11.01.2013 Views

Tweede Kamer

Tweede Kamer

Tweede Kamer

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1822<br />

77ste VERGADERING. — 7 MEI 1908.<br />

6. Regeling uer visscherijen.<br />

sanctie van de wet er zal zyu om dat te verhinderen, en dat<br />

strafbaar zal wordeu degene, die vischt, indien hy maar, op<br />

welke wy'ze ook, uitdrukkelijk verboden heeft. Daarom behoeft<br />

bij niet te zorgen, dat het ter kennis komt van deugene wien<br />

het aangaat. Wanneer hy maar zorgt, dat hot verbod in de<br />

oogen van ilen rechter is een uitdrukkelijk verbod. Dat heeft de<br />

geachte afgevaardigde niet in het oog gehouden, anders zou<br />

hy gevoeld hebben, dat die moeilijkheid niet door hem is ondervangen.<br />

Nu het amendement van den heer de Visser. Ik moeteerlyk<br />

zeggen, dat ik dat met eenige huivering zie. De geachte afgevaardigde<br />

is begonnen met te vragen, of ik wel eens een schriftelyke<br />

vergunning had gezien, waarin dergelijke eischen werden<br />

gesteld. In ditzelfde ontwerp komt reeds een dergelijke schriftelijke<br />

vergunning voor. Mijn kennis van het administratieve recht is<br />

niet zoo groot, dat ik hem een serie van vergunningen kan<br />

noemen, waarin dergelijke eischen gesteld worden, maar ik geloot,<br />

dat, wanneer h\j de motor- en rywielwet, een van de wetten,<br />

die ik hier mede behandeld heb, nagaat, hij zal zien, dat ook daar<br />

vergunningen worden gegeven, strikt persoonlijk, en waarin<br />

zeer bepaalde eischen worden gesteld.<br />

Mijnheer de Voorzitter! Ik moet er op wijzen, dat de geachte<br />

afgevaardigde door te ontkomen aan de administratieve moeiIykheid,<br />

iets meer doet dan hy bedoelt te doen, naar inyn meening.<br />

Ik zeg daarmede niet, dat het verkeerd is, wat hy doet, maar<br />

ik twijfel. De geachte afgevaardigde geeft in eens aan de vergunningen<br />

een ander karakter door het derde lid te schrappen<br />

en door te gelyker tyd Aa weg te nemen. Nu is in eens de vergunning,<br />

die zeer uitdrukkelijk bedoeld is als een persoonlijke<br />

vergunning, een vergunning strekkende voor een bepaald aangewezen<br />

persoon, een ander soort vergunning geworden.<br />

Dat zegt de geachte afgevaardigde er niet by en uu moet<br />

dus overwogen worden, of daardoor niet zeer bepaaldelijk de<br />

strekking vau het artikel en de beteekenis daarvan wordt veranderd;<br />

immers de oorspronkelijke vergunning zou altijd moeten<br />

inhouden de bepaling wie het is die de visschery uitoefent,<br />

hetgeen na deze wijziging niet meer noodig is. Door Aa te<br />

laten wegvallen toont de geachte afgevaardigde dat hy het<br />

volkomen toelaatbaar vindt wanneer een algemeene aanduiding<br />

van den persoon die bedoeld wordt in de vergunning, wordt<br />

opgenomen in de akte, een algemeene aanduiding bijv. A en<br />

zy'n gezelschap. Ik kan niy voorstellen, dat is ook een schriftelyke<br />

vergunning, dat men schrijft: de gasten van het hotel<br />

zoo en zoo. Er is by v. een heer die een schriftelijke vergunning<br />

geeft aan de gasten van het hotel zoo en zoo. Ik zeg niet,<br />

dat het verkeerd is, maar ik wil er de <strong>Kamer</strong> op wyzen , dat<br />

