5 AMBTS-BRIEVEN A. R. FALCK. - Acehbooks.org

128 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, NIJVERHEID EN KOLONIEN.
aan schriftelijke bescheiden, en het is ook hierom dat ik mijne
conferentien met zijn HoogEdGestr. zooveel mogelijk vermenigvuldige,
ten einde, hoe eer hoe liever, en nog vóór de ontvangst
der nader van Batavia ontbodene documenten, in staat te zijn
van mijne meening te vestigen, omtrent hetgene voor ons, in
onze koloniale betrekkingen tot Engeland oorbaar, en, in de
aanstaande onderhandelingen, te bedingen wenschelijk is.
w°. 8. KOLONIALE GELDMIDDELEN.
Aan den KONING. 'sHage, 1 Augustus 1820. — Behalve de
stukken die U. M. bij besluit van 25 Juni 11, n c . 67 gewild
heeft dat ter opmaking van de buitengewone begrooting voor
1821 op heden zouden worden ingediend, ontvangt Hoogstdezelve
hiernevens nog eene tabel, die het jaarlijks afnemend bedrag
aantoont der voor de koloniale administratie, sedert derzelver
herstelling in 1814, successivelijk op 's Rijks begrootingen ingewilligde
sommen. De uitgaven van het aanstaande jaar zelve
zullen, volgens de thans gemaakte ramingen, al wederom beneden
die van het tegenwoordige blijven, welk reeds minder
kostbaar was dan al zijne voorgangers.
Bij dezen loop der zaken en de aldus zoo blijkbaar bewezene
zorg van het Gouvernement, om ook in dit gedeelte der staatshuishouding
de meeste spaarzaamheid in acht te nemen, kon
men hopen dat de daartoe betrekkelijke gedeelten van de begrootingen
, bij de discussien der Staten Generaal, beveiligd
zouden zijn geweest tegen alle soort van onaangename reflexien.
U. M. zal zich gelieven te herinneren dat dit anders is geloopen
en dat 'er, in die aanzienlijke vergadering, leden gevonden
zijn, die de gezindheid hebben laten doorstralen om zich
met de beschouwing en het onderzoek van het bestuur der
koloniën in te laten, op grond dat voor deze laatsten eenige
fondsen uit 's Rijks kasse wierden aangevraagd.
Het is niet zonder wijze redenen dat, bij de Grondwet, het