Een goede naam voor de betere boekhandel - Genootschap Onze ...
Een goede naam voor de betere boekhandel - Genootschap Onze ...
Een goede naam voor de betere boekhandel - Genootschap Onze ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Maar waarom beweert <strong>de</strong> ANS dan dat<br />
het woordje dat in ‘Slijmbal dat je bent!’<br />
meer op een voegwoord lijkt?<br />
Verrassing: <strong>de</strong> ANS bewéért dit helemaal<br />
niet. Het Taalpost-stukje geeft het<br />
standpunt van <strong>de</strong> ANS niet goed weer.<br />
In <strong>de</strong> paragraaf ‘Uitroepen<strong>de</strong> zinnen van<br />
het type ‘Lummel die/dat je bent!’’ staat<br />
het letterlijk zó: “<strong>de</strong> grammaticale status<br />
van dat (betrekkelijk <strong>voor</strong><strong>naam</strong>woord<br />
of voegwoord?) is moeilijker te<br />
bepalen.” Het gaat dan om <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n<br />
als “Pechvogels dat we zijn” en “Smerige<br />
on<strong>de</strong>rkruipers dat jullie zijn.” De<br />
ANS signaleert dus alleen een probleem<br />
met <strong>de</strong> woordsoort van dat. Maar nu<br />
komt het. De volgen<strong>de</strong> zin luidt: “Op<br />
<strong>de</strong>ze kwestie, die alleen van theoretisch<br />
belang is, wordt hier niet na<strong>de</strong>r ingegaan.”<br />
GrammatIcaal weSpenneSt<br />
Hier doe ik even een verbaas<strong>de</strong> stap<br />
achteruit. Hoezo, “alleen van theoretisch<br />
belang”? Dat is om twee re<strong>de</strong>nen<br />
een raadselachtige uitspraak. Ten eerste<br />
is eigenlijk alles wat er in <strong>de</strong> ANS staat<br />
alleen van theoretisch belang. De grammaticale<br />
beschrijving van een taal, hoe<br />
interessant ook, is iets waar je best bui-<br />
Foto: Raymond Noë<br />
ten kunt. Dat blijkt alleen al uit het feit<br />
dat onze meest prominente taalgebruikers<br />
heel goed uit <strong>de</strong> voeten kunnen<br />
met <strong>de</strong> taal, zon<strong>de</strong>r dat zij op <strong>de</strong> hoogte<br />
zijn van <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> ANS. Maar<br />
zelfs in het on<strong>de</strong>rwijs wordt <strong>de</strong> ANS<br />
meestal als ‘te hoog gegrepen’ beschouwd,<br />
dus <strong>de</strong> meeste taalgebruikers<br />
kennen het boek niet eens. Het hele<br />
werk is alleen van theoretisch belang.<br />
Maar er is nog iets an<strong>de</strong>rs: <strong>de</strong> ANS<br />
telt meer dan 1700 pagina’s, en dit is <strong>de</strong><br />
enige plaats waar zo’n opmerking staat<br />
over theoretisch belang. Wat betekent<br />
dit? Het ziet er een beetje uit als een<br />
soort waarschuwing: ‘Pas op! Kwestie<br />
alleen van theoretisch belang! Vooral<br />
niet ver<strong>de</strong>r over na<strong>de</strong>nken, want je<br />
steekt je in een grammaticaal wespennest<br />
waaruit allerlei gemene argumenten<br />
te<strong>voor</strong>schijn komen! We gaan er dus<br />
niet ver<strong>de</strong>r op in.’<br />
Voor avontuurlijk ingestel<strong>de</strong> taalliefhebbers<br />
is zo’n grammaticale waarschuwing<br />
natuurlijk eer<strong>de</strong>r een uitnodiging.<br />
Wat is dat dan <strong>voor</strong> een wespennest?<br />
Waarom is <strong>de</strong> woordsoort van dat hier<br />
zo lastig te bepalen? Gaat het echt alleen<br />
maar om het feit dat je bij een<br />
<strong>de</strong>-woord die verwacht?<br />
uItGeBreI<strong>de</strong> verGelIjkInG<br />
Er zijn in ie<strong>de</strong>r geval twee taalkundigen<br />
die <strong>de</strong> kwestie al eens uitgebrei<strong>de</strong>r besproken<br />
hebben: Piet Paar<strong>de</strong>kooper beschreef<br />
in 1963 <strong>de</strong> constructie ‘Stommeling<br />
dat je bent!’ en Jaap <strong>de</strong> Rooy publiceer<strong>de</strong><br />
in 1967 een inventarisatie van <strong>de</strong><br />
dialectvarianten van ‘Lummel dat je<br />
bent!’ Daarbij signaleer<strong>de</strong> hij niet alleen<br />
‘Lummel die je bent!’ maar ook ‘Lummel<br />
dat je daar bent!’ en zelfs ‘Lummel daar<br />
je bent!’, dat in verou<strong>de</strong>rd Fries en in<br />
het Limburgs was aangetroffen.<br />
Over dat in ‘Stommeling/lummel dat<br />
je bent’ waren bei<strong>de</strong> taalkundigen het<br />
roerend eens: dat moest gezien wor<strong>de</strong>n<br />
als een betrekkelijk <strong>voor</strong><strong>naam</strong>woord,<br />
hoewel het eigenlijk niet paste bij een<br />
<strong>de</strong>-woord als stommeling of lummel. Volgens<br />
bei<strong>de</strong>n is ‘Stommeling/lummel dat<br />
je bent’ dus een nevenvorm van ‘Stommeling/lummel<br />
die je bent.’ Paar<strong>de</strong>kooper<br />
kwam tot die conclusie na een uit-<br />
gebrei<strong>de</strong> vergelijking van <strong>de</strong> beschimping<br />
‘Stommeling dat je bent!’ met <strong>de</strong><br />
uitroep ‘<strong>Een</strong> stommeling dat je bent!’<br />
Dat zijn twee taalvormen die veel op<br />
elkaar lijken, maar die volgens Paar<strong>de</strong>kooper<br />
totaal verschillend zijn.<br />
Met ‘Stommeling dat je bent!’ scheld<br />
je iemand uit, en behoorlijk fors ook.<br />
Het is volgens Paar<strong>de</strong>kooper een soort<br />
uitbreiding van <strong>de</strong> kortere beschimping<br />
Stommeling! in <strong>de</strong> vorm van een bijvoeglijke<br />
bijzin ‘die/dat je bent’. De<br />
an<strong>de</strong>re taalvorm, ‘<strong>Een</strong> stommeling dat<br />
je bent!’, is om verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen<br />
totaal an<strong>de</strong>rs. Ten eerste klinkt hij an<strong>de</strong>rs.<br />
De beschimping ‘Stommeling dat<br />
je bent!’ eindigt in een dalen<strong>de</strong> intonatie,<br />
waardoor het meteen dui<strong>de</strong>lijk is<br />
dat er niks meer komt. Met het lidwoord<br />
een erbij krijg je een uiting die<br />
juist in een stijgen<strong>de</strong> toon eindigt. Daardoor<br />
krijg je <strong>de</strong> indruk dat er nog iets<br />
volgt: ‘<strong>Een</strong> stommeling dat je bent,<br />
nounou!’<br />
meer moGelIjkhe<strong>de</strong>n<br />
Ook <strong>de</strong> betekenis is totaal an<strong>de</strong>rs. ‘<strong>Een</strong><br />
stommeling dat je bent (nounou)!’ is<br />
geen beschimping, het is meer een uitroep<br />
van verbazing over iemands stomheid.<br />
Dat is verschil nummer twee.<br />
Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> heeft <strong>de</strong> variant ‘<strong>Een</strong> stommeling<br />
dat je bent!’ veel meer mogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />
Zo kun je het <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re personen<br />
gebruiken (‘<strong>Een</strong> stommeling dat hij<br />
is!’), en je kunt an<strong>de</strong>re woordsoorten invullen<br />
<strong>voor</strong> een stommeling (‘Stom dat<br />
hij is!’, ‘Veran<strong>de</strong>rd dat hij is!’). Bovendien<br />
kun je in plaats van dat ook als<br />
gebruiken: ‘Stom als hij is!’ Dat kan bij<br />
‘Stommeling dat je bent!’ allemaal niet.<br />
Waarom is <strong>de</strong> woordsoort van ‘dat’ hier<br />
zo lastig te bepalen? Gaat het echt alleen<br />
maar om het feit dat je bij een ‘<strong>de</strong>’-woord<br />
‘die’ verwacht?<br />
Waarom is dit verschil zo belangrijk?<br />
Wel, een bijvoeglijke bijzin hoort altijd<br />
bij een zelfstandig <strong>naam</strong>woord. Dat betekent<br />
dat je in ‘Stom dat hij is’ of ‘Veran<strong>de</strong>rd<br />
dat hij is’ geen bijvoeglijke bijzin<br />
hebt, want stom en veran<strong>de</strong>rd zijn geen<br />
zelfstandige <strong>naam</strong>woor<strong>de</strong>n. Dat hij is<br />
moet in die gevallen dus een gewone<br />
bijzin zijn. Maar als ‘Stom dat hij is!’<br />
in<strong>de</strong>rdaad een variant is van ‘<strong>Een</strong> stommeling<br />
dat hij is!’, dan is dat hij is in die<br />
zin natuurlijk ook een gewone bijzin.<br />
Daarom benadrukt Paar<strong>de</strong>kooper dat<br />
o n z e t a a l 2 0 1 2 • 6<br />
165