verantwoording - ZIEN
verantwoording - ZIEN
verantwoording - ZIEN
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6. Maakt een vitale, levenslustige<br />
indruk.<br />
Het kind heeft veel energie en het kan genieten van dingen.<br />
Signalen kunnen zijn:<br />
- huppelen of springen;<br />
- levendige oogopslag;<br />
- luid spreken;<br />
- handelingen in een vlot tempo uitvoeren;<br />
- rode kleur;<br />
- rechtop zitten of staan.<br />
7. Komt ontspannen en open over. Het kind durft zichzelf te zijn. Het kind deelt eigen interesses en<br />
ervaringen met anderen. In nieuwe situaties reageert het kind rustig en<br />
open.<br />
Signalen kunnen zijn:<br />
- ontspannen lichaamshouding;<br />
- regelmatig oogcontact maken;<br />
- zich vrij in de klas bewegen;<br />
- zichtbaar genieten van activiteiten;<br />
- spontane opmerkingen tegen anderen maken.<br />
Tegenover ontspannen staat gespannen. Dit komt bijvoorbeeld tot<br />
uitdrukking in het in de gaten houden van anderen, in een behoedzame<br />
gelaatsuitdrukking, in druk, clownesk of juist teruggetrokken reageren.<br />
Het kind is dan niet zichzelf.<br />
8. Gaat graag naar school. Het kind zegt, of laat door zijn gedrag zien, dat het graag naar school<br />
gaat.<br />
SOCIAAL INITIATIEF<br />
9. Stapt uit eigen beweging op<br />
anderen af.<br />
10.<br />
Heeft duidelijk een eigen inbreng<br />
tijdens gezamenlijke activiteiten.<br />
Signalen kunnen zijn:<br />
- ‟s morgens veerkrachtig binnenkomen;<br />
- zich positief uiten over naar school gaan of over de activiteiten.<br />
Het kind maakt uit zichzelf contact. Het kind laat merken dat het mee wil<br />
doen met een activiteit. Het kind zoekt toenadering.<br />
Signalen kunnen zijn:<br />
- op andere kinderen af lopen;<br />
- zich tussen kinderen mengen bij activiteiten.<br />
Het kind komt tijdens contacten met medeleerlingen, bijvoorbeeld bij<br />
groepsopdrachten of samenspel, met eigen ideeën.<br />
Signalen kunnen zijn:<br />
- praten over eigen ideeën (“ik denk …, ik heb ook, of, een ander<br />
idee");<br />
- ideeën/voorbeelden aan anderen laten zien (“Kijk eens wat ik<br />
heb”).<br />
(Misschien vind je dat een kind dit juist te vaak doet, mogelijk dominant<br />
is. Beantwoord hier dan de vraag toch positief.)<br />
11. Vertelt uit zichzelf in de groep. Tijdens interactiemomenten (instructie of tijdens interactieve lessen,<br />
zoals bij zaakvakken en taal) vertelt het kind uit zichzelf. Dit doet het op<br />
een ontspannen manier. Het komt uit zichzelf met antwoorden. Het<br />
reageert op wat anderen zeggen.<br />
Signalen kunnen zijn:<br />
- (soms) voor de beurt praten;<br />
- (uitgebreide) verhalen vertellen over bijvoorbeeld thuis of naar<br />
aanleiding van een onderwerp;<br />
- reageren op wat een ander zegt;<br />
- oogcontact maken tijdens het spreken (klas rondkijken tijdens<br />
spreken);<br />
- duidelijk verstaanbaar spreken.