09.09.2013 Views

Beleid externe veiligheid 2011 - 2015 - Gemeente Heerlen

Beleid externe veiligheid 2011 - 2015 - Gemeente Heerlen

Beleid externe veiligheid 2011 - 2015 - Gemeente Heerlen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Witteveen+Bos<br />

van Twickelostraat 2<br />

postbus 233<br />

7400 AE Deventer<br />

telefoon 0570 69 79 11<br />

telefax 0570 69 73 44<br />

<strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

<strong>2011</strong> - <strong>2015</strong>


onderwerp<br />

project<br />

opdrachtgever<br />

projectcode<br />

referentie<br />

opgemaakt door<br />

Bestuurlijke samenvatting beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

Maatwerk <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong><br />

HRL259-1<br />

-<br />

R.J.M. Scheres<br />

goedgekeurd door R. Geerts paraaf<br />

status definitief<br />

datum opmaak 29 november 2010<br />

-<br />

bijlagen<br />

aan S. Göttgens <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong><br />

kopie R. Geerts AVIV BV<br />

notitie<br />

Witteveen+Bos<br />

van Twickelostraat 2<br />

postbus 233<br />

7400 AE Deventer<br />

telefoon 0570 69 79 11<br />

telefax 0570 69 73 44<br />

hoofdlijnen van het beleid<br />

Deze samenvatting geeft de hoofdlijnen van het <strong>Beleid</strong> Externe Veiligheid <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> van de gemeente<br />

<strong>Heerlen</strong> weer. De uitwerking van de gemeentelijke ambities en de beleidsagenda kunt u terug vinden<br />

in de nota: <strong>Beleid</strong> Externe Veiligheid <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong>.<br />

De nota formuleert het beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>Heerlen</strong> voor de periode <strong>2011</strong> – <strong>2015</strong>.<br />

Externe <strong>veiligheid</strong> is voor een belangrijk deel de verantwoordelijkheid van de gemeente in de vorm van<br />

vergunningverlening, ruimtelijke plannen en rampenbestrijding. In deze domeinen kan de gemeente<br />

keuzes maken die bepalend zijn voor de hoogte van het risico in de gemeente.<br />

Deze nota gaat in op de drie genoemde domeinen van <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>, waarbij de nadruk ligt op een<br />

gebiedsgerichte invulling van het beleid. Dit is gedaan omdat de ruimtelijke ordening de belangrijkste<br />

factor is in <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>.<br />

Huidige situatie<br />

Alle risicobronnen in <strong>Heerlen</strong> voldoen aan de norm die geldt voor de <strong>veiligheid</strong> van de individuele burger<br />

(het plaatsgebonden risico genaamd). In de gemeente <strong>Heerlen</strong> doen zich om deze reden geen saneringssituaties<br />

voor.<br />

Naast de individuele <strong>veiligheid</strong> van de burger staat in de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> de <strong>veiligheid</strong> centraal van de<br />

burgers als groep. Veel slachtoffers die in één keer tegelijk kunnen vallen. Hieraan geeft het zogeheten<br />

groepsrisico uitdrukking. Voor het groepsrisico geldt geen wettelijke norm, maar een oriëntatiewaarde<br />

voor de kans op een aantal doden dat kan vallen. Met uitzondering van de spoorzone zijn de groepsrisico’s<br />

van de risicovolle activiteiten in <strong>Heerlen</strong> lager dan de oriëntatiewaarde. Het Rijksontwerp Basisnet<br />

Spoor, dat op hoofdlijnen is vastgesteld, zal ervoor zorgen dat ook het groepsrisico in de spoorzone<br />

lager dan de oriëntatiewaarde zal worden.


<strong>Beleid</strong>svisie <strong>Heerlen</strong> past binnen de Gezamenlijke beleidsvisie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> Limburg<br />

De Gezamenlijke beleidsvisie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> Limburg (GBEV-L) formuleert de ambitie van Limburgse<br />

overheden en geeft ook aan hoe gemeenten en provincie bij besluiten over situaties met een <strong>externe</strong><br />

<strong>veiligheid</strong>srisico met hun beleidsvrijheid om kunnen gaan. Het doel van de GBEV-L is een goede<br />

afweging te bevorderen van <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>srisico’s, mede in het licht van andere belangen, zodat<br />

Limburg een verantwoord <strong>veiligheid</strong>sniveau heeft.<br />

Uit de ambitie van de GBEV-L worden de volgende punten naar voren gehaald:<br />

- (potentiële) <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>risico’s worden vroegtijdig onderkend;<br />

