06.08.2015 Views

Oudenbosch.pdf

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

HEEN en WEER, VERKEER en VERVOER in en om OUDENBOSCHMet ingang van 21 mei 1855 liet de AR haar stoptreinenzelfs aan drie halten stoppen, namelijkSeppe, Hoeven en Princenhage. De halte Seppezou voor reizigersvervoer geopend blijven tot 15mei 1938. Dat is te danken geweest aan het uitgroeienvan het aanvankelijk zeer kleine buurtschapjetot een echt dorp, waartoe de openingvan de halte zeer zeker een steentje heeft bijgedragen.Aansluitend openbaar vervoerNa de opening van de spoorwegen in West-Brabant verwachtte men in <strong>Oudenbosch</strong> een gunstigeinvloed op de welvaart en bloei van de gemeente.In vergelijking met de diligence ging hetvervoer per trein veel sneller en comfortabeler, alwaren in het begin sommige rijtuigen aan weerszijdennog open. Maar na 1860 was ook dat verledentijd. Voor het lokale vervoer van goederenbleven de Oudenbosschenaren echter aangewezenop de vrachtkarondernemers.Sinds 1851 werd melding gemaakt van één omnibusdienstvoor personen en twee vrachtkardienstenvoor stukgoederen op Breda. Ook naar Bergenop Zoom reed een vrachtkardienst. Daarnaastvoeren nog drie beurtschippers tussen <strong>Oudenbosch</strong>en Rotterdam. Na de komst van despoorwegen in West-Brabant verdween alleen deomnibusdienst op Breda. Daarna zou het eenhele tijd rustig blijven aan het front van het lokalevervoer. Slechts in de jaren zeventig vond nogeen korte opleving in het omnibusvervoer plaats.Sommige diligenceondernemers waren zich gaantoeleggen op het vervoer van reizigers tussendorpen en spoorwegstations. Bij besluit 23 oktober1874 van de Minister van Binnenlandse Zakenkreeg A. Feijns te Oosterhout vergunningvoor een dagelijkse omnibusdienst tussen <strong>Oudenbosch</strong>en Etten. Hij hield dit vol tot in 1879.Een collega, G. Thompson te <strong>Oudenbosch</strong>, wildehet in 1875 ook proberen tussen <strong>Oudenbosch</strong> enSeppe, maar moest de zaak al gauw opgeven.Tot de opkomst van het gemotoriseerd wegvervoerin de jaren na 1925 zouden ondernemersmet vrachtkardiensten actief blijven van <strong>Oudenbosch</strong>op Breda, Roosendaal en Bergen opZoom. Vanuit de haven zeilden beurtschippersnaar Dordrecht en Rotterdam. In de jaren 1880-1890 was er zelfs een stoombootdienst van <strong>Oudenbosch</strong>naar ‘s Gravenhage.De haven als bron van welvaartVóór de komst van de spoorwegen steunde hetOudenbossche economische leven vooral op descheepvaart in de haven. Het gemeentebestuurwas er alles aan gelegen om het verkeer in dehaven zo goed mogelijk te doen verlopen. Het‘Reglement van Policie’ van 25 juni 1849 liet nietsaan duidelijkheid te wensen over. Schippersmoesten hun ankers zodanig uitwerpen, dat zijgeen last veroorzaakten aan andere vaartuigen.Deklasten van rijshout mochten daarom ook niette ver aan weerszijden uitsteken. De walkantenmochten onder geen beding worden beschadigd.Vaartuigen diende men uitsluitend aan meerpalenvast te maken. Inkomende schepen hadden voorrangte geven aan uitgaande schepen. Hier endaar had men uitwijkplaatsen aangelegd. Het zeilenin de haven was verboden. Het lossen vanhout, steen, metselkalk, plavuizen, straatkeien,dakpannen en stadsmest was alleen toegestaanop het Turfhoofd. Voor andere plaatsen moesttoestemming worden gevraagd. Het was verbodenom in de haven mest of vuil over boord tewerpen of te storten. Ook mocht men er geenschepen schoonmaken. Leerlooiers werd het wekenvan huiden en het uitwassen van haar in dehavenkom en bij de spuisluis verboden. Elkeovertreding werd gestraft met boeten van drie tottwaalf gulden. Het gemeentebestuur was zeerbeducht voor het dichtslibben van de haven endaarmee ook voor het opdrogen van haar inkomstenbron:het havengeld.Strijd tussen suikerfabriek en gemeenteDe vestiging van drie suikerfabrieken aan de haven,respectievelijk in 1862, 1866 en 1871, zouhet gemeentebestuur grijze haren bezorgen.Nauwelijks was de Nederlandsche BeetwortelSuiker Fabriek in 1862 in bedrijf of er kwamenklachten binnen van onder meer een beurtschipperover de lozing van ongezuiverd afvalwater inde haven. De suikerfabriek wees de klachtenover ophogingen van zand ter hoogte van haarriool hooghartig van de hand. Het vastzittendebeurtschip was te zwaar beladen en de waterstandte laag, ‘terwijl wij niet kunnen ontveinzendat wij het betreuren, dat het publiek zoo weinigdoordrongen is van de weldaad door de vestigingder fabriek aan de gemeente aangebragt, om Uwcollegie telkens te komen bemoeijelijken metvoordragten van niet noemenswaardige ongerieven’.Om een lang verhaal kort te maken: de suikerfabriekkwam zichzelf al gauw tegen. Zij klaagde op28 september 1865 bij het gemeentebestuur overde bedorven staat van het water in de haven‘welks nadeelige uitwerking op ons fabriekaat, wijte veel reeds gevoelen, doordien het niet alleenongeschikt is tot de einden waartoe het moet gebezigdworden, maar daarenboven hoogst schadelijkop de machinerieën werkt’. En dan te wetendat de tweede en derde suikerfabriek nog gebouwdmoesten worden.9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!