Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Leidraad</strong> Balans Deel 3 - Hoofdstuk 3.2<br />
3.2 Gas<br />
Gas<br />
Levensduur<br />
Voor de levensduur van een gasleiding wordt er onderscheid gemaakt in verschillende vormen<br />
van de levensduur (economische, technische en functionele). De technische levensduur van een<br />
gasleiding bedraagt gemiddeld ongeveer 50 tot 100 jaar. Ten gevolge van onder meer zettingen,<br />
kan de levensduur van een leidingsysteem korter zijn. Deze kortere levensduur is vaak het gevolg<br />
van falende huisaansluitingen of verbindingen tussen de buizen. Het vervangen van een gasleiding<br />
gebeurt zelden of nooit op basis van functionele eisen of financiële afschrijving.<br />
Indien het plan wordt opgevat om de weg, waarin de gasleiding zich bevindt, op te hogen zal een<br />
afweging plaatsvinden tussen het laten liggen van de leiding en voor het ophalen of vervangen van<br />
de leiding, afhankelijk van de restwaarde en/of restlevensduur van de leiding. Het is ook mogelijk een<br />
gasleiding te ‘upgraden’ door bijvoorbeeld alleen de huisaansluitingen te vervangen.<br />
Het gelijktijdig ophalen of vervangen van de leiding met de uitvoering van de ophoogmaatregel<br />
heeft als voordeel dat dit relatief goedkoop kan worden uitgevoerd. Immers de wegverharding<br />
en -fundering worden vanwege de uit te voeren ophoogmaatregel tijdelijk verwijderd. Tevens is<br />
materieel aanwezig.<br />
Indien de leiding echter nog in redelijke staat verkeerd en nog niet is afgeschreven kan er voor<br />
worden gekozen de leiding in zijn geheel te handhaven, eventueel in combinatie met enkele<br />
onderdelen te vervangen, zoals de huisaansluitingen of het leidingensysteem in z’n geheel op te<br />
halen.<br />
Gietijzeren of asbestcementleidingen worden niet opgehaald in verband met te verwachten lekkages<br />
en de hoge kosten als gevolg van het fasegewijs per 20 cm ophalen. Meestal worden dan gietijzeren<br />
of asbestcementleidingen vervangen door slagvast PVC of PE ,afhankelijk van de situatie.<br />
In sommige gevallen is het handhaven van de bestaande gasleiding alleen zinvol indien het systeem<br />
als geheel minimaal een restlevensduurverwachting heeft (of na vervanging van onderdelen krijgt)<br />
die minimaal gelijk is aan de levensduurverwachting van de wegconstructie na uitvoering van de<br />
ophoogmaatregel.<br />
Als een gasleiding onafhankelijk kan worden vervangen, dan is het geen bezwaar deze te laten liggen<br />
tot vervanging nodig is. Over het algemeen zal een diepteligging van de leiding groter dan 1,30<br />
m, ten opzichte van een normale diepte van 0,80 m, niet wenselijk zijn. Bij een grotere diepte zijn<br />
aanpassingen aan aansluitleidingen noodzakelijk en kost het opgraven van de leiding meer moeite<br />
en daardoor meer geld.<br />
Vanwege de hoge arbeidskosten en de relatief lage materiaalkosten is het ophalen van een leiding<br />
bijna even duur als het vervangen van een leiding. Door de ophoogmaatregel aan te passen aan de<br />
verwachte afschrijvingstermijn en de maximale diepte ten aanzien van de bereikbaarheid door het<br />
toepassen van lichtgewicht ophoogmateriaal en afstemming met de restlevensduur van de overige<br />
kabels en leidingen kan een optimum in kosten worden bereikt.<br />
Vervanging van de gasleiding vindt plaats als de veiligheid in het geding is.<br />
Per situatie moet altijd een afweging worden gemaakt tussen de te maken kosten voor het ophalen<br />
en vervangen, afhankelijk van de restwaarde en/of restlevensduur van de leiding.<br />
Criteria ten behoeve van het afweegmodel<br />
Het afweegmodel maakt gebruik van een beperkte hoeveelheid invoerparameters en is bedoeld voor<br />
gebruik op netwerkniveau. Voor het afweegmodel zullen daarom criteria worden gehanteerd die in<br />
de meeste gevallen gelden. Het betreft per situatie ‘handhaven’, ‘ophalen’ of ‘vervangen’ de volgende<br />
criteria: