Boek 50 beroepen.indb - Lemniscaat
Boek 50 beroepen.indb - Lemniscaat
Boek 50 beroepen.indb - Lemniscaat
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
w i e l r e n n e r<br />
Marianne Vos (19): Bij een lange<br />
wedstrijd neem ik meestal een<br />
puddingbroodje mee.<br />
Waar ben je allemaal kampioen in?<br />
Ik ben Europees kampioene en wereldkampioene wielrennen in<br />
twee verschillende categorieën. De ene is wielrennen op een verharde<br />
weg; daar ben ik ook Nederlands kampioene in. De andere<br />
categorie is ‘in het veld’. Dat is wielrennen over een hobbelig, soms<br />
zanderig of modderig parcours in het veld. Wat wel grappig is,<br />
is dat ik de Europese titel en de wereldtitel heb voor veldrijden,<br />
maar dat ik daar geen Nederlands kampioene in ben. Dat is iemand<br />
anders. Ik werd tweede.<br />
Hoe vaak train je?<br />
In de winter doe ik aan veldrijden, daarvoor train ik twee keer per<br />
week zes tot vijftien uur. Dat lijkt misschien niet veel, maar het<br />
gaat om heel zware intervaltrainingen waar je lijf minstens een dag<br />
van moet herstellen voordat je weer een veldwedstrijd kunt rijden.<br />
In de winterperiode teer ik veel op de basisconditie die ik in de<br />
zomer opbouw. In de zomer train ik voor wedstrijden op de harde<br />
weg en dan train ik vaker en langer.<br />
Hoe vaak heb je wedstrijden?<br />
Elk jaar doe ik aan ongeveer zestig wedstrijden mee op de verharde<br />
weg. Soms duurt een wedstrijd meer dan één dag, dus in<br />
totaal moet je denken aan tachtig wedstrijddagen. Het seizoen ‘op<br />
de weg’ loopt van april tot oktober. In de winter doe ik mee aan<br />
veldwedstrijden, dat zijn er ongeveer twintig.<br />
Je zit ook nog op school; hoe combineer je dit met sport?<br />
In hetzelfde jaar dat ik Europees en wereldkampioene wielrennen<br />
werd, slaagde ik voor mijn vwo-examen. Ik volgde het normale programma,<br />
zoals iedereen in mijn klas. De wedstrijden waren in het<br />
weekend en ’s avonds trainde ik. Nu zit ik op de universiteit en daar<br />
heb ik een topsportregeling kunnen treffen. Ik heb een soepele aanwezigheidsverplichting,<br />
zodat ik naar wedstrijden kan en veel kan<br />
trainen. Leren doe ik tussendoor, want ik heb net als iedereen elke<br />
vier weken een toets!