Woordenboek van neologismen - Etymologiebank

familie Doorsnee, cliché voor het 'doorsneegezin'.
Oorspronkelijk de titel van een populair
radiofeuilleton uit de jaren vijftig, op tekst van
Annie M.G. Schmidt. De uitdrukking is wellicht
al oud, maar wordt pas in de jaren tachtig
frequent gebruikt. In de handwoordenboeken
anno 1997 wordt de term niet vermeld.
Het beeld dat Sultan van zijn ouders schetst is dat
van de geslaagde Familie Doorsnee.
NRC Handelsblad, 05-11-93
We hebben geen Familie Doorsnee met een man
die buitenshuis de kost verdient en de vrouw die
thuis een paar kinderen opvoedt.
Elsevier, 05-04-97
Het is een verbazend standvastige constante in de
samenleving: de artistieke liefhebberij. Vele honderdduizenden
amateurschilders, zangers, acteurs
en filmers zijn actief, en een nieuw legioen van
schrijvers, popmuzikanten en vut-koren dient zich
aan. Een blik achter de schermen van de grootste
Familie Doorsnee.
Elsevier, 14-06-9-/
familiezender, (commerciële) televisiezender die
amusement voor het hele gezin brengt. In
Vlaanderen vooral van toepassing op de commerciële
omroep VTM. Soms minachtend gebruikt
door kijkers van de openbare omroep
VRT.
VTM moet opnieuw een ruime familiezender
worden, Kanaal 2 is voor de jongeren.
De Standaard, 11-07-97
fanzine (