14.04.2021 Views

Th&ma Hoger Onderwijs 2021-1

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TH MA themahogeronderwijs.org

geving. Denk bijvoorbeeld aan variaties in T-profielen over

verschillende kennisactiviteiten heen, waarbij er thematische

specialisten en generalisten zullen ontstaan, maar ook

vaardigheidsspecialisten en generalisten 3 . In alle gevallen

zal de verwachting zijn dat mensen zich bewust zijn van de

structurele interactie met kennis en van de nuances en dilemma’s

die dit oplevert voor de kwaliteit van werken.

Het serieus nemen en combineren van belangen impliceert

dat elke individuele uitbreiding van het eigen handelingsrepertoire

ontstaat vanuit een actieve rol, maar dat daarvoor

ook ruimte is. Dat maakt students-as-partners (Cook-Sather,

2014), maar ook externs-as-partners, researchers-as-partners,

policymakers-as-partners en teachers-as-partners vanzelfsprekend,

omdat de student, de externe, de onderzoeker of de

docent alleen met een actieve houding kennis kan opdoen;

alleen dan is het voor de betreffende professional een kennishandeling.

Dit is dus ook de opdracht aan alle betrokkenen:

je kunt onderwijs niet consumeren, kennis opdoen

vraagt partnerschap en dus een actieve houding.

In deze situatie kan een opleiding wel veel flexibeler zijn,

doordat studenten kennisactiviteiten kunnen combineren

die verschillen van andere studenten, ook over opleidingen

heen. Door bijvoorbeeld (rollen in) kennisactiviteiten te

labelen naar complexiteit (A, B, C, D) en inhoud kun je

potentiële routing en opbouw tussen de onderdelen zichtbaar

maken, wat de keuzemogelijkheid kan vergroten. Ingangseisen

bestaan op het niveau van kennisactiviteiten, en

voor diplomering zijn de eisen van examencommissies dan

de sturende kaders. Voor sommige beroepsprofielen zijn die

eisen stringenter dan voor andere, dus examencommissies

zullen daarin meer en minder ruimte geven.

Op dezelfde manier kun je de risico’s van deelname aan

een of enkele kennisactiviteiten afdekken: voor een diploma

is immers vaak meer nodig dan de onderdelen binnen de

eigen interesse. Een diploma vraagt veelal een bepaalde

combinatie van kennisactiviteiten. Inhoudelijke flexibiliteit

zou waar mogelijk wel het uitgangspunt mogen zijn. Het

ligt ook voor de hand om ook ‘vrije opleiding’ mogelijk te

maken voor hogescholen (zoals al bestaat in het universitair

onderwijs). Vanuit eenzelfde redenatie kun je veel bijscholing

en LLO vormgeven binnen bestaande kennisactiviteiten.

Waarom zou ik als medewerker voor mijn professionalisering

bijvoorbeeld buiten de hogeschool Spaans gaan

leren, als er binnen de hogeschool kennisactiviteiten met

dat doel zijn?

Zo biedt een instelling die bestaat uit kennisactiviteiten de

mogelijkheid om vanuit het belang van professionalisering

die kennisactiviteiten open te stellen voor medewerkers.

Een opdracht zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat elke medewerker

zijn jaarlijkse professionaliseringstijd besteedt aan

kennisactiviteiten ‘boven het eigen niveau’ (bijvoorbeeld A,

B, C, D). Op deze manier biedt professionalisering de mogelijkheid

om door te groeien naar een nieuwe rol binnen

Je kunt onderwijs niet

consumeren, kennis

opdoen vraagt partnerschap

en dus een actieve houding

de eigen instelling waarop een medewerker na enige tijd

kan solliciteren. Dergelijke stappen zijn nu vaak beperkt

mogelijk of vragen om formele scholing buitenshuis. Individuele

ontwikkeling door te doen biedt ontwikkeling van de

kennisinstelling als geheel.

Nog veel te ontwikkelen

Een kennisinstelling op basis van kennisactiviteiten in

sequenties van netwerken door de tijd lijkt een interessant

concept, maar dat betekent nog niet wat we precies weten

hoe dit in de praktijk werkt. Daarvoor moeten we nog minimaal

de onderstaande vragen kunnen beantwoorden:

1. Hoe kun je een kennisactiviteit bestaande uit een gezamenlijk

thema en meerdere belangen vormgeven?

2. Hoe functioneert in een kennisactiviteit procesmatig

de interactie tussen de verschillende stakeholders met

verschillende belangen? Wat is er nodig aan coördinatie

en scaffolding?

3. Hoe kun je sequenties van kennisactiviteiten onderling

duurzaam en toch flexibel vormgeven?

4. Hoe kun je de kennis uit kennisactiviteiten systematisch

ontsluiten, zodat deze als informatie voorhanden blijft?

5. Aan welke randvoorwaarden moet de organisatie van een

kennisinstelling voldoen (en welke moet ze verliezen)

om op deze manier duurzaam te kunnen functioneren?

Met onder meer deze vragen gaan we in de komende periode

vanuit mijn lectoraat Higher Education, Research & Innovation

aan de slag om kennisinstellingen te ondersteunen

om voorbij de clusters onderwijs en onderzoek te reiken, en

zo hun werkwijze te baseren op een structurele en bewuste

interactie met kennis. Dat belooft ons een fijne dialoog voor

de volgende vijftien jaar.

Didi Griffioen

is hogeschoolbreed lector Higher Education, Research &

Innovation aan de Hogeschool van Amsterdam

61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!