16.06.2020 Views

STSN 3984 TSC-Contact 2 zomernummer WEB

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

We zijn ook een paar keer bij het Sylvia Toth centrum geweest.<br />

Dit waren altijd zeer lange dagen. Maar dan had Pieter wel op<br />

één dag alle onderzoeken gehad: scans van het hoofd en de<br />

nieren, een echo, bloedprikken en alle artsen kwamen langs of<br />

wij gingen langs de poli. Door de lange gang onder de grond<br />

van het WKZ naar het 'grotemensenziekenhuis' steppen of<br />

lopen vond Pieter altijd geweldig. Pieter heeft één keer een<br />

nierembolisatie gehad. De artsen wilden deze behandeling<br />

doen, omdat hij een angiomylipoom groter dan drie centimeter<br />

had. Deze behandeling heeft een tijd lang goed geholpen,<br />

maar inmiddels gebruikt hij al bijna twee jaar Votubia.<br />

Het laatste schooljaar op het speciaal onderwijs was bijna<br />

afgerond en Pieter zou doorstromen naar de praktijkschool. Zelf<br />

wilde Pieter niet naar de school in Den Helder, de school die<br />

naast zijn lagere school stond. Hij zei dat er vaak politie kwam<br />

daar en dat vond hij maar niets. Wij gingen dus op zoek naar<br />

een goede school voor hem. Gelukkig vonden we een leuke<br />

praktijkschool in Hoorn. Dat was wel 33 km rijden, maar Pieter<br />

had er veel zin in.<br />

In februari zouden we een kijkje nemen op zijn nieuwe school.<br />

Die ochtend werd hij wakker met heel erge hoofdpijn. Wij<br />

dachten dat hij het heel spannend vond om op zijn nieuwe<br />

school te kijken en dat hij daarom hoofdpijn had. De rondleiding<br />

op school ging goed, maar ik had wel door dat hij het niet<br />

allemaal goed opsloeg of begreep. Eigenlijk moest Pieter naar<br />

school, maar omdat hij nog steeds heel erge hoofdpijn had,<br />

namen wij hem mee naar huis. Thuis ging het iets beter met<br />

hem, zei hij, en hij wilde even voetballen bij ons voor op het<br />

veldje. Na een tijdje zag ik hem weer thuiskomen, maar het<br />

duurde wel even voor hij de poort in kwam. Pieter liep naar<br />

de achterdeur en kwam binnen in de bijkeuken met zijn fiets<br />

en al en hij leek bijna dwars door mij heen te kijken. Ik kon<br />

zijn fiets pakken en wegzetten en toen nam ik hem mee naar<br />

de keuken en zette ik hem op een stoel. Eigenlijk had ik direct<br />

door dat het om een epileptische aanval ging. Hij begon te<br />

trekken met zijn arm en gezicht. Het ging gelijk door mij heen<br />

dat ik geen stesolid meer in huis had, want hij had al jaren<br />

geen aanval meer gehad en had dus ook al een paar jaar geen<br />

medicatie meer. Toevallig kwam er iemand bij mij langs en<br />

ik stuurde diegene direct naar mijn buren om de buurvrouw<br />

te halen. Inmiddels had ik de huisarts gebeld en die vertelde<br />

mij dat ze op het punt stond om naar een vergadering te<br />

gaan. Gelukkig zei ze dat ze een andere huisarts onze kant op<br />

zou sturen. Ondertussen zag ik dat het erger werd met Pieter<br />

en mijn buurvrouw, die inmiddels bij ons was, riep: “Moet je<br />

kijken! Zijn lippen worden blauw!” We schrokken ons rot en ik<br />

belde direct 112. Ik kon alles goed uitleggen en de ambulance<br />

was al onderweg, zei de vrouw aan de telefoon. Ik moest met<br />

haar aan de telefoon blijven en inmiddels was onze huisarts<br />

toch gekomen. Samen met de buurvrouw legde<br />

ze Pieter op de bank om rectaal stesolid toe te dienen.<br />

De ambulance lieten we ook komen, want de huisarts zag dat<br />

er weinig verbetering kwam.<br />

Inmiddels was ook de ambulance gearriveerd en moest ik<br />

vertellen wat er allemaal was gebeurd en hoe Pieter had<br />

gereageerd. Hij kreeg toen een infuus met medicatie, maar<br />

nog steeds was er geen verbetering. “Nou mevrouw”, zei<br />

de verpleger, “we pakken hem in en nemen hem mee.” De<br />

buurvrouw had ondertussen mijn man gebeld, want die was<br />

net even met de auto naar de garage. Ik mocht achter in de<br />

ambulance bij Pieter en de verpleger. We reden het dorp uit en<br />

de verpleger gaf een seintje naar de bestuurder. Daar gingen<br />

we, gillende sirenes en zwaailicht aan. We reden keihard en ik<br />

weet nog dat ik aldoor achter om keek naar de weg: ik vond<br />

het doodeng. We kwamen aan in het ziekenhuis, werden daar<br />

naar een kamertje gebracht en na een paar minuten kwam<br />

Pieter opeens bij. De ambulanceverpleger stond bij hem en zei:<br />

“Goed zo jongen, goed zo.” Hij klonk blij en opgelucht en dat<br />

waren wij ook. Toen pas had ik door dat de aanval zeventig<br />

minuten had geduurd. Veel te lang natuurlijk. Maar we waren<br />

vooral opgelucht en blij dat hij redelijk goed bij was. Pieter<br />

moest een nachtje blijven en kreeg een scan. De volgende dag<br />

mocht Pieter naar huis en kregen we medicatie mee. Pieter<br />

is een week lang heel suf geweest. Er kwamen vrienden en<br />

familie langs met een cadeautje, maar dat is eigenlijk allemaal<br />

een beetje langs hem heen gegaan.<br />

Want na een week vroeg hij aan mij: “Mam, hoe kom ik<br />

eigenlijk aan al die snoepjes?”. Dit gebeuren had een zeer grote<br />

impact op Pieter en ons leven. En volgende keer zal ik daar<br />

verder over vertellen… ■<br />

zomer 2020 | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!