01.05.2013 Views

Klik hier - lenoirschuring

Klik hier - lenoirschuring

Klik hier - lenoirschuring

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ingenaaide vorm op de markt bracht. Ik citeerde<br />

in dit verband de geschiedschrijver van deze<br />

uitgeverij, die concludeerde: ‘men was eenvoudig<br />

aan het pocketboek niet toe.’Als dat zo is, hoe<br />

komt het dan dat Nederland er kennelijk twintig<br />

jaar later voor naar de boekhandel rende? Wat was<br />

er met het publiek gebeurd dat het opeens zo gretig<br />

reageerde op een format dat in feite al veel langer<br />

bestond?<br />

Over het gedrag van de Nederlandse lezers<br />

weten we behoorlijk wat omdat er de afgelopen<br />

decennia gedegen onderzoek naar is gedaan. Een<br />

samenvatting geeft bij voorbeeld het uitgebreide<br />

rapport Leesgewoontes; een halve eeuw onderzoek<br />

naar het lezen en zijn belagers (door W. Knulst e.a.).<br />

Met die studie in de hand laat zich het volgende<br />

beeld schetsen.<br />

Eind jaren vijftig wordt een ongekende<br />

uitbreiding van het leespubliek zichtbaar. Een<br />

aantal demografische factoren heeft daarbij een<br />

doorslaggevende rol gespeeld. In de eerste plaats de<br />

zogenaamde geboortegolf van vlak na de oorlog.<br />

De kinderen die in de roes van de bevrijding of<br />

niet veel later zijn verwekt, bereiken eind jaren<br />

vijftig de Middelbare School. Het ging om een<br />

bijzonder grote groep, niet alleen vanwege die<br />

vloedgolf maar vooral ook omdat het normaal werd<br />

dat ook kinderen uit voorheen minder kansrijke<br />

klassen gingen ‘doorleren.’ Dat had bovendien<br />

tot gevolg dat het lerarencorps op de middelbare<br />

scholen drastisch moest worden uitgebreid. Met<br />

jonge leerkrachten. En voor deze nieuwe docenten<br />

betekende de Beweging van Tachtig niet het<br />

hoogte- en eindpunt van de Nederlandse literatuur,<br />

zoals dat voor hun oudere collega’s nog vaak wél<br />

het geval was geweest. Tegelijkertijd begon de<br />

verzuiling af te brokkelen, waardoor de morele<br />

oordelen van eerdere generaties hun greep op het<br />

onderwijs verloren. Met andere woorden, de jonge<br />

leraren kregen vrij spel om over hun eigen literaire<br />

favorieten te praten: Hermans, Claus, Mulisch,<br />

Campert, Lucebert, iets later ook Wolkers.<br />

De gestegen welvaart maakte het bovendien<br />

voor scholieren en studenten mogelijk een eigen<br />

bibliotheekje van pockets en paperbacks op<br />

te bouwen, dat keurig een plaats kreeg op het<br />

kleurrijke Tomado-rekje. Opvallend is ook dat<br />

er toen geen significant verschil bestond tussen<br />

veellezende meisjes/vrouwen aan de ene en<br />

jongens/mannen aan de andere kant. Het was de<br />

tijd dat scholieren foto’s van schrijvers in hun<br />

agenda plakten.<br />

De cijfers spreken boekdelen (of liever<br />

gezegd: pocketreeksen): in 1956 besteedde de<br />

bevolking gemiddeld zo’n 22 % van de vrije<br />

tijd aan boeken lezen. Hierbij was vooral de<br />

jeugd van doorslaggevend belang, want de<br />

hoogste percentages vindt men bij de twaalf- tot<br />

veertienjarigen (daar komen de geboortegolvers)<br />

en studenten. Het CBS merkte in die tijd zelfs<br />

op: ‘Het is tevens mogelijk dat het vele lezen een<br />

eigenschap van de jeugd zelve is.’ De jongeren<br />

lazen in ieder geval veel meer dan de ouderen.<br />

34 35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!