05.09.2013 Views

Odeon 80 - De Nederlandse Opera

Odeon 80 - De Nederlandse Opera

Odeon 80 - De Nederlandse Opera

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ODEON<br />

Magazine van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

21ste jaargang / nr. <strong>80</strong> mrt / apr / mei 2011<br />

<strong>80</strong><br />

8<br />

16<br />

24<br />

32<br />

36<br />

Billy Budd<br />

Benjamin Britten<br />

Platée<br />

Jean-Philippe Rameau<br />

Don Giovanni<br />

Wolfgang Amadeus Mozart<br />

<strong>De</strong> Heksen van Venetië<br />

Philip Glass<br />

Hanjo<br />

Toshio Hosokawa<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 1 17-02-11 08:19


u bent geïnteresseerd in opera?<br />

u bent een regelmatig bezoeker van dno?<br />

u wilt daarom graag meer betrokken zijn bij dno?<br />

<strong>De</strong> Vereniging Vrienden van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> biedt u<br />

daartoe de gelegenheid. <strong>De</strong> Vereniging is nauw betrokken bij<br />

<strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>, steunt DNO op allerlei manieren en<br />

wil de belangstelling voor opera in het algemeen bevorderen.<br />

vrienden van de nederlandse opera<br />

Stichting20ste-eeuwSelied<br />

Contributie per seizoen:<br />

Individueel lidmaatschap € 35,-<br />

Gezinslidmaatschap (2 personen) € 65,-<br />

Donateur (minimaal) € 100,-<br />

Fidelio (t/m 29 jaar) € 20,-<br />

ABN Amro: 43.40.57.207<br />

Vrienden van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

Waterlooplein 22<br />

1011 PG Amsterdam<br />

telefoon: (020) 5518282<br />

fax: (020) 6250920<br />

e-mail: vrienden@dno.nl<br />

www.vriendenvdopera.demon.nl<br />

Geënsceneerd liederenrecital<br />

rond Eduard Mörike<br />

Heimweh<br />

Wolfgang Holzmair bariton<br />

Reinild Mees piano<br />

Gerd Böckmann acteur<br />

Klaus Bertisch regie<br />

Concertgebouw Amsterdam<br />

vrijdag 15 april ’11 • 20.15<br />

toegang €36 / €10<br />

tel 0900 6718345<br />

www.concertgebouw.nl<br />

Productie<br />

Stichting 20ste-eeuwse lied i.s.m.<br />

Vereniging Vrienden van het lied<br />

seizoen<br />

10 11<br />

www.20ste-eeuwselied.nl<br />

Christoph Willibald Gluck<br />

Iphigénie en Aulide |<br />

Iphigénie en Tauride<br />

Jubileum<br />

Het Muziektheater<br />

Amsterdam<br />

Richard Strauss<br />

Elektra<br />

Wolfgang Amadeus Mozart<br />

Idomeneo<br />

Manfred Trojahn<br />

Orest<br />

Igor Stravinsky<br />

<strong>De</strong> nachtegaal<br />

en andere fabels<br />

N. A. Rimski-Korsakov<br />

<strong>De</strong> legende van Kitesj<br />

Georg Friedrich Händel<br />

<strong>De</strong>idamia<br />

Gioacchino Rossini<br />

Il turco in Italia<br />

Giuseppe Verdi<br />

Don Carlo<br />

Beijing <strong>Opera</strong> School<br />

Robin de Raaff<br />

Waiting for Miss<br />

Monroe<br />

Richard Wagner<br />

Parsifal<br />

Seizoen 2011 2012<br />

reserveren<br />

T 020 625 5455<br />

www.dno.nl<br />

Chazia Mourali Column<br />

Actualistische opera, deel II<br />

Er zijn dagen waarop je voelt dat er<br />

iets staat te gebeuren. Iets dat dingen<br />

definitief verandert, zonder dat je meteen<br />

snapt waarom en hoe. Een heel<br />

slim meisje leerde mij ooit de uitdrukking<br />

‘paradigmatische ervaring’. Ik ben<br />

dol op woorden met veel lettergrepen,<br />

ze hebben zoiets geheimzinnigs. Dus<br />

toen ik op een ochtend naar Zwolle reed<br />

met een kriebel in mijn buik, besloot ik<br />

dat er iets paradigmatisch in de lucht<br />

hing. Al wekt een debat in het kader van<br />

het Kamer<strong>Opera</strong> Festival bij normale<br />

mensen niet meteen golven van gierende<br />

hormonen op. Misschien kwam het<br />

door de losbarstende gou -den lente.<br />

Ik was op zoek. Naar mensen, geestverwantschap,<br />

contact.<br />

<strong>De</strong> gespreksleider was een oude<br />

vriend. Tijdens onze laatste ontmoeting,<br />

een paar jaar eerder, had hij me<br />

op het hart gedrukt meer te worden wie<br />

ik ben en vaker te zeggen wat ik werkelijk<br />

denk. Hij kon je zo raken. Ooit zat<br />

hij naast mijn moeder in het theater<br />

waar ik een belangrijke Britse auteur<br />

interviewde, omdat hij dat had geregeld.<br />

‘Knijp maar in mijn hand als je<br />

bang bent,’ zei hij tegen haar. ‘Ik ben<br />

zelf al zenuwachtig en ik heb haar niet<br />

met een bloedende knie uit de zandbak<br />

zien kruipen.’ Dat soort vrienden ga je<br />

missen, als je ze te lang niet ziet. Ik was<br />

ook benieuwd naar al die andere operakenners<br />

die zouden deelnemen.<br />

In de discussie ging het om de vraag<br />

hoe eigenzinnig de enscenering van een<br />

stuk mag zijn. <strong>De</strong> moderator had nogal<br />

een hoge pet op van operabezoekers.<br />

‘Als je een voorstelling hebt bezocht,<br />

vermeld je altijd de naam van regisseur<br />

en operahuis. Je hebt het stuk immers<br />

al twintig keer eerder gezien in New<br />

York, Parijs, Wenen of Milaan. Anders<br />

ben je een barbaar en hoor je er niet<br />

bij.’ Beteuterd stak ik mijn vinger op.<br />

‘Ik ben een barbaar en ik hoor er niet<br />

bij. <strong>De</strong> meeste DNO-producties zie ik<br />

voor het eerst. Maar ik ben er dolverliefd<br />

op. Ik hoor verhalen die kunstenaars<br />

echt kwijt moeten. In een wereld<br />

die zoveel overbodigs en lelijks verkoopt.<br />

Hou alsjeblieft contact met een minder<br />

ingewijde liefhebber, leg uit wat ik niet<br />

begrijp, verleid me om vaker te komen.<br />

En bereik veel meer mensen zoals ik.’<br />

Marc Chahin, hoofd communicatie van<br />

DNO, nodigde me onmiddellijk uit.<br />

Een week later stapte ik trots de<br />

artiesteningang van Het Muziektheater<br />

Amsterdam binnen. Daar had ik mijn<br />

eerste opera bijna een kwart eeuw eerder<br />

gezien. Met een naam en achtergrond<br />

als de mijne viel ik niet altijd<br />

vanzelfsprekend op mijn plaats in het<br />

leven. In de fantasiewereld van de kunst<br />

voelde ik me begrepen en herkend. In<br />

dramatische capes dwaalde ik uren -<br />

lang door het Van Gogh Museum, wantrouwig<br />

begluurd door de suppoosten.<br />

3<br />

Thuis stond Chopin op en las ik Baudelaire.<br />

Mijn favoriete schrijvers en schilders<br />

zeiden dat je bestaansrecht hebt,<br />

zelfs met al je scherpe kantjes. Op een<br />

avond had ik een ingeving. Er moest een<br />

kunstvorm komen die alle andere samen<br />

bracht: toneel, beeldende kunst, muziek,<br />

literatuur, mode! Nieuwe werelden zouden<br />

daar worden geschapen.<br />

Mijn beste vriend, die musicus was,<br />

reageerde laconiek. ‘Het bestaat al<br />

400 jaar, liefje, en heet opera. Wil je een<br />

keer mee?’ Hij liet me Tristan und Isolde<br />

zien (plaats: Amsterdam, regie: Jürgen<br />

Gosch). <strong>De</strong> voorstelling was even meeslepend<br />

als ik me had ingebeeld. Iedere<br />

menselijke emotie werd serieus genomen.<br />

Het was betoverend en bevrijdend.<br />

Vanaf die dag bleef ik naar opera gaan.<br />

Op een dag werd ik zelfs op het matje<br />

geroepen vanwege mijn liefhebberij.<br />

Mijn toenmalige werkgever had een<br />

interview gelezen waarin ik over opera<br />

sprak. Hij schreeuwde. Wat probeerde<br />

ik te bewijzen? Schaamde ik mij soms<br />

voor mijn werkomgeving? Maar daar<br />

was ik juist verguld mee. Ik dacht dat<br />

opera iets met kwetsbaarheid te maken<br />

had en met een ideaal. En nu was ik<br />

ineens een snob?<br />

Allemaal herinneringen die boven<br />

kwamen toen ik het kantoor van Marc<br />

Chahin betrad. Als antwoord op mijn<br />

hartenkreet in Zwolle vroeg hij me deze<br />

column te beginnen. Hij hoopte dat mijn<br />

enthou siasme besmettelijk zou zijn. En<br />

er kwam een besmetting waar we niet<br />

van konden dromen. Een paar maanden<br />

geleden verzon ik op deze plek weer iets:<br />

de actualistische opera. Daarin zouden<br />

nieuwsfeiten heel anders verbeeld en<br />

geduid kunnen worden dan in de journalistiek.<br />

Grinnikend schreef ik: er hebben<br />

zich nog geen componisten gemeld,<br />

maar dat kan nog komen. Toen Jochem<br />

Valkenburg, operajournalist en redacteur<br />

van <strong>De</strong> Wereld Draait Door dat las,<br />

moest hij denken aan de actuele opera’s<br />

uit het verleden.<br />

Ik had weer eens iets verzonnen dat<br />

al bestaat. Hij raakte geïnspireerd en<br />

bedacht een brutale format: miniopera’s<br />

van een minuut over de actualiteit. Hij<br />

kreeg één kans; als het werkte, zou<br />

er een serie komen. Zo presenteerde<br />

Micha Hamel op een woensdag in september<br />

in DWDD een live operaatje<br />

over de kabinetsformatie. Vier zangers<br />

van het Nederlands Kamerkoor zaten<br />

in rokkostuum verborgen in het publiek.<br />

Ineens rezen ze op, achter Venetiaanse<br />

maskers van de voornaamste politici.<br />

Ze zongen JA! en NEE! als echte onderhandelaars.<br />

Matthijs van Nieuwkerk<br />

was verrukt, de actuele opera een feit.<br />

<strong>De</strong> redding van mijnwerkers in Chili,<br />

het overlijden van Mulisch, rumoer in<br />

de PVV volgden. Grote namen werden<br />

ingehuurd: Adriaan van Dis, Michel van<br />

der Aa, Frans Thomése, Thom Hoffman.<br />

<strong>De</strong> opera – al is het in miniatuur – kreeg<br />

een schitterende plaats in de mainstream.<br />

Geen barbarij, geen snobisme,<br />

maar met plezier gemaakt vakmanschap.<br />

Creatief, origineel en vernieuwend. Op<br />

primetime. <strong>De</strong> Wereld Draait Door durft.<br />

Die 23ste april 2009 bleek inderdaad<br />

een paradigmatische dag. Een aaneenschakeling<br />

van vrolijke kennismakin -<br />

gen en gebeurtenissen was het gevolg.<br />

Alleen heb ik de oude vriend die ik in<br />

Zwolle opzocht nooit meer gesproken.<br />

Een paar maanden na dat debat werd<br />

bij Michaël Zeeman een agressieve<br />

hersentumor gediagnostiseerd. <strong>De</strong><br />

ziekte sloopte zijn reusachtige lichaam<br />

binnen een paar weken. Hij zou in zijn<br />

nopjes zijn geweest met het effect van<br />

die lentemiddag, waarover ik hem niet<br />

meer kan aanspreken. Als er zoiets<br />

bestaat als een immateriële erfenis,<br />

dan is dit de zijne. RIP.<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 2-3 17-02-11 08:19<br />

(Foto: William Rutten)


Amsterdam schreeuwt om cultuur<br />

Roland de Beer<br />

‘Te gek voor woorden,<br />

zóveel geld?’<br />

Gedurende vele jaren schreef muziekjournalist en redacteur Roland de Beer recensies in de Volkskrant, onder<br />

andere over de voorstellingen van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>. <strong>De</strong>ze werkzaamheid heeft hij inmiddels beëindigd.<br />

<strong>De</strong> redactie van <strong>Odeon</strong> is zeer verheugd met twee bijdragen van zijn hand, als eerste een analyse van de actuele<br />

politieke situatie in ons land en de dreigende gevolgen daarvan voor de (opera)cultuur.<br />

Een parabel<br />

Niet zo heel lang geleden maakte ik in<br />

Noorwegen kennis met een sterke man van<br />

83. Het was een oer-Noor, die zijn avond -<br />

eten stoofde in levertraan. <strong>De</strong> sauna van<br />

het gemeentezwembad was zijn favoriete<br />

domein. <strong>De</strong>ze vriendelijke reus woonde aan<br />

een weg die doodliep tegen een rots. Op de<br />

rots groeiden zure bessen, waar hij in het<br />

najaar een sterk brouwseltje van stookte.<br />

Op mijn opmerking dat een land dat zulke<br />

drankjes en inwoners voortbrengt wel een<br />

gelukkig land moet zijn, antwoordde de Noor<br />

dat het slecht ging met zijn land. Waarom?<br />

Het parlement had iets schandaligs be -<br />

sloten: in Oslo zou een <strong>Opera</strong>huis worden<br />

gebouwd. Hoezo, schandalig? Wel, hierom:<br />

miljoenen zouden worden verkwist aan overbodige<br />

luxe. Maar hoezo, overbodig? ‘Ík zal<br />

er nooit heengaan,’ analyseerde de kerngezonde<br />

Noor.<br />

Twijfelend aan de waterdichtheid van<br />

dit argument, betoogde ik dat er in Noorwegen<br />

vast ook veel Noren zijn te vinden<br />

die nooit naar een gemeentezwembad gaan.<br />

Zijn gemeentezwembaden in Noorwegen<br />

daarom overbodig? Volgens de oude Noor<br />

was het mooie, van Noorse oliewinsten<br />

gebouwde zwembad dat hij frequenteerde<br />

beslist niet overbodig. Hij zag er altijd wel<br />

iemand zwemmen.<br />

Ik bedacht me dat de straat waar de Noor<br />

aan woonde doodliep. Nooit reed iemand<br />

anders erdoorheen. Toch stonden er straatlantaarns.<br />

Zou het niet beter en eerlijker zijn<br />

voor de rest van Noorwegen, vroeg ik, als de<br />

oude Noor de luxe van die straatlantaarns<br />

zelf ging bekostigen? Er was toch niemand<br />

anders die van het schijnsel profiteerde?<br />

Toen struinde de vriendelijke reus op zelfgemaakte<br />

langlauflatten een berg op, zo<br />

onstuimig dat hij niet meer in te halen viel.<br />

Gemeenschapsgeld<br />

Met deze parabel van de kerngezonde Noor<br />

heb ik tijdens een of andere operapauze<br />

nog wel eens een succesje geboekt onder<br />

medebezoekers. Inmiddels is het glimlachen<br />

mij vergaan.<br />

Persoonlijke afwijzing van een tak van<br />

kunst, gepaard aan een bittere politieke<br />

stellingname, is ook in het land van Per Gynt<br />

natuurlijk niet voorbehouden aan solitaire<br />

ouderen. Over de nieuw te bouwen <strong>Opera</strong><br />

van Oslo heeft in Noorwegen rond 1999<br />

inderdaad een heftig publiek debat gewoed,<br />

en dat was niet de eerste keer dat een discussie<br />

over deze kunstvorm een Europese<br />

natie in tweeën spleet.<br />

Maar meer dan ooit lijkt verkettering van<br />

cultuur een verschijnsel van het Neder landse<br />

hier en nu. Groei zit vooral in de wens tot<br />

eliminering van cultuurvormen waar men<br />

zelf toevallig geen deel aan heeft. Afwijzing<br />

van het multiculturele is niet uitsluitend een<br />

kwestie van autochtoon versus allochtoon,<br />

van kroket versus minaret. Het is ook een<br />

zaak geworden van frontvorming binnen<br />

de autochtone beschavingskring. <strong>De</strong> antipathieën<br />

zijn vaak al oud en bekend, maar<br />

ze zijn zich in hoog tempo aan het verharden.<br />

Liefde voor bospaadjes tegenover passie<br />

voor plankgas: de definitieve overwinning<br />

van het plankgas is nabij. Big Brotherhuis<br />

versus Klokhuis: aan het afscheid van ‘linkse<br />

televisie’ wordt nog gewerkt. André Rieu<br />

tegenover Jean-Philippe Rameau: pas op,<br />

elk woord kan te veel zijn.<br />

Steeds schriller kwaakt de megafoon<br />

wanneer er gemeenschapsgeld in het spel<br />

is. RTL Nieuws presenteerde in mei vorig<br />

jaar, onder het motto ‘Oordeel nu zelf!’, een<br />

opsomming van subsidieontvangende kunstinstellingen<br />

en subsidieverstrekkende overheden.<br />

<strong>De</strong> totale verspilling aan cultuur,<br />

inclusief ’s lands bibliotheken en musea,<br />

filmfestivals, popcentra, oude kastelen<br />

plus kleinere ontvangers als de ‘Enschedese<br />

Headbangers Organisatie EHBO’: 1,7 miljard!<br />

Waarvan maar liefst 400 miljoen euro<br />

voor rekening van het rijk! (In werkelijkheid<br />

is het meer, maar het hogere cijfer is altijd<br />

nog minder dan een half procent van de<br />

totale rijksbegroting). Behalve RTL Nieuws<br />

stelde ook het weekblad Elsevier er de website<br />

voor open. Tussen de e-mails die de drekfuiken<br />

binnenstroomden onderscheidde het<br />

achtlettergrepige opstel ‘Te gek voor woorden,<br />

zóveel geld?’ zich als een discours van<br />

cartesiaanse uitgebalanceerdheid.<br />

<strong>De</strong> grootste gebeten hond bleek, uiteraard,<br />

de operacultuur. Wat daar aan subsidie op<br />

de stoel ligt voor ‘de elite’, als die op kosten<br />

van ons allemaal z’n kaartjes bij elkaar heeft<br />

geritseld! Bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> (subsidie:<br />

bijna 25 miljoen!) ligt er 175 eurie aan<br />

4 5<br />

subsidiegeld per bezoeker op een stoel!<br />

Bij de Nationale Reisopera ligt er 194 voor<br />

je klaar! Kassa!<br />

Dat een reisopera het meestal niet kan<br />

stellen zonder verplaatsing door bus en<br />

vrachtwagen, en dat operacultuur in het<br />

algemeen de deelname vereist van timmerlieden<br />

en toneelmeesters; van zangers van<br />

een zekere scholing; van orkesten die, het<br />

is niet anders, een veelvoud vormen van wat<br />

er bij een musicalproductie in de bak zit;<br />

dat zijn noties die vanouds al weinig begrip<br />

hebben geoogst.<br />

Dat de zogenaamde ‘elite’ geen exclusieve<br />

elite is, maar alleen exclusiever kan<br />

worden naarmate de entrees duurder worden,<br />

is een gedachtengang die we op de<br />

elektronische fora niet tegenkomen. Dat vermoedelijk<br />

menige onderbetaalde verpleegster,<br />

basisschoolleerkracht of laboratoriumassistent<br />

vaker opera zou willen zien: het<br />

schijnt geen reden te zijn de cultuur niet de<br />

wereld uit te wensen.<br />

Bekende cabaretière<br />

Toen de regeerakkoord-onderhandelaars<br />

Rutte en Verhagen afgelopen najaar een<br />

bezuiniging op cultuur aankondigden van<br />

200 miljoen, plus een verhoging van de btw<br />

op entrees en aankopen, plus een liquidatie<br />

van radio-orkesten en het Groot Omroepkoor,<br />

was een bekende cabaretière er als<br />

de kippen bij om in een talkshow uiting te<br />

geven aan haar ongeloof.<br />

Haar verbazing bleek niet zozeer uit te<br />

gaan naar de disproportionele omvang van<br />

de kortingen, maar naar het verrassende ge -<br />

geven dat er überhaupt instellingen be staan<br />

die overheidsgeld krijgen om a) behoorlijk<br />

werk te kunnen leveren en b) de toegang<br />

betaalbaar te houden. ‘Als ík mijn broek zelf<br />

kan ophouden,’ analyseerde de cabaretière,<br />

‘waarom zou <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> dat dan<br />

niet kunnen?’<br />

Mij maakte het benieuwd naar de komen de<br />

Holland Festival-productie van de opera Jevgeni<br />

Onjegin, met Claudia de Breij in koor-,<br />

hoofd- en bijrollen, geregisseerd door Claudia<br />

de Breij, met decors en kostuums uit de ateliers<br />

van Claudia de Breij, met het Ballet Clau -<br />

dia de Breij, lichtontwerpen van Claudia de<br />

Breij, en in de orkestbak geen orkest maar<br />

het piano-gitaarduo van Claudia de Breij.<br />

Ik ga er meteen een kaartje voor kopen, want<br />

ik houd van Tsjaikovski, en eigenlijk ook wel<br />

een beetje van Claudia de Breij.<br />

Maar intussen, als ook kunstenaars en<br />

kunstparticipanten zich met een bepaalde<br />

heftigheid gaan verklaren tegen de subsidiering<br />

van gezelschappen waar ze zelf geen<br />

betrokkenheid bij hebben – en gezien de<br />

omvang van het naderende opheffingscircus<br />

is de kans groot dat dat en masse gaat ge -<br />

beuren – dan zal dat het wegstrepen van<br />

instellingen door Rutte-Verhagen een stuk<br />

vergemakkelijken. Dan kan een kabinet<br />

Rutte 2 of Wilders-Rutte de cultuuruit -<br />

ga ven voor 2018 gaan afstemmen op het<br />

PVV-ideaal nul.<br />

Helaas: hoe botter de bijl die binnenkort<br />

neerdaalt, hoe groter de kans dat het margetheater<br />

het grote theater overbodig zal verklaren;<br />

dat het grote theater 100-koppige<br />

symfonieorkesten naar de hel gaat wensen;<br />

dat regiocultuur (met dank aan Maxime Verhagen)<br />

Randstadcultuur zal willen liquideren<br />

en omgekeerd. Grote kans ook dat verder<br />

iedereen, inclusief de altijd al ongesubsidieerde<br />

importeurs van Bulgaarse en Kazachstaanse<br />

Nabucco’s, de misprijzende vinger<br />

zal uitsteken naar de ‘geldverslindende’<br />

<strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>, Nationale Reisopera<br />

en <strong>Opera</strong> Zuid. Men kan erop wachten: de<br />

‘schreeuw om cultuur’ zal ontaarden in ge -<br />

krakeel. Ik heb het vervelende voorgevoel<br />

dat er in het kabinet hartelijk om zal worden<br />

gelachen.<br />

Rancune<br />

<strong>De</strong> Raad voor Cultuur moet in opdracht<br />

van OCW-staatssecretaris Zijlstra in juni<br />

klaar zijn met het verven van rode kruizen<br />

op de voordeur van grote podiuminstellingen<br />

die mogen verdwijnen. Els Swaab, RvCvoor<br />

zitter in tijden van wanhoop, vroeg zich<br />

onlangs af waar ‘de rancune tegen kunst’<br />

toch vandaan komt.<br />

Geen moeilijke vraag. Het is duidelijk<br />

waar de rancune tegen kunst vandaan komt.<br />

<strong>De</strong> rancune tegen de kunst waar de Raad<br />

voor Cultuur over gaat, komt van het kabinet<br />

Rutte-Verhagen en de architecten van het<br />

regeerakkoord Rutte en Verhagen. Met de<br />

complimenten van de heer Wilders en diens<br />

partijtheoreticus Bosma, en met achtergrondmuziek<br />

van een PVV-aanhang waarin<br />

ik me (maar hier wordt het gissen) een percentage<br />

overjarige gamers voorstel met een<br />

passie voor race- en doodschopspelletjes.<br />

<strong>De</strong> cultuur is in de dubbelfocus terechtgekomen<br />

van een groeiende, door computerfolklore<br />

aangemoedigde stroming die<br />

de ‘brakke zakken’ van de kunst het liefst<br />

‘deaud’ ziet en bedragen van 25 miljoen<br />

alleen kent als jackpot, en een oudere maar<br />

virulent geworden, door markteconomische<br />

dogma’s gestuurde stroming die elke vorm<br />

van subsidie sowieso verdacht vindt (tenzij<br />

er een bank geholpen moet worden). Tot de<br />

motieven om onevenredig te bezuinigen op<br />

de kunsten hoort de wens van Rutte 1 dat het<br />

subsidiëren van cultuur plaatsmaakt voor<br />

een praktijk van particulier mecenaat. Voor<br />

een ‘culture of give and ask’, in de woorden<br />

van OCW-staatssecretaris Zijlstra.<br />

‘Sterke cultuur’<br />

Ik kan het niet helpen, maar heb steeds het<br />

vervelende vermoeden dat Halbe Zijlstra,<br />

als hij nog bij de autoleasegigant zou werken<br />

waar hij zijn carrière 15 jaar geleden is<br />

begonnen als accountmanager, dit bedrijf<br />

(Arval) zou afraden te investeren in podiumkunst.<br />

Misschien een Corneille of Appeltje<br />

voor aan de muur of een personeelsfeest<br />

met Claudia de Breij, maar geen gekke sprongen,<br />

en vooral niet in tijden van economische<br />

tegenspoed.<br />

Ook heb ik steeds het vervelende vermoeden<br />

dat het de heer Zijlstra helemaal niet<br />

is begonnen om ‘sterke cultuur’. Daarvoor<br />

stond hij, na de introductie van dit denkbeeld<br />

in de Tweede Kamer, iets te vrolijk in<br />

de televisiejournaals, knipogend dat ‘geen<br />

enkele instelling’ nog zeker mag zijn van<br />

het voortbestaan. Uit zijn presentatie bleek<br />

dat de heer Zijlstra dit geen slecht nieuws<br />

vond, maar goed nieuws.<br />

Voortdurend heb ik het vervelende gevoel<br />

dat Zijlstra’s ‘give and ask’ de schmink is<br />

van een bewindsman die zelf niets te bieden<br />

heeft. Daarvoor liggen de inconsistenties in<br />

zijn beleidsstukken teveel voor het oprapen.<br />

Meer particulier geld wil de staatssecretaris<br />

zien, precies in tijden van koopkrachtdaling.<br />

Hameren wil Zijlstra op educatie en talentontwikkeling<br />

(graag, natuurlijk), terwijl hij<br />

de Cultuurkaart voor jongeren torpedeert.<br />

‘Zoveel mogelijk mensen’ wil hij betrokken<br />

zien bij de cultuur, onderwijl gezelschap -<br />

pen dwingend tot opheffing of draconische<br />

entreeprijsverhogingen. Mocht het nieuwe<br />

kabinet iets voor Wilders’ achterban hebben<br />

willen betekenen op cultuurgebied, anders<br />

dan in liquidatiesferen, dan is die kans voorbij.<br />

Voortgang in de cultuur zal Rutte 1 alleen<br />

boeken op het terrein van de uitsluiting.<br />

Ombuigingsscenario’s<br />

Het grote risico voor topgezelschappen<br />

als <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>, is dat ze in een<br />

hoek worden gedrongen waar ze met de<br />

nodige moeite juist uit proberen te blijven.<br />

Toen de Britse premier Thatcher haar meest<br />

thatcheristische bezuinigingen losliet op de<br />

Britse cultuurpodia in de jaren tachtig, was<br />

een versmalling van de bezoekende elite<br />

het gevolg. Henken en Ingrids dropen af uit<br />

Covent Garden. Toen vervolgens Blair aan<br />

de macht kwam, weigerde Labour nog een<br />

poot voor de afgebeulde podiumcultuur uit<br />

te steken. Die was immers het speeltje<br />

geworden van de welgestelden.<br />

Het kost weinig moeite dit risico te vertalen<br />

naar poldertermen. <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />

<strong>Opera</strong>, waar kwaliteit, hoge bezoekcijfers en<br />

opvallende artistieke vernieuwing de laatste<br />

decennia op een tamelijk zeldzame, door<br />

andere operahuizen in Europa met jaloezie<br />

bekeken manier hand in hand zijn gegaan,<br />

is daar tot nu toe redelijk toegankelijk bij ge -<br />

bleven, dankzij een ondersegment van 15 en<br />

30 euro in de kaartjesprijzen, tegenover dure<br />

kaartjes tot 110.<br />

<strong>De</strong> kans dat het bedrijf dit precaire evenwicht<br />

los moet laten en in een spiraal van<br />

artistieke verpaupering terechtkomt, is niet<br />

denkbeeldig, omdat elk ombuigingsscenario<br />

een stok oplevert waarmee de hond opnieuw<br />

geslagen kan worden. Kennis van het Haagse<br />

OCW-denken (en van de redeneertraditie<br />

in de Cultuurraadcommissies) is hierbij<br />

geen voorwaarde.<br />

Het eerste scenario is een drastische toegangsprijsverhoging.<br />

Klap van de stok bij de<br />

beoordeling voor de volgende Kunsten planperiode:<br />

‘U trekt minder bezoekers. Dit gaat<br />

u subsidie kosten.’ Scenario twee: minder<br />

voorstellingen. Klap van de stok: ‘<strong>De</strong> speelverplichting<br />

is geschonden. Dit kost subsidie.’<br />

Scenario drie: zangers, dirigenten en<br />

regisseurs komen voortaan uit lagere divisies.<br />

Klap: ‘Het niveau is niet wat het ge -<br />

weest is. Extra subsidievermindering is op<br />

z’n plaats.’ Scenario vier: succesjes worden<br />

geboekt bij de jacht op donaties. Klap (woef):<br />

‘Lof voor dit bewijs van mindere afhankelijkheid.<br />

<strong>De</strong> <strong>Opera</strong> is als weinigen op de goede<br />

weg. Verzwaarde toepassing van het subsidieverminderingsbeginsel<br />

kan daarom met<br />

een gerust hart worden aanbevolen.’<br />

Een minderheid?<br />

Over het begrip ‘subsidie’ bestaan fatale<br />

misverstanden. Op onze economische opleidingen<br />

schijnt tegenwoordig flink gehamerd<br />

te worden op het fnuikende effect van miljardensubsidies<br />

voor boventallige melkkoeien<br />

en wegroestende scheepswerven. Het gevolg<br />

is dat ik in geen jaren meer een belastingconsulent,<br />

lijfrenteadviseur of accountmanager<br />

heb ontmoet die niet op triomfantelijke<br />

toon de overbodigheid van verlieslijdende<br />

cultuur wist aan te tonen, alsmede<br />

het on weerlegbare bestaansrecht van Marco<br />

Borsato. Wat niet lang geleden nog min of<br />

meer neutraal werd betiteld als ‘eten uit<br />

de staatsruif’, ligt nu, in een ziekere beeldspraak,<br />

aan het ‘infuus’.<br />

Op het argument dat elke overheidsuitgave<br />

een vorm van subsidie is; dat geen<br />

plantsoen zonder ‘subsidie’ wordt gemaaid;<br />

dat in de kleedkamers van het Sport fondsenbad<br />

tientallen eurie op ons liggen te wachten;<br />

dat geen stoplicht zonder subsidie op<br />

rood springt; dat de duizend agenten die op<br />

de been werden gebracht voor de jongste<br />

KNVB-bekerfinale in Rotterdam ruim een<br />

miljoen aan ‘subsidie’ kostten, ongeveer<br />

evenveel als het complete Filmfestival<br />

Rotterdam (367.000 bezoekers); dat reeds<br />

in het oude Rome de christenen met subsidie<br />

van de straat werden geplukt, alvorens<br />

ze met positief advies van de Raad voor<br />

Cultuur voor de leeuwen werden gegooid;<br />

op deze argumentatie wordt, jammer genoeg,<br />

doorgaans met glazige ogen in de verte ge -<br />

staard. Want is het dan niet maar een ‘minderheid’<br />

die cultuur wil?<br />

Ik hoor tot een significante meerderheid<br />

van Nederlanders die nooit op de Hoge Veluwe<br />

komt, en nimmer over de Van Brienenoordbrug<br />

rijdt. Weg dus met de Hoge Veluwe. En<br />

Van Brienenoordbrug, ga eens deaud!<br />

Parkeergarage<br />

Mijn advies: als de staatssecretaris voor<br />

cultuur het goed meent met de opera en het<br />

ballet, moet hij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> en<br />

Het Nationale Ballet nog even niet toestaan<br />

Het Muziektheater Amsterdam om te bouwen<br />

tot parkeergarage. Kazachstaanse Nabucco’s<br />

en Zwanenmeren, zo zal hij wellicht al be -<br />

dacht hebben, komen uit het buitenland en<br />

zijn dus ook internationaal.<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 4-5 17-02-11 08:19


