PATER-STELTENPOOL HEEFT NIETS MEER - Stichting Papua ...
PATER-STELTENPOOL HEEFT NIETS MEER - Stichting Papua ...
PATER-STELTENPOOL HEEFT NIETS MEER - Stichting Papua ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
eten hem ooïc wel. OD een Hollandse boot is zoiets ondenkbaar. Het eten is nu<br />
net als dat van de winter op de "Edmund Fanning". Dus veel te zwaar voor deze<br />
warmte. De steward gelooft het wel. Hij had er misschien op gerekend onderweg<br />
een eilandie met verse groenten tegen te komen. We eten nog steeds winterkost.<br />
We gaan al eens aan het rekenen en zien dat wil Zondagmorgen in Karachi kunnen<br />
zii.n. Zijn we dan halfweg? Van Karachi af hebben we nog zo'n 5S00 km. af te<br />
leggen. De afstand van Genua naar Karachi is in elk geval korter. De Heer en<br />
Mevr. Graaf land geven een afscheidsavond;] e. Ze hebben de reis er bijna opzitten.<br />
Vanuit Karachi gaan ze met de trein naar Bombay. Niet te zeggen, dat ze blij<br />
zijn deze boot hun rug te kunnen toekeren. De bemanning is zo'n beetje begonnen<br />
de boot wat on té schilderen. De vieze vuile grauwe oorlogskleur gaat er nu<br />
eindelijk af. Maar of nu alle roest en vuiligheid ook verdwijnt ? We betwijfelen<br />
het. Je bederft al te kleren. Het is bijv. onmogelijk om vanuit onze cabines<br />
in een witte broek naar de diningroom te gaan. Zonder scheuren kom je er misschien<br />
af, maar zeker niet zonder vlekken. Het. is mij geloof ik nog nooit gelukt<br />
om met schone handen aan tafel te komen. Wat je ook aanpakt, het is zwart.<br />
Ik trek nog steeds deftig mijn roodbonte broek aan, als ik ter tafel ga. Mijn<br />
nieuwe broeken zijn voor aan de wal. Mijn overhemden hebben ook allerlei gore<br />
kleuren, het midden tussen rood, wit en zwart.<br />
Een heerlijke nacht op het schommelende dek brengt ons weer in de Zaterdagmorgen.<br />
De zee is wat wilder. Dat komt door de stuwing uit de Perzische Golf. Gelukkig<br />
moeten we daar niet in. De warmte moet daar onuitstaanbaar zijn. Of het een<br />
andere schommeling is, of dat we er nu tegen kunnen, de vissen worden in elk<br />
geval door ons niet meer gevoederd. Het stikt hier van de vliegende visjes, kleine<br />
zilverkleurige krengetjes. Ze vliegen soms wel 20-30 meter. Het lijken wel<br />
vogeltjes. De stuwing van het water tegen de zijkant is nu zo zwaar dat we 2<br />
mijlen per uur minder varen. De neus van het schip wordt steeds uit de koers gedrukt,<br />
ivè zullen dus een paar uur later in Karachi aankomen.<br />
We hebben de paters alvast een telegram gestuurd. Het is altijd mooi als je<br />
van tevoren weet dat ie een paar loge's krijgt. We hopen tenminste dat er plaats<br />
is, om daar weer eens heerlijk te kunnen slat>en. Want op de boot is het zeker<br />
in de haven bij deze warmte geen leven. Drie dagen geen boot en geen water i<br />
BRITS INDIE;<br />
Zo heette dat toen nog. Nu spreken we van Pakistan en India. We maakten er<br />
kennis mee in Karachi en Bombay.<br />
ZONDAGMORGEN 1 JUNI tegen een uur of elf kwamen we dansend over de golven<br />
Karachi binnen. Pater Valens Wienk superior Eccl., br. Prosper en een Brits-<br />
Indische medebroeder stonden al op de kade. Ze hadden denk ik van alles maar<br />
wat gestuurd, want ze wisten niet precies wat voor confraters ze mochten verwelkomen.<br />
Ook hier teerden we weer allerhartelijkst ontvangen. Want het Noord-<br />
Hollands Dagblad had hen ook hier al van onze avonturen verteld.<br />
We gaan meteen naar de mooie St. Patric kathedraal waar ook het klooster ligt<br />
van onze paters. Vóór de kathedraal staat een groot H.Hart-monument. Daar in<br />
de buurt staat ook de mooie high-scool, een voor 1600 meisjes en een voor<br />
evenzoveel jongens.<br />
Er is in Karachi veel te zien. Veel wat erg vreemd is voor onze ogen. Allereerst<br />
va"; op dat het in de straten wemelt van koeien. Ze leven van eten uit de vuilnisbakken,<br />
ze zijn blijkbaar allen lid van de stadsreinigingsdienêt. Ze lopen<br />
er dag en nacht rond als hondjes. Iedereen laat ze begaan, want in de ogen van<br />
vele Brits-Indiers zijn het heilige beesten. Maandenlang kuieren ze in de straten<br />
zonder dat de eigenaar er naar omkijkt. Nooit komt het voor dat zo'n beest gestolen<br />
wordt, Die koeienvereerders worden, denk"ik, vooral gevonden onder de<br />
z.g. Parsies. En de heiligen onder hen aarzelen niet zich in te wrijven met<br />
datgene, wat zo'n beest dik of dun laat lonen. Die heiligen zijn de meest<br />
vieze kerels die er rondlopem Ze laten haren en baard groeien (vrouwen kunnen<br />
daarom blijkbaar niet heilig ziin ) ze dragen een paar todden om hun lendenen<br />
en smeren zich in met allerlei vuil.<br />
Behalve koeien en heiligen zag ie ook veel kamelen, vrouwen met potten of<br />
snanden op hun hoofd en heel veel blote kinderen die evenwel altijd nog wel<br />
iets om hun hzjpen hebben. Soms is het bandje wit, soms bruin. Ik denk naar<br />
gelang ze sympathiseren met de derde orde van Franciscanen of Dominicanen.<br />
- 44 -