Dynamische strategievorming, een continu proces - Vastgoedkennis
Dynamische strategievorming, een continu proces - Vastgoedkennis
Dynamische strategievorming, een continu proces - Vastgoedkennis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Omgevingsscan<br />
Initiatief van het Forum for Housing<br />
and Living<br />
Het Forum for Housing and Living (FHL)<br />
pleit in haar rapport ‘Woningcorporaties<br />
op eigen benen: verdienen om te kunnen<br />
dienen’ voor <strong>een</strong> nieuw duurzaam<br />
bedrijfsmodel voor woningcorporaties.<br />
Het model komt kortweg op het volgende<br />
neer. Op uitnodiging van <strong>een</strong> individuele<br />
woningcorporatie worden private<br />
investeerders medeaandeelhouder met<br />
<strong>een</strong> meerderheidsbelang in <strong>een</strong> nieuw op<br />
te richten deelneming van de<br />
woningcorporatie. Het bezit van de<br />
corporatie wordt tegen bedrijfswaarde<br />
ingebracht in de deelneming. De<br />
corporatie brengt ook expertise en<br />
menskracht voor het vastgoedbeheer in.<br />
De investeerders krijgen hun<br />
meerderheidsbelang door <strong>een</strong> inbreng in<br />
contanten die ten goede komt aan de<br />
corporatie. Bij deze wijze wordt dus <strong>een</strong><br />
deel van het vermogen van de<br />
woningcorporatie liquide gemaakt. De<br />
woningcorporatie houdt zich dan nog<br />
voornamelijk bezig met<br />
vermogensbeheer met mogelijkheden om<br />
te investeren in lokale en regionale<br />
maatschappelijke projecten. De opting-in<br />
onderneming richt zich op het<br />
vastgoedbeheer met de doelstelling<br />
daarmee <strong>een</strong> marktconform rendement<br />
te behalen.<br />
FHL neemt de situatie in Duitsland als<br />
voorbeeld. Daar is de markt voor sociale<br />
huurwoningen veel kleiner: 6% tegenover<br />
43% in Nederland. De marktwoningen en<br />
sociale woningen hebben in Duitsland<br />
<strong>een</strong> gemiddeld hogere waarde, met <strong>een</strong><br />
substantieel lagere huurprijs, waarbij de<br />
prestaties geleverd worden tegen relatief<br />
lage bedrijfskosten. De omvangrijke<br />
volkshuisvestingstaak is daarmee in<br />
Duitsland overgenomen door private<br />
bedrijven. Bestaande vooroordelen tegen<br />
dit Duitse model, als zouden private<br />
investeerders niet geïnteresseerd zijn in<br />
krimpgebieden, hoge huren in rekening<br />
brengen en minder woningonderhoud<br />
plegen met ontevreden huurders als<br />
gevolg, kunnen worden weerlegd, stelt<br />
FHL.<br />
Ook Arnoud Vlak heeft meerdere malen<br />
betoogd dat het bestaande bedrijfsmodel<br />
van woningcorporaties leidt tot<br />
suboptimale bedrijfseconomische en<br />
maatschappelijke output. Dit is met name<br />
het gevolg van de combinatie van<br />
vastgoedrollen die corporaties als<br />
‘integrale vastgoedonderneming’<br />
vervullen. Voor <strong>een</strong> bevrijding uit deze<br />
‘Gordiaanse knoop’ draagt hij <strong>een</strong> aantal<br />
opties 19 aan waarbij de verschillende<br />
rollen 20 in de productie en het aanbod<br />
van vastgoed en vastgoeddiensten bij<br />
verschillende partijen worden belegd.<br />
Johan Conijn 21 pleit even<strong>een</strong>s voor <strong>een</strong><br />
ander besturingsmodel en het<br />
onderscheiden van<br />
verantwoordelijkheden in het<br />
sturingsmodel van corporaties<br />
(Maatschappelijke Kamer,<br />
Vermogenskamer en Vastgoedkamer)<br />
met afzonderlijke sturingsvariabelen en<br />
rendementseisen. Of dit onderscheid ook<br />