Truze Lodder (Foto: Hans Hijmering)<br />

Roland de Beer<br />

‘Er zit bij ons geen vet<br />

op de botten<br />

Wat gaat het publiek van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> merken van de bezuinigingen op cultuur door het kabinet<br />

Rutte­Verhagen? Minder operavoorstellingen? Of worden de voorstellingen minder aantrekkelijk? Komen er<br />

hogere toegangsprijzen, of wordt het donker in Het Muziektheater Amsterdam en komen er helemaal geen<br />

voorstellingen meer? Zakelijk directeur Truze Lodder wil ‘bijsturen vanuit kracht, niet vanuit angst’. ‘We blijven<br />

kijken naar elke mogelijkheid tot kostenverlaging en inkomstenverhoging.’<br />

‘Ik ben een optimistisch mens. Ik kan soms<br />

zó heel erg niet geloven dat er waanzinnige<br />

dingen gebeuren, dat ik ook nu denk: ze gaan<br />

toch niet met opzet kapotmaken wat goed is?’<br />

Truze Lodder, zakelijk directeur van een<br />

operagezelschap dat onlangs nog door een<br />

internationale visitatiecommissie werd<br />

be titeld als ‘wereldwijd opgemerkt en hoog<br />

gewaardeerd’, hoopt dat de soep die het<br />

kabinet Rutte-Verhagen eind 2010 op hoge<br />

temperatuur heeft opgediend voor het <strong>Nederlandse</strong><br />

cultuurbestel, uiteindelijk niet zo<br />

heet gegeten zal worden, wanneer het aankomt<br />

op <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> (DNO) en<br />

de kwaliteit van de DNO-producties. ‘Ik ga<br />

uit van een overlevingsscenario,’ zegt Lodder.<br />

Hoe kan kwaliteit overleven bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />

<strong>Opera</strong>, als u alleen al op het gebied<br />

van de planning alles uit uw handen moet<br />

laten vallen?<br />

‘Als de maatregelen van de staatssecreta -<br />

ris letterlijk worden uitgevoerd, dan moeten<br />

Pierre Audi en ik gewoon naar huis. Dan moet<br />

al het geld dat er nog is, worden besteed aan<br />

afvloeien en aan annuleren van alles wat we<br />

contractueel al hebben vastgelegd voor de<br />

komende jaren. Dan zijn we kapot voor er<br />

nieuw beleid kan worden uitgevoerd. Maar<br />

ik ga ervan uit dat we het daar niet op aan<br />

laten komen, en dat ik onze handelwijze kan<br />

verdedigen. Het zou al te bizar zijn.’<br />

In de regel geldt: hoe hoger het niveau is<br />

waarop een opera­ of orkestorganisatie<br />

werkt, hoe langer tevoren er afspraken<br />

moeten worden gemaakt met dirigenten,<br />

solisten en ensceneringsteams. Hoeveel<br />

ligt er momenteel vast, en tot wanneer?<br />

‘Er ligt voor miljoenen vast, tot medio 2014.<br />

Dat was al zo voordat het nieuwe kabinet<br />

zijn plannen uitbracht. Het kán ook niet<br />

anders. Van ons wordt verwacht, ook van<br />

overheidswege zeg ik nadrukkelijk, dat we<br />

producties afleveren van internationaal<br />

niveau. Dat vereist dat je op lange termijn<br />

plant en contracteert. Onvermijdelijk, in<br />

de internationale operawereld. En al helemaal,<br />

als je te maken hebt met een complete<br />

Ring des Nibelungen-cyclus.’<br />

‘Onder vorige kabinetten hebben we ook<br />

risico’s moeten nemen, door producties<br />

vast te leggen zonder precies te weten hoe<br />

we ervoor zouden staan in een volgende<br />

kunstenplanperiode. Aan het probleem zijn<br />

we dus wel een beetje gewend. Maar met<br />

nieuwe adviezen als “zet voortaan maar<br />

in de contracten dat het misschien niet<br />

doorgaat” kunnen we geen kant op. Zulke<br />

afspraken zijn niet te maken met het soort<br />

mensen met wie wij werken.’<br />

‘Ik zou willen weten: mogen we nu ook<br />

geen verplichtingen meer aangaan met<br />

sponsors? Wij hebben net nieuwe afspraken<br />

gemaakt met onze belangrijkste sponsor,<br />

het advocatenkantoor CMS <strong>De</strong>rks Star<br />

Busmann. Zij gaan een veel hoger bedrag<br />

betalen dan momenteel, en wel tot medio<br />

2014. Daar zijn we blij mee en ook trots op.<br />

Moet ik nu zeggen van de staatssecretaris<br />

“sponsor, ik wil je niet”? Dat doe ik maar niet.<br />

Want ik vertrouw erop dat we overleven.’<br />

Het nieuwe kabinet wil dat er meer<br />

particulier geld naar de kunstinstellingen<br />

vloeit. Is sponsoring voldoende om<br />

invulling te geven aan een cultuur van<br />

‘geven en vragen’?<br />

‘We hebben een mecenaatsprogramma<br />

ontwikkeld voor individuele donaties. Dat<br />

brengen we natuurlijk graag onder ieders<br />

aandacht. We hopen er in de eerste twee jaar<br />

anderhalf miljoen mee bij elkaar te krijgen.<br />

Het lijkt misschien een reactie op de wensen<br />

die het nieuwe kabinet naar buiten heeft<br />

gebracht, maar we zijn twee jaar geleden<br />

begonnen dit programma van de grond te<br />

tillen. Zoiets vereist zorgvuldigheid, dus ook<br />

tijd. Temeer omdat het steeds lastiger wordt<br />

mensen tot donaties te bewegen. Het vereist<br />

tact, het vereist extern advies, het vereist<br />

een uitstekende relatie met al je vrienden<br />

van de Vriendenvereniging. En als dat alles<br />

in orde is, vereist het ook nog de indienstneming<br />

van een specialist op dat gebied.’<br />

Wat gaat er gebeuren met die andere<br />

bron van eigen inkomsten, de toegangsprijzen?<br />

Worden die opgestuwd naar<br />

onbetaalbare hoogten, nu ook nog de btw<br />

op het toegangskaartje omhoog gaat?<br />

6 7<br />

‘Ik zeg altijd: wij worden gesubsidieerd om<br />

toegankelijk te zijn. Niet om te duur te zingen<br />

of te schilderen of te timmeren. Wat de<br />

uitgaven betreft, zitten we zelfs aan de lage<br />

kant, lager dan de meeste operahuizen in<br />

het buitenland. We zijn toegankelijk en we<br />

willen dat ook blijven. Maar aan periodieke<br />

verhogingen zullen we net zo min als in het<br />

verleden ontkomen. Ook zal de range van de<br />

tarieven, die nu van 15 naar 110 euro loopt,<br />

verder uiteen gaan lopen. Vanaf 2011-2012<br />

wordt de eerste rang verder opgesplitst, op<br />

zo’n manier dat de allerbeste plaatsen duurder<br />

worden.’<br />

Zo efficiënt mogelijk<br />

Ook met duurdere plaatsen zal de zaal<br />

vol moeten zitten. Brengt <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />

<strong>Opera</strong> straks alleen nog repertoire uit de<br />

opera­top 20?<br />

‘Nee. Men wil dat we ondernemend zijn, en<br />

dat zijn we. We hanteren hier bedrijfsprincipes<br />

die hetzelfde zijn als van een geldverdienende<br />

onderneming. Behalve, dat we het<br />

publiek niet vragen “wat wilt u het liefst?”,<br />

want dan zal blijken dat het publiek altijd<br />

een graadje behoudender wil zijn dan wij.<br />

Wij wijken in één belangrijk opzicht af van<br />

een wasmiddelenproducent, en dat is dat<br />

we het publiek willen meenemen op een ontdekkingsreis.<br />

Dat is het artistieke klimaat<br />

dat hier geheerst heeft in alle jaren dat Pierre<br />

Audi en ik hier zitten. En dat moet ook zo blijven.<br />

Waarbij ik niet zeg dat geld en goede<br />

artisticiteit synoniem zijn.’<br />

Gaat de keus vaker vallen op goedkoper te<br />

produceren stukken? Geen grote Wagners<br />

en Straussen, maar werk als La voix humaine,<br />

met maar één solosopraan?<br />

‘Voor het seizoen 2012-2013 liggen alle producties<br />

al vast, en voor 2013-2014 liggen niet<br />

alleen orkesten, dirigenten en ensceneringsteams<br />

vast, maar ook de meeste stukken die<br />

ze met ons brengen. Daar zitten, naast de<br />

Ring, grote producties bij. Misschien moet ik<br />

het omdraaien: er zijn een páár perioden in<br />

2013-2014 waar we nog iets kunnen veranderen<br />

aan onze plannen.’<br />

Dan is de onvermijdelijke vraag:<br />

valt er te bezuinigen op de zangers?<br />

‘Nee. In Het Muziektheater Amsterdam<br />

hebben we zangers nodig van een bepaald<br />

kaliber. Anders zijn ze niet te horen. Daar<br />

valt dus moeilijk op te bezuinigen, tenzij het<br />

in de hele wereld zo slecht gaat dat overal<br />

de zangerstarieven dalen. We onderhandelen<br />

al ongelooflijk scherp, want we zijn ons<br />

heel erg bewust dat we met gemeenschapsgeld<br />

werken. We zijn er zelfs toe overgegaan<br />

om gages voor repetities te schrappen.’<br />

Dan zal de subsidiegever het vizier graag<br />

richten op uzelf en uw bedrijfsvoering.<br />

Op de overhead en de efficiency.<br />

‘Er bestaat grote kans dat we harder ge straft<br />

worden dan instellingen waar het minder efficiënt<br />

aan toe gaat. Alles wat we doen, doen<br />

we namelijk al zo efficiënt mogelijk, tot en<br />

met het schoonmaken van het theater. Afdelingen<br />

van de <strong>Opera</strong>, Het Nationale Ballet<br />

en Het Muziektheater Amsterdam die geïntegreerd<br />

konden worden, zijn in de afgelo -<br />

pen jaren al geïntegreerd. Er zit bij ons geen<br />

vet op de botten dat ik even kan wegsnijden,<br />

zodat ik het 2,2 procent en 5 procent zuiniger<br />

doe. Samen met de “nullijn”, waarmee we al<br />

te maken hadden, zouden zulke percentages<br />

zelfs desastreus voor ons kunnen uitpakken.<br />

Vergeleken met buitenlandse operahuizen<br />

hebben we hier ongelooflijk weinig staf. Zo<br />

weinig, dat zelfs als we twee producties per<br />

jaar minder zouden maken, dat we dan nul<br />

kunnen bezuinigen op de staf. Omdat je<br />

bepaalde disciplines toch in huis moet hebben.<br />

We zitten hier niet in auto’s met chauffeur<br />

te telefoneren. We werken gewoon hard<br />

en efficiënt, van hoog tot laag.’<br />

Maar uiteindelijk zal de subsidiënt zeggen:<br />

200 miljoen is 200 miljoen, en de <strong>Opera</strong><br />

doet mee.<br />

‘We onderzoeken of de vaste bezetting van<br />

ons Koor kleiner kan worden door natuurlijk<br />

verloop. Waarbij we dan vaker een beroep<br />

moeten doen op freelancers. Maar daarover<br />

staat nog niets vast. Iets anders, is dat we<br />

ons na 2012-2013 waarschijnlijk geen gespecialiseerde<br />

orkesten meer kunnen permitteren<br />

voor barokwerk. Dat is een ingrijpende<br />

artistieke beslissing. Want naast de geweldige<br />

orkesten die een subsidieverplichting<br />

hebben om met ons te spelen, werken we<br />

graag aanvullend, met gespecialiseerde<br />

groepen voor oud en nieuw werk.’<br />

‘Maar intussen: wat er met de orkesten<br />

gaat gebeuren, weten we ook niet. En daarmee<br />

hebben we een groot probleem. Geen<br />

enkel orkest weet waar het aan toe is. En<br />

ook zij mogen geen nieuwe verplichtingen<br />

aangaan.’<br />

En dan: is dat allemaal voldoende?<br />

‘We overwegen de seizoenen vanaf 2014-<br />

2015 in te korten door ze pas later in het jaar<br />

te openen. Dan breng je dus minder produc-<br />

ties en minder voorstellingen, en maak je<br />

minder kosten. Maar dan zal dezelfde subsidiënt<br />

die de subsidie wil verminderen, ook<br />

iets moeten veranderen aan onze “outputverplichting”,<br />

het aantal voorstellingen dat<br />

we op grond van de subsidievoorwaarden<br />

moeten brengen. We blijven kijken naar elke<br />

mogelijkheid tot kostenverlaging en inkomstenverhoging,<br />

maar uiteindelijk zullen we<br />

liever snoeien in de kwantiteit dan in de<br />

kwaliteit.’<br />

<strong>De</strong> bezuinigingen<br />

Grote kortingen op de cultuur zijn in aantocht.<br />

Centraal motief in de plannen die<br />

staatssecretaris Zijlstra van cultuur heeft<br />

gepresenteerd aan de Tweede Kamer, is<br />

een bezuiniging van 200 miljoen euro per<br />

jaar. Het leeuwendeel moet worden opgebracht<br />

door de podiumkunsten.<br />

<strong>De</strong> gevolgen zullen drastisch zijn.<br />

Volgens de staatssecretaris betekent de<br />

bezuiniging een korting van 20 tot 30 procent<br />

per instelling, gezien over de hele<br />

breedte van de culturele ‘basis-infrastructuur’.<br />

Omdat zo’n algehele bezuiniging<br />

volgens Zijlstra zou neerkomen op een<br />

‘ongeregisseerde koude sanering’, wil hij<br />

dat de Raad voor Cultuur keuzes maakt:<br />

op sommige instellingen zal minder zwaar<br />

worden bezuinigd. Andere verdwijnen uit<br />

de rijksbegroting. Zijlstra wil dat er meer<br />

geld wordt geworven op het particuliere<br />

front.<br />

Volgens Kunsten ’92, een platform<br />

waarin de belangrijkste kunstinstellingen<br />

zijn verenigd, zijn de consequenties veel<br />

ingrijpender nog dan de staatssecretaris<br />

voor ogen heeft. Kunsten ’92 heeft becijferd<br />

dat in de opzet van het kabinet Rutte-<br />

Verhagen bijna de helft van het cultuuraanbod<br />

verdwijnt, althans geen rijkssubsidie<br />

meer krijgt.<br />

Omdat veel kunstsubsidies via de<br />

gebruikelijke kunstenplansystematiek al<br />

zijn toegekend tot en met 2012, en afbouw-<br />

Maar nu heeft u het over een periode waarin<br />

u waarschijnlijk geen DNO­directeur meer<br />

bent. U heeft eerder al eens aangegeven<br />

dat u in 2013 wil vertrekken. Is het niet<br />

makkelijker de ergste ellende maar aan uw<br />

opvolger over te laten?<br />

‘Ik heb gezworen dat ik dit bedrijf goed zal<br />

achterlaten. Kort door de bocht: het zal toch<br />

niet waar zijn dat ik in de laatste twee jaar<br />

van mijn bestaan als zakelijk directeur moet<br />

afbreken wat ik in 23 jaar heb opgebouwd?<br />

Ik roep tegen iedereen: we sturen bij vanuit<br />

kracht, niet vanuit angst.’<br />

processen ook weer ‘frictiekosten’ met<br />

zich meebrengen, moet staatssecretaris<br />

Zijlstra tot 2014 wachten voor hij de bezuiniging<br />

met 200 miljoen ten volle kan realiseren.<br />

Om toch toe te groeien naar de<br />

gewenste vermindering, gaat Zijlstra<br />

vanaf 2012 twee ‘kaasschaaf’-bezuinigingen<br />

hanteren. Naast gerichte maatregelen,<br />

zoals het schrappen van nieuwbouw<br />

voor het Nationaal Historisch Museum,<br />

legt Zijlstra de hele kunstensector in 2012<br />

een korting op van 2,2 procent. Daarna<br />

komt in 2013, door Zijlstra betiteld als<br />

overgangsjaar, nog een algehele bezuiniging,<br />

ditmaal van 5 procent.<br />

Gevoegd bij de al bestaande ‘nullijn’<br />

voor cultuursubsidies, een maatregel die<br />

inhoudt dat subsidies niet mogen meegroeien<br />

met de inflatie, zullen de aanstaande<br />

‘kaasschaven’ veel gezelschappen<br />

al in een vroeg stadium tot ingrijpende<br />

ombuigingen dwingen op het gebied<br />

van artistieke productie en personeel.<br />

Nog een complicatie: omdat volgens<br />

staatssecretaris Zijlstra in principe ‘geen<br />

enkele instelling’ verzekerd is van voortbestaan,<br />

hebben alle gezelschappen een<br />

verbod gekregen verplichtingen aan te<br />

gaan vanaf 2013. Pas op Prinsjesdag 2013<br />

zal duidelijk worden, zegt de staatssecretaris,<br />

hoe de vlag er voor elk gezelschap<br />

afzonderlijk bij staat.<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 6-7 17-02-11 08:19<br />

Scène uit Die Walküre (Foto: Ruth Walz)


Scène uit Billy Budd (Foto: Barbara Aumüller)<br />

Jacques Imbrailo (Foto: Lex Reitsma)<br />

Billy Budd<br />

Starry Vere, God zegene u! (Billy Budd)<br />

I<br />

In de Proloog filosofeert de gepensioneerde<br />

Captain Vere over goed en kwaad. Waarom<br />

heeft hij lang geleden een bepaalde<br />

keuze gemaakt? Tijdens de oorlog tussen<br />

Engeland en Frankrijk heerste aan boord<br />

van zijn oorlogsschip ‘Indomitable’ een<br />

kadaverdiscipline. Een leerjongen botst per<br />

ongeluk tegen de bootsman aan en wordt<br />

afgeranseld. Een patrouilleboot levert drie<br />

jonge zeelieden af, die ze hebben geronseld,<br />

onder wie de knappe en vrolijke Billy<br />

Budd. Als hij over zijn leven vertelt, stottert<br />

hij erg, maar even later zingt hij vol vreugde<br />

over zijn nieuwe taken.<br />

<strong>De</strong> verbitterde provoost Claggart haat<br />

Billy om diens schoonheid en draagt korporaal<br />

Squeak op de jongen zoveel mogelijk<br />

te pesten. Intussen probeert hij zelf Billy<br />

met complimenten te misleiden; de oude<br />

Dansker waarschuwt Billy voor Claggart.<br />

Vere is bezorgd over ‘Franse invloeden’,<br />

doelend op muiterij. <strong>De</strong> officieren denken<br />

dat Billy een bron van onrust is, maar Vere<br />

gelooft hen niet. Billy betrapt Squeak als<br />

deze aan zijn spullen zit en er volgt een<br />

handgemeen. Ten overstaan van allen prijst<br />

Claggart Billy’s handelwijze, maar heimelijk<br />

wil hij hem te gronde richten. <strong>De</strong> leerjongen,<br />

tot alles bereid zolang hij niet wordt geslagen,<br />

krijgt de opdracht Billy met geld te verleiden<br />

tot muiterij. <strong>De</strong>ze aarzelt even, maar<br />

stuurt dan de jongen verontwaardigd weg.<br />

II<br />

Claggart wil Vere juist vertellen over een<br />

dreigende rebellie, als een Frans schip<br />

opdoemt; de ‘Indomitable’ lost een kanonschot,<br />

zonder de vijand te raken. Daarop<br />

beweert Claggart dat Billy de leerjongen<br />

wilde betrekken bij muiterij. <strong>De</strong> kapitein<br />

gelooft dit niet, maar stemt in met een ver-<br />

8<br />

9<br />

hoor. Billy stottert weer hevig en kan zich<br />

mondeling niet verweren. Woedend slaat hij<br />

Claggart neer, wat deze het leven kost. <strong>De</strong><br />

officieren houden krijgsraad en weer kan<br />

Billy zich niet verdedigen. Ze veroordelen<br />

hem ter dood. Vere ziet het als het noodlot<br />

dat iemand die zo mooi en goed is moet<br />

sterven. Billy aanvaardt zijn doodvonnis<br />

met kalmte. Dansker meldt hem dat er nu<br />

werkelijk muiterij broeit, vanwege zijn op<br />

handen zijnde terechtstelling. Billy zegt dat<br />

dit moet worden tegengegaan: hij is voorbestemd<br />

om te hangen. Op het moment van<br />

zijn dood komt de bemanning in opstand.<br />

Vere grijpt niet in, maar de officieren drijven<br />

de muiters uiteen. Als oude man terugblikkend<br />

(Epiloog) beschrijft Vere Billy’s<br />

zeemansgraf. Hij had hem kunnen redden,<br />

maar berust inmiddels – in de overtuiging<br />

dat Billy hém gered heeft.<br />

ma 7 mrt 2011 première 19.30 uur<br />

do 10 mrt 19.30 uur<br />

zo 13 mrt 13.30 uur<br />

wo 16 mrt 19.30 uur<br />

za 19 mrt 19.30 uur<br />

di 22 mrt 19.30 uur<br />

vr 25 mrt 19.30 uur<br />

ma 28 mrt 19.30 uur<br />

Het Muziektheater Amsterdam<br />

Kaartverkoop is reeds begonnen.<br />

Bij het ter perse gaan van deze <strong>Odeon</strong><br />

zijn er nog kaarten verkrijgbaar.<br />

Bel het Kassa­bespreekbureau van<br />

Het Muziektheater Amsterdam: 020­625 5455<br />

Online reserveren: www.dno.nl<br />

Inleidingen door Chris Engeler<br />

Plaats: Het Muziektheater Amsterdam<br />

(foyer 2de balkon)<br />

Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere<br />

voorstelling, dus 18.45 uur (avond)/12.45 uur<br />

(matinee)<br />

Lengte: ± 30 minuten<br />

Toegang: gratis op vertoon van een geldig<br />

plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag<br />

Met steun van de Vereniging Vrienden<br />

van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

Uitzenddatum<br />

Radio 4, NTR <strong>Opera</strong> Live:<br />

zaterdag 19 maart, 19.00 uur.<br />

<strong>Opera</strong>boek<br />

Het operaboek Billy Budd is verkrijgbaar in<br />

Het Muziek theater Amsterdam. Daarin zijn<br />

onder meer een uitgebreide synopsis, en<br />

het libretto in het Engels en in het Neder lands<br />

opgenomen. <strong>De</strong> prijs is 8,­.<br />

Cd/dvd-aanbevelingen<br />

<strong>De</strong> volgende cd en dvd zijn ver krijgbaar in de winkel<br />

van Het Muziektheater Amster dam en bij alle vestigingen<br />

van Concerto/Plato:<br />

Cd Billy Budd<br />

Nathan Gunn,<br />

Daniel Harding,<br />

Ian Bostridge,<br />

Symphony Orchestra<br />

and Chorus,<br />

Daniel Harding<br />

Virgin Classics, € 47,95<br />

Dvd Billy Budd<br />

Peter Pears,<br />

Peter Glossop,<br />

Michael Langdon,<br />

London Symphony<br />

Orchestra,<br />

Charles Mackerras<br />

<strong>De</strong>cca, € 19,95<br />

Op vertoon van hun abonne ments kaart krijgen<br />

DNO­abonnees 10% korting bij Concerto/Plato<br />

en in de Muziektheaterwinkel.<br />

Dinerbuffetten<br />

Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u<br />

ge nie ten van een diner buffet in de foyer van<br />

Het Muziektheater Amsterdam. Zo kunt u rustig<br />

eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren<br />

via het Kassa­bespreekbureau van Het Muziek ­<br />

theater Amsterdam, telefoon 020­625 5455 of<br />

via www.het­muziektheater.nl/kaarten.<br />

Benjamin Britten 1913-1976<br />

Billy Budd<br />

An <strong>Opera</strong> in two Acts, op. 50<br />

libretto van<br />

E. M. Forster en<br />

Eric Crozier<br />

muzikale leiding<br />

Ivor Bolton<br />

regie<br />

Richard Jones<br />

decor/kostuums<br />

Antony McDonald<br />

licht<br />

Mimi Jordan Sherin<br />

choreografie<br />

Lucy Burge<br />

dramaturgie<br />

Norbert Abels<br />

Captain Vere<br />

John Mark Ainsley<br />

Billy Budd<br />

Jaques Imbrailo<br />

John Claggart<br />

Clive Bayley<br />

Mr. Redburn<br />

Christopher Purves<br />

Mr. Flint<br />

Stephen Richardson<br />

Lieutenant Ratcliffe<br />

Henry Waddington<br />

Red Whiskers<br />

Christopher Gillett<br />

Donald<br />

Henk Neven<br />

Dansker<br />

Gwynne Howell<br />

Novice<br />

Andrew Tortise<br />

Squeak<br />

Jeroen de Vaal<br />

Bosun<br />

Roger Smeets<br />

First Mate<br />

Frans Fiselier<br />

Second Mate<br />

Jan Willem Baljet<br />

Maintop<br />

Pascal Pittie<br />

Novice’s friend<br />

André Morsch<br />

Arthur Jones/Gunner’s Mate<br />

Sander Heutinck<br />

Nederlands Philharmonisch Orkest<br />

Koor van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

instudering Martin Wright<br />

Originele productie Oper Frankfurt, 2007<br />

<strong>De</strong> opera wordt in het Engels gezongen<br />

en Nederlands boventiteld.<br />

<strong>De</strong> voorstelling duurt circa 3 uur en 15 minuten.<br />

Er is 1 pauze.<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 8-9 17-02-11 08:19<br />

