06.05.2013 Views

Leidraad - Slappe Bodem

Leidraad - Slappe Bodem

Leidraad - Slappe Bodem

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Leidraad</strong> Balans Deel 3 - Hoofdstuk 3.2<br />

Gas<br />

In dit verband kan worden gewezen op de eventuele aanwezigheid van potkleigronden, onder<br />

andere in Groningen (gebufferde sulfaatconcentraties), bruinkoolgronden, onder andere in Limburg,<br />

zandgronden met humeuze bovenlaag (humuszuren) en zandgronden met een hoog gehalte aan<br />

vrij koolzuur. De aantasting van de leidingen kan worden versterkt door grondwaterstromingen of<br />

wisselende grondwaterstanden.<br />

De draagkracht van de leiding wordt bepaald door de wanddikte, de verhouding van de stijfheid van<br />

de buis ten opzichte van die van de omringende grond en de zijdelingse steundruk. Met deze factoren<br />

wordt rekening gehouden in de vigerende normering.<br />

In slappe bodem is de rek van belang in relatie met de treksterkte en spanningsrelaxatie van het<br />

materiaal. De rek bepaalt in relatie met de treksterkte de toelaatbare elastische vervorming van<br />

het materiaal terwijl de relaxatie bepaalt in hoeverre het materiaal bij een overschrijding van de<br />

toelaatbare spanning in staat is plastisch te vervormen zonder te breken.<br />

Een flexibele voorziening moet worden aangebracht daar waar verschil in grondbeweging optreedt,<br />

ofwel in situaties waar sprake is van een sprongzakking (in zakkend gebied) zoals:<br />

› Overgang van persing naar aanleg in open sleuf;<br />

› Overgang lichte fundering naar normale grondslag;<br />

› Overgang bestaande leiding naar ‘nieuwe’ situatie;<br />

› Overgang van (tijdelijke) voorbelasting naar normale grondslag.<br />

In situaties waar sprake is van grondzakking en een niet zakkend object bovenlangs gekruist wordt<br />

zoals:<br />

› Riolering;<br />

› Duiker.<br />

In situaties waar wordt aangesloten op een object dat niet of minder zakt dan de aangesloten leiding<br />

zoals:<br />

› (District) stations.<br />

Overgang naar kokers of tunnelbak.<br />

Vanuit de norm is de eis gesteld dat een gaslekkage detecteerbaar en lokaliseerbaar moet zijn. Dit<br />

houdt in dat de omliggende grond gasdoorlatend moet zijn. Als referentie wordt gesteld dat de<br />

gasdoorlatendheid minimaal gelijk moet zijn aan die van een zandfundering. Als de omliggende<br />

grond niet gasdoorlatend is, moeten maatregelen worden getroffen om gaslekkage te kunnen<br />

detecteren en lokaliseren. Dit speelt vooral een belangrijke rol als de fundering van gevel tot gevel<br />

loopt en/of er een vrijverval riool in de nabijheid van de gasleiding ligt.<br />

In de onderstaande tabel is de gasdoorlatendheid van menggranulaat en zandcement uitgedrukt<br />

ten opzicht van zand. Menggranulaat en zand vormen geen belemmering bij het bovengronds lek<br />

zoeken. Bij menggranulaat is de exacte locatie van het lek moeilijk te bepalen. Een gasleiding onder<br />

menggranulaat is minder goed en niet zonder inzet van hulpmiddelen bereikbaar. Daarbij kunnen<br />

vonken ontstaan.<br />

Zand Menggranulaat Gestabiliseerd zand<br />

100 % 370 % 30 %<br />

De gasdoorlatendheid van zand en/of klei met een open verharding is voldoende om kleine<br />

gaslekkages op te zoeken.<br />

Ondoorlatende lagen boven gasleidingen zijn niet toegestaan, dus geen asfalt, dichte fundering<br />

of EPS toepassen. Dichten van de voegen met cement bij een open verharding van elementen is<br />

eveneens niet toegestaan.<br />

Een gasleiding moet altijd bereikbaar zijn voor onderhoud en/of reparatie door het gebruik van<br />

ongebonden traditionele ophoogmaterialen boven de leidingen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!