09.03.2013 Views

1 HET PALESTIJNS JODENDOM TUSSEN 500 VÓÓR EN 70 NA ...

1 HET PALESTIJNS JODENDOM TUSSEN 500 VÓÓR EN 70 NA ...

1 HET PALESTIJNS JODENDOM TUSSEN 500 VÓÓR EN 70 NA ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

werd toegekend. De eerste bevelhebbers in deze admiraliteit waren niet succesvol;<br />

maar in 67 kreeg Pompejus met nog uitgebreidere bevoegdheden dan zijn voorgangers<br />

het hoogste commando en hij slaagde. Van West naar Oost veegde hij de<br />

Middellandse Zee schoon van piraten. Toen hij in de winter van 67 op 66 in Cilicië<br />

overwinterde kreeg hij daar in januari het bevel Lucullus op te volgen (de Lex<br />

Manilia). Reeds in de zomer van 66 had hij Mithridates VI uit zijn Klein-Aziatische<br />

gebieden verdreven; deze vluchtte naar streken op de Krim, waar hij macht had en<br />

waar hij in 63 overleed.<br />

Voor Tigranes creëerde Pompejus een tang. Hij zette de Parthische koning Phraëtes III<br />

tot een aanval op tegen Tigranes, terwijl hij zelf in de positie verkeerde om vanuit het<br />

Westen aan te vallen.<br />

Voordat Pompejus tot de aanval over ging onderwierp Tigranes zich, met het gevolg<br />

dat hij zijn erfgebieden althans kon behouden. Syrië, Phenicië en Cilicië moest hij<br />

echter afstaan. In 65 was de oude vorst van Armenië zo een rex socius<br />

bondgenotenkoning van Rome geworden.<br />

Onder die bedrijven deed zich het kortstondige herstel van de Seleuciedische dynastie<br />

waarover boven gesproken is en waarmee de namen van Antióchus XIII en Philippus<br />

II verbonden zijn, voor. Dit had echter geen betekenis meer; in de gebieden die<br />

Tigranes moest afstaan was de toekomst aan Rome. Hiermee werd de kiem gelegd<br />

voor een kwestie, die voor Rome in de komende eeuwen een blok aan het been zou<br />

blijken.<br />

Dat Pompejus er met gemak in slaagde Phraëtes III tot een aanval op Armenië te<br />

brengen, was een gevolg van het verdrag, dat de laatste in het jaar <strong>70</strong> met Lucullus<br />

had gesloten. Bij dit verdrag was bepaald, dat de Eufraat de westelijke grens van het<br />

Parthische machtsgebied zou zijn. De hulp, die Pompejus van hem vroeg, betekende<br />

voor Phraëtes in letterlijke zin een buitenkans.<br />

De koning der Parthen drong echter verder in Armenië door, dan Pompejus hem<br />

gevraagd had. Of dit verdenkingen bij de Romeinse opperbevelhebber heeft<br />

opgeroepen, valt niet meer uit te maken. In ieder geval waren de eisen, die aan<br />

Tigranes bij de vrede werden gesteld, zodanig, dat deze afstand moest doen van alles<br />

wat hij op de Seleucieden had veroverd, doch niet van de gebieden, die ten koste van<br />

de Parthen in zijn macht waren gekomen. Een Romeinse bevelhebber voerde zelfs nog<br />

een raid op Parthisch gebied uit. Geen wonder, dat Phraëtes van Pompejus erkenning<br />

van het verdrag met Lucullus en van zijn titel koning der koningen vroeg. De Romein<br />

wees dit verzoek af en eiste zelfs nog, dat de Parthen bepaalde gebieden zouden<br />

ontruimen. Zijn beweegredenen zijn onbekend. Men heeft wel gesteld, dat de vrees<br />

geleefd zou hebben, dat de Parthen verder naar het Westen zouden opdringen. Maar<br />

deze gedachte is weinig reëel en doet geen recht aan een complex van oorzaken dat in<br />

die jaren achter de beslissingen omtrent het Midden-Oosten schijnt te hebben gelegen.<br />

Het Parthische rijk was nl. allerminst een sterke eenheid en het is eigenlijk een<br />

wonder, dat het er toch steeds weer in geslaagd is, om Rome te weerstaan. Bijzonder<br />

groot hoefde de vrees voor de uitbreiding van<br />

de macht der Parthen naar het Westen niet te zijn. Maar het is natuurlijk de vraag, of<br />

Rome de Parthische situatie op zijn werkelijke merites heeft kunnen beoordelen. Daar<br />

tegenover mag men echter niet uit het oog verliezen, dat de Parthen niet meer<br />

claimden, dan erkenning van de Eufraat als hun westelijke grens. Door die erkenning<br />

niet royaal te honoreren, deed Pompejus hen onrecht. De vraag is maar, waarom hij<br />

dat deed. Antieke auteurs suggereren, dat Romeinen de gedachte gekoesterd hebben<br />

het rijk van Alexander de Grote weer te herstellen. Mogelijk hebben in later tijd<br />

dergelijke ideeën geleefd. Dat Pompejus ze gekoesterd zou hebben is wel bijzonder<br />

44

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!