Nieuwe productie voor DNO


Benjamin Britten<br />

Achtergrond Billy Budd<br />

Hein van Eekert<br />

Schoonheid en onschuld<br />

Benjamin Britten is de meester in het muzikaal weergeven van de vernietiging van de onschuld en het tweeslachtige<br />

van de mens. In Billy Budd geeft hij ons een duizelingwekkende kijk in de zwarte kanten van de<br />

menselijke psyche.<br />

Hij is een ‘Baby’ en een ‘Beauty’. Zijn aanwezigheid<br />

werkt weldadig en zalvend op de<br />

ruwe, morrende mannen om hem heen. Billy<br />

Budd, de wees die vermoedelijk van adel is,<br />

de goedlachse, zingende jonge Hercules die<br />

zijn leeftijd niet kent en zijn naam niet kan<br />

schrijven en wiens enige minpunt zijn neiging<br />

tot stotteren is, is niet alleen wondermooi<br />

van buiten, maar ook van binnen. John<br />

Claggart, de verbitterde, sadistische, ge -<br />

frustreerde Claggart met het schimmige verleden,<br />

die geen hogere officier is maar die<br />

ook niet tussen de gewone mannen thuishoort,<br />

heeft het haarfijn door: ‘Voor Claggart<br />

was het de ziel die in Billy huisde en die uit<br />

zijn hemelsblauwe ogen keek als uit ramen,<br />

die onuitsprekelijkheid die het kuiltje in zijn<br />

gekleurde wangen maakte, zijn ledematen<br />

versoepelde en zijn blonde krullen deed<br />

dansen, die hem tot de Knappe Zeeman bij<br />

uitstek maakte. Claggart was, met uitzon -<br />

dering van één ander persoon, misschien<br />

wel de enige man op het schip die intellectueel<br />

in staat was tot het beoordelen van<br />

het morele fenomeen dat zich in Billy Budd<br />

presenteerde. Dit inzicht maakte zijn pas -<br />

sie slechts intenser. Zijn passie, die in hem<br />

diverse geheime vormen had aangenomen<br />

en die soms de vorm aannam van cynische<br />

minachting – minachting van onschuld.’<br />

Lucifer versus Adam<br />

Herman Melville plaatst ze in zijn novelle<br />

Billy Budd, Foretopman (1891) haarscherp<br />

tegenover elkaar: de ongerepte, onschuldige<br />

Billy en de gekwelde, door het leven getekende,<br />

naar vilein gedrag neigende Claggart,<br />

de man die uit is op de vernietiging van alles<br />

wat de mooie jongen representeert. Clag gart<br />

lijkt daarin een gevallen engel, een soort<br />

Lucifer, die zich op God wil wreken om de<br />

nog ongerepte Adam in de Hof van Eden<br />

kapot te maken. Billy is de Adam die hij op<br />

zijn weg vindt. Melville beschrijft de nog<br />

paradijselijke onnozelheid waarin Billy verkeert:<br />

‘In Billy Budd had de intelligentie,<br />

voor zover die er was, zich ontwikkeld, terwijl<br />

zijn eenvoudigheid van geest voor het<br />

grootste deel onaangetast bleef. Ervaring<br />

is een leraar; maar Billy’s jaren maakten<br />

zijn ervaring gering. Daarbij bezat hij niets<br />

van de intuïtieve kennis van het kwaad die<br />

in niet zo goede of onvolmaakte naturen aan<br />

de ervaring voorafgaat.’ Claggarts destructieve<br />

gedrag komt echter voort uit meer dan<br />

de cynische minachting van onschuld. In de<br />

novelle wordt ons verteld dat hij gedreven<br />

wordt door een passie in ‘diverse geheime<br />

vormen’, die de auteur verder niet specifiek<br />

maakt. Claggart is het die Billy de bijnaam<br />

‘Beauty’ geeft en die hem complimenteert<br />

om zijn uiterlijk: handsome is as handsome<br />

does. Soms kijkt hij Billy na met ‘ogen vreemd<br />

overgoten met beginnende koortsachtige<br />

tranen’.<br />

Componist Benjamin Britten laat ons de<br />

twee onverenigbare werelden van Claggart<br />

en Billy Budd al horen voordat ze in zijn opera<br />

Billy Budd hun entree maken: meteen in de<br />

openingsmaten schuren twee groepen strijkers<br />

schrijnend langs elkaar heen in deels<br />

zeer dicht naast elkaar liggende noten. Er is<br />

iets onprettigs in de klank: een gespannen<br />

geluid, alsof er zachtjes met een hard, fonkelnieuw<br />

krijtje in regelmatige halen op een<br />

glad schoolbord wordt geschreven. <strong>De</strong> wrijving<br />

tussen twee totale tegenpolen die toch<br />

heel dicht bij elkaar liggen.<br />

Kapitein Vere<br />

Tijdens die muziek betreedt de man het<br />

toneel die met ons terugkijkt op de gebeurtenissen<br />

in de opera: kapitein Vere. In de<br />

novelle van Melville is hij niet alleen een<br />

goed zeeman, maar ook een intellectueel:<br />

‘Hij hield van boeken en ging nooit de zee<br />

op zonder een nieuw aangevulde bibliotheek,<br />

compact maar van de beste kwaliteit. <strong>De</strong><br />

afgezonderde vrije tijd, die soms vermoeiend<br />

kon zijn en die bevelhebbers op gezette<br />

tijden overviel, zelfs tijdens een oorlogsronde<br />

op zee, was nooit saai voor kapitein Vere.’<br />

<strong>De</strong> andere officieren bekijken het met een<br />

vleugje kritiek: Vere is niet altijd een gezelschapsmens<br />

en zit graag achter zijn boeken.<br />

Ze merken op dat er in zijn persoonlijkheid<br />

‘een vreemd pedant trekje’ zit, of, zoals het<br />

mooi ambigu klinkt bij Melville: ‘a queer<br />

streak of the pedantic’.<br />

10 11<br />

<strong>De</strong> librettisten E.M. Forster en Eric<br />

Crozier maakten van kapitein Vere de centrale<br />

figuur: een rol geknipt voor Brittens<br />

partner, de tenor Peter Pears. In de eerste<br />

versie van 1951 zien we hem nog als leider<br />

door zijn manschappen toegejuicht worden,<br />

maar in de omwerking van Billy Budd in 1960<br />

(de versie die door DNO wordt uitgevoerd)<br />

liet Britten door juist die scène te schrap pen<br />

de balans in Vere doorslaan naar het intellectuele.<br />

<strong>De</strong> aanvoerders-en oorlogsvoerdersrol<br />

van Vere is in de tweede versie geminimaliseerd.<br />

Daardoor komt Veres gevoelige<br />

kant nadrukkelijker naar voren: hij twijfelt bij<br />

beslissingen en worstelt met zijn gevoelens.<br />

Ook hij merkt de combinatie van schoonheid<br />

en onschuld in Billy op, maar weet die in<br />

Billy’s bijzijn te vertalen tot vriendelijk en<br />

vaderlijk gedrag. Voor Claggart voelt hij in<br />

de novelle al een ‘vaag afstotende afkeer’.<br />

<strong>De</strong> kloof tussen beide mannen wordt in de<br />

opera onderstreept door hun stemsoorten:<br />

tenor voor Vere en diepe bas voor Claggart.<br />

Ruimtelijke beperking<br />

Melvilles Billy Budd speelt zich af op zee,<br />

maar is geen vertelling van woeste wateren<br />

en hoge golven. <strong>De</strong> zee in zijn tweeslachtige<br />

rol als bron van het bestaan en als stormachtig<br />

verwoestende opslokker van het menselijk<br />

leven is veel meer aanwezig in een stuk<br />

als Op hoop van zegen van Herman Heijer-<br />

mans, waarin de verhaallijn geen moment<br />

het vaste land verlaat, maar waarin vooral<br />

de achterblijvende zeemansvrouwen de<br />

dodende kracht van het ruime sop voelbaar<br />

maken in hun dialogen. Billy Budd daarentegen<br />

toont niet in eerste instantie het leven<br />

op het water, maar het leven op en in een<br />

schip, met zijn benauwende ruimten en meedogenloze<br />

begrenzingen waarin afzondering<br />

haast niet mogelijk is, en met zijn gelaagdheid<br />

waardoor mensen op diverse niveaus<br />

boven en onder elkaar kunnen lopen. In zijn<br />

verfilming van de novelle uit 1962 maakt Sir<br />

Peter Ustinov die ruimtelijke beklemming<br />

effectief voelbaar: de helder uit zijn ogen<br />

kijkende, blonde Billy van Terence Stamp be -<br />

weegt zich door een schip dat benedendeks<br />

vaak met camerashots van onderaf wordt<br />

gefilmd, zodat er veel wanden, flanken en<br />

plafonds in beeld komen.<br />

<strong>De</strong> ruimtelijke beperking – en uiteraard<br />

eenzelfde mannengemeenschap – vindt<br />

regisseur Richard Jones in de setting van<br />

een marineschool: een plek waar een grote<br />

groep veroordeeld is tot elkaars gezelschap,<br />

waar het slaapvertrek door velen gedeeld<br />

wordt, waar hogere machten beslissen over<br />

licht en donker, waar individuen gemakke -<br />

lijk kunnen worden bekeken van achter deuren<br />

en vanaf hogere verdiepingen, en waar<br />

iemand achter de lockers eenvoudig klem<br />

kan worden gelopen. Zowel leerlingen als<br />

personeelsleden in een school – zeker in een<br />

school met slaapplaatsen – kennen weinig<br />

tot geen privacy en het is meestal slechts de<br />

leiding gegeven zich in een kantoor of kamer<br />

terug te trekken, net als de kapitein en de<br />

hogere offi cieren op een schip.<br />

Bewondering en haat<br />

Benjamin Britten vertelde ooit aan Eric<br />

Crozier dat hij op zijn middelbare school<br />

was misbruikt door de bovenmeester. Of dat<br />

waar is, is niet zeker, maar wel staat vast dat<br />

deze docent, net als John Claggart in Billy<br />

Budd, een sterke voorkeur had voor het slaan<br />

van jongens. In Britten lagen afkeer van en<br />

aantrekkingskracht tot sadisme en geweld<br />

zo dicht bij elkaar als de bewondering en<br />

de haat voor Billy in Claggart. <strong>De</strong> scene met<br />

de Novice die in Billy Budd is afgeranseld<br />

en zijn leed hartstochtelijk uitzingt, laat die<br />

mengeling van weerzin en fascinatie op een<br />

intrigerende manier zien.<br />

Mishandeling en onderwijs komen elkaar<br />

tegen in andere opera’s van Britten: in Peter<br />

Grimes, in 1945 in première gegaan, neemt<br />

onderwijzeres Ellen Orford het op voor de<br />

outcast Peter Grimes, die beschuldigd wordt<br />

van moord en mishandeling. Ze zorgt dat<br />

Grimes een nieuwe jongen uit het werkhuis<br />

krijgt (met alle gevaren die dat voor de jongen<br />

zelf zou kunnen meebrengen). Haar<br />

pogingen om de acceptatie van Grimes in<br />

zijn vissersdorp te bewerkstelligen gaan<br />

in feite ten koste van de jongen, die zijn verblijf<br />

bij Grimes niet overleeft. In The Turn of<br />

the Screw uit 1954, Brittens opera naar de<br />

roman van Henry James, vecht de gouvernante<br />

van de twee jonge leerlingen Miles<br />

en Flora tegen de kwelgeesten van de overleden<br />

lakei Quint en de eveneens overleden<br />

voormalige gouvernante Miss Jessel, die<br />

hun kwade invloed op de kinderen willen<br />

laten gelden. <strong>De</strong> opera roept echter de vraag<br />

op of die twee geesten echt zijn of dat het<br />

de gouvernante zelf is die de spookbeelden<br />

oproept en daarmee de hoofdschuldige is<br />

aan de dood van de jonge Miles. Miles en de<br />

vissersjongen uit Peter Grimes zijn in feite<br />

jongere versies van Billy Budd, omdat ook<br />

zij kapotgaan aan de slechtheid en de zwakheid<br />

van degenen die verantwoordelijk zijn<br />

voor hen. Regisseur Richard Jones plaatst<br />

Billy Budd dichter bij die andere opera’s door<br />

te kiezen voor een onderwijssituatie, met<br />

een door frustraties getormenteerde, met<br />

zijn macht spelende docent, met een vriendelijk<br />

schoolhoofd, met stoere en bangige<br />

leerlingen en met dat meest fysieke van alle<br />

klaslokalen – de gymzaal – als centraal<br />

toneelbeeld.<br />

Het schuldgevoel en de verantwoordelijkheid<br />

waar kapitein Vere mee worstelt en<br />

waar hij in eerste instantie niet uitkomt, herinnert<br />

sterk aan de twijfels die Ellen Orford<br />

in Peter Grimes en de gouvernante in The<br />

Turn of the Screw overvallen. Britten hult zijn<br />

terugblik op de gebeurtenissen rond Billy en<br />

Claggart in muziek die zo tweeslachtig is als<br />

hij zelf. Zelfs als de luisteraar niet letterlijk<br />

kan horen dat Britten vaak kiest voor naast<br />

elkaar liggende toonsoorten om de tegenstellingen<br />

en tweeslachtigheid in de opera<br />

te benadrukken – het angstige verraad van<br />

de Novice jegens Billy of de manier waarop<br />

de staf het gemor van de manschappen overklast<br />

– dan voelt hij het toch: Billy Budd deint<br />

daarmee niet alleen als een schip op de golven,<br />

de opera zwelgt ook in angstaanjagende<br />

onzekerheid.<br />

zingen bij de nederlandse opera<br />

Ontdek opera en zing mee op de Open Dag<br />

van Het Muziektheater Amsterdam<br />

DNO opent de deuren en laat u een kijkje nemen achter de schermen<br />

van Het Muziektheater Amsterdam. Op de website www.dno.nl/zingen<br />

kunt u filmpjes bekijken over DNO en de zangers van het koor volgen.<br />

Ook leert u alles over klassieke zang, door middel van bladmuziek,<br />

muziekfragmenten en tips van koorleden, die u via het forum vragen<br />

kunt stellen.<br />

Zing mee<br />

Geef u op voor één van de twee amateurkoren die een optreden verzorgen<br />

tijdens de Open Dag van Het Muziektheater Amsterdam op 21<br />

mei 2011. In de weken daarvóór vinden repetities plaats onder leiding<br />

zing mee tijdens de open dag<br />

van de koordirigenten Hans Veldhuizen en Boudewijn Jansen.<br />

Aanmelden<br />

U kunt zich tot 4 maart 2011 opgeven voor één van de twee koren.<br />

Iedereen, met of zonder zangervaring, is welkom bij het Grote Koor.<br />

Om ook de mensen met zangervaring de mogelijkheid te bieden om iets<br />

nieuws te beleven, is er een mogelijkheid om online auditie te doen voor<br />

een plaats in het Gevorderden Koor.<br />

Meer informatie: www.dno.nl/zingen<br />

van het muziektheater amsterdam<br />

www.dno.nl/zingen<br />

Om vast in uw agenda te zetten: Open dag van Het Muziektheater Amsterdam 21 mei 2011<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 10-11 17-02-11 08:19


Ivor Bolton (Foto: Ben Wright)<br />

Marianne Broeder<br />

‘Gruwelijk en briljant’<br />

Ivor Bolton, vaak ten onrechte eenzijdig bestempeld als Mozart­specialist en oude­muziekexpert, neemt de<br />

leiding op zich van Billy Budd. Na zijn directie van vijf andere Britten opera’s meent hij: ‘Dit is zijn beste werk:<br />

geniale, bijtende, striemende materie.’<br />

Twee jaar geleden zette de Engelse dirigent<br />

Ivor Bolton bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> een<br />

fascinerende Ercole amante neer. En al eerder<br />

in 1997 verraste hij met een meester lijke Così<br />

fan tutte. Mozart blijft Bolton, sinds 2004 chefdirigent<br />

van het Mozarteum Orchester Salzburg,<br />

fascineren.<br />

‘Het is verbazend hoe weinig van Mozarts<br />

oeuvre wordt uitgevoerd,’ opent hij. ‘<strong>De</strong> symfonieën,<br />

de pianoconcerten, de bekende<br />

opera’s en de kamermuziek, that’s all , ter -<br />

wijl er zoveel meer is. <strong>De</strong> luxe van mijn positie<br />

in Salzburg is dat ik me sterk kan maken<br />

voor de minder bekende Mozarts: de divertimenti,<br />

de serenades, de vroege missen.<br />

Recent gaven we een uitvoering van Mozarts<br />

eerste opera Apollo et Hyacinthus. Het geestelijke<br />

drama Die Schuldigkeit des ersten Gebots<br />

en de opera Betulia liberata staan op het programma.<br />

Langzaamaan doorgronden we het<br />

hele oeuvre.’<br />

Boltons reputatie als Mozartspecialist<br />

en oude-muziekexpert blijkt te beperkt.<br />

Al jaren maakt de dirigent ook naam met<br />

moderner repertoire, onder meer verschillende<br />

opera’s van Benjamin Britten.<br />

‘Aan het prille begin van mijn carrière<br />

heb ik veel oude muziek uitgevoerd, Monteverdi<br />

en vele Händel-opera’s. Maar daar<br />

kwam snel verandering in door mijn functie<br />

als koordirigent en later artistiek leider in<br />

Glyndebourne, waar we zo ongeveer alles<br />

deden: Gluck, Rossini, Verdi, Wagner, noem<br />

maar op. Ook leidde ik verschillende opera’s<br />

van Benjamin Britten, een van mijn absoluut<br />

favoriete operacomponisten: A Midsummer<br />

Night’s Dream, Albert Herring, The Turn of<br />

the Screw en Peter Grimes. En een uitvoering<br />

van Owen Wingrave, de tv-opera – een meesterwerk,<br />

dat door de slechte, door Britten<br />

destijds afgekeurde voorstelling, een beetje<br />

in diskrediet is geraakt.’<br />

Wreed én menslievend<br />

Gewapend met Britten-ervaring ziet Bolton<br />

des te meer uit naar zijn eerste uitvoering<br />

van Billy Budd. Hoe denkt hij over het libretto,<br />

een huiveringwekkend homo-erotisch<br />

verhaal over de lotgevallen van een jonge<br />

matroos op een oorlogsschip, een mengeling<br />

van wreedheid van een volwassen man<br />

tegenover een onschuldige jongen en menslievende<br />

gedachten. Kindermishandeling,<br />

tot op de dag van vandaag een schrijnend<br />

probleem, is een weerkerend thema bij<br />

Britten, ook breed uitgemeten in bijvoorbeeld<br />

Peter Grimes en Curlew River.<br />

‘Gruwelijk en briljant,’ vindt Bolton. ‘Billy<br />

Budd is inderdaad extreem wreed, maar daarmee<br />

ook ijzersterk. Het is naar mijn smaak<br />

Brittens beste opera. Het libretto schetst op<br />

uiterst overtuigende wijze hoe zwakke karaktertrekken<br />

tot verschrikkelijke drama’s kunnen<br />

leiden. <strong>De</strong> uitbeelding van de personages<br />

en hun destructieve relaties is messcherp.’<br />

‘Britten was een pacifist, dat is bekend.<br />

Maar we moeten niet vergeten dat hij een<br />

ingewikkeld karakter had met heel donkere<br />

kanten, ook wrede. Als bepaald gedrag van<br />

zijn vrienden hem niet beviel, verbrak hij<br />

de relatie. Ook bij langdurende verbintenissen.<br />

Corpses (lichamen die geen deel meer<br />

uitmaakten van zijn leven) was de term die<br />

zijn vrienden met Britse ironie hanteerden<br />

voor diegenen die bij Britten uit de gratie<br />

waren gevallen.’<br />

<strong>De</strong> partituur<br />

<strong>De</strong> muziek van Billy Budd is overweldigend,<br />

zeker ook voor de dirigent, vindt Bolton. Een<br />

mengeling van immense koorscènes, heftige<br />

en tedere passages van een zwaar bezet<br />

orkest, intieme taferelen, emotioneel gela den<br />

aria’s en britteniaanse pittoreske tussenspelen.<br />

Bolton: ‘<strong>De</strong>ze partituur is een enorme<br />

uitdaging en daardoor waarschijnlijk ook<br />

zeer voldoening gevend. Bijna van verdiaanse<br />

allure. In de orkestpartij is Britten op de<br />

top van zijn kunnen, helder, virtuoos, trefzeker<br />

en bijzonder expressief. Britten was<br />

befaamd om zijn meesterlijke instrumentatie.<br />

Hij kende de mogelijkheden van alle<br />

instrumenten door en door. In Billy Budd<br />

overtrof hij zichzelf. <strong>De</strong> partituur als geheel:<br />

de orkestpartij, de koorscènes en de uiterst<br />

emotionele aria’s vormen een volmaakt contrapunt<br />

bij de tekst. Wat te denken van de<br />

tedere aria van de Novice in de eerste akte,<br />

“We’re all of us lost on the Sea”, het indringende<br />

“Rights o’ Man”-motief, Billy’s stotterende,<br />

schrijnende, emotionele uitbarstingen<br />

of Claggarts ijselijke monoloog, “Oh beauty,<br />

oh handsomeness… I have you in my power<br />

and I will destroy you”? Het is geniale, bijtende,<br />

striemende materie.’<br />

12 13<br />

Interview Billy Budd Interview Billy Budd<br />

Het team<br />

Voor de regie van Billy Budd tekende Richard<br />

Jones met een herneming van zijn succesvolle<br />

productie in 2007 in de Oper Frankfurt.<br />

In zijn interpretatie speelt het verhaal zich<br />

af op een opleidingsschip voor matrozen.<br />

Hoewel we de zee niet zien, voelen we haar<br />

zuigende aanwezigheid alom. John Mark<br />

Ainsley, Jacques Imbrailo en Clive Bayley,<br />

allen goede bekenden van Bolton, bezetten<br />

de hoofdrollen.<br />

Bolton roemt Jones’ regie: ‘een enscenering<br />

waar niemand omheen kan. Jones’ grote<br />

verdienste is een psychologisch vlijmscherpe<br />

uitbeelding van de personages in een verstikkende<br />

entourage. Een natuurgetrouwe<br />

weergave van de zee is hier niet nodig. <strong>De</strong><br />

zee is niet meer dan een metafoor. <strong>De</strong> strekking<br />

van het verhaal grijpt je in deze setting<br />

volledig bij de keel.’<br />

‘Met John Mark Ainsley, die Captain Vere<br />

zal vertolken, werkte ik al veel samen in verschillende<br />

Mozart-opera’s en Monteverdi’s<br />

L’Orfeo. Ainsley is een van mijn meest ge -<br />

liefde zangers, uiterst virtuoos, intelligent<br />

en behept met de gave om onder de huid van<br />

zijn personage te kruipen. Jacques Imbrailo<br />

zong al eerder met groot succes de rol van<br />

Billy Budd tijdens het festival van Glyndebourne.<br />

Ik leerde Imbrailo, in The Times om -<br />

schreven als ‘the hottest young baritone on<br />

the block’, destijds kennen tijdens het Covent<br />

Garden Young Artists Programm, een ontdekking.<br />

En Clive Bayley, die John Claggart<br />

gestalte gaat geven, ken ik als een prachtige,<br />

bijzonder begaafde, donkere bas en<br />

een groot acteur. Het team is ijzersterk.<br />

<strong>De</strong> voortekenen voor deze productie zijn<br />

steengoed.’<br />

Michel Khalifa<br />

Drie hoofdpersonages<br />

Voor de drie hoofdrollen van Billy Budd heeft DNO Engelstalige zangers gecontracteerd, die veel bijval oogstten<br />

in recente producties van deze opera. Tenor John Mark Ainsley (Captain Vere), bariton Jacques Imbrailo (Billy<br />

Budd) en bas Clive Bayley (John Claggart) vertellen over hun affiniteit met de muziek van Britten en de interactie<br />

tussen hun personages.<br />

‘Billy staat voor goedheid, schoonheid,<br />

onschuld, kracht, met andere woorden voor<br />

alle dingen waar de meeste mensen naar<br />

streven,’ stelt de in Engeland wonende Zuid-<br />

Afrikaan Jacques Imbrailo. ‘Maar hij is niet<br />

alleen een idyllische figuur. Hij moet ook een<br />

donkere kant hebben, anders is hij niet menselijk.<br />

<strong>De</strong> toeschouwers kunnen zich alleen<br />

met hem identificeren als hij ook een vorm<br />

van zwakheid toont.’<br />

Ook Clive Bayley hecht aan een genuanceerde<br />

omschrijving van zijn personage:<br />

‘John Claggart is niet alleen maar slecht.<br />

In zijn lange aria “O beauty, o handsomeness,<br />

goodness!” laat hij merken dat hij<br />

enorm in de knoop zit. Hij kan niet omgaan<br />

met het feit dat hij zich zo tot Billy aangetrokken<br />

voelt. En hij wil niet alleen Billy te<br />

gronde richten, maar ook zichzelf.’<br />

Captain Vere moet als rechter optreden<br />

in de confrontatie tussen zijn twee ondergeschikten.<br />

Een heikele opdracht, beaamt<br />

John Mark Ainsley: ‘Zijn achternaam zegt<br />

het al, Vere moet op zoek naar de waarheid<br />

(veritas). Dat is zijn plicht. Maar hij richt<br />

zich uitsluitend op de legale waarheid en<br />

onttrekt zich daarbij aan de morele waarheid.<br />

Dit verklaart waarom hij als oude man<br />

dit verhaal voor zichzelf herkauwt, in een<br />

poging om met zichzelf in het reine te komen.<br />

In feite staat deze rol symbool voor de eenzaamheid<br />

van het leiderschap, en in bredere<br />

zin voor de moeilijke beslissingen die iedereen<br />

soms moet nemen.’<br />

Ainsley benadrukt dat het gelaagde verhaal<br />

van Billy Budd zich voor verschillende<br />

interpretaties leent. ‘Na een voorstelling<br />

sprak ik een echtpaar dat ruzie maakte over<br />

de plot. Zij vond dat Vere de regels aan zijn<br />

laars had moeten lappen, hij vond dat Vere<br />

juist had gehandeld en geen andere keuze<br />

had. Ik denk dat niemand in de schoenen van<br />

de kapitein zou willen staan. Wat ook wringt,<br />

is dat hij weigert zijn eigen emoties te onderkennen.<br />

Terwijl Claggart zich bewust is van<br />

zijn eigen verdorvenheid, wil Vere bijvoorbeeld<br />

niet toegeven dat ook hij zich tot Billy<br />

aangetrokken voelt.’<br />

Psychologische reis<br />

Aan de regisseur de taak om deze ge -<br />

laagde plot overtuigend over het voetlicht<br />

te brengen. Jacques Imbrailo denkt met<br />

voldoening terug aan de enscenering van<br />

Michael Grandage in Glyndebourne, waar<br />

hij afgelopen zomer aan meewerkte: ‘In deze<br />

productie hebben we geprobeerd Billy als<br />

een mens van vlees en bloed neer te zetten,<br />

als iemand die echt aan het vechten is tegen<br />

zijn donkere kanten. <strong>De</strong> regisseur legde er<br />

de nadruk op dat zelfs de ogenschijnlijk<br />

perfecte Billy teleurgesteld in zichzelf kan<br />

zijn. Dat werkte volgens mij heel goed. Ik<br />

voel affiniteit met de psychologische reis<br />

die Billy in deze productie doormaakte.’<br />

John Mark Ainsley, die in dezelfde productie<br />

meezong, roemt de diepgang die<br />

Imbrailo aan de titelrol wist te geven: ‘Met<br />

zijn fantastische stem en zijn emotionele<br />

klankkleur verleende Jacques iets subtiels<br />

aan Billy, waardoor de personage de status<br />

van vlakke, goede jongeman ontsteeg.’<br />

<strong>De</strong> 32-jarige Imbrailo op zijn beurt genoot<br />

van de samenwerking met zijn door de wol<br />

geverfde collega: ‘John Mark is een fantastische<br />

communicator, in woord en gebaar.<br />

Ik heb veel van hem geleerd.’ Bescheiden:<br />

‘Hopelijk zal ik in Amsterdam een grotere<br />

inbreng hebben.’<br />

Voor de regie van de door DNO uit Frankfurt<br />

overgenomen productie tekent de Engelsman<br />

Richard Jones. Clive Bayley en John<br />

Mark Ainsley deden in 2007 mee aan de originele<br />

productie van Oper Frankfurt en tonen<br />

zich lovend over hun landgenoot. ‘Richard<br />

Jones kan goed overweg met zangers,’ aldus<br />

Bayley. ‘Hij is een fatsoenlijk mens en een<br />

leuke vent, die altijd het beste in mij boven<br />

brengt. Zijn aanpak in Billy Budd is sober, in<br />

die zin dat hij van ons kleine gebaren en een<br />

beheerste interpretatie verlangt.’<br />

John Mark Ainsley: ‘Richard kiest altijd<br />

gelijkgestemde zangers en verwacht een<br />

creatieve inbreng van ons. Dit maakt het<br />

heel interessant om met hem te werken.<br />

Zijn productie van Billy Budd is spectaculair,<br />

maar vertoont geen spoor van filmisch realisme.<br />

Verwacht bij hem geen golven en mist.’<br />

Hevig gestotter<br />

In hoeverre moeten de zangers zich overgeven<br />

aan de heftige emoties die in Billy Budd<br />

de boventoon voeren? Alle drie de hoofdrolspelers<br />

zijn het erover eens dat een zekere<br />

mate van afstand onontbeerlijk is. ‘<strong>De</strong> grootste<br />

uitdaging ligt in het doseren van de emoties,’<br />

zegt Jacques Imbrailo. ‘Toch word ik<br />

wel emotioneel tijdens het zingen, anders<br />

zou ik moeite hebben mijn personage geloofwaardig<br />

te maken. Het cruciale moment voor<br />

mij is de scène in de kapiteinshut waarbij<br />

Claggart Billy beschuldigt.’<br />

Een extra moeilijkheid inherent aan de<br />

titelrol is het hevige gestotter waarmee Billy<br />

behept is. Op dat punt kreeg Imbrailo hulp<br />

uit onverwachte hoek. In Glyndebourne werd<br />

hij gecoacht door topacteur Sir <strong>De</strong>rek Jacobi,<br />

die op televisie opzien baarde als de stotterende<br />

keizer Claudius. ‘Bij Billy gaat het meer<br />

om stamelen dan om stotteren. Dit spraakgebrek<br />

veroorzaakt bij hem een fysiek gevoel<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 12-13 17-02-11 08:19<br />

