14.04.2021 Views

Th&ma Hoger Onderwijs 2021-1

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

TH MA themahogeronderwijs.org

creëren. Wat zijn de implicaties als we onze instellingen

zouden opbouwen vanuit kleinere eenheden: de daadwerkelijke

activiteiten?

Willen weten

Terugkomend op de verbinding tussen onderwijs en onderzoek:

Von Humboldt beredeneerde al dat je de verbinding

tussen deze twee kunt vormgeven vanuit de notie dat

beide gaan over kennis of ‘willen weten’. Simons & Elen

(2007) beschrijven dit ‘willen weten’ als Wissenschaft, wat

volgens hen in het Engels neerkomt op science en academic

inquiry. Wissenschaft gaat over het willen weten en betrekt

vanuit dit perspectief academici en studenten als actoren.

Als je nadenkt over deze kleinere eenheden lijkt de

overeenkomst tussen onderwijs en onderzoek te zijn dat

alle activiteiten een interactie met kennis veronderstellen.

Afhankelijk van je kennisopvattingen (Brew, 2001) kun je

kennis creëren of ontdekken, leren en altijd ook doceren.

Kennis kan daarbij theoretisch of empirisch zijn, maar kan

ook komen in de vorm van ontwerp, procedure of handelingswijze.

De denkwijze van Von Humboldt, die gericht

is op het willen weten en dus op kennis, lijkt daarmee

veelbelovend, hoewel Simons & Elen (2007) ons ook laten

zien dat de door Von Humboldt voorgestelde verbindingen

tussen onderwijs en onderzoek nooit gerealiseerd zijn in

het hoger onderwijs.

Wat Von Humboldt – zover ik weet – niet heeft geprobeerd,

is om de clusters van onderwijs en onderzoek los te laten en

werkelijk er voorbij te reiken. Als deze clusters inderdaad

niet functioneel zijn, in elk geval niet voor de integratie van

onderwijs en onderzoek, waarom zouden we ze dan handhaven?

Mogelijk levert het meer op om vooral vanuit de

interacties met kennis te redeneren. Boyer (1990) beschreef

al eerder de activiteiten van academici: het ontdekken van

nieuwe kennis (discovery), het integreren van bestaande kennis

(integrating), het toepassen van kennis (applying) en het

doceren van kennis (teaching). Interessant is dat Boyer de

nadruk legde op de verschillen tussen deze activiteiten door

te focussen op de werkwoorden, in plaats van te duiden wat

gemeenschappelijk is: de interactie met kennis. De door

Boyer beschreven werkwijzen kunnen dus allemaal onderdeel

zijn van kennisactiviteiten.

Als je de redeneerwijze vanuit interacties met kennis volgt,

zijn er in de kennisinstellingen meer werkwijzen te onderscheiden

dan de vier van Boyer. In mijn lectorale rede (Griffioen,

2019a) onderscheidde ik drie duo’s van activiteiten (zie

ook: Griffioen, 2019b): systematiseren en integreren, creëren

en ontdekken, en implementeren en theoretiseren. Daarnaast

zijn er werkwijzen gericht op het signaleren van gebrek aan

kennis en het delen van kennis. Onder de laatste valt doceren,

publiceren of, meer in het algemeen, dissemineren.

Op het eerste gezicht zou je kunnen zeggen dat binnen de

duo’s de eerste werkwijze vooral onderzoekgericht is en de

Als deze clusters

niet functioneel zijn,

waarom zouden we

ze dan handhaven?

tweede meer onderwijsgericht. Kennis systematiseren is de

werkwijze van de onderzoeker in bijvoorbeeld een literatuurstudie;

kennis integreren de werkwijze van de docent

ter voorbereiding op een lessenreeks. Toch kun je dat onderscheid

niet zo scherp maken, want lijkt het gebruik van kennis

voor een onderzoeksvoorstel niet meer op integreren?

En de student is (soms te impliciet) vaak ook kennis aan het

integreren in opdrachten. En is het aanpassen van een onderzoeksopzet

op basis van nieuwe inzichten uit theorie of

praktijk eigenlijk niet ook implementeren?

Ook docenten trekken hierbij geen duidelijke grens tussen

onderwijs en onderzoek, bleek in een eerdere studie (Griffioen

& De Jong, 2015): het zijn voor hen niet de activiteiten

an sich die bepalen of iets onderwijs of onderzoek is, het

zijn de context, de eigen rol en het doel van de activiteit die

dat bepalen. Hier ga ik een stap verder, door te stellen dat

het niet zo relevant is of de werkwijze binnen het cluster

onderwijs of het cluster onderzoek past; het doet er toe dat

het werkwijzen van kennisactiviteiten zijn.

Het is voor de kennisinstelling wel belangrijk om die te zien

als interacties met kennis. Hoe meer bewuste interacties met

kennis, des te groter de omvang van kennis in de kennisinstelling.

Dit volgt uit een specifieke definitie van kennis van

Vissers & Dankbaar (2013), die laten zien dat informatie

pas kennis wordt door het eigen handelen met die informatie

1 . Een wetenschappelijk artikel wordt voor een lezer pas

kennis nadat die het heeft gelezen en geïnterpreteerd, een

presentatie wordt pas kennis nadat iemand ernaar heeft

geluisterd en haar heeft begrepen. Voor een kennisactiviteit

moet iemand dus zelf handelen om de kennis te transformeren,

waarmee die persoon zelf ook verandert (Ashwin,

McLean, & Abbas, 2012; Bernstein, 2000). Dat lijkt overigens

behoorlijk op het ‘willen weten’ van Von Humboldt.

Een student als consument beschouwen is daarmee vrij

zinloos, maar dat terzijde.

Bewuste interacties

Uit het principe van actieve interactie met kennis volgt dat

bijvoorbeeld lesgeven voor de docent een kennisactiviteit is

57

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!