22EST010

vennootschap als ze voldoen aan de 80% regel.
Dat wil zeggen dat de som van al je pensioenen
(wat je wettelijk krijgt en wat je daarbij spaart
via VAPZ, IPT en andere groepsverzekeringen)
niet hoger mag zijn dan 80% van de ‘normale’
bruto-bezoldiging van het afgelopen jaar.
Pensioenovereenkomst voor zelfstandigen
(POZ): Geen vennootschap maar wil je iets
gelijkaardigs aan de IPT? Dan is er de POZ.
Je kiest zelf de jaarpremie, waarop je 30%
belastingvermindering krijgt. Hou wel die
beruchte 80% regel in je achterhoofd: je wettelijk
en aanvullend pensioen mogen samen niet hoger
zijn dan 80% van je inkomen. Voor POZ wordt
dit berekend op je laatste 3 jaar. Ook hier is
het mogelijk om een bijstorting te doen. Bij de
uiteindelijke uitkering bij je pensioen is er een
eindbelasting die momenteel 10% bedraagt.
Langetermijnsparen: Je stort een bepaald
percentage van je inkomen, met een maximum
van 2.390 euro per jaar. Op de premie krijg je
30% belastingvermindering. Doorsparen kan ook
wanneer je geen zelfstandige meer bent.
Let op: Sloot je een woonlening af vóór 2016,
en breng je de aflossingen in voor de federale
woonbonus? Dan geniet je mogelijk geen fiscaal
voordeel.
Gebruik je aanvullend pensioen voor
het lenen bij vastgoed: Of je nu een
‘Bijsparen voor je pensioen op
een fiscaal aantrekkelijke wijze’
aanvullend pensioen opbouwt via een IPT,
groepsverzekering, VAPZ, POZ of zelfs het
klassieke pensioensparen, het principe blijft
hetzelfde. Je zet een som opzij voor je pensioen,
en in ruil krijg je een mooi fiscaal voordeel.
Een deel van je centen blokkeren tot aan
je pensioenleeftijd is niet altijd wenselijk.
Misschien wil je deze spaarcapaciteit graag
vroeger aanwenden voor een verbouwing
of zelfs aankoop van vastgoed. Zo kan je je
aanvullend pensioen gebruiken als hefboom
bij het onderhandelen van een krediet. Je
spaarplan wordt dan gebruikt als een soort
van waarborg. Maar je kunt ook tot 75% van je
geplande spaarpotje op voorhand opnemen om
te investeren. Ga hiervoor zeker eens te rade bij
je bank/verzekering.
Voor Nederland
Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit
3 pijlers: AOW (wat je krijgt via de overheid),
aanvullende pensioenopbouw via de werkgever
en aanvullende pensioenvoorzieningen.
Pensioenopbouw via de werkgever: Zo’n
90% van de werkgevers heeft een aanvullende
pensioenregeling via een pensioenfonds.
Gepensioneerde werknemers krijgen dan
een aanvullende uitkering bovenop de
AOW-uitkering. Meestal betalen werkgevers
ongeveer 2/3 van de totale pensioenpremies
en werknemers 1/3 deel. Kreeg je bij je
vorige werkgever dit voordeel? Dan kan je de
pensioenregeling van jouw voormalige werkgever
vrijwillig voortzetten. Je kan er wel pas gebruik
van maken als je pensioenregeling deze optie
biedt. De pensioenpremie voor deze vrijwillige
voortzetting is tot maximaal 10 jaar na ontslag
aftrekbaar van de belasting.
Individuele aanvullende pensioenvoorzieningen:
Hiermee spaar je extra bij
voor je pensioen op een fiscaal aantrekkelijke
manier. Denk hierbij aan lijfrenten, koopsommen
en levensverzekeringen. Dit kan zowel voor
werknemers als ondernemers/zzp’ers.
Collectieve pensioenregeling voor
zelfstandigen: Er zijn een aantal initiatieven
genomen voor collectieve pensioenregelingen
speciaal gericht op zzp’ers. Het gaat daarbij om
regelingen waarbij je je als zelfstandige vrijwillig
kunt aansluiten.
Fiscale Oudedagsreserve (FOR): Als
ondernemer voor de inkomstenbelasting mag
je jaarlijks een deel van de winst reserveren
voor je oudedagsvoorziening. Dat gereserveerde
deel heet de oudedagsreserve. Het vormen
van een oudedagsreserve betekent niet
dat je daadwerkelijk geld opzij zet, het is
een soort reservering van een deel van de
winst. De reservering zorgt voor uitstel
van belastingheffing over dat deel van de
winst. Dit levert dus op korte termijn een
belastingvoordeel op. Je kunt de fiscale
oudedagsreserve omzetten in een lijfrente,
bijvoorbeeld op het moment dat je met
pensioen gaat. De belastingheffing vindt dan
plaats over de lijfrentetermijnen. Voor de
opbouw van een fiscale oudedagsreserve gelden
voorwaarden. Namelijk het urencriterium
(minimaal 1225 uur per jaar werk je voor je
zaak) en aan het begin van het kalenderjaar heb
je de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
Lijfrente bij verzekeraar, bank of
beleggingsinstelling: Je kunt als zzp’er ook
kiezen voor een lijfrente bij een verzekeraar,
bank of beleggingsinstelling. De lijfrenteuitkeringen
ontvang je dan naast de AOW. De
premie die je voor deze lijfrente betaalt, is fiscaal
aftrekbaar van je box 1-inkomen. Let op: Je stort
niet zomaar een premie, er is een maximale
hoogte die afhangt van of je een pensioentekort
hebt. Wanneer je dat hebt, dan heb je
‘ruimte’om bij te storten. Op de website van de
belastingdienst.nl kan je uitrekenen hoeveel je
fiscaal mag aftrekken.
Tekst: Vicky Vermeulem
oktober 2022
71