tot <strong>een</strong> daadwerkelijke splitsing in<br />
afzonderlijke rechtspersonen moet<br />
leiden, poneert hij als centrale<br />
vervolgvraag voor het debat.<br />
Brutering 2.0<br />
Eind 2011 is vanuit <strong>een</strong> tiental<br />
woningcorporaties het alternatief<br />
‘Brutering 2.0’ ontworpen. De kern van<br />
Brutering 2.0 is dat de woningcorporatie<br />
financiering van alle nieuwe leningen<br />
realiseert zonder publieke WSWachtervang.<br />
Brutering 2.0 anticipeert<br />
hiermee op de mogelijkheid dat<br />
garantiestelling onder het WSW bij de<br />
staatschuld wordt opgeteld en geeft<br />
hiervoor <strong>een</strong> oplossing.<br />
42 Visiedocument Woningcorporaties 2020 – <strong>Dynamische</strong> <strong>strategievorming</strong>, <strong>een</strong> <strong>continu</strong> <strong>proces</strong><br />
De (nieuwe) financiering van corporaties<br />
vindt bij dit initiatief plaats via <strong>een</strong><br />
gezamenlijk op te richten ‘onderlinge<br />
waarborgmaatschappij<br />
woningcorporaties’. Deze onderlinge<br />
waarborgmaatschappij krijgt <strong>een</strong><br />
afzonderlijke rating op basis van <strong>een</strong><br />
onderlinge borging, zonder<br />
rijksachtervang, door alle aangesloten<br />
corporaties. Daarbij wordt de staatssteun<br />
op de bestaande leningportefeuille<br />
afgekocht en de project- en<br />
saneringssteun beëindigd.<br />
De huurtoeslag die deels voor rekening<br />
van de corporatiesector komt, wordt<br />
even<strong>een</strong>s afgekocht. Gedurende acht jaar<br />
zal <strong>een</strong> extra huurverhoging bovenop de<br />
inflatie plaatsvinden om tot <strong>een</strong><br />
duurzaam bedrijfsmodel te komen. Deze<br />
extra inkomsten zullen, naast<br />
woningverkoopopbrengsten en<br />
rationalisatie van de bedrijfsvoering,<br />
onderdeel zijn van het afkoopbedrag<br />
richting Rijk. Huurders die huurtoeslag<br />
ontvangen, krijgen <strong>een</strong> inflatievolgende<br />
huur. Doordat er <strong>een</strong> extra huurverhoging<br />
is, zullen meer mensen in aanmerking<br />
komen voor huurtoeslag. Ook dit wordt<br />
door de woningcorporaties afgekocht.<br />
Het resultaat is dat commerciële partijen<br />
g<strong>een</strong> concurrentienadeel meer<br />
ondervinden van de woningcorporaties.<br />
Doordat de staatssteun is vervallen, is<br />
tevens het onderscheid tussen DAEB en<br />
niet-DAEB niet langer relevant. Daarmee<br />
vallen kunstmatige schotten weg en<br />
kunnen volgens de bedenkers ook de<br />
middeninkomens weer bereikt worden.<br />
De corporaties komen in dit model niet<br />
geheel los van de overheid. Omdat de<br />
corporaties hun doelstellingen statutair<br />
hebben vastgelegd, blijven de statuten en<br />
statutenwijzigingen goedkeuring van de<br />
minister vereisen. De minister zal ook<br />
toezicht blijven houden op de sector.<br />
19 Zie onder meer de ‘openbare les’ van Arnoud Vlak ‘Maatschappij en vastgoed bevrijd uit de Gordiaanse knoop: <strong>een</strong> nieuwe logica voor de inzet van vastgoed voor maatschappelijke doelstellingen’,<br />
Hogeschool Rotterdam, 7 september 2011.<br />
20 Daarbij worden de volgende rollen (‘functies’) onderscheiden: vermogenverschaffings-, beleggings-, transformatie en projectontwikkelings- beheer-, dienstverlenings- en bemiddelingsfunctie.<br />
21 Zie ‘Drie perspectieven: geïntegreerd of gesplitst’ presentatie van Johan Conijn en Ortec Finance tijdens de IPD/aeDex Marktpresentatie, 26 april 2012