- het bevoegd gezag overweegt altijd of risico’s kunnen worden voorkomen of verkleind, ook als het<br />

risico gering is;<br />

- het bevoegd gezag moet maatwerk leveren. Met het oog hierop geldt voor het groepsrisico het nadrukkelijk<br />

advies de oriëntatiewaarde te gebruiken zoals de wettelijke systematiek het bedoeld<br />

heeft: geen verplichte grenswaarde, maar een referentie die niet verplicht gerealiseerd hoeft te worden<br />

en moet leiden tot een zorgvuldige afweging van belangen en maatwerk.<br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> onderschrijft de ambities van het GBEV-L en de hiervoor genoemde in het bijzonder.<br />

Doelstelling en ambitie gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

Het doel van het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid van de gemeente <strong>Heerlen</strong> is het behouden van een verantwoord<br />

en aanvaardbaar <strong>veiligheid</strong>sniveau.<br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> hanteert hierbij de volgende uitgangspunten:<br />

- het huidige <strong>veiligheid</strong>sniveau; Het huidige <strong>veiligheid</strong>sniveau (september 2010) is bekend en alle<br />

groepsrisico’s zijn op aanvaardbare wijze verantwoord.<br />

- economische ontwikkelingen in de gemeente <strong>Heerlen</strong>; Binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> moet ruimte<br />

aanwezig zijn om arbeidsintensieve bedrijvigheid te ontwikkelen, ook wanneer het bedrijven zijn die<br />

een risico voor de omgeving inhouden.<br />

- ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente <strong>Heerlen</strong>; De gemeente <strong>Heerlen</strong> heeft te maken met terugloop<br />

van inwoneraantallen: de bevolking krimpt. Deze krimp biedt mogelijkheden in het verhogen<br />

van het <strong>veiligheid</strong>sniveau van de gemeente. Daar waar de risico’s naar verhouding het hoogst zijn<br />

moet worden ingezet op saneren van woningen. Daarnaast moet eventueel nieuwe woningbouw<br />

worden gesitueerd op grote afstand van de risicobronnen.<br />

- de <strong>veiligheid</strong>sladder; Het algemeen ordeningsprincipe is het volgen van de <strong>veiligheid</strong>sladder<br />

(RCSM), dat houdt in:<br />

⋅ Risicoreductie bij de bron;<br />

⋅ Clusteren risicovolle activiteiten;<br />

⋅ Scheiden risicobron en -ontvanger;<br />

⋅ Maatregelen in de (ruimtelijke) omgeving van de risicobron.<br />

Bestuurlijke verantwoording van het groepsrisico<br />

Een bijzonder onderdeel van <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> is de zogenaamde verantwoordingsplicht groepsrisico.<br />

Het bestuur draagt verantwoordelijkheid voor een navolgbaar en samenhangend beleid om het groepsrisico<br />

te verantwoorden. Het groepsrisico is de kans dat een groep van tien of meer personen in één<br />

keer overlijdt door een ongeval met een risicobron. Het groepsrisico kent geen wettelijke norm. De wetgever<br />

heeft hier doelbewust van afgezien en de beoordeling overgelaten aan het lokaal bevoegd gezag.<br />

Om de hoogte van het groepsrisico reliëf te geven is een oriëntatiewaarde vastgesteld. Deze orientatiewaarde<br />

geeft aan wanneer er sprake is van een significant groepsrisico en helpt het bestuur om<br />

te bepalen wat men zélf acceptabel vindt.<br />

De oriëntatiewaarde is echter niet bedoeld als norm voor het onderscheid tussen aanvaardbaar- of onaanvaardbaar<br />

risico voor een plansituatie. Het instrumentarium binnen het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 notitie Samenvatting beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> concept d.d. 29 november 2010<br />

2


ondersteunt een dergelijke benadering niet, maar stuurt op kwaliteit en efficiency van de <strong>veiligheid</strong>sbeoordeling<br />

tijdens het ruimtelijk planproces.<br />

Deze nota gaat uit van het gebruik van de oriëntatiewaarde als procescriterium. Daartoe wordt de verantwoordingsplicht<br />

onderscheiden in drie niveaus voor de aandacht aan zwaarte, diepgang en uitgebreidheid<br />

van het afwegingsproces (het verkeerslichtmodel). Is het groepsrisico kleiner van 10% van de<br />

oriëntatiewaarde, dan volstaat een proces waarin op hoofdpunten wordt nagegaan of een toename van<br />

het groepsrisico beperkt kan worden gehouden. Dit is de lichte verantwoording. Is het groepsrisico groter<br />

dan 10% van de oriëntatiewaarde maar kleiner dan die oriëntatiewaarde, dan geldt een gewone<br />

verantwoording, gericht op de beoordeling van mogelijk te treffen maatregelen ter beperking van het risico.<br />