Scène uit Billy Budd (Foto: Barbara Aumüller)


van frustratie dat vanuit zijn buik opkomt.<br />

Stotteren en zingen gaan in eerste instantie<br />

niet goed samen, maar ik heb van Sir <strong>De</strong>rek<br />

geleerd hoe je het beste uit beide werelden<br />

kunt halen.’<br />

Terug naar de emoties. Clive Bayley wijst<br />

op een essentieel verschil tussen zangers<br />

en acteurs: ‘Acteurs kunnen improviseren,<br />

terwijl zangers gebonden zijn aan de timing<br />

van hun partij. Ik moet zelf afstand scheppen<br />

ten opzichte van mijn personage, anders kan<br />

ik niet naar behoren zingen. <strong>De</strong> rol van Claggart<br />

kent een aantal emotionele momenten:<br />

de allereerste ontmoeting met Billy, de lange<br />

aria waarin Claggart zich blootgeeft, en uiteraard<br />

de confrontatie in de kapiteinshut.’<br />

Volgens John Mark Ainsley draait alles<br />

om het fragiele evenwicht tussen betrokkenheid<br />

en overzicht: ‘In het repetitieproces<br />

geef ik eerst ruim baan aan mijn instinct.<br />

Dat heb ik nodig om mijn personage te leren<br />

kennen en om mij daarmee te identificeren.<br />

Maar wanneer ik deze ontdekkingen met<br />

het publiek wil delen, moet ik een stap terug<br />

doen. Dit is een voorwaarde om mijn inzichten<br />

als het ware in het operatheater te projecteren.<br />

Met andere woorden: betrokkenheid<br />

is goed zolang je het publiek voldoende<br />

inkijkruimte geeft. Je mag je als zanger nooit<br />

afsluiten in je eigen emotionele ervaring.’<br />

Geloofwaardig zijn<br />

In de operaliteratuur wordt vaak gewe zen<br />

op de overeenkomsten tussen de plot van<br />

Billy Budd en de persoonlijke ervaringen<br />

van Benjamin Britten. Is Billy het spiegelbeeld<br />

van de gekwelde componist? Jacques<br />

Imbrailo betwijfelt het: ‘Het autobiografische<br />

element zal eerder liggen in de innerlijke<br />

strijden die Britten doormaakte. Voor<br />

zover er in deze opera iets van hem aanwezig<br />

is, ligt dat in de combinatie van de drie<br />

hoofdpersonages.’<br />

‘Dit verhaal rondom de strijd tussen goed<br />

en kwaad is universeel en kan door iedereen<br />

worden gewaardeerd’, meent Clive Bayley.<br />

‘Hetzelfde geldt voor Peter Grimes. Britten<br />

heeft andere opera’s geschreven die een<br />

meer uitgesproken Engels karakter hebben,<br />

zoals Gloriana en vooral Albert Herring.’<br />

John Mark Ainsley vermoedt dat de overeenkomsten<br />

tussen Brittens eigen leven<br />

en de onderwerpen van sommige opera’s<br />

buiten diens controlebereik ontstonden:<br />

‘Britten was zich ongetwijfeld bewust van<br />

dergelijke connecties, maar ik denk niet dat<br />

hij deze van te voren plande. Dit in tegenstelling<br />

tot iemand als Hans Werner Henze,<br />

die vanuit politiek engagement zijn opera’s<br />

met radicale statements lardeert.’<br />

Ainsley heeft recht van spreken. Hij heeft<br />

meegewerkt aan operaproducties van onder<br />

meer The Rape of Lucretia en The Turn of the<br />

Screw. Zijn discografie vermeldt liefst acht<br />

Britten-cd’s, van de opera A Midsummer<br />

Night’s Dream tot de liedcyclus Les Illuminations.<br />

‘Als je een Britse lyrische tenor bent,<br />

wordt je gauw door casting directors ingezet<br />

als Britten-vertolker’, zegt hij droogjes.<br />

Dat hij tot 2007 moest wachten voor zijn<br />

roldebuut als Captain Vere, heeft volgens<br />

hem puur met leeftijd te maken. ‘Als je in<br />

dramatisch opzicht geloofwaardig wilt zijn,<br />

moet je je beperken tot personages die maxi-<br />

CONCERTO<br />

uw specialist in opera,<br />

klassieke muziek en nog veel meer<br />

www.concertomania.nl<br />

DNO abonnementhouders 10% korting<br />

in Concerto en de Plato winkels.<br />

14 <strong>Opera</strong>Flirt<br />

15<br />

maal zo’n tien jaar jonger of ouder zijn dan<br />

jij. Ik ben nu 47. <strong>De</strong> Vere van Melville was<br />

misschien iets jonger, maar dan is er nog<br />

de oude Vere die in de proloog aan bod komt.<br />

Kortom: had iemand mij de rol veel eerder<br />

aangeboden, dan had ik die geweigerd.’<br />

Om dezelfde reden heeft John Mark<br />

Ains ley besloten dat hij de titelrol in Monte -<br />

verdi’s L’Orfeo – een van zijn grootste triomfen<br />

wereldwijd, onder meer bij DNO – niet<br />

meer gaat zingen. ‘Ik zou er niet in kunnen<br />

geloven als ik mezelf nu op het toneel zou<br />

zien in de rol van zo’n jonge man. Eén uitzondering<br />

zal ik nog maken, eind 2011 in Wenen<br />

voor regisseur Claus Guth. Hij werkt aan<br />

een herinterpretatie van deze opera, waar -<br />

bij de oude Orfeo op zijn leven terugkijkt.’<br />

Als bas heeft Clive Bayley minder kans<br />

om zich te verdiepen in het vocale oeuvre<br />

van Britten: ‘Behalve John Claggart heeft<br />

Britten heeft niet veel grote basrollen ge -<br />

schreven. Zonde, want hij kon prachtig componeren<br />

voor de basstem. Ik heb beide baspartijen<br />

van Peter Grimes gezongen, en ik<br />

zal in 2013 meedoen aan een Gloriana van<br />

Richard Jones in Covent Garden.’<br />

<strong>De</strong> jongste van de drie, Jacques Imbrailo,<br />

zal volgend jaar meewerken aan The Rape of<br />

Lucretia in Houston en in 2013 aan de reprise<br />

van Billy Budd in Glyndebourne. Verder wil<br />

hij de tijd nemen om zijn stem in alle rust te<br />

ontwikkelen. ‘Mijn grote voorbeeld als Billy,<br />

Simon Keenlyside, zegt altijd: geef voorrang<br />

aan je stem, dan zullen de theaters zich van<br />

zelf bij je melden.’<br />

CONCERTO Utrechtsestraat 52-60 1017 VP Amsterdam 020-6235228<br />

PLATO • Apeldoorn • <strong>De</strong>venter • Enschede • Groningen • Leiden • Rotterdam • Utrecht • Zwolle<br />

Elaine Lok<br />

Jongeren naar de opera –<br />

<strong>Opera</strong>Flirters en Fidelio-leden<br />

Om opera onder de aandacht van jongeren te brengen heeft <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> twee seizoenen geleden<br />

de <strong>Opera</strong>Flirt­formule in het leven geroepen. Jongeren onder de dertig jaar krijgen de kans om voor weinig<br />

geld aan het programma deel te nemen. <strong>Odeon</strong> sprak met Jet Hendrich (24), deelneemster aan de <strong>Opera</strong>Flirt,<br />

en met Arjan Stoop (24), commissievoorzitter van Fidelio, de Jonge Vrienden van DNO.<br />

Afgelopen seizoen voerde DNO de opera<br />

Turandot van Puccini op. Jet Hendrich<br />

be zocht bij deze productie de <strong>Opera</strong>Flirtavond:<br />

‘Hoe ik erbij ben gekomen weet ik<br />

niet meer, maar ik wilde altijd al heel graag<br />

een keer naar Turandot. Toen ik op de site<br />

van DNO keek, zag ik dat die werd opgevoerd<br />

en dat er een <strong>Opera</strong>Flirt-programma<br />

was. Meteen heb ik toen een vriendin ingeschakeld,<br />

die het erg leuk vond om mee te<br />

gaan en nog nooit naar een opera was ge -<br />

weest. Natuurlijk is het altijd afwachten wat<br />

iemand dan van die opera vindt. Gelukkig<br />

vond ze het geweldig!’<br />

Hoewel de <strong>Opera</strong>Flirt bedoeld is voor<br />

jongeren die nog nooit eerder naar de<br />

opera zijn geweest, ging dit voor Jet niet<br />

helemaal op: ‘Ik ben misschien niet een<br />

echte <strong>Opera</strong> Flirter. Van huis uit ben ik veel<br />

met mijn ouders naar uitvoeringen van klassieke<br />

muziek geweest en zo nu en dan naar<br />

een opera, een enkele keer in het buiten -<br />

land. Voor mij was <strong>Opera</strong>Flirt juist een ideale<br />

manier om eens een keer een vriendin mee<br />

te lokken, die normaal niet zo snel zou gaan.<br />

Voor ons allebei dus een uitgelezen moment<br />

om een glamorous avondje uit te gaan.’<br />

Naast het bijwonen van de opera mogen<br />

<strong>Opera</strong>Flirters deelnemen aan een rondleiding<br />

achter de schermen. Het concept van<br />

de <strong>Opera</strong>Flirt sprak Jet erg aan: ‘Ik vond het<br />

leuk om een keer daadwerkelijk backstage<br />

te kunnen. Bovendien krijg je goede tweederangs<br />

plaatsen en niet zomaar een plek<br />

ergens helemaal achterin.’ In de pauze staan<br />

sandwiches en drankjes klaar. Na afloop be -<br />

staat vaak nog de mogelijkheid de zangers<br />

en zangeressen uit de productie te spreken.<br />

Fidelio<br />

Naast de <strong>Opera</strong>Flirt heeft DNO de Jonge<br />

Vrienden: Fidelio. Commissievoorzitter Arjan<br />

Stoop zet zich samen met de overige leden<br />

van Fidelio in om jongeren te enthousiasmeren<br />

voor opera: ‘<strong>Opera</strong> Flirt is heel laagdrempelig,<br />

voor mensen die nooit eerder<br />

een opera hebben bezocht. Fidelio daarentegen<br />

is deel van een vereniging. Daar moet<br />

je lid van worden en dat word je natuurlijk<br />

niet zomaar als je er geen relatie mee hebt.’<br />

Lid worden van de Jonge Vrienden van<br />

DNO kan voor slechts € 20 per jaar. Het lidmaatschap<br />

biedt allerlei voordelen. Zo zijn<br />

er voor Fidelio-leden speciale Jonge <strong>Opera</strong>fan-abonnementen,<br />

waarbij DNO kaarten<br />

met 50% korting aanbiedt. ‘Daarbij is er sinds<br />

het huidige seizoen een zeer goede kortingsregeling<br />

bijgekomen,’ aldus Arjan. ‘Je kunt<br />

tegenwoordig met een Fidelio-pas al een dag<br />

van tevoren een kaartje voor € 20 kopen voor<br />

alle niet uitverkochte voorstellingen. Er is<br />

dus niet alleen een kortingsregeling voor<br />

studenten, maar voor állen die jonger zijn<br />

dan 30, mits zij natuurlijk lid zijn van Fidelio.’<br />

Om het lidmaatschap aantrekkelijk te<br />

maken organiseert de Fidelio-commissie<br />

steeds meer activiteiten; van rondleidingen<br />

tot exclusieve inleidingen en ontmoetingen<br />

met zangers, dirigenten, regisseurs en<br />

decorontwerpers. ‘Daarnaast geven we ook<br />

operacursussen voor jongeren, door een jonger<br />

persoon en organiseren we introductieavonden<br />

om nieuwe leden te werven,’ vertelt<br />

Arjan bevlogen. ‘Voor deze introductieactiviteiten<br />

nodigen we ook <strong>Opera</strong>Flirters uit.<br />

Dit natuurlijk in de hoop dat ze door nog een<br />

keer aan een opera te snuffelen zo enthousiast<br />

worden dat ze lid worden en nog véél<br />

vaker gaan.’<br />

‘Ik wilde al vóór de <strong>Opera</strong>Flirt lid worden<br />

van Fidelio,’ vertelt Jet. ‘Ondertussen ben ik<br />

lid, maar nog niet heel erg actief. Het is leuk<br />

om mensen te ontmoeten die al een passie<br />

voor opera hebben, die je dus niet mee hoeft<br />

te sleuren en die zelf ook op het idee komen<br />

er naartoe te gaan. Een belangrijke reden om<br />

lid te worden was voor mij dat ik er graag ook<br />

een bijdrage aan wil leveren.’ Doordat € 5<br />

van het lidmaatschap direct naar de educatieafdeling<br />

van DNO gaat, steunen de Jonge<br />

Vrienden activiteiten die door deze afdeling<br />

worden ontwikkeld.<br />

<strong>Opera</strong>Flirter Jet: ‘Omdat het concept<br />

zo leuk is, zou ik iedereen willen aanraden<br />

een keer mee te doen. Of je nu van opera<br />

houdt of niet, dat verschilt per persoon.<br />

Sommige mensen vinden het helemaal<br />

geweldig en anderen vinden het niks, maar<br />

dat er voor jongeren de mogelijkheid is om<br />

naar een opera te gaan, en dat er zelfs een<br />

Jonge Vrienden-vereniging bestaat, heeft<br />

naar mijn idee duidelijk een toegevoegde<br />

waarde.’<br />

<strong>Opera</strong>Flirt in maart 2011<br />

<strong>De</strong> eerstvolgende <strong>Opera</strong>Flirt-avond<br />

vindt plaats bij de uitvoering van Billy<br />

Budd op 16 maart 2011. Kaarten kunnen<br />

worden besteld via www.operaflirt.nl.<br />

Bij meer aanmeldingen dan beschikbare<br />

plaatsen worden er kaarten verloot. Lees<br />

meer over Billy Budd in deze <strong>Odeon</strong>,<br />

pp. 8-14.<br />

JOF-abonnementen<br />

2011-2012<br />

Er zijn voor het volgende seizoen vier<br />

ver schillende Jonge <strong>Opera</strong>fan-abonnementen.<br />

Voor mensen die iemand mee<br />

willen nemen die ouder is dan 30, be -<br />

staat de mogelijkheid een begeleidersabonnement<br />

te bestellen. Zie voor nadere<br />

informatie www.dno.nl en de DNO-seizoensbrochure<br />

2011-2012.<br />

Fidelio – Jonge Vrienden<br />

Lid worden van de Jonge Vrienden van<br />

DNO kan voor € 20 per jaar. Zie voor<br />

nadere informatie:<br />

www.fidelio-opera.nl.<br />

Mogelijk gemaakt door:<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 14-15 17-02-11 08:19<br />

Jet Hendrich en Arjan Stoop (Foto: Elaine Lok)


Kostuumontwerpen Platée: Nigel Lowery<br />

Platée<br />

Haat, krenking, woede en nijd,<br />

Jullie heersen in mijn hart. (Junon)<br />

Proloog<br />

Thespis, de uitvinder van de komedie,<br />

besluit goden en mensen een les te leren.<br />

Hij laat naspelen hoe Jupiter zijn vrouw<br />

Junon genas van haar jaloezie.<br />

I<br />

Mercure en de bergkoning Cithéron vatten<br />

het plan op om Junon voor de gek te houden:<br />

Jupiter moet doen alsof hij wil trouwen<br />

met een nieuwe liefde, de nimf Platée,<br />

koningin van het moeras. Zij beeldt zich in<br />

dat Cithéron op haar verliefd is. Maar als<br />

Mercure haar meldt dat niemand minder<br />

dan Jupiter haar liefheeft, is haar vreugde<br />

groot en denkt ze niet meer aan Cithéron.<br />

II<br />

Met een smoes heeft Mercure Junon naar<br />

Athene gelokt: daar zou zij haar overspelige<br />

man op heterdaad kunnen betrappen.<br />

Jupiter daalt af in een wolk en openbaart<br />

zich aan Platée, eerst als ezel, vervolgens<br />

als uil en dan pas in zijn eigen indrukwekkende<br />

gedaante. Hij verklaart Platée zijn<br />

liefde en laat een intermezzo uitvoeren, in<br />

afwachting van de huwelijksceremonie.<br />

16<br />

17<br />

III<br />

Junon keert woedend terug uit Athene. Op<br />

aanraden van Mercure verbergt zij zich om<br />

de gebeurtenissen te volgen. <strong>De</strong> gesluierde<br />

Platée wacht vol ongeduld op de komst van<br />

Amour, die het huwelijk moeten inzegenen.<br />

In zijn plaats komt Momus, god van de spotternij.<br />

Hij schenkt Platée tranen en smarten,<br />

maar ook hoop. Platée wijst deze giften<br />

verontwaardigd af. Jupiter begint de huwelijkseed<br />

af te leggen en vraagt zich bezorgd<br />

af waar Junon blijft. Eindelijk verschijnt zij<br />

en rukt Platées sluier af. Bij het zien van<br />

de lelijke bruid barst de godin in lachen<br />

uit. Verzoend stijgt het godenpaar naar de<br />

hemel. Platée is razend en grijpt Cithéron<br />

bij de keel onder heftige verwensingen. Dan<br />

snelt ze terug naar haar moeras.<br />

ma 4 apr 2011 première 19.30 uur<br />

wo 6 apr 19.30 uur<br />

vr 8 apr 19.30 uur<br />

zo 10 apr 13.30 uur<br />

ma 11 apr 19.30 uur<br />

wo 13 apr 19.30 uur<br />

do 14 apr 19.30 uur<br />

Stadsschouwburg Amsterdam<br />

Kaartverkoop is reeds begonnen.<br />

Bij het ter perse gaan van deze <strong>Odeon</strong><br />

zijn er nog kaarten verkrijgbaar.<br />

Bel het Kassa­bespreekbureau van<br />

Het Muziektheater Amsterdam: 020­625 5455<br />

de Stadsschouwburg: 020­624 2311<br />

Online reserveren:<br />

www.dno.nl<br />

www.stadsschouwburgamsterdam.nl<br />

Inleidingen door Marijke Schouten<br />

Plaats: foyer Stadsschouwburg Amsterdam<br />

Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere<br />

voorstelling, dus 18.45 uur (avond)/12.45 uur<br />

(matinee)<br />

Lengte: ± 30 minuten<br />

Toegang: gratis op vertoon van een geldig<br />

plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag<br />

Met steun van de Vereniging Vrienden<br />

van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

Uitzenddatum<br />

Radio 4, NTR <strong>Opera</strong> Live:<br />

zaterdag 23 april, 19.00 uur.<br />

Cd/dvd-aanbevelingen<br />

<strong>De</strong> volgende cd en dvd zijn ver krijgbaar in de winkel<br />

van Het Muziektheater Amster dam en bij alle vestigingen<br />

van Concerto/Plato:<br />

Cd Platée<br />

Gilles Ragon, Jennifer<br />

Smith, Veronique Gens,<br />

Ensemble Vocal<br />

Francoise Herr & Les<br />

Musiciens de Louvre,<br />

Marc Minkowski<br />

Warner Classics, € 9,95<br />

Dvd Platée<br />

Paul Agnew,<br />

Mireille <strong>De</strong>lunsch,<br />

Yanni Beuron,<br />

Les Musiciens du<br />

Louvre­Grenoble,<br />

Marc Minkowski<br />

Kultur, € 39,95<br />

Op vertoon van hun abonne ments kaart krijgen<br />

DNO­abonnees 10% korting bij Concerto/Plato<br />

en in de Muziektheaterwinkel.<br />

Jean-Philippe Rameau 1683-1764<br />

Platée<br />

Ballet bouffon<br />

en un prologue et trois actes<br />

libretto van<br />

Jaques Autreau<br />

muzikale leiding<br />

René Jacobs<br />

regie<br />

Nigel Lowery<br />

Amir Hosseinpour<br />

decor/kostuums<br />

Nigel Lowery<br />

licht<br />

Lothar Baumgarte<br />

choreografie<br />

Amir Hosseinpour<br />

Platée<br />

Colin Lee<br />

La Folie/Thalie<br />

Inga Kalna<br />

Thepsis/Mercure<br />

Anders J. Dahlin<br />

Jupiter<br />

Marcus Fink<br />

Junon<br />

Anna Grevelius<br />

Cithéron/Un Satyre<br />

Martijn Cornet<br />

L’Amour/Clarine<br />

Johannette Zomer<br />

Momus<br />

Maarten Koningsberger<br />

Akademie für Alte Musik Berlin<br />

vocaal ensemble<br />

instudering Martin Wright<br />

<strong>De</strong> opera wordt in het Frans gezongen<br />

en Nederlands boventiteld.<br />

<strong>De</strong> voorstelling duurt circa 2 uur en 15 minuten.<br />

Er is 1 pauze.<br />

Het operaboek Platée is verkrijgbaar in<br />

de Stadsschouwburg Amsterdam en in<br />

Het Muziek theater Amsterdam. Daarin zijn<br />

onder meer een uitgebreide synopsis, en<br />

het libretto in het Frans en in het Neder lands<br />

opgenomen. <strong>De</strong> prijs is 8,­.<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 16-17 17-02-11 08:19<br />

Nieuwe productie


Jean­Philippe Rameau (Beeld van Jean­Jacques Caffieri)<br />

Achtergrond Platée<br />

Marijke Schouten<br />

‘Bewondert allen<br />

mijn befaamde kunst’<br />

<strong>De</strong> première van Rameaus opera Platée, onderdeel van de festiviteiten bij het huwelijk van de zoon van Lodewijk XV<br />

met een dochter van de Spaanse koning Philips V, ging tamelijk onopgemerkt voorbij. Het ging om een besloten<br />

voorstelling voor genodigden in Versailles – ter ere van het kroonprinselijk paar – en in de verslagen vinden we niets<br />

over de uitvoering terug. Luttele jaren later figureerde dezelfde opera in de verhitte discussies van de Querelle<br />

des Bouffons – de polemieken van conservatieve tegenover progressieve intellectuelen rond de prioritering van<br />

de Franse en de Italiaanse opera. Wat maakte Platée zo geschikt om een rol te spelen in een esthetische discussie<br />

