You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
CANADA NEWFOUNDLAND<br />
Enkele dagen<br />
geleden<br />
wandelden nog<br />
drie ijsberen langs<br />
de kustlijn, om<br />
daarna over te<br />
zwemmen naar<br />
het vasteland<br />
de ijsberg onder water zit − in dit geval nog 33 meter. De ijsblokken<br />
zijn verraderlijk. Onaangekondigd kunnen ze omrollen en een nieuwe<br />
balans vinden. De grote vloedgolven die de beweging veroorzaakt, kan<br />
de boot vol water laten lopen.<br />
De bruine kop van Paul is een verwarrend beeld op Newfoundland,<br />
vooral in de afgelegen noordelijke gebieden waar de vissers leven.<br />
De meeste vissers zijn lijkbleek door een tekort aan zon. Diepe groeven<br />
lopen over de gezichten, ze zijn verweerd door zeewind en zout water.<br />
De groeven zijn zo prominent aanwezig dat de gezichten inwisselbaar<br />
zijn − de vissers lijken op elkaar, het is lastig iets specifieks te<br />
onthouden. Bovendien zijn ze onverstaanbaar. Ze spreken Engels,<br />
maar hun dialect is afgeleid van Ierse migranten. En als ze dan praten<br />
in dit ruige land, uitgesleten door gletsjers in de ijstijd, mompelen ze<br />
in hun grappige taaltje vooral over de slechte visserseconomie.<br />
Nog niet heel lang geleden dreef de economie van Newfoundland<br />
volledig op de visserij. Vlak voor het eiland, in de Atlantische Oceaan,<br />
liggen de Grand Banks, een verzameling ondiepe, langgerekte plateaus<br />
waar de koude Labradorstroom samenkomt met de warmere Golfstroom.<br />
Beide stromen brengen voedingsstoffen mee en creëren zo een<br />
van de rijkste visgronden ter wereld. Grote scholen kabeljauw zwommen<br />
hier bijvoorbeeld. Eindeloos waren de vangsten die wereldwijd<br />
werden gegeten, samen met haring, zwaardvis en kreeft.<br />
Maar de commerciële visserij is afgeschaft door overbevissing.<br />
Lokale vissers mogen alleen nog voor zichzelf vis vangen om te voorzien<br />
in hun levensonderhoud. Ze wonen op de onmogelijkste plekken,<br />
in de meest afgelegen dorpjes. Sommige communities bestaan al een<br />
eeuw, maar zijn de laatste jaren leeggelopen. Het dorpje Conche had<br />
tien jaar geleden nog 1200 inwoners, nu zijn het er nog net iets meer<br />
dan honderd. Dorpen stromen leeg. Jongeren vertrekken naar hoofdstad<br />
St John, de oudjes blijven achter en sterven uit. Veel communities<br />
heffen zichzelf op als er nog een paar mensen wonen. Van de regering<br />
krijgen ze een verhuispremie oplopend tot 200.000 dollar. Dat is goedkoper<br />
dan de wegen onderhouden en ze van stroom te voorzien. Langs<br />
de hele noordkust liggen verlaten dorpjes waar de huizen zijn overgeleverd<br />
aan de zeewind.<br />
Winter’s still coming<br />
Heel vrolijk begint dit verhaal niet over Newfoundland. En er lijkt<br />
weinig te zijn om wél uitgelaten over te zijn. De weg naar het uiterste<br />
noorden bijvoorbeeld is lang en eentonig. De parken waar we<br />
doorheen rijden zijn minder indrukwekkend dan ik gewend ben in<br />
Noord-Amerika. Gros Morne National Park moet het summum zijn<br />
van wat Newfoundland te bieden heeft, maar wat ik zie zijn naaldbossen<br />
in een heuvelig landschap met een paar meren ertussen.<br />
Ik vraag me af of ik volkomen blasé ben door eerdere reizen −<br />
of dat het toch echt aan dit land ligt. Ik had het rauw verwacht,<br />
levendig, groots. Maar ik zie eentonige landschappen waar hoofdzakelijk<br />
gepensioneerde mensen als strooigoed doorheen wandelen.<br />
Hoe verder we wegrijden van hoofdstad St. Johns, hoe groter het<br />
contrast. We rijden door kleine dorpjes waar mensen moeten wonen –<br />
we zien de auto’s staan. Maar er is niemand op straat, ondanks de<br />
donkere wolken branden nergens lichtjes. Sommige enclaves doen me<br />
denken aan de afgelegen minidorpjes die je vaak boven de poolcirkel<br />
ziet. En toch kán het hier niet zo desolaat zijn, het eiland ligt lang zo<br />
085