You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Deel 6 - Hoofdstuk 6.1<br />
Balans applicatie<br />
<strong>Leidraad</strong> Balans<br />
Ondergrond<br />
In dit scherm geeft u de beschikbare gegevens over de ondergrond aan. Er zijn in de Balans applicatie<br />
meerdere mogelijkheden om het gedrag van de grond te schematiseren.<br />
De eerste mogelijkheid is om historische gegevens (meetdata) in te vullen, wanneer u hier<br />
beschikking over heeft. De tweede mogelijkheid is om de grondparameters van de onderliggende<br />
lagen aan te geven. Binnen deze tweede mogelijkheid heeft u de keuze tussen twee verschillende<br />
geotechnische modellen parameters aan te geven: de Koppejan methode of de Isotache methode.<br />
Wanneer u met de laatste twee modellen wilt werken, is basiskennis van deze modellen benodigd. 1<br />
Bovenaan het invoerscherm vind u de mogelijkheid om Grondwaterstand in [m] t.o.v. N.A.P. in te<br />
voeren.<br />
U kunt nu een keuze maken tussen twee verschillende methoden om de grond (het zettingsgedrag<br />
ervan) te omschrijven.<br />
Keuze 1: Gebruik historische gegevens<br />
Historische gegevens of meetdata kunnen door de Balans applicatie gebruikt worden om de<br />
zettingseigenschappen van de ondergrond in te schatten. U dient te beschikken over minimaal twee<br />
meetpunten. Deze meetpunten dienen uit de periode tussen de aanleg en de huidige meting te zijn.<br />
Omdat u reeds het moment van aanleg en het huidige niveau heeft ingevoerd, beschikt Balans over 4<br />
momenten waarop de hoogteligging van de weg bekend is. Met deze gegevens, het zettinggedrag uit<br />
het verleden, zal Balans de grondeigenschappen bepalen.<br />
1 Toelichting: Delft Cluster rapport DC2-3 12 05 versie 1<br />
153