GEZICHT BIJ 'S-GRAVELAND DOOR P. G . VAN OS Schilderij in het Rijksmuseum . Geschenk von F. G . Woller.
IN L ElD I N G. Onder de gemeente Nederhorst den Berg woonde en werrkte in 1813 de kunstschilder Pieter GerardUs <strong>van</strong> Os. Hij was 8 October 1776 geboren. als zoon <strong>van</strong> den schilder en dichter Jan v. Os en Susanne de la Croix, dochter <strong>van</strong> den doofstommen Haagschen po·rtretschilderr <strong>van</strong> dien naam, die ook zelf de schilderkunst beoefende. Het onderrkht, dat hij en zijn jongere broeder Georgius Jacobus Johannes <strong>van</strong> hun vader mochten ont<strong>van</strong>gen, heeft al spoedig goede vruchten gedragen. GeYnspireerd door Potters' stier legde hij zich bij voorkeur toe op bet teekenen <strong>van</strong> schilderijen <strong>van</strong> landschappen met vee. 2 Maart 1800 huwde hij ElisabE'th Cornelia Loncq. Om ·in bet ond·erhoud voorr zich en zijn gezin te voorzien, gaf hij in AmsteTdam teekenles, zonder daarom zijn kunst te verwaarloozen; zoo behaalde hij in 1808 een door koning Lodewijk uitgeloofden prijs voor een schilderij, voorstellende vee in een heuvelachtig landschap, teTwijl Felix Me·ritis hem in 1810 d·en eereprijs reikte voor een gekleurde teekening. Aan den toenmaligen smaak <strong>van</strong> bet publiek kwam hij tegemoet door bet vervaardigen <strong>van</strong>. etsen naar schilderij en <strong>van</strong> Ruysdael, Potter en Berghem, die blijkbaar zeer gewaaTdeerd werden. Volgens Immerzeel, die in vriendschappelijke relatie met hem stond, heeft hij n.a 1812 niet meer geetst 1) . Deze meening is echter onjuist zoo als aanstonds blijken zal. Wanneer Van Os zich met zijn. gezin te Nederho•:-st den Berg heeft gevestigd, is onbekend; in ieder geval woonde hij er in den herls·t <strong>van</strong> 1813, toen de Franschen bet land begonnen te ontruimen. Blijkbaar was hij een <strong>van</strong> de notabelen <strong>van</strong> het dorp, l) J. Immerzeel Jr., De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders enz., Amsterdam 1842, blz. 286. want de keus viel onmiddellijk op hem bij de benoeming <strong>van</strong> officieren voor den inderhaast in bet leven geroepen Landstorin. Den 28sten November vertrok hij met een vertrouwelijke zending naar Utrecht, waaT hij bij de Wittevrouwenpoort de ee:-ste kozakken aantrof; hieraan heeft bet schilderij: ,Het bin:nenkomen der kozakken te Utrecht", dat hij in 1824 aan den Kei'zer <strong>van</strong> Rusland aanbood, zijn ontstaan te danken. Ook in de volgende maanden had hij gelegenheid te over om bet ongewone gebeUITen om hem heen schetsmatig op papier vast te leggen. Toen de vaderlandsche zaak gezegevierd had en de rust was teruggekeeTd, werkte hij deze schetsen uit. Het resultaat <strong>van</strong> dezen aTbe:d is een aantal teekeningen, etsen en schilderijen, die zich ·ten deele in 's Rijks Prentenkabinet en het Rijksmuseum, ten deele in bet Raadhuis <strong>van</strong> NaaTden bevincen. Het moet in zijn bedoeling gelegen hel:>ben, zijn prentwerrk, <strong>van</strong> een beknopte toelichting en inleiding voorzien, ui't te geven; in een voorwoord <strong>van</strong> bet manuscript, dat hij hiertoe reeds had vervaardigd, vertelt hij n.l.: .,Eenige prenten geetst hebbende <strong>van</strong> de schetzen, welke ik ten tijde derr bloccade en <strong>van</strong> het beleg de:r vesting <strong>Naarden</strong> ve