04.05.2013 Views

ANALYSETECHNIEKEN IN HET LABORATORIUM. - Favv

ANALYSETECHNIEKEN IN HET LABORATORIUM. - Favv

ANALYSETECHNIEKEN IN HET LABORATORIUM. - Favv

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de veronderstelling dat elke kolonie die men ziet afkomstig is<br />

van slechts één enkele cel een idealisering is. Vaak is het onmogelijk om tijdens de analyse de cellen<br />

helemaal van elkaar los te maken, zodat een kolonie kan ontstaan uit een klein groepje cellen en niet<br />

uit één enkele cel (vb. Staphylococcen, die van nature in groepjes voorkomen). Vandaar dat men<br />

spreekt over ‘kolonievormende eenheden’ (kve, cfu – colony forming unit) en niet over<br />

‘kolonievormende cellen’.<br />

2.1.2.1.2 Selectieve remming<br />

In een monster komen meestal veel verschillende soorten micro-organismen voor waarvan maar een<br />

beperkt aantal van belang is, zoals een bepaalde pathogeen of een groep indicatororganismen. Om<br />

het gezochte organisme of groep te selecteren moeten er enerzijds groeicondities toegepast worden<br />

waarbij de gezochte organismen zich kunnen vermenigvuldigen, anderzijds moet de groei van andere<br />

organismen die de analyse zouden kunnen storen, geremd worden zodat na verloop van tijd het<br />

gezochte organisme de overhand haalt op alle andere (survival of the fittest).<br />

De remming van organismen die de analyse zouden kunnen storen kan gebeuren door controle van<br />

de atmosfeer (aëroben - anaëroben), van de pH, van de groeitemperatuur, van de aanwezige<br />

voedingsstoffen of van de aanwezigheid van remmende verbindingen zoals antibiotica. Deze<br />

parameters moeten natuurlijk zo ingesteld worden dat het gezochte organisme er zelf zo weinig<br />

mogelijk door geremd wordt.<br />

2.1.2.2 Telling en detectie<br />

Bij een microbiologische analyse kunnen er twee vragen gesteld worden :<br />

• Hoeveel cellen van een bepaald organisme zijn er aanwezig in een bepaalde hoeveelheid<br />

monster. Dit is van belang wanneer er een bovengrens vastgesteld is voor de aanwezigheid<br />

van een bepaald organisme of groep in een product (vb. minder dan 100 per gram).<br />

• Om hierop een antwoord te geven moet men een telling uitvoeren van het aantal gezochte<br />

organismen. Bij deze techniek worden de cellen eerst verspreid om afzonderlijke cellen te<br />

krijgen, waarna men die cellen laat uitgroeien tot kolonies en men het aantal kenmerkende<br />

kolonies telt. Dus eerst verspreiden, dan groei.<br />

• Een variant hierop is de methode van het Meest Waarschijnlijke Aantal (MPN, Most Probable<br />

Number) waarbij men niet met kolonies maar met het kenmerk groei/geen groei werkt over<br />

verschillende deelmonsters.<br />

• Is een bepaald organisme aanwezig in een bepaalde hoeveelheid monster ? Dit is van belang<br />

bij pathogenen, waar een norm vastgelegd is dat het organisme afwezig moet zijn in een<br />

bepaalde hoeveelheid monster (vb. afwezig in 25 g product).<br />

• In dit geval voert men een detectie uit van het organisme in de betreffende hoeveelheid<br />

monster. Omdat het aantal aanwezige cellen van geen belang is (het maakt niet uit of er 1 dan<br />

wel 100 in de gestelde hoeveelheid product voorkomen), voert men eerst een aanrijking uit<br />

waarna men een bevestiging uitvoert om te zien of het organisme in de aanrijking aanwezig is.<br />

Dus eerst groei en dan bevestiging.<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!