5 AMBTS-BRIEVEN A. R. FALCK. - Acehbooks.org

AMBASSADE TE LONDEN. 309
„ aldaar uit te noodigen om wat krachtiger dan hij gewoon is,
„met aanhaling der daadzaken, dit verwijt te logenstraffen.
„ Wat heeft Uw Gouvernement van ons gevorderd ? Vooreerst
„ dat wij deel zouden nemen aan eventueele onderhandelingen
„ over het wijzigen der VIII artikelen. Hierin is bewilligd.
„ Ten tweeden dat wij gewapenderhand zouden bijdragen tot
„ herstel van het wettig gezag in België en desniettemin onderhandelen
ook met Frankrijk. En vóór dat wij tijd hebben om
„ ons hierover te uiten of zelfs te beraden, laat men den Prins
„ naar Antwerpen gaan en eene houding aannemen door welke
„ binnen weinige dagen de geheele zaak van gedaante ver-
„ändert! Al te hard is het om mij nu als 't ware verant-
„ woordelijk te stellen voor de uitkomsten ; den man wiens ge-
,.heele reputatie op het spel staat en misschien zijn leven."
Ziedaar de substantie van 's Hertogs uitboezeming die zeker
alles behalve geveinsd was en bij welke ik te beter eenig geduld
oefenen kon naar mate ik inniger overtuigd ben van zijn
hagchelijken toestand hier te lande. Dit behoeft trouwens voor
Uwe Excellentie geen betoog in wiens voorlaatste dépêche aan
den Generaal Fagel ik deze woorden vond: une des premières
causes de celte indifférence c'est la situation précaire du Ministère
anglais et le mauvais esprit qui règne en Angleterre et surtout
en Irlande. Groote bekommering verwekt vooral de gisting der
gemoederen in Ierland tot welker opruijing O'Connell en zijne
vrienden thans zich voornamentlijk van het voorbeeld der Belgen
bedienen. „ Is het dezen gelukt zich van de kettersche Hol-
„ landers te scheiden, waarom zouden wij dan vereenigd moeten
„blijven met de Engelsche? En dat zulks bij de Ministers de
gemelijkheid over de Nederlandsche kwestie grootelijks vermeerdert
behoef ik niet te zeggen. Doch dit in het voorbijgaan.
De optelling door den Hertog van hetgeen onzerzijds aan
Engeland gevraagd was, gaf mij aanleiding om hem het mede
door ons geopperde denkbeeld van een wapenstilstand te herrinneren.
Hij antwoordde dat dit, dewijl de Koning het zoo