op het scherp van de snede?<br />

Platée was Jean-Philippe Rameaus eerste<br />

opera na een muziektheaterstilte van vijf<br />

jaar. <strong>De</strong> Franse componist was sowieso pas<br />

laat begonnen met het schrijven van opera’s<br />

– hij was vijftig toen hij zijn eersteling, Hippo ­<br />

lyte et Aricie, aan het Franse publiek presenteerde.<br />

Toch had hij altijd een operacarrière<br />

geambieerd – in Parijs, waar hij zich op zijn<br />

veertigste vestigde, telde je alleen als operacomponist<br />

echt mee; dat Rameau een be -<br />

faamd organist en muziektheoreticus was,<br />

gold daar als bijzaak – maar hij moest er van<br />

voor af aan beginnen. Lange tijd was zijn<br />

faam niet groot genoeg om de belangrijkste<br />

librettist, Antoine Houdar de la Motte, te verleiden<br />

hem een operatekst te gunnen om op<br />

muziek te zetten. En voor een mindere ging<br />

de ambitieuze Rameau aanvankelijk niet.<br />

Al was hij ook niet te beroerd om in opdracht<br />

muziek te schrijven voor enkele muzikale<br />

komedies voor de Jaar markt theaters in de<br />

Parijse voorsteden.<br />

Hippolyte et Aricie, zijn eerste grootschalige<br />

en serieuze opera bracht de componist<br />

in 1733 niet meteen de doorbraak waarop hij<br />

had gehoopt. Het monopolie op de opera<br />

dat Jean-Baptiste Lully zestig jaar eerder<br />

in handen had gekregen, had ervoor gezorgd<br />

dat er tot ver na zijn dood nauwelijks vernieuwingen<br />

in het genre konden doordringen.<br />

Het publiek viel over de complexiteit en<br />

muzikale overdaad in Rameaus werk, noemde<br />

het ‘baroque’ – en dat was geen compliment.<br />

Maar Rameau liet zich niet uit het veld<br />

slaan. Een reeks opera’s van zijn hand volgden<br />

elkaar snel op en geleidelijk aan kreeg<br />

de componist naast tegenstanders, de zogenoemde<br />

‘Lullistes’, ook fervente aanhangers<br />

van zijn vernieuwingsgezinde muziek. Tot<br />

1739 schrijft Rameau vijf grote werken voor<br />

de Académie Royale, zowel tragédies en<br />

musique als opéra­ballets, waarmee hij zijn<br />

positie als operacomponist vestigt. En dan<br />

valt hij geruime tijd vrijwel stil.<br />

Geschiedenis<br />

Rameau komt in 1745 terug met Platée, een<br />

heel ander soort opera dan hij voordien had<br />

geschreven. Een luchtig stuk dat onder verschillende<br />

benamingen – ballet bouffon,<br />

comédie­ballet en comédie lyrique – wordt<br />

gevangen, zonder de positie van Platée binnen<br />

het Franse muziektheater ten tijde van<br />

Rameau scherp te definiëren.<br />

Sinds Lully en zijn librettist Quinault de<br />

tragédie en musique hadden gecreëerd als<br />

synthese van dramatische poëzie, muziek,<br />

dans, kostuums en toneelmachinerie, was<br />

dit het lyrische genre bij uitstek: bloedserieus,<br />

en zonder komische elementen, hoe<br />

miniem ook. Het komische kreeg onderdak<br />

in het opéra­ballet dat aan het eind van de<br />

17de eeuw, in de nadagen van Louis XIV,<br />

ontstond en dat de perfecte weerspiege -<br />

ling zou vormen van het frivole klimaat tijdens<br />

het rococo. In het opéra­ballet staan<br />

de bouwstenen van de tragédie en musique<br />

in dienst van kleine galante, op zich zelf<br />

staande intriges, die elk afzonderlijk weer<br />

aanleiding vormen voor uitvoerige, gedanste<br />

divertissements. In zo’n gefragmenteerd<br />

schouwspel was plaats voor zeer uiteenlopende<br />

stemmingen en liep het affectieve<br />

palet van grote tragiek naar een lichte stijl<br />

via pastorale, exotisme en komische episoden.<br />

Niet meer dan episoden. Voor onvervalste<br />

humor moest je in de Jaarmarkt theaters<br />

zijn, waar de opéra­comique in wording was<br />

en waar ook Rameau in het begin van zijn<br />

Parijse carrière ervaring opdeed in het burleske<br />

en parodiërende repertoire.<br />

In Platée verenigt Rameau alle aspecten<br />

van deze uiteenlopende muziektheatrale<br />

stromingen – het serieuze, het komische<br />

en de satire: er is één, consistent mythologisch<br />

verhaal met de gangbare rangorde aan<br />

goden, halfgoden en stervelingen, zoals<br />

gebruikelijk in de tragédie en musique; er<br />

loopt een komische draad door de plot, de<br />

titelheldin is een travestierol – dat laatste<br />

18<br />

19<br />

naar voorbeeld van de komische opera Les<br />

Amours de Ragonde van Jean-Joseph Mouret,<br />

die enkele jaren eerder op het speelplan van<br />

de prestigieuze Parijse Opéra was gezet.<br />

Bovendien parodieert Rameau in Platée zijn<br />

eigen grootse operastijl, zoals dat vaker<br />

gebeurde in de gepopulariseerde tragédies<br />

op de podia van de Jaarmarkt theaters. Hier<br />

spot hij als het ware met zichzelf als de serieuze<br />

componist die net met zijn grote tragédies<br />

en musique vaste grond onder zijn voeten<br />

in Parijs had gevonden. Na de eerste openbare<br />

uitvoeringen in 1749 laat de opera over<br />

de waternimf Platée de gemoederen niet<br />

meer los.<br />

Inhoud en betekenissen<br />

Een wrede en harteloze opera is Platée<br />

meermalen genoemd. <strong>De</strong> waternimf Platée<br />

wordt door de Griekse koning Cithéron tot<br />

zetstuk gemaakt in een listig spel dat de<br />

jaloerse Juno een lesje moet leren. Juno<br />

beticht haar echtgenoot Jupiter van overspel<br />

en als Jupiter nu eens liefde zou veinzen<br />

voor een volstrekt ridicule minnares, zou<br />

zijn eega in lachen kunnen uitbarsten en van<br />

haar jaloezie genezen.<br />

<strong>De</strong> harteloosheid zit in het gegeven dat de<br />

ijdele nimf – vertolkt door een haute-contre,<br />

wat haar als liefdespartner van de oppergod<br />

meteen al belachelijk maakt – zich serieus<br />

openstelt voor Jupiters vleierijen en hof-<br />

makerij om aan het slot bij de ontmaskering<br />

alle smaad en hoon over zich heen te krijgen.<br />

Maar waar staat dit gemene spel met<br />

Platée voor?<br />

<strong>De</strong> waternimf is onbehouwen in haar<br />

gedrag en houding, stelt musicoloog Harry<br />

Halbreich (in L’Avant­Scène <strong>Opera</strong> 189, 1999).<br />

‘Zij heeft geen manieren geleerd en geen<br />

opvoeding genoten en dat nog wel in een<br />

tijdperk waarin hieraan het grootste belang<br />

werd gehecht. Ze bezit niet de geringste<br />

dosis charme of zelfs maar een greintje elegantie.’<br />

Dit is wat er in deze opera aan de<br />

orde wordt gesteld. Aan het hof van Versailles<br />

ten tijde van Lodewijk XV gold een strikt<br />

etiquettebeleid op basis van een standsbewust<br />

superioriteitsgevoel. Wie uit de provincie<br />

kwam en zich in de hoogste kringen<br />

begaf, maar zich niet wist te gedragen, werd<br />

onverbiddelijk buitengesloten of teruggestuurd<br />

– zoals Platée, die zich in een verheven<br />

muzikale stijl begeeft, uiteindelijk wordt<br />

teruggehoond naar haar moerasrijk vol kwakende<br />

kikkers en piepende vogels.<br />

<strong>De</strong> botsing tussen manieren hebben en<br />

ongemanierd zijn brengen Rameau en zijn<br />

librettist Le Valois d’Orville op diverse wijzen<br />

tot uiting in het personage Platée. In<br />

de tekst: ze is niet op haar mondje gevallen,<br />

maar maakt voortdurend fouten in klemtonen<br />

en rijmschema en heeft duidelijk geen galante<br />

conversatie. D’Orville zet haar dan ook te<br />

kijk met haar kromme of hypercorrecte taalgebruik,<br />

dat haar gebrek aan omgangsvormen<br />

en haar lachwekkende gevoelens weerspiegelt.<br />

Dit roept geen spoor van compassie op<br />

bij het aristocratische publiek, dat zijn wel-<br />

sprekendheid nooit verliest, ook niet als het<br />

zwaar tegenzit. In de muziek: van zijn kant<br />

benadrukt Rameau Platées taalfouten door<br />

bijvoorbeeld onbeklemtoonde klinkers te verlengen.<br />

<strong>De</strong> muzikale accentuering van de<br />

Franse e muet (toonloze e) brengt haar taaluitingen<br />

dicht bij het kwaken van de kikkers<br />

in haar moeras. En de plaats van de chaconne<br />

– sinds Lully de instrumentale culminatie<br />

van het slot-divertissement van een opera –<br />

hier aan het begin van de derde akte, tekent<br />

ook een muzikaal ‘niet weten hoe het hoort’.<br />

Querelle des Bouffons<br />

Vanzelfsprekend is het niet Rameau die<br />

niet weet hoe het muzikaal hoort – als componist<br />

stelt hij niettemin het commentaar<br />

op zijn eerdere, te ‘barok’ bevonden opera’s<br />

expliciet aan de orde. Niet zoals hij eerder<br />

had gedaan in de vorm van een muziektheoretische<br />

verhandeling, maar als ingevoegd<br />

muzikaal pamflet in zijn eigen opera. Voor<br />

het uitgebreide divertissement in de tweede<br />

akte waarin La Folie (veelbetekenend met de<br />

lier van muzengod Apollo) uit het niets naar<br />

voren treedt, schrijft Rameau een uitzinnige<br />

scène waarin hij zijn muzikale idioom, dat zo<br />

zwaar onder vuur had gelegen – zijn harmonische<br />

overdaad, voortdurende maatwisselingen<br />

en dissonante uitwassen werden als<br />

inbreuk op de chique Franse eenvoud en als<br />

omhelzing van Italiaanse smakeloosheid<br />

gezien – extra sterk aanzet en met een lange<br />

neus etaleert. La Folie (de Zotheid) put zich<br />

uit in topzware coloraturen, geforceerde<br />

tempowisselingen, onlogische modulaties<br />

en een excessieve cadens, muzikale uitspat-<br />

tingen waar ze in zwelgt. La Folie, c’est moi<br />

(de Zotheid, dat ben ik), althans door de ogen<br />

van zijn tegenstanders, lijkt Rameau met dit<br />

divertissement te zeggen. Rameaus stem<br />

zelf klinkt luid en duidelijk in haar woorden:<br />

Admirez tous mon art célèbre (bewondert<br />

allen mijn befaamde kunst).<br />

Maar daartoe was niet iedere operaliefhebber<br />

onmiddellijk bereid. Want tijdens de<br />

in 1752 ontbrande Querelle des Bouffons –<br />

de polemiek tussen de voorstanders van de<br />

strenge, classicistische Franse traditie en<br />

de pleitbezorgers van een nieuwe muziekesthetiek<br />

waarin muziek als de taal van de<br />

emoties gold – werd Rameaus Platée als<br />

voorbeeld aangegrepen door beide partijen.<br />

Aan de ene kant schreef librettist en toneelschrijver<br />

Charles Collé in zijn verdediging<br />

van de Franse waarden over Platée dat ‘de<br />

woorden niet onedeler, dwazer, stompzinniger<br />

en langdradiger’ konden zijn. Hij vond het<br />

‘een schande voor onze natie dat zulke smerige<br />

dingen in het openbaar mogen worden<br />

vertoond’. Zijn opponent, de Frans/Duitse<br />

auteur Friedrich Melchior, baron von Grimm,<br />

noemde het ‘een subliem werk, in een genre<br />

dat M. Rameau in Frankrijk gecreëerd heeft,<br />

opgemerkt door kenners met smaak en door<br />

de menigte gunstig ontvangen.’<br />

Later schreef D’Alembert, een van de<br />

hoofdredacteuren van de Encyclopédie: ‘Dit<br />

is zowel Rameaus meesterwerk als dat van<br />

de Franse muziek. Op basis van deze opera<br />

kun je een oordeel vellen over de huidige<br />

staat van de Franse kunst, wier ontwikkeling<br />

op het conto kan worden bijgeschreven van<br />

M. Rameau.’<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 18-19 17-02-11 08:19


Nigel Lowery<br />

Interview Platée<br />

Joke Dame<br />

‘Excentriek, spiky en funky’<br />

Nigel Lowery en Amir Hosseinpour staan als regisseursduo garant voor visueel spektakel en spitsvondigheden.<br />

Dat komt goed uit bij een tragikomische opera als Platée. Een serieus gesprek met de Brits/Iraanse makers over<br />

het tragische van humor, het komische van leed. Mét stiltes: ‘We willen niet al te veel prijsgeven.’<br />

Een grotere tegenstelling tussen twee theatermakers<br />

kun je je nauwelijks voorstellen<br />

als je Nigel Lowery (NL) en Amir Hosseinpour<br />

(AH) gadeslaat. Lowery, tenger en<br />

introvert – ‘ik ben niet goed in interviews,<br />

mijn hersens bevriezen bij elke vraag’ –<br />

kijkt naar buiten en fluistert zijn antwoor -<br />

den bijna verlegen voor zich uit; Hosseinpour,<br />

fors en goedlachs – ‘doe ik het wél<br />

goed?’ – vertelt met zwier. Zijn diepe, melodieuze<br />

bas overstemt met gemak het lawaai<br />

in de artiestenfoyer van Het Muziektheater<br />

Amsterdam, die net in bezit is genomen door<br />

een groep kinderen (de repetities voor Het<br />

sluwe vosje met kinderkoor zijn begonnen).<br />

Felle kleuren, zwarte humor<br />

Hosseinpour, de choreograaf van de zestiende<br />

noten wordt hij wel genoemd – ‘ik hou nou<br />

eenmaal van ritme’, is als choreograaf een<br />

goede bekende bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>.<br />

Hij verzorgde de dans in menige productie<br />

van regisseur Pierre Audi. Lowery was hier<br />

als decor- en kostuumontwerper ook eerder<br />

te gast, maar als regisseursduo maken ze<br />

met Platée hun debuut in Amsterdam. <strong>De</strong><br />

regisseurstandem heeft inmiddels een staat<br />

van dienst en staat bekend om spraakmakende<br />

operaproducties waarin ‘felle kleuren en<br />

zwarte humor het toneelgebeuren tot een<br />

eigentijdse ervaring maken’ (Munzinger<br />

Biographisches Archiv).<br />

Herkennen ze zich in deze omschrijving?<br />

NL: Eerlijk gezegd analyseren wij helemaal<br />

niet wat wij doen. We werken nogal intuïtief<br />

aan een productie.<br />

AH: Zijdelings denken we erover na. We<br />

houden ervan een stuk te transformeren –<br />

niet mee te gaan op de voor de hand liggende<br />

weg. We zoeken als uitgangspunt naar iets<br />

dat verband houdt met een achterdeur. We<br />

benaderen het...<br />

NL: …contrapuntisch, zou je kunnen zeggen,<br />

met een tegenstem.<br />

AH: We hechten wel aan waarachtigheid,<br />

het gaat ons niet om het effect. We transformeren<br />

intuïtief, maar niet met als doel<br />

modern te zijn of te choqueren. We gaan in<br />

eerste instantie uit van de tekst…<br />

NL: …en de muziek. Het is misschien een<br />

open deur, maar een woord dat gezongen<br />

wordt, kan zo veel verschillende betekenissen<br />

hebben. Vaak wijst de sfeer van de<br />

muziek ook in de richting van een betekenis.<br />

AH: Het ritme natuurlijk ook. Er zitten veel<br />

bizarre ritmes in Rameau, net als in Händel.<br />

Ritme in barokmuziek heeft iets geometrisch.<br />

En juist daardoor leent oude muziek zich<br />

zo goed voor moderne interpretaties – veel<br />

meer dan 19de-eeuwse muziek. L’ancien est<br />

le nouveau, zeggen we in het Frans, de uitersten<br />

komen bij elkaar.<br />

Slapstick<br />

Ze werkten aanvankelijk, als theatervormgever<br />

en choreograaf, strikt vanuit de visuele<br />

kant van een opera. Doen ze dat ook als<br />

regisseurs?<br />

NL: Nee. We ontwikkelen een gedachte<br />

vanuit de muziek en de woorden. Je luistert<br />

naar een muzikale structuur en dan valt je<br />

ineens in dat hier de man uit het raam springt.<br />

Ver volgens begin je, net als bij een legpuzzel,<br />

de lege vlakken met stukjes in te vullen.<br />

Je kunt het ook zien als een schilderij. Je hebt<br />

een wit vlak en daar leg je wat vormen in. Je<br />

bouwt een geraamte en dan breng je kleuren<br />

aan en werk je de details uit. En voor een be -<br />

langrijk deel gaat dat op basis van je intuïtie.<br />

AH: Je moet van een stuk houden vanwege<br />

de muziek en het verhaal. Ik werd verliefd<br />

op Platée omdat ik helemaal in beslag werd<br />

genomen door de fantastische muziek. Maar<br />

ook het verhaal greep me meteen. En daarnaast<br />

komt dan de dans, de bijzondere mogelijkheden<br />

voor het toneelbeeld en de theatraliteit.<br />

Rameau biedt je al die elementen<br />

en dat doen lang niet alle componisten.<br />

20<br />

21<br />

NL: Het is prettig om met een excentriek<br />

stuk te werken, en excentriek ís Platée: dubbelzinnig,<br />

prikkelend, spiky en funky. Ik ben<br />

gek op humor. Er wordt vaak gezegd dat ik<br />

Engelse humor heb – ik weet nooit wat dat<br />

is – maar ik hou alleen van komedie als het<br />

gemotiveerd is. Onze producties worden<br />

vaak bekritiseerd als slapstick – daar is<br />

natuurlijk niks mis mee, slapstick heeft<br />

ook iets te betekenen – maar elk humoristisch<br />

idee heeft bij ons een ondertoon en<br />

die is vaak zwart of tragisch. Komedie is<br />

alleen maar interessant als het een tragische<br />

keerzijde heeft – het gaat niet om maar<br />

een beetje rond te grappen – en de scheidslijn<br />

tussen beide is dun. Het publiek begrijpt<br />

dat. Bovendien zit die vermenging al in deze<br />

opera. Wat dat betreft brengen we niets<br />

nieuws. Maar zonder twijfel biedt het stuk<br />

een interessante reis door het publiek eerst<br />

naar de ene en dan weer naar de andere kant<br />

te sleuren – het te laten geloven in iets waarna<br />

blijkt dat het totaal anders is.<br />

AH: Platée is het bewijs van hoe na komedie<br />

en tragedie elkaar staan. Het is overduidelijk<br />

een komische opera, maar zelden zie je de<br />

onderliggende tragische kant zo helder als<br />

in Platée.<br />

Metaforen<br />

AH: En La Folie vormt in deze opera de brug<br />

tussen komedie en tragedie. Vocaal is ze in<br />

staat vrolijkheid in droefheid te veranderen<br />

en treurigheid in vreugde.<br />

NL: <strong>De</strong> ouverture begint ook met haar muziek.<br />

Zij is wat dat betreft een sleutelfiguur in de<br />

opera – de overgang ook van rationaliteit<br />

naar irrationaliteit. Ze stal de lier van Apollo<br />

en omdat ze zich op die manier een talent<br />

heeft toegeëigend, kan ze laten zien hoe ze<br />

vrijwel gelijktijdig totaal contrasterende<br />

ideeën ten gehore kan brengen.<br />

AH: La Folie is ook de metafoor voor on -<br />

beantwoorde liefde, zo kan je haar ook zien.<br />

NL: Je kunt in La Folie ook een waarschuwing<br />

zien om niet in extremen te vervallen,<br />

in politiek-extreem gedrag bijvoorbeeld.<br />

Dan zijn haar contrasten op te vatten als<br />

tegengestelde politieke opvattingen.<br />

Welke keuze is voor deze productie<br />

gemaakt?<br />

NL: Zonder al te veel weg te willen geven,<br />

hebben we gekozen voor een satire over<br />

sociale klassen. Ons uitgangspunt is te kijken<br />

hoe mensen elkaar behandelen, hoe mensen<br />

met macht en mensen zonder macht op elkaar<br />

reageren. Platée misleidt zichzelf daarbij<br />

en leert een harde les. In de proloog gaat<br />

het erover dat de mensen een lesje geleerd<br />

moet worden. Laten we de fouten van de<br />

mensen corrigeren. Daarbij worden ontrouw,<br />

jaloezie, zelfbedrog en ijdelheid genoemd.<br />

AH: Bij oude muziek is het belangrijk de<br />

juiste metaforen te vinden. In Platée bevind<br />

je je in de goden- en nimfenwereld, niet in de<br />

werkelijke wereld. Maar je gaat geen goden<br />

‘doen’, want dat is vervelend, maar wat dan<br />

wel? Dus vraag je je af waar ze voor staan.<br />

<strong>De</strong> wereld van de goden is heel hiërarchisch<br />

– de sociale posities zijn ingedeeld in een<br />

vaste rangorde. En de nimf neemt daarin<br />

duidelijk een lage positie in. Je moet iets<br />

doen met het gegeven dat ze zich in een<br />

moeras ophoudt – met al die vochtigheid<br />

en modder. Wij vertalen de situatie naar<br />

de tegenwoordige tijd. Het godenechtpaar<br />

Juno en Jupiter zijn ‘Mr. and Ms. Everybody’:<br />

het bourgeoispaar met geld, een fijn huis en<br />

een mooie auto. Platée hoort tot de lagere<br />

sociale klasse. Haar wereld is vol ontberingen,<br />

door armoede gekleurd.<br />

Wanen<br />

Over Platée wordt gezegd dat ze lelijk is,<br />

afzichtelijk zelfs – maar dat staat nergens<br />

in het libretto.<br />

NL: Dat is een goed punt. Ze is zo vaak als<br />

een kikker verbeeld, toch is ze geen kikker,<br />

ze is een waternimf, technically, maar wat<br />

dat is?<br />

AH: Ze moet, om Juno’s jaloezie te kalmeren,<br />

op een of andere manier afstotend<br />

zijn, zodat Juno begrijpt dat ze zich geen<br />

zorgen hoeft te maken. In de oorspronke -<br />

lijke mythe over Plataea was het een houten<br />

beeld waarop Jupiter zogenaamd verliefd<br />

werd, er werd alleen gefluisterd dat het de<br />

nimf Plataea was. Toneelschrijver Jacques<br />

Autreau heeft dat houten beeld vervangen<br />

door de nimf zelf, en dat maakt het op het<br />

toneel meteen tragischer.<br />

NL: Dat Rameau een hoge tenor kiest voor<br />

het personage van Platée levert ook een<br />

soort lelijkheid op, als je wilt: het wordt een<br />

man die met een man zal trouwen, je weet<br />

dat dat niet klopt.’<br />

AH: In Nederland wel…<br />

NL: Maar het gaat niet om een man die verkleed<br />

is als vrouw, dat is hier helemaal niet<br />

het punt. Je voelt het ongerijmde van Platée.<br />

Aan het eind heb je ook medelijden met<br />

haar, is ze diep tragisch.’<br />

AH: Zeker, maar soms kun je nauwelijks<br />

sympathie voor haar opbrengen. Want ze<br />

bespringt elke man die haar pad kruist.<br />

Cithéron komt op en ze gedraagt zich als<br />

een nymfomane. Mercurius wordt haar volgende<br />

object en dan Jupiter.<br />

NL: Onderdeel van haar karakter is dat ze<br />

in een moeras leeft. Als Juno woedend dreigt<br />

met regen en onweer, zegt Platée: kom maar<br />

op, we zijn er dol op. Dus het hele idee dat<br />

iemand van haar komaf kan trouwen met de<br />

oppergod van de Olympus is een waanidee.<br />

Er kan geen sprake zijn van echte gevoelens,<br />

van wederkerigheid. Ze wordt misleid en<br />

misleid zichzelf. Ze leeft in een waanwereld.<br />

Dat maakt haar interessant, want we hebben<br />

allemaal zo onze wanen. (Harde lach van<br />

beiden.) Alleen zien we wel de wanen van<br />

anderen, niet die van onszelf.<br />

Slecht menselijk gedrag<br />

Welk problemen hebben ze als makers van<br />

deze productie moeten overwinnen?<br />

NL: <strong>De</strong> grootste uitdaging is de laatste akte,<br />

want die eindigt in een eindeloos divertisse­<br />

ment. Het huwelijk tussen Jupiter en Platée<br />

loopt vertraging op – opzettelijk, om haar<br />

steeds ongeduldiger te maken – en het slot<br />

zit vol stagnerende balletten waar je iets<br />

mee moet.<br />

AH: Je gaat daar van recitatief naar aria<br />

naar dans naar koor en die balletten moeten<br />

in het geheel wel iets betekenen. <strong>De</strong> opera<br />

was gemaakt voor het hof van Versailles<br />

waar men gewend was aan onderbrekingen<br />

met dans. Dit werkt nu niet meer. Dus de uitdaging<br />

waarvoor wij staan is om het zingen<br />

en de dans op elkaar te laten reageren op<br />

een dramaturgisch verantwoorde manier.<br />

Dat is moeilijk. <strong>De</strong> onderdelen moeten niet<br />

als fragmenten op zichzelf staan, maar samen<br />

een grote boog vormen.<br />

Moeten we lachen of huilen aan het eind<br />

van Platée? En zeg nou niet: allebei.<br />

AH: Het slot is tamelijk heftig. Platée vecht<br />

terug. Ze is geen willoos slachtoffer.<br />

NL: Het eindigt in ieder geval niet in zelfmedelijden.<br />

Er is een les die geleerd moet<br />

worden.<br />

AH: Het stuk heeft een duidelijke moraal:<br />

slecht menselijk gedrag moet gecorrigeerd<br />

worden.<br />

NL: Je moet maar vaak gaan kijken en dan<br />

steeds een andere gevoel nemen.<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 20-21 17-02-11 08:19<br />

Amir Hosseinpour (Foto: Su Mee Tan)


René Jacobs (Foto: Philippe Matsas)<br />

Marianne Broeder<br />

‘Bitter tot het bittere einde’<br />

Na doorslaande successen met zijn leiding van Giulio Cesare en Don Chisciotte in Sierra Morena keert René<br />

Jacobs terug bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> als dirigent van Rameaus komische opera Platée. Jacobs: ‘Het is zeer<br />

de vraag of het publiek destijds heeft moeten lachen.’<br />

Via de telefoon vanuit zijn tijdelijke standplaats<br />

Berlijn, waar hij een uitvoering van<br />

Antigona van Tommaso Traetta instudeert,<br />

vindt de overbezette Belgische dirigent<br />

René Jacobs een kort moment voor een<br />

interview. Jacobs maakte naam met zijn<br />

bevlogen directie van Italiaanse en Duitse,<br />

vaak minder bekende opera’s uit de barok<br />

en de klassieke tijd, doorgaans met zijn ge -<br />

lauwerde Akademie für Alte Musik Berlin.<br />

Voorafgaand aan zijn bliksemcarrière als<br />

dirigent leerden we Jacobs, een heldere<br />

countertenor, kennen als zanger, een ervaring<br />

die hij ziet als een absoluut pré voor<br />

elke operadirigent.<br />

Jacobs spreekt rustig en bedachtzaam,<br />

hij kiest zijn woorden met zorg. ‘Mijn eigen<br />

zangerscarrière brengt met zich mee dat ik<br />

op een intieme manier met de zangers kan<br />

omgaan. Ik begon al vroeg met het dirigeren<br />

van mijn ensemble Concerto Vocale en later<br />

mijn studenten aan de Schola Cantorum<br />

Basiliensis. Voor eigen concerten heb ik<br />

tegenwoordig helaas geen tijd meer. Mijn<br />

laatste recital gaf ik zes jaar geleden. Het<br />

dirigeren van een opera betekent zes weken<br />

intensief repeteren. Zo is het zingen steeds<br />

minder geworden en het dirigeren steeds<br />

meer. Het een heeft het ander meegebracht.’<br />

Franse barokopera’s –<br />

Platée, de haute-contre<br />

Tot nu toe leidde Jacobs welgeteld één<br />

Franse opera: Roland van Lully. Dat gege -<br />

ven zegt niets over zijn affiniteit met het<br />

Franse barokrepertoire, die hij wel degelijk<br />

heeft, verduidelijkt hij. Met spijt in de stem:<br />

‘Franse opera’s worden nu eenmaal vooral<br />

in Frank rijk uitgevoerd door Franse specialisten.’<br />

Met zijn directie van Rameaus Platée<br />

gaat een langgekoesterde wens in vervulling.<br />

‘Het was een bijzonder aangename verassing<br />

voor mij om door <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

gevraagd te worden Platée te doen,’ vertelt<br />

hij. ‘Dit stuk staat al lang op mijn verlanglijst.<br />

Vooral omdat het een zeldzame comédie<br />

lyrique is, een parodie op de tragédie lyrique.<br />

Het satirische karakter van dit werk roept<br />

associaties op met de Italiaanse komische<br />

opera, die de opera seria op de hak neemt.<br />

<strong>De</strong> bezetting van de hoofdrol bijvoorbeeld,<br />

een haute­contre in travestie, zien we al bij<br />

de oude voedsters van Monteverdi.’<br />

‘<strong>De</strong> invulling van die rol blijkt overigens<br />

een probleem te zijn. Veel opnames van de<br />

laatste jaren kozen een gewone tenor. Maar<br />

de haute­contre is een speciale stemsoort,<br />

vergelijkbaar met de tenore contraltino uit<br />

het Italiaanse belcantorepertoire. <strong>De</strong> pioniers<br />

van de authentieke muziekbeweging,<br />

die Rameau weer op de planken brachten,<br />

dachten er niet aan deze zangers – die verdacht<br />

werden van een gebrek aan goede<br />

smaak – te vragen. Behalve bij de allereerste<br />

opname uit 1961, waar Platée wordt gezongen<br />

door Michel Sénéchal, een echte hautecontre.<br />

Voor onze uitvoering heb ik met volle<br />

overtuiging Colin Lee gekozen, een onvervalste<br />

hoge tenor, een stem die naadloos<br />

past bij het authentieke instrumentarium<br />

van de Akademie für Alte Musik Berlin. Tot<br />

nu toe zong Lee vooral Italiaans en Frans<br />

belcanto. Ik weet echter zeker dat hij ook<br />

in het barokrepertoire zal schitteren. Met<br />

de tessituur zal hij geen enkel probleem<br />

hebben.’<br />

Rameau, de satiricus<br />

In Platée wordt met alles en iedereen de<br />

spot gedreven. Mensen, goden en halfgoden<br />

moeten het ontgelden. Vooral de foeilelijke<br />

bosnimf Platée, die gedurig door het hele<br />

gezelschap hartelijk wordt uitgelachen. Ze<br />

waant zich een schoonheid, volop bemind,<br />

maar de avances van haar zogenaamde lover<br />

Jupiter zijn fake, een list om zijn jaloerse<br />

vrouw Juno een poets te bakken. Eind goed,<br />

al goed, exit Platée. Wat valt hier eigenlijk te<br />

lachen? Het is een door en door gemeen verhaal.<br />

Ook muzikaal neemt Rameaus parodie<br />

extreme vormen aan: overdreven coloraturen,<br />

onnatuurlijke accenten, vocale acrobatiek<br />

en imitatie van dieren: kikkers, vogels<br />

en een ezel plus natuurgeluiden, storm,<br />

bliksem en donder.<br />

‘Bitter tot het bittere einde,’ vindt ook<br />

Jacobs, ‘het is zeer de vraag of het publiek<br />

destijds heeft moeten lachen. Rameau drijft<br />

hier genadeloos de spot met conventies,<br />

mensen en goden. Hij was een subversieve<br />

componist en stond niet zoals Lully en Gluck<br />

aan de kant van het establishment. Ook in<br />

zijn idioom volgde hij niet de heersende<br />

smaak. Wat hij schrijft, is zeer modern.<br />

Neem de imitatie van dierengeluiden, het<br />

concert van kwakende kikkers (een tour de<br />

force voor het orkest), de tsjilpende vogels<br />

of de balkende ezel. Haydn deed later iets<br />

vergelijkbaars in Die Jahreszeiten en in<br />

Die Schöpfung, met zijn nabootsing van<br />

natuurgeluiden. Tonmalerei noemde men<br />

22 23<br />

Interview Platée CMS<br />

dat. Maar Rameaus muzikale vondsten zijn<br />

moderner dan die van Haydn.’<br />

‘Een ander voorbeeld zijn de recitatieven,<br />

met vaak tegennatuurlijke accenten, zeer<br />

lastig voor de zangers. Ze zijn veel minder<br />

vrij dan de Italiaanse. En het is bovendien<br />

lang niet altijd duidelijk hoe ze ritmisch<br />

ingevuld moeten worden. Als ik twijfel, ga<br />

ik uit van de natuurlijke declamatie. Ook<br />

de harmonische taal van de opera is heel<br />

geavanceerd, daarin was Rameau de grote<br />

meester van zijn tijd.’<br />

<strong>De</strong> dansen<br />

Vrolijk of bedroefd, bewonderd of bespot,<br />

in Platée wordt naar hartenlust gedanst:<br />

menuetten, gavottes, chaconnes, Rameau<br />

voerde alle barokdansen ten tonele. Het is<br />

befaamd lastig om barokdansen zo te spelen<br />

dat de dansers uit de voeten kunnen<br />

komen. Hoe gaat Jacobs dat samen met<br />

choreograaf Amir Hosseinpour realiseren?<br />

‘Barokdans zal het niet worden,’ poneert<br />

Jacobs licht grinnikend. ‘Ik ken Hossein -<br />

pour langer dan vandaag, we deden met veel<br />

genoegen vier eerdere producties samen.<br />

Hij zal er zeker moderne dans van maken.<br />

Hosseinpour weet natuurlijk heel goed<br />

hoe een gavotte, een gigue of een menuet<br />

gedanst moet worden. Hij vertaalt die stijl<br />

zonder twijfel kundig naar moderne dans.<br />

Er wordt intensief gerepeteerd: de repetities<br />

met de dansers beginnen al een week eerder<br />

dan die met de zangers. Voorafgaand bereiden<br />

Hosseinpour en ik ons samen voor. In<br />

lange sessies speel ik de dansen voor hem<br />

op het klavecimbel zodat hij mijn tempi en<br />

timing kent. Daarmee gaat hij aan de slag.<br />

<strong>De</strong> bedoeling is dat de dansen niet erbij<br />

komen als intermezzi, ze moeten deel uitmaken<br />

van het grote drama.’<br />

Relaties van CMS maken<br />

kennis met DNO en genieten<br />

van het grote werk<br />

Wellicht vraagt u zich wel eens af wie de<br />

personen zijn die af en toe op de entresol in<br />

Het Muziektheater Amsterdam zitten te<br />

dineren voorafgaand aan een première. Ik<br />

zal het u vertellen: het zijn gasten van CMS<br />

<strong>De</strong>rks Star Busmann. Als Europees partner<br />

van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> hebben wij ons<br />

namelijk ten doel gesteld om zo veel mogelijk<br />

mensen met de mooie podiumkunst van<br />

DNO te laten kennismaken.<br />

Een avond met cliënten en relaties is<br />

natuurlijk niet alleen goed voor DNO, maar<br />

biedt ons ook een mooie gelegenheid om<br />

onze waardering voor onze relaties te laten<br />

blijken. Met een geheel verzorgd programma,<br />

een diner vooraf en het bijwonen van<br />

een bijzondere voorstelling, doen wij iets<br />

terug voor hen die keer op keer vertrouwen<br />

in ons stellen en bij ons aankloppen voor<br />

juridische expertise.<br />

Uit de vele reacties die wij na afloop van de<br />

bijeenkomsten ontvangen, kunnen wij opmaken<br />

dat onze relaties ons enthousiasme en<br />

de bewondering voor het werk van DNO<br />

delen:<br />

‘… nog erg veel dank voor de mooie avond in<br />

Het Muziektheater. Het was echt van topniveau.’<br />

‘bedankt voor een bijzondere avond waarvan<br />

wij dank zij jullie hebben mogen genieten<br />

[…] gisteravond hebben wij niet alleen onze<br />

professionele relatie met CMS ervaren,<br />

maar veeleer de sociale, menselijke relatie<br />

een nieuwe dimensie gegeven, namelijk die<br />

van cultuur en amitié.’<br />

‘Wij zijn wat minder bekend met opera […]<br />

Hoe groot was de verrassing om geen klassieke<br />

voorstelling te zien, maar een moderne<br />

enscenering! Prachtig decor, mooie muziek<br />

en goede zang […] We hebben genoten!’<br />

Wij zijn dan ook blij dat de mogelijkheid om<br />

met onze gasten aanwezig te zijn, onderdeel<br />

uitmaakt van de afspraken die wij met DNO<br />

hebben gemaakt. Uiteraard is dat niet alles<br />

wat ons partnerschap ons oplevert. <strong>De</strong> constante<br />

enthousiaste reacties in de pers op<br />

het werk van DNO stralen ook op ons af . Wij<br />

zijn daarnaast trots op de continue vernieuwing<br />

die DNO laat zien in haar producties<br />

en blij daaraan met onze steun een bijdrage<br />

te kunnen leveren.<br />

Kortom, een vruchtbare samenwerking voor<br />

beide partijen, die ook nog eens heel plezierig<br />

verloopt. Succesvolle gezamenlijke initiatieven<br />

als bijvoorbeeld <strong>Opera</strong>Flirt bewijzen<br />

daarnaast dat wij samen goed op weg zijn.<br />

Met nog meer projecten in de pijplijn en de<br />

komst van Vroukje Boenk, de nieuwe<br />

Manager Fondsenwerving en Relatiebeheer,<br />

zal ons partnerschap met DNO nog veel<br />

interessante dimensies krijgen. Daarover<br />

vertel ik u graag een volgende keer meer.<br />

Dolf Segaar<br />

Managing Partner<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 22-23 17-02-11 08:19<br />