de vergunning daardoor een geheel ander karakter krijgt.<br />

En nu staan wy by deze zaak precies voor dezelfde quaestie<br />

die wy by deze Visscherywet telkens aantreffen: er is geen<br />

sprake van dat het hier eenvoudig geldt de eenvoudige<br />

vergunning om ergens te gaan hengelen — dan zon men inderdaad<br />

met een dergelijk papier kunnen volstaan—, maar deze vergun*<br />

ning geldt voor alle soorten van visschery. Deze vergunning is<br />

de akte waarbij iemand gedurende driejaren lang zyn uitsluitend<br />

recht om te visschen kan afstaan.<br />

Nu vraag ik mij af, of het wenschelyk is om de bepaling die<br />

het hier geldt op zoo losse schroeven te stellen. Aan den anderen<br />

kant moet ik ook zeggen, dat ik my hier niet onmiddellijk<br />

party zal stellen.<br />

Ik meen dat de gronden die indertijd zyn aangevoerd voor<br />

het stellen van deze bepaling by de kustvisschery een zeer<br />

ernstige quaestie betreffende visscherij golden. De <strong>Kamer</strong> is er<br />

ten slotte toe gekomen haar goed te vinden. Toen heeft de<br />

geachte afgevaardigde uit Gouda, de heer van Doorn, er op gewezen<br />

dat die gronden by de binnenvisschery niet zoo sterk<br />

golden als by de kustvisschery. Ik geloof, dat het evenwel wel<br />

eenig bezwaar heeft om zoo radicaal alles weg te uemen uit dit<br />

artikel wat aan de vergunning het karakter van persoonlijke<br />

vergunning ontneemt, maar ik geloof niet, dat het noodig is<br />

daarover nog lang te spreken, omdat ik in de toelichting niet<br />

heb verstaan , dat dat eigenlijk bedoeld werd.<br />

De heer de Savornin Lob man: Mynheer de Voorzitter! Ik<br />

heb my tot dusver in de discussie over de visschery, de visschers<br />

en de visschersbelangen niet gemengd, maar nu door den<br />

Minister in. i. noodeloos zoo warm wordt opgekomen voor de<br />

belangen van de rechthebbenden op het vischwater, dient er toch<br />

een woord gezegd te worden tot ondersteuning van het amendemeut<br />

van den geachten afgevaardigde uit Leiden, den heer<br />

de Visser. Wat de Minister aanvoerde betreft enkel het particulier<br />

belang van den rechthebbende op het vischwater; het geldt<br />

hier niet het publiek belang, maar alleen do vraag op welke<br />

wyze de rechthebbende vergunning kan geven. Volgens de<br />

bestaande wet wordt er niet anders vereisclit dan een schriftelijke<br />

vergunning. Wanneer thans iemand vischt in het vischwater<br />

van een ander dan moet hy bewyzen dat hem daartoe vergunning<br />

gegeven is. Of dit blijkt uit dat bewys is een zaak die de<br />

rechter moet beoordeelen.<br />

Somtyds zal het. om allen twijfel uit te sluiten, noodig zyn<br />

dut de uaam. de voornaam en de woonplaats van den vergunninghouder<br />

er by staat. Het kan ook best zyn, dat dit volstrekt<br />

ounoodig is, dat het voldoende is dat alleen de geslachtsnaain<br />

er in staat; dat is iets dat ons in het geheel niet aangaat,<br />

Die vraag is alleen van belang voor den rechthebbende op liet<br />

vischwater, die de vergunning geeft, en den visscher. Wanneer<br />

bijv. een eigenaar van een vischwater aan Jan Pieters en zyn<br />

familie, of aan zyn geheele gezelschap de vergunning wil geven<br />

om te visschen, of wel aan de logé's van een hotel, welnu wat<br />

gaat ons dit aan? Waarom moeten wy in de wet opnemen de<br />

verplichting om naam, voornamen en woonplaats, den aard van<br />

het recht van eerstgenoemde te vermelden? Hy die de vergunniug<br />

verleenen wil zal misschien niet eens begrijpen wat dit<br />

beteekent: „den aard van het recht". W r il dat zeggen, zal hü<br />

misschien vragen „aangenamen of onaangenamen aard"?<br />

Waarom moet het er in staan? Men heeft dit er misschien<br />

in sezet, omdat de ontwerper van het ontwerp een geheel ander<br />

certificaat op het oog heeft g

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!