Download
Download
Download
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5 Conclusies en aanbevelingen<br />
1. Wij vonden dat niet-westerse allochtone patiënten significant vaker worden<br />
heropgenomen en significant vaker langer in het ziekenhuis liggen dan verwacht kon<br />
worden op grond van de leeftijd, diagnose en behandeling. De gevonden verschillen<br />
ten op zichte van de autochtone bevolking liggen in de grootte-orde van 10% en zijn<br />
consistent. Deze bevindingen kunnen wijzen op verhoogde patiëntveiligheidsrisico’s<br />
voor niet-westerse allochtonen in de Nederlandse ziekenhuiszorg. Dit is in<br />
overeenstemming met buitenlandse studies (Miller 2003, Romano 2003, Coffey<br />
2005, Flores 2006, Chang 2008). Heropname en verlengde ligduur zijn echter geen<br />
directe maten voor patiëntveiligheid. Het zou bijvoorbeeld ook zo kunnen zijn dat<br />
een langere ligduur passend is voor allochtone patiënten, omdat de zorg complexer<br />
is o.a. als gevolg van taal- en communicatieproblemen.<br />
2. De verhoogde risico’s op heropname en verlengde ligduur voor allochtone patiënten<br />
konden deels, maar niet geheel worden toegeschreven aan verschillen in<br />
sociaaleconomische status. Andere factoren dan sociaaleconomische status spelen<br />
dus ook een belangrijke rol.<br />
3. Het risico lijkt onder Surinamers en Antillianen meer verhoogd dan onder patiënten<br />
van Turkse of Marokkaanse herkomst. Dit sluit aan bij het gegeven van grote<br />
diversiteit tussen etnische groepen. Bij de interpretatie van de cijfers over<br />
verschillen tussen etnische groepen kan het een probleem zijn dat de Turkse en<br />
Marokkaanse groepen als geheel jonger zijn dan de Surinaamse, Antilliaanse en<br />
autochtone Nederlanders. De kleine aantallen in de oudere leeftijdsgroepen zijn<br />
mogelijk een verklaring voor het feit dat de risico’s in de Turkse en Marokkaanse<br />
groepen niet significant verschilden van de autochtone bevolking.<br />
4. Wij vonden 3 mogelijke mechanismen die een verhoogd risico op<br />
patiëntveiligheidsincidenten bij patiënten van allochtone herkomst plausibel maken:<br />
een niet-passende reactie op lage Nederlandse taalvaardigheid of genetische<br />
kenmerken, misverstanden als gevolg van verschillen in ziektepercepties en<br />
verwachtingen van de zorg, en niet-passende zorg als gevolg van vooroordelen. Bij<br />
taalproblemen hebben patienten een voorkeur voor een formele tolk. Patiënten zijn<br />
niet altijd op de hoogte van het feit dat zij in Nederland zonder kosten recht hebben<br />
op een formele tolk.<br />
5. Voor de populatie van auto- en allochtone patiënten als geheel was ook lage<br />
sociaaleconomische positie geassocieerd met een hogere kans op heropname en<br />
verlengde ligduur. De hogere kansen konden niet worden toegeschreven aan<br />
verschillen in etnische herkomst. Ook hier geldt dat deze resultaten kunnen wijzen<br />
op minder patiëntveiligheid, of juist op passende zorg omdat een patiënt met een<br />
lage sociaaleconomische status bijvoorbeeld minder snel kan worden ontslagen door<br />
minder goede opvang thuis. Het is belangrijk in vervolgonderzoek naar verschillen<br />
in patiëntveiligheidsrisico’s tussen groepen in de bevolking ook sociaaleconomische<br />
status, bijv. op basis van postcode, mee te nemen.<br />
Dit onderzoek kent een aantal beperkingen. Etnische herkomst van patiënten is bepaald<br />
door koppeling met het GBA. We weten niet precies hoe goed die koppeling is; juist<br />
voor allochtone groepen zou die minder goed kunnen zijn (Nielen 2007; Volkers 2007).<br />
27