1 HET PALESTIJNS JODENDOM TUSSEN 500 VÓÓR EN 70 NA ...
1 HET PALESTIJNS JODENDOM TUSSEN 500 VÓÓR EN 70 NA ...
1 HET PALESTIJNS JODENDOM TUSSEN 500 VÓÓR EN 70 NA ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
kleine wijzigingen accepteerden, wat toch alleen maar mogelijk is geweest, als ze in<br />
die Thora voorschriften en voorstellingen hebben gevonden, waarin ze hun eigen<br />
tradities herkenden; verder, dat men in de Samaritaanse literatuur geen invloeden van<br />
heidense religies aantreft en tenslotte, dat de Samaritaanse paasviering in vergelijking<br />
met de Joodse de indruk wekt een oud Israëlitisch ritueel te volgen. Men moet zich de<br />
vraag stellen al kan men haar niet beantwoorden of de herinvoering van de Jehowah<br />
dienst in Samaria onder Esarhaddon niet gepaard is gegaan met verschijnselen, die<br />
weliswaar niet identiek maar wel vergelijkbaar zijn met hetgeen zich in Juda onder<br />
Josia heeft afgespeeld. Het is in ieder geval hoogst merkwaardig, dat de Samaritanen<br />
later, toen de Judeeërs van de Perzische overheid verlof kregen om de tempel van<br />
Jeruzalem te herbouwen, daaraan mee wilden doen (Ezra 4:2).<br />
Na de ondergang van Assyrië kreeg het volk Israël eerst met de Babyloniërs en daarna<br />
gedurende lange tijd met de Perzen te maken.<br />
De achtergronden daarvan liggen echter in het optreden van de Meden in het Nabije<br />
Oosten.<br />
Met de Perzen en andere stammen behoorden de Meden tot de Ariërs die weer deel<br />
uitmaakten van de grotere Indo-Europese volkerenfamilie die vanuit het Noordoosten<br />
omstreeks het jaar 1000 v. Chr. het plateau van Iran waren gaan binnendringen.<br />
In een bericht omtrent een veldtocht van de Assyrische koning SalmanAssar III uit het<br />
jaar 836/5 worden ze voor het eerst genoemd. Gaandeweg hebben deze Meden een<br />
soort bondsstaat weten te formeren, waartoe ook de Perzen behoorden en na allerlei<br />
wederwaardigheden in de landen ten Noorden en Oosten van de Tigris waartoe o.a. de<br />
invallen van de Skythen behoorden bracht dit Rijk der Meden Assyrië de eerste fatale<br />
slag toe.<br />
Zijn koning Cyaxares veroverde in 614 v. Chr. Assur. Binnenlands hadden de<br />
Assyriërs het steeds moeilijk gehad met Babylonië we zagen boven hoe Sanherib zelfs<br />
Babel verwoestte, waarna Esarhaddon het weer nieuwe kansen bood ; de dood van<br />
Assurbanipal in 626 v. Chr. maakte het mogelijk dat het zich weer als een zelfstandige<br />
staat ging gedragen.<br />
De man, die daarbij de leiding had, was Nabopolassar waarschijnlijk iemand van<br />
Aramese afkomst gezien het feit, dat hij een Chaldeeër genoemd wordt. De<br />
Chaldeeërs (Babyl.: Kaldoe) behoorden nl. tot die Aramese stammen, die zich vroeger<br />
aan de zuidzijde van de benedenloop van de Eufraat hadden gevestigd. Na de val van<br />
Assur verbond deze Nabopolassar zich met Cyaxares en samen brachten zij de<br />
ondergang over Ninive in 612. Gezien de geografische ligging van de territoria der<br />
bondgenoten lag het voor de hand, dat de streken ten Zuiden van de Tigris aan de<br />
Babyloniërs en die ten Noorden van deze rivier aan de Meden toevielen.<br />
In de Syrische delen van het vroegere Assyrische rijk kreeg Nabopolassar zelfs met<br />
verre Aramese verwanten te maken.<br />
De nieuwe Babylonische staat was in wezen niet expansief ingesteld. Doordat Egypte<br />
de volkomen ondergang van Assyrië tevergeefs had pogen af te wenden en daarna in<br />
Palestina bleef intrigeren, zagen de Babyloniërs zich gedwongen in dit gebied militair<br />
in te grijpen.<br />
De ondergang van het staatje Juda was daarvan het gevolg. Maar het had het er dan<br />
ook wel naar gemaakt: Josia had voor Nabopolassar gekozen en sneuvelde<br />
dientengevolge in de slag, die hij in het jaar 609 v. Chr. bij Megiddo tegen farao<br />
Necho leverde; deze laatste stelde, na een interim koningschap van drie maanden van<br />
Josia's zoon Jóachaz, diens broer Jojakim als koning aan; de Babyloniërs hadden deze<br />
Egyptische creatuur geaccepteerd maar moesten hem op den duur toch als<br />
onbetrouwbaar ervaren. Dit feit voerde er toe, dat Nabopolassar's zoon Nebukadnézar<br />
12