5 AMBTS-BRIEVEN A. R. FALCK. - Acehbooks.org

AMBASSADE TE LONDEN.
295
Noord en Zuid dit doel zoude kunnen bereiken zonder te kort
te doen aan het andere doel waaromtrent men in 1814 en 1815
overeengekomen is, namelijk het daarstellen van een bolwerk
aan ons Zuidelijk frontier. In allen geval echter wordt er aangedrongen
op de noodzakelijkheid om zoodra mogelijk de rust
in België te herstellen. Ik heb Lord Aberdeen bezig gevonden
met het schrijven eener dépêche in dien geest, welke echter
nog in een Kabinetsraad zal worden overwogen. De Hertog
van Wellington gelooft dat het Fransche kabinet op zoodanig
voorstel niet neen zal willen zeggen, doch men gelooft zoo gemakkelijk
hetgene men wenscht, en hij wenscht zoo vurig dat
het hem gelukken moge den vrede te bewaren ! Het door Ostende
gegeven voorbeeld kan noodlottig worden voor meer dan
eene andere vesting; eene drangreden tot bespoediging waarop
ik den Hertog, bij voorraad, als hoogstgewichtig in het eigen
belang der geallieerden oplettend gemaakt heb.
De nieuwe Fransche Ambassadeur zal eerst in de volgende
week zijn eerste gehoor bij den Koning hebben, die, bijaldien
de jicht, waaraan hij thans een weinig lijdt, niet grootelijks
toeneemt, alsdan op een dag heen en weer van Brighton denkt
te komen. De Heer de Talleyrand naar ik verneem, want zelve
heb ik hem nog niet ontmoet, laat zich over onze zaken en
de tusschenkomst van vreemden in dezelve, in denzelfden geest
uit als de Graaf Molé in zijne gesprekken met de Pruissische
en Russische Gezanten en met anderen.
w°. 5«. ONDERHANDELINGEN MET DE
ENGELSGHE REGERING. ( ! )
Aan den Heer Baron VERSTOLK VAN SOELEN. 5 October 1830,
n°. 111. — De tegenspoed dien de Heer Dedel op zee gehad
(1) De briefwisseling met Lord Aberdeen, waartoe dit schrijven betrekkelijk is,
vindt men medegedeeld in: Jlir. Mr. de Bosch Kemper, Geschiedenis van Nederland
na 1830; 1 Dl. Letterkundige aanteekeningen bl. 36 en volgende.