(Foto: M.Ridderhof)


Scènes uit Don Giovanni (Foto’s: A.T. Schaefer)<br />

Don Giovanni<br />

Toon berouw, beter je leven!<br />

Dit is het laatste ogenblik! (Il Commendatore)<br />

I<br />

Don Giovanni’s bediende Leporello houdt<br />

buiten de wacht, terwijl zijn meester gemaskerd<br />

de slaapkamer van Donna Anna binnendringt.<br />

Giovanni komt het huis uit rennen,<br />

achtervolgd door Anna. Haar vader, de<br />

Commendatore, houdt Giovanni tegen maar<br />

wordt door deze gedood. Anna’s verloofde,<br />

Don Ottavio, zweert wraak. Giovanni ruikt<br />

de aanwezigheid van een vrouw: dat blijkt<br />

zijn ex-geliefde Donna Elvira te zijn, die<br />

hem achtervolgt vanwege een trouwbelofte.<br />

Hij maakt zich uit de voeten en laat haar<br />

achter bij Leporello. Intussen zit Giovanni<br />

achter Zerlina aan, de aanstaande bruid<br />

van de jonge boer Masetto. Giovanni probeert<br />

Zerlina te verleiden. Elvira voorkomt<br />

dit. Anna en Ottavio, die Giovanni niet her-<br />

kennen, roepen zijn hulp in om de Commendatore<br />

te wreken, maar Elvira waarschuwt<br />

hen voor de bedrieger. Bij Giovanni’s afscheid<br />

herkent Anna hem aan zijn stem en ze herinnert<br />

Ottavio aan diens eed. Later maken<br />

Anna, Elvira en Ottavio gemaskerd hun<br />

opwachting. Giovanni weet Zerlina weg te<br />

lokken, maar zij zet het op een gillen als<br />

hij handtastelijk wordt. Leporello krijgt de<br />

schuld, terwijl Giovanni zich uit de voeten<br />

maakt.<br />

II<br />

Leporello laat zich door Giovanni overhalen<br />

om van kleren te wisselen zodat deze<br />

het kamermeisje van Elvira kan verleiden.<br />

Tijdens een serenade worden ze betrapt<br />

door Masetto en zijn vrienden, die Giovanni<br />

in elkaar willen slaan. <strong>De</strong>ze stuurt de groep<br />

in de verkeerde richting en geeft Masetto<br />

een pak slaag. Hetzelfde dreigt Leporello<br />

te overkomen als Ottavio, Anna en Masetto<br />

24<br />

25<br />

hem aanzien voor zijn meester. Net op<br />

tijd neemt Elvira het voor ‘Giovanni’ op en<br />

Leporello maakt zich bekend. Giovanni en<br />

Leporello wisselen andermaal van kleren.<br />

Als Giovanni luid lachend over zijn laatste<br />

avontuur vertelt, klinkt plotseling de vermanende<br />

stem van de Commendatore.<br />

Giovanni is niet onder de indruk en nodigt<br />

hem uit te komen souperen. <strong>De</strong> Commendatore<br />

accepteert het aanbod. Terwijl Giovanni<br />

zit te eten, komt Elvira hem opzoeken.<br />

Ze bezweert hem zijn leven te beteren, maar<br />

tevergeefs. Elvira slaakt een ijselijke kreet:<br />

de Commendatore is gekomen! Hij weigert<br />

Giovanni’s aardse voedsel. Er volgt een<br />

strijd op leven en dood.<br />

vr 8 apr 2011 première 19.30 uur<br />

ma 11 apr 19.30 uur<br />

do 14 apr 19.30 uur<br />

za 16 apr 19.30 uur<br />

ma 18 apr 19.30 uur<br />

za 23 apr 19.30 uur<br />

ma 25 apr 13.30 uur<br />

do 28 apr 19.30 uur<br />

zo 1 mei 13.30 uur<br />

Het Muziektheater Amsterdam<br />

Kaartverkoop is reeds begonnen.<br />

Bij het ter perse gaan van deze <strong>Odeon</strong><br />

zijn er nog kaarten verkrijgbaar.<br />

Bel het Kassa­bespreekbureau van<br />

Het Muziektheater Amsterdam: 020­625 5455<br />

Online reserveren: www.dno.nl<br />

Inleidingen door Willem Bruls<br />

Plaats: Het Muziektheater Amsterdam<br />

(foyer 2de balkon)<br />

Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere<br />

voorstelling, dus 18.45 uur (avond)/12.45 uur<br />

(matinee)<br />

Lengte: ± 30 minuten<br />

Toegang: gratis op vertoon van een geldig<br />

plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag<br />

Met steun van de Vereniging Vrienden<br />

van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

Cd/dvd-aanbevelingen<br />

<strong>De</strong> volgende cd en dvd zijn ver krijgbaar in de winkel<br />

van Het Muziektheater Amster dam en bij alle vestigingen<br />

van Concerto/Plato:<br />

Cd Don Giovanni<br />

Johannes Weisser,<br />

Lorenzo Regazzo,<br />

Alex andrina Pendatchanska,<br />

RIAS Kammerchor<br />

& Freiburger Barock ­<br />

orchester, René Jacobs<br />

Harmonia Mundi, € 36,95<br />

Dvd Da Ponte opera’s<br />

Pietro Spagnoli, Mario<br />

Luperi, Myrtò Papatanasiu<br />

en Marcel Reijans,<br />

Nederlands Kamerorkest,<br />

Ingo Metzmacher<br />

Opus Arte, € 29,95<br />

Op vertoon van hun abonne ments kaart krijgen<br />

DNO­abonnees 10% korting bij Concerto/Plato<br />

en in de Muziektheaterwinkel.<br />

Dinerbuffetten<br />

Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u<br />

ge nie ten van een diner buffet in de foyer van<br />

Het Muziektheater Amsterdam. Zo kunt u rustig<br />

eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren<br />

via het Kassa­bespreekbureau van Het Muziek ­<br />

theater Amsterdam, telefoon 020­625 5455 of<br />

via www.het­muziektheater.nl/kaarten.<br />

Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791<br />

Don Giovanni<br />

Dramma giocoso in due atti,<br />

KV 527<br />

libretto van<br />

Lorenzo da Ponte<br />

muzikale leiding<br />

Constantinos Carydis<br />

regie/dramaturgie<br />

Jossi Wieler<br />

Sergio Morabito<br />

decor<br />

Barbara Ehnes<br />

kostuums<br />

Anja Rabes<br />

licht<br />

David Finn<br />

Don Giovanni<br />

Alejandro Marco-Buhrmester<br />

Il Commendatore<br />

Mario Luperi<br />

Donna Anna<br />

Myrtò Papatanasiu<br />

Don Ottavio<br />

Christoph Strehl<br />

Donna Elvira<br />

Judith van Wanroij<br />

Leporello<br />

José Fardilha<br />

Masetto<br />

Roberto Accurso<br />

Zerlina<br />

Cora Burggraaf<br />

Nederlands Kamerorkest<br />

Koor van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

instudering Martin Wright<br />

<strong>De</strong> opera wordt in het Italiaans gezongen<br />

en Nederlands boventiteld.<br />

<strong>De</strong> voorstelling duurt circa 3 uur en 30 minuten.<br />

Er is 1 pauze.<br />

Het operaboek Don Giovanni is verkrijgbaar<br />

in Het Muziek theater Amsterdam. Daarin zijn<br />

onder meer een uitgebreide synopsis, en<br />

het libretto in het Italiaans en in het Neder ­<br />

lands opgenomen. <strong>De</strong> prijs is 8,­.<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 24-25 17-02-11 08:19<br />

Reprise


Wolfgang Amadeus Mozart (Schilderij van Barbara Kraft, 1819)<br />

Achtergrond Don Giovanni<br />

Willem Bruls<br />

Don Giovanni als projectie<br />

Soms zijn de kleinste historische details veelzeggend. Nadat Mozart in 1786 zijn spraakmakende Le nozze<br />

di Figaro voor Wenen had geschreven, kreeg hij opdracht om voor de Praagse opera een nieuw werk te<br />

componeren: Don Giovanni. Dat verzoek kwam mede naar aanleiding van het enorme succes dat de voorstellingen<br />

van de Nozze in Praag hadden veroorzaakt. In Wenen was de opera koel ontvangen, omdat<br />

de aanval op de adellijke stand en de nogal pikante openingsscène in een slaapkamer niet gewaardeerd<br />

werden door het publiek. In Praag schijnt daarentegen iedereen Figaro’s melodieën op straat te hebben<br />

gefloten, aldus een observatie van Mozart zelf als hij daar voor zijn nieuwe opera verblijft. In 1787 gaat<br />

Don Giovanni vervolgens in première in het Ständetheater, een gebouw dat er nog staat en waar nu nog<br />

steeds Mozart­opera’s worden uitgevoerd.<br />

In een scène aan het einde van het eerste<br />

bedrijf organiseert Don Giovanni samen<br />

met Leporello een feest in zijn villa voor<br />

de bruiloftsgasten van Zerlina en Masetto.<br />

Op dat feest hoopt Don Giovanni de mooie,<br />

jonge bruid Zerlina alsnog te verleiden, wat<br />

hem eerder was mislukt. Dan vragen drie<br />

onbekende gemaskerden toegang tot het<br />

dansfeest – de verklede Donna Anna, Donna<br />

Elvira en Don Ottavio. Zij komen Don Giovan<br />

ni tot de orde roepen omdat hij de Commen<br />

datore heeft vermoord. Juist op het<br />

moment dat Leporello met zijn goedkeuring<br />

de drie gemaskerde figuren heeft binnengelaten,<br />

heet Don Giovanni hen op een bijzondere<br />

manier welkom: ‘È aperto a tutti<br />

quanti, Viva la libertà!’ (Iedereen is welkom,<br />

leve de vrijheid!).<br />

Dit ene zinnetje, met die veelzeggende<br />

woorden ‘Viva la libertà’, zou een geheel<br />

eigen leven gaan leiden. Het zijn woorden<br />

die in 1787, twee jaar voor de Franse revolutie<br />

en één jaar na de nogal omstreden<br />

Weense première van Le nozze, stof doen<br />

opwaaien. Mozart zelf heeft in de dirigeerpartituur<br />

van de wereldpremière zelf een<br />

verandering aangebracht bij deze scène.<br />

Bij de reactie op Don Giovanni’s uitnodi -<br />

ging moeten niet alleen de solisten, maar<br />

ook het volledige koor de woorden ‘Viva la<br />

libertà’ herhalen. <strong>De</strong>ze uitbreiding gaf de<br />

boodschap natuurlijk extra kracht. Musicologen<br />

twisten er al meer dan twee eeuwen<br />

over of dit slechts een correctie van het<br />

libretto is, waarbij de woorden waren weggevallen,<br />

of dat dit met opzet is veranderd.<br />

Een definitief antwoord is er niet, maar het<br />

lijkt erop dat Mozart zijn libertijnse ideeën<br />

extra glans wil verlenen. Op zijn minst is het<br />

een kleine wraakoefening van de componist<br />

op de vele hofdignitarissen en censors die<br />

zich te zeer met zijn kunst bemoeiden.<br />

Hiermee houdt de geschiedenis van deze<br />

woorden niet op. Een jaar later (1788) wordt<br />

Don Giovanni voor het eerst in Wenen uitgevoerd.<br />

Aangezien we nu nog maar één jaar<br />

verwijderd zijn van de Franse revolutie, lijkt<br />

dat de reden te zijn geweest om de frase<br />

‘Viva la libertà!’ nu maar geheel te schrappen.<br />

Keizer Joseph II was een broer van<br />

Marie-Antoinette, die koningin van Frank -<br />

rijk was, en als het niet via de vele geruchten<br />

was, had hij in hun correspondentie van haar<br />

persoonlijk kunnen horen dat de spannin -<br />

gen in Frankrijk hoog aan het oplopen waren.<br />

Nadat de keizer de Weense voorstelling van<br />

Le nozze op 15 december 1788 had bijgewoond,<br />

werd er tijdens Mozarts leven nooit<br />

meer toestemming gegeven voor een<br />

nieuwe uitvoering.<br />

Veelzeggend is eveneens dat bij latere<br />

uit voeringen van Don Giovanni in Italië<br />

de woorden ‘Viva la libertà’ moesten wor -<br />

den vervangen door ‘Viva la società’, leve<br />

de gemeenschap. Zo gevaarlijk werden zij<br />

dus geacht. Zonder van Mozart en librettist<br />

Lorenzo da Ponte proto-revolutionairen te<br />

maken moet worden gezegd dat zij met vuur<br />

speelden, en gezien de provocatieve natuur<br />

van de twee mannen moeten zij zich hier terdege<br />

van bewust zijn geweest. Er werd eind<br />

18de eeuw nu eenmaal een sterke verbinding<br />

gelegd tussen seksueel libertinisme en politiek-religieuze<br />

vrijheidsstrijd. Beide veroorzaakten<br />

anarchie, beide ondermijnden de<br />

schijnzekere structuren van gezin, maatschappij<br />

en kerk.<br />

Geen echte aria<br />

In de beeldvorming rond Don Giovanni is<br />

hij natuurlijk in de allereerste plaats als<br />

aartsverleider, hartenbreker, womanizer,<br />

neergezet. Het verhaal laat zien hoe hij verovering<br />

op verovering stapelt, zonder zich<br />

verder te bekommeren om de gevoelens van<br />

zijn vrouwelijke slachtoffers. Het spreekwoordelijke<br />

donjuanisme is één kant van<br />

de medaille. <strong>De</strong> andere kant is hoe wij Don<br />

Giovanni zien, of beter: wat wij in hem willen<br />

zien. <strong>De</strong> kiem voor deze ‘omgekeerde’ visie<br />

26 27<br />

ligt eveneens in het verhaal en de aard van<br />

de opera. Steeds weer is er door musicologen,<br />

regisseurs en anderen op gewezen<br />

dat Don Giovanni zelf geen echte aria heeft.<br />

Alle personages hebben minstens twee<br />

aria’s die hen muzikaal-psychologisch definiëren.<br />

<strong>De</strong> Don moet het doen met de zogenaamde<br />

Champagne-aria, ‘Fin ch’han dal<br />

vino’, die in strict muzikale zin misschien<br />

nog een wel een aria is, maar die mijlenver<br />

verwijderd is van de psychologische diepten<br />

in de aria’s van bijvoorbeeld Donna Anna en<br />

Donna Elvira. <strong>De</strong> Champagne-aria bruist<br />

van oppervlakkige bravoure. Het gaat alleen<br />

maar over dansen en feesten en versieren.<br />

<strong>De</strong> aria representeert het totaal onbekommerd<br />

najagen van de lusten, waar iedereen<br />

wel eens zijn gedachten over laat gaan. Don<br />

Giovanni schijnt het elk moment van de dag<br />

te doen.<br />

Andere belangrijke muzikale momenten<br />

voor Don Giovanni zijn vooral ensembles en<br />

duetten. <strong>De</strong> zoveelste verleiding van Donna<br />

Elvira aan het begin van de tweede akte vindt<br />

plaats in een trio, waarbij Don Giovanni voor<br />

de als Don Giovanni verklede Leporello zingt.<br />

Vervolgens zingt de Don een eenvoudige maar<br />

o zo verleidelijke canzonetta voor een onbekend<br />

meisje. In zowel het trio als deze canzonetta<br />

is Don Giovanni’s aandeel honingzoet<br />

en van een ultieme verleidingsgraad – tegelijkertijd<br />

weten we dat geen woord oprecht<br />

is. <strong>De</strong> verleiding lijkt zich hier letterlijk los<br />

te zingen van de personen; het wordt een in<br />

gewenste omstandigheden toepasbare techniek.<br />

Ook hier is weer sprake van die keerzijde:<br />

als de ‘autonome ver leidingstechniek’<br />

werkt, zijn er dus ‘ontvangers’ die daar vatbaar<br />

voor willen zijn. Of eenvoudig gezegd:<br />

vrouwen willen de onoprechte maar honingzoete<br />

woorden maar al te graag geloven.<br />

Amorele erotiek<br />

Voor de <strong>De</strong>ense filosoof Sören Kierkegaard<br />

(1813-1855), die een groot Mozart-liefhebber<br />

was, drukte de muziek van Don Giovanni<br />

nog iets anders uit: de titelfiguur van de<br />

opera is de personificatie van Mozarts verleidelijke<br />

muziek in het algemeen. En juist<br />

die verleidelijke kwaliteit brengt aan de oppervlakte<br />

wat in zijn maatschappij taboe was:<br />

verleiding, lust, seksualiteit. We zijn met<br />

Kierkegaard – na de libertijnse en revolutionaire<br />

18de eeuw – in de veel preutsere 19de<br />

eeuw terechtgekomen, waarin ook de kerk<br />

haar vroegere moraal probeerde te herstellen.<br />

Men probeerde elke ontwikkeling die<br />

ooit de anarchie van 1789 had veroorzaakt,<br />

de kop in te drukken, en dat impliceerde<br />

politieke én morele repressie. In zijn prachtige<br />

essay <strong>De</strong> onmiddellijke erotische stadia<br />

of het muzikaal­erotische weidt Kierkegaard<br />

uit over de bijzondere kwaliteiten van Mozarts<br />

compositie in relatie tot deze ontwikkelingen.<br />

In filosofische zin trekt Kierkegaard een<br />

verdere conclusie: als Mozarts muziek zelf<br />

de verleidelijkheid van Don Giovanni representeert,<br />

dan drukt zijn muziek ook diens<br />

amorele erotiek uit. Voor de filosoof is Don<br />

Giovanni, en daarmee de muziek in het algemeen,<br />

uitdrukking van de zinnelijkheid die<br />

door het christendom taboe wordt verklaard.<br />

Don Giovanni is daarmee vooral een fictie<br />

van de toeschouwer zelf, die hem maakt tot<br />

wat hij wil dat hij is. Ook dat heeft een bredere<br />

context. Juist omdat het christendom<br />

zo de nadruk op de ‘geest’ legt, heeft het de<br />

zinnelijkheid in een probleem veranderd en<br />

aan een moraal onderhevig gemaakt. Alles<br />

wat vervolgens aan zinnelijkheid verdrongen<br />

wordt, vindt een uitweg in de muziek. Daar -<br />

om is Mozarts muziek in Kierkegaards ogen<br />

‘onmiddellijk erotisch’, zoals de titel van zijn<br />

essay aangeeft.<br />

Seksueel geblokkeerde figuren<br />

Hoewel veel ensceneringen van Don Gio vanni<br />

inmiddels rekening hielden met het psychologische<br />

vacuüm van de titelfiguur en met<br />

de projectie van alle erotische verlangens<br />

op dit ‘lege’ personage door anderen, is er<br />

waarschijnlijk zelden een productie geweest<br />

die dit idee zo extreem doorvoert als die van<br />

Jossi Wieler en Sergio Morabito. Bij het<br />

op gaan van het doek zien we een sombere<br />

wereld vol bedden, waarin halfdode personages<br />

een zieltogend bestaan leiden. Het<br />

lijkt een wereld te zijn waarin de moraal het<br />

volledig heeft gewonnen van de zinnelijkheid.<br />

Maar het is de vraag of de mensen er<br />

gelukkig zijn. Het ziet er in ieder geval niet<br />

zo uit.<br />

<strong>De</strong> figuur van Don Giovanni wordt vervolgens<br />

neergezet als een gewoon, haast charismaloos<br />

figuur, dat elke willekeurige man<br />

zou kunnen zijn. Alle confrontaties tussen<br />

hem en de personages lijken projecties en<br />

verlangens, gericht op Don Giovanni. Zo is<br />

de verkrachtingsscène aan het begin duidelijk<br />

een wensdroom van Donna Anna, een<br />

droom die zij letterlijk slapend in bed be -<br />

leeft. Of is het toch een nachtmerrie? Of<br />

allebei? Hetzelfde herhaalt zich met Donna<br />

Elvira. Zij is het die Don Giovanni blijft achtervolgen<br />

en in haar bed naar hem blijft verlangen.<br />

Dit projectiemechanisme geldt in<br />

eerste instantie alleen voor de vrouwen. Toch<br />

gaan de mannen hier niet vrijuit. Zowel Don<br />

Ottavio als Masetto worden neergezet als<br />

seksueel geblokkeerde figuren, die geen<br />

emotionele toegang tot hun aanbeden vrouwen<br />

hebben: Donna Anna en Zerlina. Dit<br />

emotionele gemis projecteren die vrouwen<br />

dan weer op de Don.<br />

Allemaal lijden zij aan een moraal die<br />

hen is opgelegd en die in deze productie<br />

belichaamd wordt door de Commenda -<br />

tore. Alleen al in zijn uiterlijk is hij een<br />

19de-eeuwse representant van een strengvicto<br />

riaanse moraal, met zijn zwarte pak<br />

en dodemansogen. Hij is de oervader van<br />

de ‘ondoden’ zoals Wieler en Morabito het<br />

zelf noemen, van de mensen die weliswaar<br />

levend zijn, maar dat leven niet fysiek be -<br />

leven. Don Giovanni – dat wil zeggen hun<br />

verlangens – schept in feite alleen maar<br />

wanorde en onrust in de schijnbare rust van<br />

een leven zonder zinnelijkheid. Daarom zien<br />

de vele bedden, waarin de personages hun<br />

halfdode, passieve leven leiden, er eerder<br />

uit als grafzerken op een kerkhof.<br />

Hoezeer Don Giovanni een icoon van<br />

het verlangen is, wordt in de productie uitgebeeld<br />

door een ouderwets operapak, dat<br />

een exacte kopie is van een pak dat de zanger<br />

Francisco d’Andrade droeg in een Ber -<br />

lijnse productie van de opera aan het begin<br />

van de 20ste eeuw. Max Slevogt schilderde<br />

deze Don in 1902 en het beeldt het moment<br />

uit van de bekende Champagne-aria. Dit<br />

schilderij staat in de Amsterdamse productie<br />

bij Leporello op het nachtkastje. In de<br />

tweede akte trekt Leporello het historische<br />

pak ook letterlijk aan als hij uit naam van<br />

Don Giovanni Donna Elvira moet gaan verleiden,<br />

waarmee haar projectie groteske<br />

trekken krijgt. In ieder geval willen alle figuren,<br />

zozeer als zij naar Don Giovanni verlangen,<br />

hem ook uit de weg ruimen, omdat hij<br />

voortdurend hun innerlijke gemoedsrust<br />

verstoort. Als hij tijdens zijn fameuze hellevaart<br />

verdwijnt, lijken allen opgelucht, want<br />

niet iedereen kan leven met de anarchistische<br />

vrijheid die Don Giovanni propageerde.<br />

Aan het slot verschijnt hij echter triomfantelijk<br />

in zijn historische pak, boven iedereen<br />

uit torenend. <strong>De</strong> weergekeerde gemoedsrust<br />

was slechts zeer tijdelijk. Viva la libertà!<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 26-27 17-02-11 08:19<br />

Francisco d’Andrade als Don Giovanni (Schilderij van Max Slevogt)


Judith van Wanroij in Don Chisciotte (Foto: Clärchen & Matthias Baus)<br />

Cora Burggraaf in Roméo et Juliette (Foto: Clärchen & Matthias Baus)<br />

Interview Don Giovanni<br />

Kasper van Kooten<br />

Twee zangeressen en Mozart<br />

<strong>De</strong> sopraan Judith van Wanroij en mezzosopraan Cora Burggraaf behoren beiden tot een nieuwe generatie<br />

succesvolle jonge <strong>Nederlandse</strong> operazangers. Ze worden tegenwoordig allebei gecoacht door Margreet Honig,<br />

zingen in operahuizen over de hele wereld, en waren ook al een aantal keren te gast bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>.<br />

Tijdens de reprise van Don Giovanni zullen ze voor het eerst samen op het toneel staan.<br />

Helaas lukt het niet om met beide zangeressen<br />

tegelijk af te spreken. Burggraaf heeft<br />

een korte pauze ingelast en verblijft in<br />

Amsterdam na een druk en succesvol jaar,<br />

met onder andere producties bij de Salzburger<br />

Festspiele, de Bayerische Staats -<br />

oper en <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> (Stéphano<br />

in Gounods Roméo et Juliette). Van Wanroij<br />

is daarentegen nog intensief aan het repeteren<br />

voor haar vertolking van Female Chorus<br />

in Brittens The Rape of Lucretia in Nantes.<br />

Beide dames verheugen zich erg op de<br />

Amsterdamse Don Giovanni-productie.<br />

Gezond zingen<br />

Waar Burggraaf terugkeert als Zerlina,<br />

de rol die ze ook al zong tijdens de eerste<br />

voorstellingenreeks in 2006, zal Van Wan -<br />

roij voor het eerst in haar carrière de partij<br />

van Donna Elvira voor haar rekening nemen.<br />

Mozart speelt in de loopbaan van beide zangeressen<br />

een prominente rol. Burggraaf: ‘Ik<br />

hou heel erg van Mozart. Toevallig is Zerlina<br />

de eerste rol die ik ooit zong in de opera, op<br />

het Royal College of Music in Londen, waar<br />

ik mijn operaopleiding heb genoten. Daar -<br />

naast behoort ook de rol van Cherubino<br />

(Le nozze di Figaro) tot mijn repertoire, een<br />

buitengewoon leuke rol om te spelen met<br />

schitterende muziek!’<br />

Van Wanroij: ‘Ik hou erg van Mozarts<br />

stijl en ik geloof ook wel dat mijn stem er<br />

geschikt voor is. Ik zing natuurlijk muziek<br />

van vele componisten, maar elke keer als<br />

ik Mozart mag zingen, denk ik wel weer:<br />

“Wow, wat een goede muziek!” Hoewel ik<br />

niet ontzettend bezig ben met het uitstippelen<br />

van mijn carrière, heb ik in overleg met<br />

mijn agente en docente besloten dat ik in<br />

de komende jaren veel Mozart wil zingen,<br />

omdat het bij mijn stem past en omdat het<br />

je dwingt om gezond te zingen. Daarnaast<br />

ligt de tessituur van de gemiddelde Mozartrol<br />

hoger dan die van de meeste oude-muziekpartijen<br />

die ik zing. Het is heel belangrijk om<br />

je hoogte op peil te houden, zodat je stem<br />

flexibel blijft en je geen “hoge-notenvrees”<br />

ontwikkelt.’<br />

Zerlina als spil<br />

In de regie van Wieler en Morabito is het<br />

karakter van Zerlina meer uitgelicht en heeft<br />

de rol, mede dankzij invoeging van een extra<br />

duet met Masetto, meer gewicht gekregen.<br />

Wat vindt Burggraaf van deze interpretatie?<br />

‘Ik vind Wielers aanpak heel interessant, hij<br />

probeert het psychologische proces bloot<br />

te leggen. Zerlina is de enige vrouw bij wie<br />

we het verhaal vanaf het begin meemaken;<br />

vanaf de verleiding tot en met het “misbruik”.<br />

Donna Anna en Donna Elvira zijn hun ervaringen<br />

met Giovanni meer aan het afronden,<br />

ze proberen zich los te maken van hem.<br />

Daarom wilde Wieler graag dat Zerlina de<br />

spil werd om wie de handeling draait. Op<br />

een bepaalde manier is haar denken en<br />

handelen heel voor de hand liggend, het is<br />

geen karakter waarbij je slechts het topje<br />

van de ijsberg te zien krijgt, zoals Charlotte<br />

in Werther. Wel ga je met het regieteam op<br />

zoek naar nieuwe nuances. Ik vond het erg<br />

leuk om met deze regisseurs te werken,<br />

omdat ze heel duidelijk weten wat ze met<br />

een karakter willen, en intensief met de zangers<br />

samenwerken. <strong>De</strong> regie is soms heel<br />

pijnlijk, maar wel heel tekenend. Zo zie je<br />

bijvoorbeeld meteen al dat er iets niet klopt<br />

aan het huwelijk van Zerlina en Masetto.’<br />

‘Ik hou heel erg van een sterk uitgewerkte<br />

persoonsregie, en daar is in deze productie<br />

zeker sprake van, ook al lijkt het decor met<br />

de bedden deze regie soms wat te overschaduwen.<br />

<strong>De</strong> bedden dienen eigenlijk slechts<br />

als achtergrond voor het psychologische<br />

proces dat in de persoonsregie tot uitdrukking<br />

komt. Ze vormen een heel geschikt middel<br />

om de nachtmerrieachtige sfeer van het<br />

verhaal te benadrukken, maar voor sommigen<br />

biedt het decor misschien te weinig visuele<br />

aanknopingspunten. Wellicht werkt deze<br />

voorstelling op dvd zelfs nóg beter, omdat<br />

de aandacht van de kijker dan automatisch<br />

meer op de karakters wordt gericht.’<br />

Helemaal nieuw<br />

Voor Van Wanroij is zowel de opera als<br />

de productie volledig nieuw: ‘Het is altijd<br />

afwachten hoe een productie uitpakt, maar<br />

ik verheug me wel ontzettend. Ik kijk erg uit<br />

naar mijn eerste Mozart-rol bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />

<strong>Opera</strong>. Het is zo’n luxe om “thuis” te<br />

28 29<br />

zingen, en zeker in een huis als Het Muziektheater<br />

Amsterdam, een heel goed en heel<br />

gezellig theater. Hoe vaker je teruggevraagd<br />

wordt, hoe beter je iedereen leert kennen, en<br />

het feit dat je je in het Nederlands verstaanbaar<br />

kunt maken is natuurlijk een ongekende<br />

luxe in vergelijking met buitenlandse theaters.<br />

<strong>De</strong> opera Don Giovanni is voor mij helemaal<br />

nieuw, ik heb tot nu toe alleen wat losse<br />

aria’s van Zerlina gezongen. Ik ga de komende<br />

maanden volledig in de rol van Donna<br />

Elvira duiken. <strong>De</strong> Amsterdamse productie<br />

heb ik op tv gezien, dus ik weet een beetje<br />

wat ik kan verwachten. Ik ga wel op zo’n bed<br />

liggen! Maar een voorstelling op tv bekijken<br />

is natuurlijk heel anders dan in de zaal zitten.<br />

En wanneer er een nieuwe dirigent komt<br />

en bepaalde rollen door andere zangers worden<br />

gezongen, zie je heel vaak dat de enscenering<br />

een iets andere invulling krijgt, dus<br />

ik ben heel benieuwd hoe het uiteindelijk uit<br />

gaat pakken.’<br />

Groepssfeer<br />

Beide zangeressen benadrukken het belang<br />

van een goede sfeer tijdens de totstandkoming<br />

van een operaproductie. Van Wanroij<br />

stelt: ‘Een operaproductie staat of valt<br />

dikwijls bij de heersende sfeer in het theater.<br />

Juist bij een Don Giovanni is de sfeer<br />

heel belangrijk, omdat het echt een groepsopera<br />

is, met heel veel ensembles. Je moet<br />

elkaar willen helpen, uitdagen en vertrouwen<br />

geven op lastige momenten; je moet<br />

ook energie geven wanneer de ander zingt.<br />

Daarom helpt het vaak wanneer je buiten de<br />

repetities veel met elkaar optrekt. Het allerleukste<br />

van opera vind ik dat er iets magisch<br />

kan ontstaan wanneer de groepssfeer goed<br />

is. Ik heb in het verleden twee keer dezelfde<br />

productie gedaan, waarbij de groepssfeer de<br />

eerste keer wel aardig, maar niet super was,<br />

waardoor de voorstelling ook los zand werd.<br />

<strong>De</strong> zangers waren goed en ook niet onprettig<br />

om mee samen te werken, maar er ontstond<br />

geen chemie. Toen bij de reprise een<br />

aantal zangers vervangen waren, ontstond<br />

er een heel fijne sfeer, en vielen alle elementen<br />

op hun plek.’<br />

Burggraaf: ‘Ik doe ‘fifty-fifty’ opera en<br />

recitals/concerten. Dat vind ik erg leuk, ik<br />

zou het niet fijn vinden om uitsluitend met<br />

opera bezig te zijn. Bij operaproducties weet<br />

je nooit precies hoe het gaat uitpakken, je<br />

weet nooit van tevoren of er tijdens de productie<br />

een fijne werksfeer en een bijzondere<br />

voorstelling ontstaat. Bij recitals en concerten<br />

heb je dat veel meer zelf in de hand, omdat<br />

er minder partijen zijn. Ook kun je in kleinschalige<br />

projecten je eigen artistieke inbreng<br />

meer kwijt. Maar ik ben wel dol op opera,<br />

dus je hoopt altijd dat een productie mooi<br />

uitpakt.’<br />

<strong>De</strong> menselijke maat<br />

Een ander aspect van opera waar Burggraaf<br />

soms twijfels over heeft, is de enorme aandacht<br />

voor visuele vormgeving, die de aandacht<br />

voor persoonsregie soms ondermijnt:<br />

‘Ik merk vaak dat het succes van een productie<br />

sterk gemeten wordt aan het decorontwerp.<br />

Daarbij dreigt het visuele aspect de<br />

persoonsregie te gaan overheersen. Het valt<br />

me op dat operadecors er altijd heel fancy<br />

en gelikt uit moeten zien, maar het lijkt me<br />

een grote uitdaging om eens een opera voor<br />

een bordkartonnen decortje te spelen,<br />

omdat het spel dan de voorstelling moet<br />

dragen.’<br />

‘Ik geloof dat we terug moeten naar de<br />

menselijke maat, naar de essentie van een<br />

stuk. Wat zegt de handeling ons over onszelf<br />

en de wereld? Het visuele mag het menselijke,<br />

het leven van het stuk, niet overheersen.<br />

Zonder menselijkheid, zonder bezieling,<br />

zonder herkenning, vraag ik me af of opera<br />

wel toekomst heeft. Een decorontwerp kan<br />

een opera een nieuwe insteek geven, maar<br />

het valt me op dat men in het gesproken theater<br />

bijvoorbeeld vaak met het spel begint,<br />

met persoonsregie, en dat een decorontwerp<br />

pas veel later tot stand komt, en aansluit op<br />

de ontdekkingen die tijdens de regierepetities<br />

zijn gedaan.’<br />

Educatie<br />

Beide zangeressen maken zich zorgen over<br />

de huidige politieke ontwikkelingen in Neder -<br />

land, maar hopen dat het cultuurvijandige<br />

tij met meer educatie gekeerd kan worden.<br />

Burggraaf: ‘Ik maak me grote zorgen over<br />

de “kunsthaat” die onder een deel van de<br />

bevolking lijkt te zijn ontstaan. Dat moet<br />

door een gebrek aan educatie zijn veroorzaakt.<br />

Muziek moet onderdeel uitmaken van<br />

de huiskamer, al is het maar door samen aan<br />

de piano liedjes te zingen. Ook in het basisonderwijs<br />

zou meer aandacht voor muziek<br />

moeten zijn. Muziek zou “normaal” moeten<br />

zijn, zoals bijvoorbeeld in Engeland, waar<br />

www.dno.nl/zingen<br />

elke school een koor heeft. Kinderen moeten<br />

het onbekende leren kennen.’<br />

Van Wanroij: ‘Cultuur zou iets vanzelfsprekends<br />

moeten zijn. Ik heb vóór mijn zangopleiding<br />

rechten gestudeerd, en ik merk hoe<br />

belangrijk het is dat muziek een rol speelt in<br />

iemands leven, ongeacht wat voor werk hij/<br />

zij doet. Het is ontzettend belangrijk om je<br />

open te stellen voor het onbekende, cultuur<br />

kan zo’n verrijking zijn! Als je zelf in de kunstwereld<br />

actief bent, merk je dit het sterkst.<br />

Ik kom regelmatig helemaal in extase terug<br />

van een repetitie of uitvoering. Voordat ik<br />

aan mijn conservatoriumopleiding begon,<br />

kende ik maar heel weinig klassieke muziek,<br />

en alle ervaringen sindsdien hebben mijn<br />

leven werkelijk verrijkt! Ik vind het een ge -<br />

schenk dat ik dit werk mag doen!’<br />

zingen bij de nederlandse opera<br />

zing mee tijdens de open dag<br />

van het muziektheater amsterdam<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 28-29 17-02-11 08:19<br />

Bijschrift


Ruben Lakeman en Fernando Vidal Ferreira (Foto: Jurgen van Tiggelen)<br />

Interview Don Giovanni<br />

Joke Dame<br />

Rekwisiteurs in hachelijke<br />

beddendans<br />

Wie ermee begonnen is, valt niet meer te achterhalen, maar dat DNO’s Wieler/Morabito­productie van Don<br />

Giovanni – onderdeel van de Mozart/Da Ponte­trilogie uit 2006 – in de buitenwereld al snel rondging als<br />

de ‘beddenpaleis­Giovanni’, is een feit. Overigens niet helemaal adequaat, stellen Fernando Vidal Ferreira<br />

en Ruben Lakeman, die de bedden timmerden, verzorgen en bij de ‘hellevaart’ in beweging brengen.<br />

‘Twaalf bedden, dertien ongelukken,’ zo<br />

typeert rekwisiteur Ruben Lakeman zijn<br />

werk als maker van de veelbesproken decorstukken.<br />

Het probleem lag in het gegeven<br />

dat de aanvankelijk geordende beddencollectie<br />

in de tweede akte in één klap scheef<br />

moest staan. ‘Dat betekende dat we die<br />

bedden eigenlijk in twee versies moesten<br />

maken – wat ten eerste veel tijd zou kosten<br />

in de aanloop, maar ook in de voorstelling<br />

zelf, bij het changement. Uiteindelijk heb -<br />

ben we een praktische oplossing gevonden:<br />

elk bed heeft twee onderstellen waardoor<br />

ze zowel recht als in een schuine stand kunnen<br />

staan.’<br />

Zo werkt dat sinds jaar en dag bij de<br />

rekwisietendienst van Het Muziektheater<br />

Amsterdam, zegt Fernando Vidal Ferreira<br />

(een van de twee hoofden van de rekwisietendienst):<br />

‘Het ontwerpteam komt met<br />

ideeën – in dit geval zelfs met zeer uitgewerkte<br />

tekeningen – waarvoor wij vaak op<br />

basis van onze ervaring de praktische op -<br />

lossingen bedenken.’<br />

Ombouw<br />

<strong>De</strong> rol van de bedden in deze productie is zo<br />

opmerkelijk dat we wel van extra personages<br />

kunnen spreken. Fernando: ‘Die bedden<br />

maken duidelijk dat iedereen in zijn eigen<br />

wereldje zit. Het zijn de verlengstukken van<br />

de personages, ieder bed heeft ook een<br />

andere stijl en een andere sfeer. <strong>De</strong> Commendatore<br />

ligt in zo’n imposante matrimoniale.<br />

Zerlina in haar burgerlijke witte jaren<br />

zestig-bedje, Leporello in zijn smoezelige<br />

vrijgezellenbed met ombouw, waar hij zijn<br />

seksfilmpjes bekijkt.’<br />

Dan is de term ‘beddenpaleis’ niet zo gek<br />

gevonden, zou je denken, maar de rekwisiteurs<br />

leggen het toch anders uit. ‘We liggen<br />

allemaal ongeveer een derde van ons leven<br />

in bed, maar het gaat in deze productie niet<br />

om de bedden, het gaat om levens – geïsoleerde<br />

en onveranderlijke levens van de personages.<br />

Sommige bedden hebben ook een<br />

forse ombouw waardoor ze het karakter van<br />

een kamer krijgen.’ Kamers die in de tweede<br />

akte het totale verval uitstralen.<br />

<strong>De</strong>nk ook niet dat de solisten, die in deze<br />

productie voortdurend op het podium in en<br />

rondom hun bedden hangen, er comfortabel<br />

bij liggen. Ruben: ‘<strong>De</strong> zangers moeten erop<br />

kunnen staan en zingen. Op een lekker, comfortabel<br />

bed sta je niet zo stevig en dan ben<br />

je je ademsteun kwijt. Dus hebben we de<br />

bodem flink verstevigd. Omgekeerd moesten<br />

we het bed van de Commendatore zachter<br />

maken. En ook zijn kussen moest op de<br />

centimeter worden aangepast. Hij ligt urenlang<br />

bewegingloos op zijn bed voordat hij<br />

aan het eind weer overeind komt.’ Fernando:<br />

‘Je ziet, wij hebben bedden voor het theater<br />

gemaakt en zeker niet voor het beddenpaleis<br />

of de beddengigant.’<br />

Uitgangspunt voor dit toneelbeeld was<br />

de kerkhofscène – waar Don Giovanni de<br />

Commendatore uitnodigt voor het diner.<br />

Bedden hebben met hun hoofdborden ook<br />

iets van de vorm van een grafzerk. Dit beeld<br />

heeft decorontwerper Barbara Ehnes voor<br />

ogen gehad. Ruben: ‘Op het moment dat<br />

de bedden scheef staan, heb je precies die<br />

wegzakkende zerken van bijvoorbeeld de<br />

joodse begraafplaats.’<br />

Choreografie<br />

Fernando: ‘<strong>De</strong>ze Don Giovanni is ook een<br />

heel ander personage dan we gewend zijn:<br />

hij is niet zozeer de traditionele rokken -<br />

jager, niet de mooie vrouwenveroveraar.<br />

Zo’n afwijkende opvatting moet vaak eerst<br />

indalen bij het publiek en dat duurt soms<br />

een paar jaar, weten we uit ervaring.’ <strong>De</strong><br />

regisseurs Jossi Wieler en Sergio Morabito<br />

zien in Don Giovanni vooral de intellectuele<br />

revolutionair, bevrijd uit de strenge, katholieke<br />

en burgerlijke moraal; hij probeert daarbij<br />

de anderen wakker te schudden uit hun<br />

vastgeroeste overtuigingen en hun lethargie.<br />

Aan het eind van deze productie is het<br />

dan ook niet de titelheld die naar de onderwereld<br />

verdwijnt, het zijn de bedden van de<br />

vastgeroeste medepersonages die zich richting<br />

de hel begeven. Op verschillende plekken<br />

in de coulissen zitten rekwisiteurs met<br />

hun eigen afstandsbediening de bedden te<br />

bewegen, ieder zijn eigen bed.<br />

30 31<br />

Fernando: ‘Het is een meerstemmige<br />

choreografie waarbij we nauwgezet een<br />

partituur moeten volgen. Er staat precies<br />

genoteerd wanneer we in beweging moeten<br />

komen en met welke snelheid, waar we moeten<br />

stoppen en eventueel draaien, en op<br />

welke bedden de zangers staan te zingen.<br />

Dat houdt een risico in, want met afstandsbediening<br />

ben je altijd afhankelijk van elektronische…<br />

ehhh…’<br />

Ruben: ‘… bereidwilligheid. Als één bed<br />

het opgeeft, hebben de andere ook een probleem.<br />

Dan moet je improviseren, dus is het<br />

belangrijk dat je weet op welk bed en op welk<br />

moment een solist gaat zingen. Want dan<br />

moet je toch echt niet in beweging komen.’<br />

Fernando: ‘Dit zijn de momenten dat we<br />

als rekwisiteurs op het toneel aanwezig zijn.<br />

Weliswaar in de coulissen, maar met elke<br />

beweging van onze vingers verandert er iets<br />

in de posities van de bedden op het toneel.<br />

En geloof ons, achter elke bedpositie zit een<br />

bedoeling.’<br />

Persstemmen<br />

Die Soldaten<br />

Weinig opera’s van na de Tweede<br />

Wereldoorlog hebben zich een vaste<br />

plek op het repertoire verworven, maar<br />

Die Soldaten van Bernd Alois Zimmermann<br />

komt nog steeds als een mokerslag<br />

aan. Zonder een ijzersterke enscenering<br />

komt dit stuk nooit echt tot leven.<br />

Willy <strong>De</strong>cker heeft dat geweldig ingevuld.<br />

<strong>De</strong>ze voorstelling is exemplarisch<br />

voor modern en conceptueel muziektheater.<br />

<strong>De</strong>cker en decor- en kostuumontwerper<br />

Wolfgang Gussmann hebben het<br />

stuk in een lege schoenendoos op het<br />

toneel geplaatst, die geen enkele uitweg<br />

biedt aan de personages. Binnen<br />

dat lege, naargeestige kader zijn de personages<br />

in felle kleuren getekend. <strong>De</strong><br />

placering, de beweging en de spanning<br />

tussen de personen: het is allemaal<br />

even raak. Muzikaal is Die Soldaten ook<br />

geweldig. Hartmut Haenchens terugkeer<br />

bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> met zijn<br />

voormalige eigen Nederlands Philharmo<br />

nisch Orkest is een triomf. Hij weet<br />

zowel de heftige lading als de enorme<br />

rijkdom aan detail en kleur van de hondsmoeilijke<br />

partituur te realiseren. <strong>De</strong> cast<br />

zingt geweldig en daarboven zweeft dan<br />

nog de sopraan van Claudia Barainsky<br />

in overtreffende trap als een aangrijpende<br />

Marie.<br />

Roeland Hazendonk, Het Parool<br />

(10 november 2010)<br />

In Haenchen’s hands Zimmermann’s<br />

score, initially considered unsingable,<br />

gripped from the very first sound-<br />

explosion through to the militaristic,<br />

surround-sound ending, building up to<br />

an over whelming climax. No wonder<br />

the audience gave Haenchen and the<br />

musicians a triumphal reception.<br />

Erna Metdepenninghen, <strong>Opera</strong> (februari 2011)<br />

(Foto: Klaus Lefebvre)<br />

(Foto: Marco Borggreve)<br />

Fidelio<br />

Marc Albrecht wist met het Nederlands<br />

Kamerorkest op momenten behoorlijk<br />

indruk te maken. Het blijft een schitterend<br />

idee dat regisseur Carsen hier<br />

figuranten inzet en het koor (wederom<br />

sterk zingend) onzichtbaar in de orkestbak<br />

plaatst.’<br />

Peter van der Lint, Trouw (4 december 2010)<br />

Robert Carsen verstaat de kunst van het<br />

weglaten. Met een minimum aan gebaren<br />

en een suggestieve belichting legt<br />

hij de harde kern bloot. <strong>De</strong> orkestbak<br />

van Het Muziektheater is in de hoogste<br />

stand geplaatst voor een grimmige en<br />

bij vlagen overrompelend dramatische<br />

interpretatie.<br />

Eddie Vetter, <strong>De</strong> Telegraaf (6 december 2010)<br />

Het sluwe vosje<br />

<strong>De</strong> regisseur Richard Jones heeft een<br />

directe, eenvoudige beeldtaal gevonden<br />

die mooi complementeert met de complexe<br />

muziek van Janáček. <strong>De</strong> zangers<br />

krijgen een solide basis van de dirigent<br />

Lawrence Renes, die het Nederlands<br />

Philharmonisch Orkest met aandacht<br />

voor de details knap door de partituur<br />

loodst.<br />

Bela Luttmer, de Volkskrant (17 januari 2011)<br />

Als het bladeren in een levend en klinkend<br />

prentenboek, zó is Janáčeks opera<br />

Het sluwe vosje bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />

<strong>Opera</strong>. <strong>De</strong> hartveroverende productie<br />

van Richard Jones uit 2006 wordt herhaald<br />

met goeddeels dezelfde massale<br />

en voortreffelijke cast. Als het dartele<br />

Sluwe Vosje – een prachtige rol van<br />

Rosemary Joshua – is geschoten, wordt<br />

haar staart het mofje van de bruid van<br />

de stroper. <strong>De</strong> boswachter, een prachtige<br />

en goedmoedige rol van Dale Duesing,<br />

eindigt als een modderig varken en ziet<br />

alweer een jong vosje.<br />

Kasper Jansen, NRC Handelsblad<br />

(18 januari 2011)<br />

<strong>De</strong>ze recensies zijn ingekort.<br />

(Foto: Hans van den Bogaard)<br />

Legende<br />

<strong>De</strong>corman Marc Warning, kostuumontwerper<br />

Arno Bremers en regisseur<br />

Marcel Sijm hebben van Legende een<br />

spectaculair ogende productie gemaakt,<br />

geheel overeenkomstig de niet zelden<br />

spectaculaire muziek van Wagemans,<br />

die ook zelf het knappe libretto schreef.<br />

<strong>De</strong> mooiste rol is die van de twijfelende<br />

priester Pontus, ijzersterk gezongen en<br />

geacteerd door Thomas Oliemans.<br />

Erik Voermans, Het Parool (3 februari 2011)<br />

Wat dirigent Reinbert de Leeuw en<br />

het Radio Filharmonisch Orkest in en<br />

buiten de orkestbak ontketenen, grenst<br />

soms aan het ongelooflijke. Wagemans<br />

stelt hier uit klodders Stravinsky, scheutjes<br />

Andriessen, porties Messiaen en<br />

nog veel meer een heel eigen, complexe<br />

maar toegankelijke en subliem georkestreerde<br />

mix samen.<br />

Frits van der Waa, de Volkskrant (4 februari 2011)<br />

<strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> has thrown<br />

everything it has at the piece. Director<br />

Marcel Sijm and designer Marc Warning<br />

have created a pastel-coloured acid trip<br />

of a staging; everything moves, inflates,<br />

glitters and splatters to keep the action<br />

moving. Reinbert de Leeuw steers his<br />

musical forces through the diffuse score<br />

with a rock-steady hand, and an excellent<br />

cast gives its all. The chorus is<br />

superb.<br />

Shirley Apthorp, Financial Times (4 februari 2011)<br />

Wagemans’ Musik drängt in ihrem un -<br />

bekümmert fantastischen Stilmix mit<br />

jedem Ton und dramatischem Übermut<br />

auf die Bühne. Marcel Sijm (Regie), Marc<br />

Warning (Bühne) und Arno Bremers<br />

(Kostüme) haben dieses nicht zu überhörende<br />

Potenzial als kauzig lebendigen<br />

Ausflug ins Opernwunder land in<br />

einer opulent surrealen Bilderwelt szenisch<br />

geradezu explodieren lassen. Im<br />

offenen Amsterdamer Graben sorgt<br />

Reinbert de Leeuw am Pult des Radio<br />

Filharmonisch Orkest mit Lust und szenischem<br />

Gespür für den kunterbunten,<br />

höchst abwechslungsreichen Orchesterpart<br />

des dreistündigen Wer kes. Das<br />

Publikum dankte Unisono für einen<br />

eigensinnig mitreißenden Abend.<br />

Joachim Lange, Frankfurter Rundschau<br />

(7 februari 2011)<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 30-31 17-02-11 08:19<br />

(Foto: Marco Borggreve)


Scènes uit <strong>De</strong> Heksen van Venetië (Foto’s: Musacchio & Ianniello)<br />

<strong>De</strong> Heksen van Venetië<br />

Venetië is gered! (Koning)<br />

<strong>De</strong> koning van Venetië is kinderloos.<br />

<strong>De</strong> wijsgeren kunnen hem niet helpen,<br />

maar twee feeën kweken een kindje uit<br />

een granaatappelzaadje. <strong>De</strong> koning wil<br />

geen opvolger uit een plant en houdt het<br />

‘plantenjongetje’ gevangen. Twee heksen<br />

veranderen zijn bewakers in planten en<br />

struiken, en nodigen de koning uit voor<br />

een bal. Zij vergelijken het treurige<br />

planten jongetje met het plantenmeisje...<br />

Ha, hij is dus niet de enige! Waar kan hij<br />

haar vinden? Van takken en twijgen bouwt<br />

hij een grote vogel waarin hij ontsnapt.<br />

In het paleis van de heksen zoekt hij het<br />

plantenmeisje. Onderweg komt hij monsters<br />

en een reus tegen. <strong>De</strong> moederheks<br />

vertelt hem dat het plantenmeisje leeft<br />

in verblindend licht en tinkelend glas. In<br />

de balzaal komt zij te voorschijn uit een<br />

kristallen luchter en in de vogel vliegen<br />

ze samen weg. <strong>De</strong> koning heeft spijt van<br />

zijn ondankbaarheid; hij benoemt de twee<br />

tot het toekomstige koningspaar.<br />

32<br />

33<br />

za 16 apr 2011 première 11.00 uur<br />

za 16 apr 14.00 uur<br />

zo 17 apr 11.00 uur<br />

zo 17 apr 14.00 uur<br />

Het Muziektheater Amsterdam<br />

Kaartverkoop is reeds begonnen.<br />

Bij het ter perse gaan van deze <strong>Odeon</strong><br />

zijn er nog kaarten verkrijgbaar.<br />

Bel het Kassa­bespreekbureau van<br />

Het Muziektheater Amsterdam: 020­625 5455<br />

Online reserveren: www.muziektheater.nl<br />

Inleidingen door Lotte van Dijck<br />

Plaats: Het Muziektheater Amsterdam<br />

(foyer 2de balkon)<br />

Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere<br />

voorstelling, dus 10.15 uur/13.15 uur<br />

Lengte: ± 30 minuten<br />

Toegang: gratis op vertoon van een geldig<br />

plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag<br />

Cd-aanbeveling<br />

<strong>De</strong> volgende cd is ver krijgbaar in de winkel van<br />

Het Muziektheater Amster dam en bij alle vesti gingen<br />

van Concerto/Plato:<br />

Cd <strong>De</strong> heksen<br />

van Venetië<br />

Alexandra Montano,<br />

Brian Moore,<br />

Michael Riesman,<br />

Orange Mountain Music,<br />

€ 29,95<br />

Op vertoon van hun abonne ments kaart krijgen<br />

DNO­abonnees 10% korting bij Concerto/Plato<br />

en in de Muziektheaterwinkel.<br />

Philip Glass 1937<br />

<strong>De</strong> Heksen<br />

van Venetië<br />

Familieopera in twee bedrijven<br />

libretto van<br />

Beni Montresor<br />

<strong>Nederlandse</strong> vertaling<br />

Ike Cialona<br />

gezelschap<br />

Fondazione Musica per Roma<br />

muzikale leiding<br />

Tonino Battista<br />

regie<br />

Giorgio Barberio Corsetti<br />

decor<br />

Giorgio Barberio Corsetti<br />

Mariano Lucci<br />

kostuums<br />

Marina Schindler<br />

video<br />

Angelo Longo<br />

choreografie<br />

Julien Lambert<br />

Fee/Moederheks<br />

Marieke Steenhoek<br />

Heks/Huishoudster<br />

Cécile van de Sant<br />

Koning<br />

Jean-Léon Klostermann<br />

Reus<br />

Niklaus Kost<br />

Plantenjongen<br />

Abel Keppel<br />

NN<br />

Verteller/Plantenmeisje<br />

Sophie van Bergen<br />

Nina Planter<br />

acrobaten<br />

Julien Lambert<br />

Erika Bettin<br />

Daniele Sorisi<br />

Monica Milanese<br />

Parco della Musica Contemporanea Ensemble<br />

Nieuw Amsterdams Kinderkoor<br />

<strong>De</strong> opera wordt in het Nederlands gezongen<br />

en Nederlands boventiteld.<br />

<strong>De</strong> voorstelling duurt circa <strong>80</strong> minuten.<br />

Er is geen pauze.<br />

Het operaboek <strong>De</strong> Heksen van Venetië is<br />

verkrijgbaar in Het Muziek theater Amsterdam.<br />

Dit boek is zeer geschikt voor kinderen.<br />

<strong>De</strong> prijs is 5,­.<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 32-33 17-02-11 08:19<br />

Het Muziektheater Amsterdam presenteert ism <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>


THUIS IN NEDERLAND,<br />

LEIDEND IN EUROPA<br />

CMS <strong>De</strong>rks Star Busmann<br />

Europees partner van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

CMS <strong>De</strong>rks Star Busmann, advocaten – notarissen – belastingadviseurs, is een van de grootste zakelijke<br />

juridische dienstverleners in Nederland. Maar er is meer, want wij zijn onderdeel van de in Europa<br />

leidende CMS-organisatie met meer dan 2.400 advocaten en 53 kantoren in 27 landen.<br />

CMS staat garant voor hoge kwaliteit, uitgebreide sectorkennis en intensieve, betrokken cliëntrelaties.<br />

Net als wij behoren de andere CMS member firms tot de nationale top in hun land en hebben zij<br />

diepgaande kennis van de lokale wet- en regelgeving. Daardoor kunnen wij onze cliënten naadloze,<br />

grensoverschrijdende dienstverlening bieden via één lokaal aanspreekpunt.<br />

Daarom beschouwen onze cliënten ons als hun preffered European business partner.<br />

