Woordenboek van neologismen - Etymologiebank

Sinds Ruud Gullit het woord onlangs nog eens
aan Jan Lenferink uitlegde is 'strak' hèt tienerwoord
in opkomst. Ook 'strak' stamt waarschijnlijk
uit de Surinaamse scene, afgeleid wellicht van
'sharp', of 'straight', en staat voor alles wat deugt.
Een mooi doelpunt noemt Gullit 'een hele strakke'.
Ook op Jan Lenferinks kapsel was de kwalificatie
volgens Gullit van toepassing. In de sportschoolscène
wordt het woord gebruikt in een meer letterlijke
betekenis voor: goed getrainde spieren en lichamen.
Al met al vormt 'strak' een serieuze kandidaat
voor een plaats in de galerij 'gaaf', 'stijl' en
'wreed'.
Jan Kuitenbrouwer: Turbotaai. Van socio-babble
totyuppie-speak, 1987
Oké, laten we eerlijk zijn: rap en HipHop zijn onwijs
strak zolang je er maar niet een hele elpee naar
hoeft te luisteren.
Muziek Express, mei 1988
strandchampetter, in Vlaanderen: oriëntatiepaal
aan de kust, vnl. bedoeld voor kleine kinderen
die makkelijk de weg of hun ouders
kwijtraken. De paal steekt drie meter boven het
zandoppervlak uit en torst een kindvriendelijke
figuur: een strandbal, een treintje, een banaan
enz. —»verdwaalpaal'.
Op het strand van Middelkerke werd gisteren
de eerste van een reeks van 120 'strandchampettertjes'
neergezet. Deze oriëntatiepalen zullen
in de komende dagen in al onze badplaatsen uit
het zand rijzen. Ze moeten een einde maken aan
het verdriet en de angst van de vele honderden
kinderen die jaarlijks op onze stranden verdwalen.
De Morgen, 30-03-91
streamer (