Download
Download
Download
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2. Inleiding<br />
2.1 Wat is het probleem?<br />
In 2005 en 2006 zijn in het kader van het landelijk dossieronderzoek Patiëntveiligheid<br />
in Nederlandse Ziekenhuizen in 21 ziekenhuizen bijna 8000 dossiers onderzocht door<br />
ervaren en getrainde beoordelaars (artsen en verpleegkundigen), om vast te stellen hoe<br />
vaak onbedoelde en vermijdbare zorggerelateerde schade optreedt. De methoden en<br />
resultaten zijn beschreven in het rapport “Onbedoelde schade in Nederlandse ziekenhuizen.<br />
Dossieronderzoek van ziekenhuisopnames in 2004” (De Bruijne 2007), in artikelen<br />
(o.a. Zegers 2009) en in het proefschrift van Marieke Zegers (2009). Gemiddeld werd<br />
bij 5,7% van de ziekenhuisopnames onbedoelde schade en bij 2,3% vermijdbare schade<br />
vastgesteld. In dit onderzoek is geen onderscheid gemaakt in het optreden van onbedoelde<br />
schade tussen patiënten uit verschillende etnische groepen.<br />
Er zijn op grond van buitenlands onderzoek redenen om te veronderstellen dat nietwesterse<br />
allochtonen een risicogroep vormen in termen van patiëntveiligheid. Empirische<br />
gegevens hierover zijn voor Nederland niet voorhanden. Een aantal Amerikaanse<br />
studies liet zien dat bij etnische groepen meer adverse events voorkwamen (Romano<br />
2003, Miller 2003, Coffey 2005, Flores 2006, Chang 2008). Chang vond dat bij zwarte<br />
patiënten ongeveer 20% meer adverse events voorkwamen, maar bij andere etnische<br />
groepen ongeveer evenveel als bij blanken. Coffey vond dat zwarte patiënten een hoger<br />
risico op sommige adverse events hadden, maar een lager op andere zoals obstetrisch<br />
trauma. De systematische review van Flores vond etnische verschillen in bepaald<br />
adverse events bij kinderen, waaronder infecties als gevolg van medische zorg. Het is<br />
niet bekend of deze etnische verschillen in patiëntveiligheid verband houden met<br />
specifieke diagnostische of therapeutische ingrepen en ook niet of het beeld<br />
overeenkomt met etnische verschillen in kwaliteit van zorg.<br />
Allochtonen, met name die van niet-westerse herkomst, vormen een kwetsbare groep in<br />
de gezondheidszorg. In Nederland woonden op 1 januari 2009 1.809.310 Nederlanders<br />
van niet-westerse herkomst, 1.478.396 allochtonen met een westerse achtergrond, en<br />
13.198.081 autochtone Nederlanders (CBS Statline, www.cbs.nl). De getalsmatig grootste<br />
groepen zijn van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse herkomst. In de<br />
groep Nederlanders van niet-westerse herkomst bevonden zich op 1 januari 2009<br />
378.330 Turkse Nederlanders, 341.528 Marokkaanse Nederlanders, 338.678<br />
Surinaamse Nederlanders en 134.774 Nederlanders van de Nederlandse Antillen en<br />
Aruba. Volgens de in Nederland gangbare definitie van allochtone herkomst op basis<br />
van geboorteland is iemand van allochtone herkomst als hijzelf (eerste generatie) of ten<br />
minste één van de ouders (tweede generatie) in het buitenland geboren is. Van de 1,8<br />
miljoen allochtonen van niet-westerse origine behoren er ongeveer 1 miljoen tot de eerste<br />
generatie. De meeste niet-westerse allochtonen wonen in de Randstad. In de grote<br />
steden is nu ongeveer 35% van de bevolking van niet-westerse allochtone herkomst<br />
(CBS Statline). Naar schatting zullen in 2050 ongeveer 3 miljoen mensen van nietwesterse<br />
herkomst deel uitmaken van de Nederlandse bevolking, dan ongeveer gelijk<br />
verdeeld over eerste en tweede generatie (CBS Statline).<br />
7