Je verliest en je wint ook weer Margaret Beuk verloor haar echtgenoot Tjeerd Basten (52 jaar) in 2005, Elco Fritzsche zijn Liseth van Vliet (48 jaar) in 2008. Ze bleven achter, samen met hun kinderen. Vandaag vertellen ze hun verhaal. Waar ze zijn geboren, groot gegroeid, wat ze zijn gaan doen, met wie ze zijn getrouwd en kinderen hebben gekregen. Over het verlies van hun partners, en vooral over hoop en nieuwe liefde.De liefde van deze twee mensen voor het leven, voor hun dierbaren én voor elkaar straalt van hen af. TEKST YVONNE ANDRÉE WILTENS BEELD BURO BINNEN
verliefd Ik kende Liseth ‘Ik kende Liseth, de vrouw van Elco,’ vertelt Margaret. ‘We zaten in een groepje van 6 vrouwen die in 1990 een cursus volgden over het opvoeden van peuters. De cursus ging voorbij, maar het groepje bleef. We kwamen 2 á 3 keer per jaar bijeen, praatten over de kinderen en hoe het ons verging. Onze mannen hoorden daar niet bij, die schudde je hooguit een keer de hand. Zo had ik Elco ook een keer gezien.’ ‘Op afstand maakten wij het ziekbed van Liseth mee, en haar overlijden in 2008. Ik was toen zelf sinds 2005 weduwe. Het verlies van mijn lieve echtgenoot en het hebben van kinderen, dat maakt dat je dichter bij iemand staat die dat ook heeft moeten doorstaan. Als lotgenoten. Dus heb ik Elco gebeld. ‘Heb je iemand om mee te praten? Iemand waar jij je verhaal aan kwijt kunt? Of kan ik praktisch gezien iets voor je doen?’ Elco reageerde positief. ‘Ik had gesprekken met een psycholoog, maar dat was anders. Dit was iemand die het zelf had meegemaakt.’ Begin 20<strong>09</strong> ging hij bij Margaret langs. Elco: ‘Die eerste ontmoeting hadden we een goed en verrassend diepgaand gesprek. We wisselden ervaringen en emoties uit. Er gebeurde wat. Je vrouw vergeet je nooit, die emotie blijft altijd. We kenden elkaar 32 jaar en waren bijna 26 jaar getrouwd. Maar op de bank blijven zitten na haar overlijden, dat paste niet bij mij. Ik ben iemand die positief in het leven staat. Met mijn 3 jongens probeerde ik samen de draad weer op te pakken.’ Margaret: ‘Ik had vaker diepgaande gesprekken, met mannen én vrouwen. Om mijn ervaring rondom het verlies te delen, in alle openheid. Die gesprekken brachten mij verlichting en maakten mij rijker.’ Handje vast, handje los ‘Overdag was er niet veel tijd en ruimte om elkaar beter te leren kennen. We hadden allebei een fulltime baan, en onze kinderen. In de periode dat niemand iets wist liepen wij heel vaak met het hondje Sandy ‘s avonds door Noordwijk. Lange wandelingen, tot diep in de nacht soms. Handje vast, handje los. Want wie kom je tegen?’ Ze moeten er allebei om lachen. Er bloeide langzaam iets op. Toen Elco Margaret ophaalde om samen naar de film te gaan had hij een rode roos in de auto op het dashboard gelegd. ‘Dat was wel verrassend en spannend’, zegt Margaret. En waar zou het toe leiden? Op een goed moment besloten ze het hun kinderen te vertellen. Ieder apart van elkaar, maar wel in hetzelfde weekend. ‘Rustig aan doen, was ons credo. Niets overhaasten. We wilden op geen enkele manier de goede band met onze kinderen verliezen.’ Elco’s middelste zoon zei: ‘Ik ben blij dat je het mij nu vertelt pap. Je doet zulke rare dingen. Je gaat ’s avonds laat wandelen, dat doe je anders nooit. En fietsen, op hele rare tijden.’ Margaret: ‘Hier zie je de zorgplicht van de achtergebleven kinderen. Ze houden je in de gaten. Mijn zoon had dat ook. ‘Mam, je was niet thuis. Ik belde je en je nam niet op. Waar was je dan?’ Tsja, ze vermoedden wel wat, maar wat?’ 5 Jaar de tijd Het is niet makkelijk om op leeftijd opnieuw een nieuw boek te beginnen. We hebben tegen onze kinderen gezegd: ‘We geven elkaar én jullie in ieder geval 5 jaar de tijd. Groei met ons mee. En laat weten wanneer het je niet zint. Trap op de rem. Kinderen zitten er eigenlijk niet op te wachten dat er weer wat verandert. We hebben écht langzaam aan gedaan en daar mogen we best trots op zijn.’ Ze kijken elkaar aan. Het is duidelijk dat zij er niet voor schromen alles met elkaar te bespreken. En dat er niet altijd woorden nodig zijn om een boodschap over te brengen. ‘Het is vreemd, je kinderen maken een verliefdheid van hun ouders normaal gesproken niet mee. Zij komen immers ná die tijd. En ik had opnieuw weer vlinders,’ vertelt Elco. ‘Dat is op latere leeftijd ook een bijzondere gewaarwording.’ ‘Als je allebei respect kunt tonen voor de situatie, voor de overledene, voor je kinderen én voor allen die meeleven dan schept dat een basis van vertrouwen. We hebben alles bespreekbaar gemaakt en ruimte gegeven. En we hadden vooral geen haast.’ Margaret is even stil. ‘In de hoop dat het leven voor ons nog langer mag uitvloeien.’ Lijntje met boven Hun relatie met boven is buitengewoon innig. En dan bedoelen ze hier niet het geloof, maar ‘die twee daarboven’. ‘Wij denken weleens dat die twee samen zitten te konkelfoezen. Er gebeuren zaken, komen dingen op ons pad. Alsof we wat hulp van boven krijgen, engeltjes op onze schouders.’ Zo ging het ook met het huis waar ze nu wonen, aan de la Bassecour Caanstraat. ‘We waren niet actief op zoek. Maar het kwam op ons pad. Het voelde als een seintje van boven.’ In de herfst van 2014 besloten ze om onder dit nieuwe dak te gaan samenwonen. Elco verloor zijn baan, hij begon een eigen bedrijf, ze verkochten allebei hun huis (het ouderlijk huis van hun kinderen). Voor hun wederzijdse kinderen is het nieuwe huis inmiddels een warm thuis geworden. Elco: ‘Ik vind het wel mooi. We woonden allebei met onze gezinnen in Noordwijk, maar aan de buitengrenzen (Boerenburg & Vinkeveld). Nu zijn we gaan samenwonen in het midden van het dorp.’ ‘In Vinkeveld heb ik 28 jaar met veel plezier gewoond,’ zegt Margaret. ‘De warmte die ik daar heb ervaren is heel bijzonder. Gelukkig hebben we nu hier ook weer zo’n fijn wijkje gevonden.’ Sprookje De reacties uit hun omgeving zijn warm. Mensen gunnen dit stel de nieuwe liefde. Dat ze elkaar hebben leren kennen en samen een nieuw boek zijn begonnen is als een sprookje. ‘Het is echt niet voor iedereen weggelegd,’ zegt Margaret. ‘En je moet er wel aan werken,’ vult Elco aan. ‘Zeker in het begin, dan moet je het over alles hebben, maar niet over alles tegelijkertijd. Stap voor stap. Wij hebben elkaar de ruimte gegeven. En de tijd.’ Op de terugweg in de auto geniet ik na van een oprecht, liefdevol én hoopvol verhaal. Een sprookje zoals ze zelf zeggen. Tsja, dan is er eigenlijk maar één passende slotzin en wens mogelijk: ‘En ze leefden nog lang en gelukkig.’ 7