br />

beschimpen.<br />

Bij den intocht in de eerste barriere<br />

verwelkoomden ons de 1'-ustkanonniers <strong>van</strong><br />

de vesten der stad. Binnen de poort ontmoete<br />

ik het eerst den kapitein der Genie<br />

Lobrij, welke gedurend~ het beleg in de<br />

vesting had moeten blijven en in <strong>Naarden</strong><br />

woonachtig was. Hij verwelkoomde mij<br />

hartelijk en wij wenschten elkander veel<br />

geluk bij dit wederzien. Vervolgens bewonderden<br />

wij de blindages en het hospitaal,<br />

meest door bovengemelden kapitein, een<br />

Hollander, getekend en gesticht.<br />

26


Na een intocht <strong>van</strong> de achterhoede wierden<br />

de barrieres weder gesloten en de<br />

grate massa der binnengekomene hadden<br />

de kleine voorraad, welke nog overig was,<br />

of daar alrede was ingevoerd geworden,<br />

spoedig verteerd, buiten datgene wat in<br />

de magazijnen aanwezig bleef. De heer<br />

Anosi 1), Fransch predikant in die stad, had<br />

al het zijne geheel ten beste gegeven, waarschijnlij~<br />

ook vele anderen; dan bij gemelden<br />

heer kwamen en werden door be-<br />

1 ) Jean Ulrich Anosi, 1800-1819 predikant<br />

te <strong>Naarden</strong>.<br />

kenden onderscheidene officieren binnengebracht,<br />

om zoveel mogelijk te genieten<br />

datgene, 't welk nog <strong>van</strong> zijnen voorraat<br />

was overgebleven.<br />

De collonel Van den Bosch vereerde mij<br />

met een attest, hetwelk mij altoos aangenaam<br />

en <strong>van</strong> belang zal blijven. Ik zou<br />

bij dit verhaal nog veel hebben kunnen<br />

bijdragen, zo over het stichten <strong>van</strong> barakken<br />

te 's-Gravenland en over een vrijwaren<br />

<strong>van</strong> inkwartiering en meer andere zaken,<br />

doch ik heb hoofdzakelijk deze beschrijving<br />

ingericht als een doorlopende verklaring<br />

<strong>van</strong> mijn prentwerk.<br />

(Overdruk uit De Naarder Courant<br />

behoorende tot de<br />

Gecombineerde Gooische Bladen).<br />

27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!