09.09.2013 Views

OM Opportuun 4.indd - Openbaar Ministerie

OM Opportuun 4.indd - Openbaar Ministerie

OM Opportuun 4.indd - Openbaar Ministerie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

26<br />

Het is een doordeweekse ochtend in hartje<br />

Utrecht, als een langlopend conflict tussen<br />

twee families tot een (nieuwe) uitbarsting<br />

komt. In een auto voor hem ziet onze latere<br />

verdachte twee mannen zitten die vermoedelijk<br />

deel uitmaken van een rivaliserende<br />

familie uit Breda. Bovendien ziet hij aan de<br />

andere kant van de weg een oom van hem<br />

lopen. Omdat de inzittenden van de auto<br />

stoppen voor een stoplicht, naar de oom<br />

kijken en een vreemde beweging maken,<br />

besluit onze verdachte dat de aanval de<br />

beste verdediging is. Hij neemt een pistool<br />

uit zijn broeksband, laadt het door en legt<br />

het tussen zijn benen. Vervolgens draait<br />

hij het raam open en schiet. De kogel ketst<br />

echter af, omdat de auto van gepantserd<br />

glas is voorzien.<br />

Aan verdachte wordt tenlastegelegd poging<br />

tot moord, subsidiair poging tot doodslag.<br />

Het verschil daartussen is dat voor (poging<br />

tot) moord ‘voorbedachten rade’ is vereist.<br />

In een arrest van 27 juni 2000 (NJ 2000, 605)<br />

stelt de Hoge Raad dat reeds van voorbedachten<br />

rade sprake is, als “verdachte tijd<br />

had zich te beraden op het te nemen of het<br />

genomen besluit, zodat de gelegenheid<br />

heeft bestaan dat hij over de betekenis en de<br />

gevolgen van zijn voorgenomen daad heeft<br />

nagedacht en zich daarvan rekenschap<br />

heeft gegeven.”<br />

Interessant is ook een arrest van het Hof te<br />

’s-Hertogenbosch van 26 mei 2003 (NJ 2003,<br />

409). Daarbij ging het om een verdachte die<br />

in de richting van het slachtoffer is gelopen,<br />

een pistool uit zijn broeksband pakte, op<br />

de grond richtte – dit om te controleren of<br />

het wapen werkte – en vervolgens op het<br />

slachtoffer richtte. Hij laadde daarbij het<br />

pistool door, bracht zijn vinger bij de trek-<br />

Uitgelicht<br />

Moord<br />

en doodslag<br />

ker en verwondde het slachtoffer dodelijk.<br />

Het Hof vond dat sprake was van voorbedachten<br />

rade, omdat “de verdachte vanaf<br />

het moment dat hij het pistool uit zijn<br />

broeksband nam gelegenheid heeft gehad<br />

om zich te beraden op hetgeen hij met het<br />

wapen zou doen. Het laden en richten van<br />

het wapen zijn dus geschied na kalm beraad<br />

en rustig overleg, zodat sprake is van voorbedachte<br />

raad.”<br />

Ook in de roemruchte Deventer moordzaak<br />

was voorbedachten rade aan de orde. Het<br />

Hof Den Bosch leidde de voorbedachten<br />

rade af uit de gepleegde handelingen: “Het<br />

slachtoffer is immers op verschillende wijzen<br />

– verwurging, steken met een scherp<br />

voorwerp, mechanisch samendrukkend<br />

geweld – en op verschillende plaatsen<br />

– hals, diverse plaatsen op de borst – verwond.<br />

De verdachte moet zich ofwel tevoren<br />

van een steekvoorwerp hebben voorzien,<br />

ofwel dit steekvoorwerp in de woning<br />

van het slachtoffer erbij gepakt hebben.<br />

Toen het slachtoffer al op de grond lag is zij<br />

meermalen in de borst gestoken.” Op grond<br />

daarvan concludeert het Hof dat verdachte<br />

tijd had zich te beraden; moord dus. De<br />

Hoge Raad vindt dat oordeel niet getuigen<br />

van een onjuiste rechtsopvatting (HR 22<br />

februari 2005, LJN AR5714).<br />

En hoe liep het af met onze Utrechtse schutter?<br />

Die werd veroordeeld voor poging<br />

tot doodslag – en dus niet voor poging tot<br />

moord, omdat het hof niet door de inhoud<br />

van wettige bewijsmiddelen de overtuiging<br />

heeft bekomen dat van voorbedachten rade<br />

sprake was (Hof Arnhem 9 maart 2006, parketnr<br />

21-4197-04).<br />

Tekst: Jan-Willem Grimbergen,<br />

AG bij het ressortsparket Arnhem.<br />

Agenda<br />

Agenda<br />

Nieuwe Bestuurlijke Boete in de praktijk,<br />

26 april<br />

Op dit congres komen aan de orde: Invulling en<br />

reikwijdte Bestuurlijke Boete en <strong>OM</strong>-afdoening<br />

voor kleine en grote gemeenten; rol van de politie;<br />

Implementatieplan Bestuurlijke Boete; Criteria die<br />

bepalen of de <strong>OM</strong>-afdoening óf Bestuurlijke Boete<br />

het meest oplevert.<br />

Locatie: Holiday Inn, Leiden<br />

Kosten: € 749,– (excl. BTW)<br />

Informatie: SBO Klantenservice telefoon<br />

040-2 974 980 of via www.sbo.nl<br />

Hennep(thuis)teelt,<br />

26 april<br />

Hennepteelt in woningen wordt een steeds<br />

omvangrijker probleem. Thuisteelt gaat samen<br />

met fraude en onveiligheid. In Rotterdam en<br />

Utrecht hebben gemeente, politie, woningcorpo-<br />

raties en andere partners met succes een com-<br />

plete aanpak van thuistelers toegepast.<br />

Locatie: Meeting Plaza Hoog Catharijne in<br />

Utrecht<br />

Kosten: € 575,– (excl. BTW) per persoon<br />

Informatie: Elseviercongressen, Linda Baan,<br />

congresontwikkelaar, telefoon 070-441 5707 of via<br />

www.elseviercongressen.nl<br />

Bevolkingssamenstelling, levensloop<br />

en criminaliteit<br />

11 mei<br />

WODC-congres over vraagstukken die de crimi-<br />

nologie en de demografie betreffen. En over de<br />

vraag welke invloed vergrijzing, verkleuring en het<br />

huidige beleid hebben op het gebruik van justitie-<br />

voorzieningen.<br />

Locatie: De Reehorst, Ede<br />

Kosten: onbekend<br />

Informatie: WODC Congrescommissie WODC via<br />

e-mail wodc@minjus.nl of via www.wodc.nl<br />

Tekst: Mirelle Herlfterkamp<br />

Uitgebreide congresinformatie vindt u op <strong>OM</strong>tranet<br />

2G via Actueel>Agenda>Congresagenda<br />

OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Beleid en regels 27<br />

beleid en regels<br />

Voor complete teksten, bel de<br />

documentatie van het Parket-Generaal,<br />

070-3399813 of 070-3399812.<br />

Redelijke termijn en compensatie<br />

Hoge Raad 14 maart 2006, 00356.05. / LJN<br />

AU8887<br />

Veroordeeld is terzake zedendelicten tot een<br />

gevangenisstraf van achttien maanden waarvan<br />

zes voorwaardelijk<br />

Geklaagd wordt dat de overschrijding van de<br />

redelijke termijn door voortvarende behandeling<br />

in hoger beroep is gecompenseerd.<br />

De Hoge Raad overweegt dat het tijdsverloop<br />

tussen de inverzekeringstelling en de uit-<br />

spraak in eerste aanleg meer dan 36 maanden<br />

bedraagt. Na appèl in juni 2004 is de zaak door<br />

het Hof behandeld en afgedaan in januari 2005.<br />

Of compensatie kan worden aangenomen is<br />

afhankelijk van de omstandigheden van het geval,<br />

meer in het bijzonder ook van de mate waarin die<br />

termijn in eerste aanleg is overschreden.<br />

Gelet op de overschrijding van de redelijke<br />

termijn in eerste aanleg met meer dan een jaar,<br />

is het oordeel van het Hof dat die overschrij-<br />

ding is gecompenseerd door de voortvarende<br />

behandeling in hoger beroep niet zonder meer<br />

begrijpelijk.<br />

Vernietiging en vermindering van de straf tot<br />

veertien maanden waarvan vier voorwaardelijk.<br />

(Am)<br />

Ongewenst vreemdeling, terme de grace.<br />

Art. 197 Sr<br />

Hoge Raad 14 maart 2006, 01337.05<br />

Veroordeeld is terzake het als ongewenst vreem-<br />

deling in Nederland verblijven.<br />

In eerste aanleg was beslist dat het openbaar<br />

ministerie niet-ontvankelijk is omdat de terme de<br />

grace niet in acht was genomen. De Rechtbank<br />

voert het beleid dat het openbaar ministerie<br />

niet-ontvankelijk wordt verklaard indien de<br />

ongewenst vreemdeling binnen tien dagen na<br />

zijn vrijlating opnieuw wordt aangehouden voor<br />

art. 197 Sr.<br />

Verdachte was twee dagen nadat hij uit detentie<br />

kwam aangehouden voor een straatroof. Hij<br />

werd vervolgd niet voor dat feit maar voor over-<br />

treding van art. 197 Sr.<br />

Het Hof overwoog dat gronden van redelijkheid<br />

en billijkheid met zich mee brengen dat aan een<br />

vreemdeling na ontslag uit detentie een zoge-<br />

naamde terme de grace wordt vergund teneinde<br />

zijn vertrek uit Nederland voor te bereiden en te<br />

realiseren. Daaruit kan niet een onvoorwaarde-<br />

lijk recht op tijdelijk voortgezet verblijf worden<br />

afgeleid. Dat de terme de grace steeds onverkort<br />

moet worden gegund vindt geen steun in het<br />

recht. In casu heeft verdachte zich bediend van<br />

diverse aliassen en heeft hij geen geldige iden-<br />

titeitspapieren. Voorts blijkt geenszins dat ver-<br />

dachte bezig was met zijn vertrek. Verdachte is<br />

aangehouden terzake straatroof en is voorts ver-<br />

oordeeld voor een straatroof begaan een maand<br />

daarna. Verdachte komt dus geen beroep toe op<br />

een terme de grace. Dat hij voor de straatroof<br />

niet is vervolgd doet daaraan niet af.<br />

Beroep zonder nadere motivering verworpen.<br />

(Am)<br />

(AG Wortel: uit de verdenking terzake een<br />

ander strafbaar feit dan art, 197 Sr kan worden<br />

afgeleid dat verdachte zijn criminele en illegale<br />

verblijf wil continueren. Die verdenking kan der-<br />

halve een zelfstandige reden zijn om de terme<br />

de grace niet toe te passen. De Amsterdamse<br />

Rechtbank heeft door het voeren van beleid zijn<br />

bevoegdheden overschreden omdat de wet de<br />

rechter geen aanknopingspunten geeft om zelf-<br />

standig, bij wijze van eigen beleid, vast te stellen<br />

wanneer het openbaar ministerie tot vervolging<br />

mag besluiten. De feitenrechter mag slechts<br />

nagaan of vervolging in strijd is met een wet-<br />

telijke voorwaarde dan wel een ernstige inbreuk<br />

is op de procesorde, waaronder of het openbaar<br />

ministerie zich houdt aan de eigen gepubli-<br />

ceerde richtlijnen welke de stellige verwachting<br />

kunnen wekken dat niet wordt vervolgd (ver-<br />

trouwensbeginsel).<br />

Aanwezigheidsrecht geschonden; onjuist<br />

bericht CJIB<br />

Hoge Raad 28 februari 2006, 00394.05 /<br />

LJN AU8094<br />

Veroordeeld is terzake valsheid tot een werk-<br />

straf. Verdachte ging in appèl. In hoger beroep<br />

werd bij verstek vijf maanden gevangenisstraf<br />

opgelegd.<br />

Klacht is dat de zaak in hoger beroep buiten<br />

afwezigheid van de verdachte is afgedaan.<br />

De Hoge Raad overweegt dat uit het CJIB ten<br />

onrechte aan verdachte had bericht dat het von-<br />

nis onherroepelijk was. Verdachte is vervolgens<br />

aan zijn werkstraf begonnen. De werkzaam-<br />

heden zijn beëindigd na een verzoek van het<br />

CJIB aan de Reclassering de werkstraf stop te<br />

zetten omdat tijdig hoger beroep is ingesteld.<br />

Verdachte heeft zich aan de afspraken met de<br />

Reclassering gehouden.<br />

Verdachte heeft gedwaald over de onherroepe-<br />

lijkheid van het vonnis. Dat kan hem niet worden<br />

toegerekend nu de onjuist informatie afkomstig<br />

was van een overheidsinstantie die namens<br />

het openbaar ministerie rechterlijke beslissin-<br />

gen uitvoert. Hieruit vloeit voort dat verdachte<br />

ervan uitging dat geen hoger beroep meer zou<br />

plaatsvinden. De dwaling is verschoonbaar. Nu<br />

verder niet blijkt dat verdachte op de hoogte is<br />

gekomen van de appeldagvaarding (griffiebe-<br />

tekening), kan niet worden aangenomen dat<br />

verdachte vrijwillig afstand heeft gedaan van<br />

zijn recht om bij de behandeling in hoger beroep<br />

aanwezig te zijn. Verdachte was er immers zelfs<br />

niet (meer) op bedacht dat die behandeling zou<br />

plaats vinden.<br />

Gelet op het belang aanwezig te zijn, met name<br />

in hoger beroep waar fouten gemaakt in eerste<br />

aanleg kunnen worden hersteld en gelet op art.<br />

6 EVRM, dient verdachte de mogelijkheid te<br />

hebben om zijn zaak alsnog in zijn tegenwoor-<br />

digheid te doen behandelen.<br />

Vernietiging en verwijzing. (DH)<br />

Tekst: Angela Kaptein<br />

Zie verder op <strong>OM</strong>tranet:<br />

• Lucie de B.: geen levenslang met<br />

tbs en dwangverpleging; toerekenbaarheid;<br />

strafrechter over gratie<br />

Hoge Raad 14 maart 2006, 03431.04<br />

/LJN AU5496<br />

• Ontneming, verzoek getuigen<br />

Hoge Raad 7 maart 2006, 03426.04 P /<br />

LJN AV0361<br />

• Grondslagverlating?<br />

Hoge Raad 7 maart 2006, 00426.05 /<br />

LJN AU7118<br />

• Verwijzing naar RC: schending<br />

ondervragingsrecht<br />

Hoge Raad 7 maart 2006, 00717.05 /<br />

LJN AU8264<br />

• Ontucht, klacht- of hoorrecht. Art.<br />

167a Sv<br />

Hoge Raad 7 maart 2006, 01125.05 /<br />

LJN AV0312<br />

• Strafmotivering: omstandigheden<br />

blijkend uit?<br />

Hoge Raad 14 februari 2006, 00498.05 /<br />

LJN AU7119<br />

• Verkrachting van een slapende<br />

vrouw?; art. 242 Sr<br />

Hoge Raad 14 februari 2006, 00301.05 /<br />

LJN AU8042<br />

• Wapenbezit, maatstaf fouillering<br />

oud/nieuw; art. 52 WWM<br />

Hoge Raad 14 februari 2006, 00333.05 /<br />

LJN AU8064

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!