São Paulo, Buenos Aires,<br />

Montevideo<br />

Beijing, Shanghai<br />

www.cms-dsb.com<br />

Achtergrond <strong>De</strong> Heksen van Venetië<br />

Frits Vliegenthart<br />

Een hedendaags sprookje<br />

Het Muziektheater Amsterdam presenteert een bijzondere opera, <strong>De</strong> Heksen van Venetië. Van de componist,<br />

Philip Glass, waren in Amsterdam al regelmatig muziektheaterwerken te horen en te zien, maar nu betreft het<br />

voor het eerst een opera speciaal voor kinderen (en hun ouders, natuurlijk).<br />

<strong>De</strong> Amerikaanse componist Philip Glass<br />

begon als zesjarige met vioollessen, en legde<br />

zich vervolgens toe op fluit, piano, partituuranalyse<br />

en harmonie. Hij studeerde bij bekende<br />

componisten als William Bergsma (Juilliard<br />

School of Music) en Darius Mil haud<br />

(Aspen Music School). Zelf was hij van 1962<br />

tot 1964 composer-in-residence in Pitts burgh.<br />

Al in die tijd begon Glass – geïnspireerd door<br />

Milhaud – met het ontwikkelen van een geheel<br />

eigen componeerstijl die uitgaat van kiemcellen.<br />

Dat wil zeggen dat een compositie<br />

op organische wijze ontstaat vanuit kleine<br />

motiefjes. <strong>De</strong> strenge seriële muziek, die<br />

toen nog oppermachtig heerste, beschouwde<br />

hij als muziek van het verleden, die zich<br />

wil voordoen als muziek van het heden. Toch<br />

miste hij voor zijn gevoel nog steeds de basisvaardigheden<br />

die een goede componist nodig<br />

heeft. Pas toen hij in 1964 naar Europa verhuisde,<br />

en bij Nadia Boulanger in Parijs harmonie<br />

en contrapunt ging studeren, slaagde<br />

hij erin zich deze eigen te maken.<br />

Loodgieter en taxichauffeur<br />

Belangrijker nog was wellicht de min of meer<br />

toevallige kennismaking met de muziek van<br />

de beroemde sitarspeler Ravi Shankar. Glass<br />

werd ingeschakeld om een westerse transcriptie<br />

te maken van een filmpartituur van<br />

deze Indiase musicus. Het was voor hem<br />

een openbaring toen hij ontdekte hoe een<br />

muziekstuk door middel van ritme kan worden<br />

opgebouwd. In zijn eigen woorden: ‘In<br />

westerse muziek verdelen we de tijd – je<br />

snijdt een bepaalde tijdsduur als het ware<br />

in plakken, zoals je dat doet met een brood.<br />

In Indiase muziek (en in alle niet-westerse<br />

muziek die ik ken) neem je kleine ritmische<br />

eenheden, die je aan elkaar rijgt, zodat je<br />

een steeds grotere boog van tijd krijgt.’<br />

Een studiereis naar India kon niet uitblijven<br />

(1966-1967), waarna Glass terugkeerde<br />

naar New York en daar verder samenwerkte<br />

met Shankar. <strong>De</strong> stijl die hij vervolgens ontwikkelde,<br />

wordt door velen ‘minimalistisch’<br />

genoemd, een term waaraan Glass zelf een<br />

grote hekel heeft. Hij spreekt liever van<br />

‘muziek met repetitieve structuren’.<br />

Eind jaren ’60 tot en met begin jaren ’70<br />

voorzag de ondernemende componist als<br />

loodgieter en taxichauffeur in zijn dagelijks<br />

onderhoud. Zijn in 1968 opgerichte Philip<br />

Glass Ensemble werd een ware cultgroep<br />

in Soho (Manhattan); hij werkte samen met<br />

beroemdheden als Paul Simon, Linda Ronstadt,<br />

Yo-Yo Ma en Doris Lessing.<br />

Het totale oeuvre van Glass omvat momenteel<br />

meer dan twintig opera’s (sommige kleinschalig,<br />

andere groots opgezet), acht symfonieën,<br />

twee pianoconcerten, concerten<br />

voor viool, piano, pauken en saxofoonkwartet,<br />

filmmuziek, strijkkwartetten en solocomposities<br />

voor piano en orgel.<br />

35<br />

<strong>De</strong> Heksen van Venetië<br />

Zijn eerste drie grote opera’s gaan over figuren<br />

die de wereld veranderd hebben: Einstein<br />

on the Beach (wereldpremière 25 juli 1976,<br />

Avignon), Satyagraha (over Gandhi – bij <strong>De</strong><br />

<strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>stichting, 5 september<br />

19<strong>80</strong>, Rotterdam) en Akhnaten (24 maart 1984,<br />

Staatsoper Stuttgart). Andere belangrijke<br />

werken voor muziektheater zijn The Civil<br />

Wars – Rome Section (26 maart 1984, Rome)<br />

en het meer recente Waiting for the Barba rians<br />

(Theater Erfurt, 10 september 2005,<br />

in 2006 ook te zien in Het Muziektheater<br />

Amsterdam).<br />

In 1995 vond in de Milanese Scala de<br />

wereldpremière plaats van een opera-bal let<br />

voor kinderen, Le Streghe di Venezia (<strong>De</strong><br />

Heksen van Venetië). Glass ging daarbij<br />

uit van teksten en tekeningen van Beni Montre<br />

sor, een beroemde schrijver, tekenaar en<br />

decorontwerper uit Verona. Meer recent<br />

nodigde de Fondazione Musica per Roma<br />

hem uit om er een geheel nieuwe, minder<br />

zoete versie van te maken. Het bestaande<br />

libretto werd verrijkt met teksten van<br />

Vincenzo Cerami.<br />

<strong>De</strong> voorstelling biedt een bonte weelde<br />

aan kleuren, zit vol verrassingen. In de regie<br />

van Giorgio Barberio Corsetti wordt uitbundig<br />

gebruikgemaakt van videotechniek (pro-<br />

jecties op een gaas voor de toneelopening)<br />

en van het systeem dat Chroma Key (of Blue<br />

Screen) heet: projecties op een groen of<br />

blauw achterdoek. Hierdoor wordt de handeling<br />

op het toneel gecompleteerd met twee<br />

simultane projecties. Het resultaat is een<br />

zeer tot de verbeelding sprekende fantasiewereld.<br />

Met name het avontuur van het jongetje<br />

in het heksenpaleis wordt daardoor<br />

betoverend en lekker griezelig.<br />

Bij de wereldpremière van de herziene<br />

versie (5 december 2009, Parco della Musica,<br />

Rome) waren de kinderen in het publiek zeer<br />

onder de indruk van de effecten van Chroma<br />

Key, dat in de jaren ’<strong>80</strong> al werd toegepast in<br />

de film Star Wars. <strong>De</strong> uitvoerenden, leden<br />

van het Parco della Musica Contemporanea<br />

Ensemble, onder leiding van Tonino Battista,<br />

zijn specialisten in de muziek van Philip<br />

Glass. Ook in Amsterdam zijn zij verantwoordelijk<br />

voor de begeleiding. Voor de uitvoeringen<br />

in Amsterdam heeft Ike Cialona,<br />

een bekende vertaalster Italiaans (Ariosto,<br />

Dante), een <strong>Nederlandse</strong> versie gemaakt.<br />

Ook al is Heksen een sprookje, de sfeer is<br />

echt van deze tijd, compleet met de verschijning<br />

van een transseksueel op grote laarzen.<br />

Het verhaal begint triest, maar eindigt<br />

gelukkig. Het laat volwassenen glimlachen<br />

en boeit kinderen van begin tot eind.<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 34-35 17-02-11 08:19<br />

Philip Glass


Scène uit Hanjo (Foto: Johan Jacobs)<br />

Fredrika Brillembourg en William Dazeley<br />

Hanjo<br />

Alle mannen hebben dode gezichten…<br />

…enkel het gezicht van Yoshio leeft. (Hanako)<br />

<strong>De</strong> jonge Hanako (Hanjo) wacht dag in dag<br />

uit als verdoofd op de terugkeer van haar<br />

geliefde. Wanneer hij eindelijk opdaagt,<br />

herkent ze hem echter niet meer. Hij is een<br />

vreemde geworden en beantwoordt niet<br />

aan haar herinneringen. Hanako hervat haar<br />

dage lijkse wachtritueel...<br />

36<br />

37<br />

wo 27 apr 2011 première 20.15 uur<br />

zo 8 mei 20.15 uur<br />

Het Muziektheater Amsterdam<br />

Kaartverkoop is reeds begonnen.<br />

Bij het ter perse gaan van deze <strong>Odeon</strong><br />

zijn er nog kaarten verkrijgbaar.<br />

Bel het Kassa­bespreekbureau van<br />

Het Muziektheater Amsterdam: 020­625 5455<br />

Online reserveren: www.dno.nl<br />

Inleidingen door Bart Boone<br />

Plaats: Het Muziektheater Amsterdam<br />

(foyer 2de balkon)<br />

Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere<br />

voorstelling, dus 19.30 uur<br />

Lengte: ± 30 minuten<br />

Toegang: gratis op vertoon van een geldig<br />

plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag<br />

Dvd-aanbeveling<br />

<strong>De</strong> volgende dvd is ver krijgbaar in de winkel van<br />

Het Muziektheater Amster dam en bij alle vesti gingen<br />

van Concerto/Plato:<br />

Dvd Rosas danst Rosas<br />

Anne Teresa de Keersmaeker,<br />

Thiery de Mey<br />

Rosas, € 29,95<br />

Op vertoon van hun abonne ments kaart krijgen<br />

DNO­abonnees 10% korting bij Concerto/Plato<br />

en in de Muziektheaterwinkel.<br />

Toshio Hosokawa 1955<br />

Hanjo<br />

gezelschap<br />

<strong>De</strong> Munt/La Monnaie<br />

muzikale leiding<br />

Koen Kessels<br />

regisseur<br />

Anne Teresa <strong>De</strong> Keersmaeker<br />

decors en belichting<br />

Jan Joris Lamers<br />

kostuums<br />

Tim Van Steenbergen<br />

Hanako<br />

Ingela Bohlin<br />

Jitsuko Honda<br />

Fredrika Brillembourg<br />

Yoshio<br />

William Dazeley<br />

Kamerorkest <strong>De</strong> Munt/La Monnaie<br />

<strong>De</strong> opera wordt in het Engels gezongen<br />

en Nederlands boventiteld.<br />

<strong>De</strong> voorstelling duurt circa 1 uur en 30 minuten.<br />

Er is geen pauze.<br />

Het operaboek Hanjo is verkrijgbaar<br />

in Het Muziek theater Amsterdam.<br />

<strong>De</strong> prijs is 5,­.<br />

‘Het is een organische, bijna natuur lijke<br />

muziek, die subtiele reminiscenties aan<br />

de traditionele Japanse muziek oproept.<br />

Maar eigenlijk is het een diep melancho -<br />

lische muziek, die van het begin af aan<br />

op haar eigen dood en schoonheid aan -<br />

stuurt.’<br />

(Kölner Stadtanzeiger, september 2004)<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 36-37 17-02-11 08:19<br />

Het Muziektheater Amsterdam presenteert ism <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>


Toshio Hosokawa (Foto: Yoshiko Kusano)<br />

Achtergrond Hanjo<br />

Walter­Wolfgang Sparrer<br />

In de geest van het no-theater<br />

<strong>De</strong> Japanse schilderkunst kent de bijzondere traditie van het ‘hoekschilderij’. Daarin wordt slechts één hoek<br />

van het doek beschilderd, met thema’s als een oude pijnboom, vruchten of een theekopje. Waar het in deze<br />

schilderijen eigenlijk om gaat, is de spanning tussen de afbeelding en het lege vlak dat deze omgeeft, mee<br />

vormgeeft en doet zinderen. In de muziek van Toshio Hosokawa wordt deze ‘leegte’ uitgedrukt door stilte<br />

en zwijgen. Hosokawa: ‘Ik vind het belangrijk om de muzikale tijd te zien als een plaats waar klank en stilte<br />

opduikt. Hoe betekenisvoller de klanken, des te dieper de opgeroepen stilte zal zijn. Hoe dieper ik de stilte laat<br />

klinken, des te betekenisvoller worden de klanken.’ En: ‘<strong>De</strong> Europese kunst zegt: de tijd mag niet voorbijgaan –<br />

zoals in de kathedralen die voor de eeuwigheid gebouwd zijn. <strong>De</strong> Japanse kunst gaat mee met de tijd en zegt:<br />

vergankelijkheid is mooi. <strong>De</strong> klank duikt op uit de stilte, leeft en keert terug naar de stilte.’<br />

Hosokawa is gefascineerd door de verhouding<br />

van (nieuwe) klanken en natuurlijke<br />

ge luiden, zoals het gezang van krekels,<br />

dat hij waarneemt als een aanwezigheid<br />

van geluid tegen de achtergrond van stilte.<br />

In zijn composities werkt hij zelden met felle<br />

contrasten en hoorbare dramaturgische ontwikkelingen.<br />

Hij is beïnvloed door de traditionele<br />

Japanse muziek, maar laat zich ook<br />

inspireren door de Japanse schilderkunst,<br />

de kalligrafie van het zenboeddhisme en<br />

oude Japanse lyriek. Hij ontlokt aan Europese<br />

instrumenten vaak articulaties die aan<br />

de klanken van traditionele Japanse instrumenten<br />

doen denken.<br />

Hosokawa vertrekt van een door gelui-<br />

den gevormde klankopbouw die fungeert<br />

als dragende ‘basis’; deze wordt binnen een<br />

bepaalde tijdspanne in steeds nieuwe varianten<br />

en volgens het ritme van de ademhaling<br />

gereproduceerd. Tegen deze grondlaag van<br />

geluiden, die in Azië als welluidend wordt<br />

ervaren, duikt een ‘normaal’ gearticuleerde<br />

klank op als individuele gebeurtenis, ervaring<br />

of lichtstraal, die zich als welomlijnde<br />

figuur tegen de dragende ‘achtergrond’ af -<br />

tekent. <strong>De</strong> geluiden en de herkenbare ‘mooie’<br />

toon worden bewust uitgespeeld tegen de<br />

stilte en de leegte. Het harmonische ritme<br />

is traag, met vaak minimale veranderingen<br />

die bijna onmerkbaar tot stand komen. In<br />

zijn composities maakt Hosokawa gebruik<br />

van technieken om de tijd te rekken. Daar -<br />

bij wil hij de traagheid van de traditionele<br />

Japanse muziek nog verder uitrekken met<br />

behulp van geraffineerde technieken, zoals<br />

subtiele differentiëringen van zachte klanken<br />

en geluiden die in door stilte onderbroken<br />

klankgolven aanzwellen en afnemen.<br />

Wachttoestand<br />

Hosakawa’s eerste opera, Vision of Lear<br />

(wereldpremière München 1998), was al een<br />

vernieuwing van het no-theater. Het libretto<br />

van zijn tweede opera, Hanjo, is gebaseerd<br />

op Donald Keenes Engelse vertaling van<br />

Vijf moderne no­spelen van Yukio Mishima<br />

(1925-1970). Er zijn drie personages: Hanako<br />

(Hanjo), een voormalige geisha (sopraan),<br />

de schilderes Jitsuko Honda (mezzosopraan)<br />

en Yoshio, een jongeman (bariton).<br />

Hun dialogen zijn schokkend direct: er worden<br />

bijna uitsluitend intieme gedachten onthuld.<br />

Jitsuko houdt van Hanako, die in een<br />

droomwereld leeft en haar dagen wachtend<br />

in een station doorbrengt. Hanako wacht<br />

op Yoshio, met wie zij waaiers uitgewisseld<br />

heeft, dat wil zeggen een huwelijksbelofte is<br />

aangegaan. Jitsuko, die nog nooit de liefde<br />

heeft gekend, denkt dat ze haar innerlijke<br />

leegte slechts kan vullen door de liefde voor<br />

een vrouw die onbereikbaar is. Hanako waant<br />

zich gelukkig in haar ‘zuivere’ illusionaire<br />

wereld, in een volgehouden wachttoestand:<br />

het loutere wachten op iets dat nooit komt.<br />

<strong>De</strong> robuuste en gezonde Yoshio speelt de<br />

rol van katalysator. Wanneer hij eindelijk<br />

terugkeert, wil Hanako hem niet herkennen.<br />

Ze vindt immers in zijn gezicht het licht niet<br />

terug dat hem lang geleden deed stralen.<br />

Het drama van Mishima gaat uit van het<br />

gelijknamige no-stuk van Seami Motokiyo<br />

(1363-1443). Het no-theater, door zenboeddhisme<br />

en samoeraicultuur gevoed, is niet<br />

gericht op de imitatie van de uiterlijke werkelijkheid,<br />

die volgens het boeddhisme slechts<br />

schijn is, maar op de innerlijke, psychologische<br />

kern van verhoudingen of gebeurtenissen.<br />

<strong>De</strong>ze kern moet door de ‘onwerkelijkheid’<br />

van een uiterst artificiële voorstelling tastbaar<br />

worden gemaakt. Gewoonlijk treden in<br />

het no-theater de geesten van overledenen<br />

op. Ze vertellen over het leed en de beledigingen<br />

die ze tijdens hun leven hebben ondergaan<br />

en die nu moeten worden goedgemaakt.<br />

Na deze verzoening volgt doorgaans een<br />

rituele dans, de zogenaamde no-dans. Het<br />

no-theater heeft een aantal vaste kenmerken:<br />

een ruimte die aan minstens drie kanten open<br />

is, een bewegingstaal van langzame en geritualiseerde<br />

gebaren, een code van geësthetiseerde<br />

houdingen, gebaren en bewegingen<br />

38 39<br />

en een geconcentreerde ademtechniek.<br />

Het opvallendste kenmerk is de artificiële<br />

uitrekking van de tijd.<br />

Innerlijke ruimte<br />

Voor Hosokawa is de verstaanbaarheid<br />

van de tekst essentieel. Er zitten illustratieve<br />

elementen in de partituur – in het<br />

begin horen we stationsgeluiden die met<br />

de instrumentale muziek worden vermengd<br />

– maar het is de componist vooral te doen<br />

om het crëeren van een innerlijke ruimte,<br />

een psychologische spanning die aan de<br />

basis ligt van de monologen en dialogen,<br />

gereciteerd in korte zinnen. Hoewel het niet<br />

Hosokawa’s bedoeling is om de zangtechnieken<br />

van het no-theater te imiteren, zijn<br />

er toch analogieën. Zo is de overheersende<br />

zangstijl de insisterende declamatie of<br />

het recitatief in kleine intervallen, vaak<br />

op slechts één, tot een terts aangroeiende<br />

en veranderende ‘hoofdtoon’, waarvoor de<br />

acteur zijn hele lichaam moet inzetten.<br />

Een traditioneel no-ensemble bestaat uit<br />

een no-dwarsfluit en meerdere trommels.<br />

Met een vrijwel uitsluitend westers instrumentarium<br />

– fluit(en), hobo (ook Engelse<br />

hoorn), klarinet (basklarinet), fagot (contrafagot),<br />

hoorn, trompet, trombone, celesta,<br />

harp, slagwerk, strijkers – exploreert Hosokawa<br />

veel meer mogelijkheden om klanken<br />

te creëren. <strong>De</strong> innerlijke stem van de personages,<br />

die niet handelen maar praten en<br />

hun innerlijke gevoelens blootleggen, wordt<br />

gesymboliseerd door de basfluit. Japanse<br />

windklokjes verwijzen naar natuur en vergankelijkheid;<br />

hiermee typeert Hosokawa<br />

de laag van het droombewustzijn, die zich<br />

met de zichtbare realiteit in de stationsscène<br />

vermengt. Een van de typische ‘gebaren’ in<br />

de muziek suggereert het openen en sluiten<br />

van de waaier, waarmee Hosokawa ook het<br />

openen en sluiten van de droomwereld van<br />

Hanako oproept.<br />

In Hanjo van Seami Motokiyo vindt Hanako<br />

haar geliefde terug; het is het enige no-stuk<br />

met een gelukkige afloop. In zijn bewerking<br />

heeft Mishima dit slot veranderd: Hanako<br />

herkent Yushio niet meer. Hosokawa neemt<br />

dit slot over en creëert hiervoor met zijn<br />

‘droommuziek’ harmonische perspectieven.<br />

Ingekorte versie; deze tekst verscheen eerder in<br />

het Muntmagazine 63, september 2004<br />

© <strong>De</strong> Munt/La Monnaie, Walter-Wolfgang Sparrer<br />

Algemene informatie<br />

Prijzen losse kaarten<br />

Seizoen 2010 -2011<br />

Het Muziektheater Amsterdam<br />

maandag tot en vrijdag t/m zondag|<br />

met donderdag feestdagen|première<br />

standaard CJP/65+/ standaard CJP/65+/<br />

Stadspas Stadspas<br />

1ste rang 95 85 110 95<br />

2de rang 75 65 85 75<br />

3de rang 55 50 60 55<br />

4de rang • 35 30 40 35<br />

5de rang 30 25 35 30<br />

6de rang • 25 20 30 25<br />

7de rang 15 15 15 15<br />

studenten 15 15 15 15<br />

<strong>De</strong> Heksen van Venetië<br />

Het Muziektheater Amsterdam<br />

volwassenen CJP/65+/ kinderen studenten<br />

Stadspas tot 16 jaar<br />

30 27 17,50 10<br />

25 22 15<br />

20 17 12,50<br />

15 12 10<br />

Hanjo<br />

Het Muziektheater Amsterdam<br />

standaard CJP/65+/ studenten<br />

Stadspas<br />

70 55 10<br />

55 40<br />

40 35<br />

35 27<br />

27 25<br />

25 20<br />

15 15<br />

Colofon<br />

OdeOn<br />

Magazine van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

Nummer <strong>80</strong> mrt / apr / mei 2011<br />

ISBN: 0926-0684<br />

Oplage 25.000 exemplaren<br />

<strong>Odeon</strong> is een uitgave van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

Afdeling Communicatie<br />

Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam.<br />

telefoon 020-551 8922<br />

fax 020-551 8311<br />

e-mail info@dno.nl<br />

advertenties 020-551 8953<br />

abonnementen 020-625 5455<br />

internet www.dno.nl<br />

Platée<br />

Stadsschouwburg Amsterdam<br />

maandag tot en vrijdag t/m zondag|<br />

met donderdag feestdagen|première<br />

standaard CJP/65+/ standaard CJP/65+/<br />

Stadspas Stadspas<br />

1ste rang 95 85 110 95<br />

2de rang 75 65 85 75<br />

3de rang 55 50 60 55<br />

4de rang 35 30 40 35<br />

zzb• 25 20 30 25<br />

luister•• 15 15 15 15<br />

studenten 15 15 15 15<br />

Dionysos<br />

Gashouder op het Westerparkterrein<br />

maandag tot en vrijdag t/m zondag|<br />

met donderdag feestdagen|première<br />

standaard CJP/65+/ standaard CJP/65+/<br />

Stadspas Stadspas<br />

1ste rang 75 70 85 <strong>80</strong><br />

2de rang 15 15 15 15<br />

•<br />

Plaatsen die geen zicht op de boventiteling bieden<br />

••<br />

Plaatsen die (deels zeer) beperkt zicht op het<br />

toneel bieden<br />

Verkoop kaarten<br />

Precies drie maanden vóór de première<br />

van een productie gaan alle voor stellingen<br />

daarvan in de verkoop. U kunt kaarten kopen:<br />

– online via www.dno.nl;<br />

– bij het Kassa-bespreekbureau van<br />

Het Muziektheater Amsterdam: Amstel 3,<br />

Amsterdam, 020-625 5455. Openingstijden:<br />

maandag t/m vrijdag 12:00-18:00 of aanvang<br />

voorstelling; zaterdag, zon- en feestdagen<br />

12:00-15:00 of aanvang voorstelling; zon- en<br />

feestdagen zonder voorstelling gesloten.<br />

Studentenkorting<br />

Voor niet-uitverkochte voorstellingen kunnen<br />

studenten vanaf anderhalf uur voor aanvang<br />

op vertoon van een geldige college-/studentenkaart<br />

voor 15 een plaatskaart aan de<br />

kassa kopen.<br />

Hoofdredactie<br />

Marc N. Chahin<br />

Eindredactie, vertalingen en plotteksten<br />

Frits Vliegent hart<br />

Bijdragen<br />

Klaus Bertisch, Marianne Broeder, Willem<br />

Bruls, Joke Dame, Hein van Eekert, Michel<br />

Khalifa, Kasper van Kooten, Elaine Lok,<br />

Chazia Mourali, Marijke Schouten, Walter-<br />

Wolfgang Sparrer en Frits Vliegenthart<br />

Basisontwerp en lay-out<br />

Lex Reitsma<br />

mmv Leon Bloemendaal<br />

Omslag<br />

Beeld affiche Billy Budd:<br />

Lex Reitsma<br />

Productie en advertenties<br />

Marjolijn Vis<br />

Lithografie<br />

Media Traffic Press, Amsterdam<br />

Druk<br />

Stadsdrukkerij Amsterdam<br />

Uitverkocht?<br />

Bij uitverkochte voorstel lingen kunt u vanaf<br />

een uur vóór aanvang een volgnummer afhalen<br />

bij het Kassa-bespreekbureau. Van af een<br />

halfuur vóór aanvang worden niet-afgehaalde<br />

kaarten te koop aangeboden. Per volgnummer<br />

kunt u maxi maal twee kaarten voor de betreffende<br />

voorstelling kopen.<br />

Boventiteling<br />

Alle voorstellingen van DNO worden Nederlands<br />

boventiteld. Plaatsen in de 4de en 6de<br />

rang in Het Muziektheater Amsterdam bieden<br />

echter nooit zicht op de boventiteling. Wilt<br />

u verzekerd zijn van zicht op de boven tite ling,<br />

informeer dan bij het Kassa-bespreek bureau.<br />

Openbaar vervoer<br />

Vanaf Amsterdam Centraal Station of<br />

Amsterdam Amstel brengen metro’s 53 en<br />

54 en sneltram 51 u naar het Water loo plein.<br />

Tram 9 gaat vanaf het CS rechtstreeks naar<br />

Het Muziektheater Amsterdam.<br />

Parkeren bij<br />

Het MuziektheaterAmsterdam<br />

Onder Het Muziektheater Amsterdam bevindt<br />

zich de parkeer garage ‘Het Muziektheater’.<br />

<strong>De</strong>ze is echter vaak al vroeg vol. Andere<br />

parkeergarages in de buurt: ‘Waterlooplein’<br />

aan de Valkenburgerstraat en ‘Markenhoven’<br />

tegenover politiebureau IJtunnel.<br />

Social media<br />

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws<br />

en ontwikkelingen bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>:<br />

www.facebook.nl/<strong>De</strong><strong>Nederlandse</strong><strong>Opera</strong><br />

www.youtube.nl/<strong>De</strong><strong>Nederlandse</strong><strong>Opera</strong><br />

www.twitter.com/<strong>De</strong>Ned<strong>Opera</strong><br />

Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aan-<br />

spraken te kunnen ontlenen, wordt verzocht contact<br />

op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave<br />

mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar<br />

ge maakt zonder voorafgaande toestemming van<br />

de uitgever.<br />

Abonnementen<br />

Abonnementhouders van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />

krijgen <strong>Odeon</strong> gratis thuisgestuurd. Wilt u <strong>Odeon</strong><br />

ook ontvangen? Voor 14 ontvangt u alle vier<br />

nummers van het betreffende seizoen thuis.<br />

Losse nummers kosten 3,50 incl. porto per stuk.<br />

Geef uw naam, adres, postcode en woonplaats<br />

op per (brief)kaart, e-mail of telefonisch. Zie linkerkolom.<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 38-39 17-02-11 08:19


Nexus-conferentie 2011<br />

The Questor Hero<br />

Gustav Mahler’s Ultimate Questions<br />

on Man, Art and God<br />

<strong>De</strong> muziek van Mahler maakt ons bewust van de grote vragen des levens. Zijn wij<br />

echter nog wel in staat ons die vragen te stellen? In twee debatronden en een masterclass<br />

worden Mahlers ‘ultieme vragen’ gewogen op hun historische en actuele betekenis.<br />

Waarom leven wij? Waarom lijden wij? Naar welk weten, naar welke kennis verlangen<br />

wij? Wat heeft kunst te bieden dat wetenschap en religie ontberen? Wat beschouwen<br />

we als het wezen en de bestemming van ons mens-zijn? En wat heeft het raadsel van de<br />

dood — het grote thema in de muziek van Mahler — ons nog te zeggen?<br />

Sprekers<br />

Iván Fischer – Yoel Gamzou – Claudio Magris – Katie Mitchell<br />

Antonio Damasio – Nuria Schoenberg Nono – Michael P. Steinberg<br />

Esa-Pekka Salonen – Lewis Wolpert – Slavoj Žižek – Carl Niekerk<br />

Constantin Floros – Adam Zagajewski – Leon Wieseltier<br />

Zaterdag 14 mei 2011<br />

9.40 — 17.30 uur<br />

Muziektheater Amsterdam<br />

Informatie en aanmelding op www.nexus-instituut.nl<br />

In samenwerking met het Koninklijk Concertgebouworkest<br />

AdvConf11-<strong>Odeon</strong>-02.indd 1 07-02-11 16:07<br />

<strong>Odeon</strong>_<strong>80</strong>_DEF.indd 40 17-02-11 08:19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!