Wordt de oriëntatiewaarde overschreden, dan geldt een zware verantwoordingsplicht: er moeten<br />

goede redenen zijn om de activiteit door te zetten en er moet zwaar worden ingezet op de beoordeling<br />

en haalbaarheid van maatregelen ter beperking van de risico’s. Bij overschrijding van de oriëntatiewaarde<br />

treft de gemeente alle doelmatige maatregelen die in haar bevoegdheid en mogelijkheden liggen<br />

om de <strong>veiligheid</strong> te verhogen. Ook toont de gemeente in de verantwoording de noodzaak van de<br />

ontwikkeling aan en motiveert zorgvuldig de belangen en afwegingen.<br />

Op grond van een verantwoorde afweging kan dus steeds een aanvaardbaar <strong>veiligheid</strong>sniveau worden<br />

vastgesteld dat maatwerk is voor de plansituatie.<br />

Brandweeradvisering<br />

Omdat de brandweeradvisering een belangrijk onderdeel is van <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>, gaat deze nota, die<br />

samen met Brandweer Zuid-Limburg wordt opgesteld, ook in op de advisering door de <strong>veiligheid</strong>sregio.<br />

De brandweer volgt in haar advisering het IPO-document ‘verantwoorde brandweeradvisering’. Essentieel<br />

is dat de Veiligheidsregio (brandweer Zuid-Limburg) in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken<br />

wordt bij de ruimtelijke planvorming.<br />

Krimp en herstructurering<br />

In de Structuurvisie <strong>Heerlen</strong> (concept mei 2010) is sprake van een terugval van het aantal inwoners in<br />

<strong>Heerlen</strong> van 89.000 naar ongeveer 70.000 inwoners. Dit heeft vooral effect op de woningvoorraad. Deze<br />

trend biedt kansen voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in het stedelijk gebied. Prioritering<br />

van deze ‘ontdichting’ kan mede op grond van milieubelasting, en dus ook <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>, plaatsvinden.<br />

Deze nota geeft ook invulling aan het brongerichte beleid. Uitgangspunt daarbij is dat daar waar er veel<br />

winst is te behalen met het aanpakken bij de bron, dit zou moeten gebeuren. Hierbij wordt aangesloten<br />

bij het gebiedsgerichte beleid. Bronnen in woongebieden vragen immers om een andere benadering<br />

dan bronnen op bedrijventerreinen aangewezen voor gevaarlijke stoffen. Bij de bronnen wordt onderscheid<br />

gemaakt in stationaire bronnen (bedrijven) en transport (vervoer over de weg, buisleidingen).<br />

Borging beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> in de gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

Het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid wordt geborgd binnen de gemeentelijke organisatie in het werkprogramma<br />

<strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>. Daarnaast is <strong>Heerlen</strong> een van de vier Limburgse centrumgemeenten. Bij deze<br />

centrumgemeenten wordt de capaciteit op het gebied van <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> versterkt zodat ze ook de<br />

omliggende gemeenten kunnen ondersteunen bij de uitvoering van de EV-taken. Naast het model centrumgemeenten<br />

is er een Deskundigenpool Externe Veiligheid opgericht. Deze pool voert specialistische<br />

<strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>staken uit en is provinciaal georganiseerd. De gemeente <strong>Heerlen</strong> maakt deel uit<br />

van deze deskundigenpool en kan er zelf ook gebruik van maken. Het resultaat van deze samenwerking<br />

is een kwaliteitsverbetering voor de uitvoering van de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>staken.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 notitie Samenvatting beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> concept d.d. 29 november 2010<br />

3


Gevolgen van het beleid<br />

Het beleid in deze nota leidt tot een gebiedsgerichte aanpak van <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> en het beperken<br />

van de risico’s van de bronnen waar dat nodig is. Dit beleid kan worden doorgevoerd in de gemeentelijke<br />

structuurvisie en bestemmingsplannen.<br />

Het gevolg van dit beleid is dat bepaalde bedrijven, die zijn gevestigd op locaties waar dat op grond van<br />

dit beleid ongewenst is, zullen worden beperkt in hun mogelijkheden. Omgekeerd zal het zo zijn dat de<br />

ontwikkeling van bepaalde gebieden anders moet worden beoordeeld vanwege de aanwezige risico’s.<br />

Dit beleid zal ertoe leiden dat op de langere termijn in <strong>Heerlen</strong> de risico’s door het gebruik en de toepassing<br />

van gevaarlijke stoffen binnen aanvaardbare grenzen kunnen blijven.<br />

Afwegingskader<br />

Het beleid gesteld in deze nota is niet bedoeld als een keurslijf. Het biedt een afwegingskader om optimaal<br />

met <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> in samenspel met andere belangen en andere instanties rekening te houden.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 notitie Samenvatting beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> concept d.d. 29 november 2010<br />

4


Kenmerk<br />

Status<br />

Bijlage(n)<br />

s.göttgens<br />

Stadsplanning<br />

(045) 56 03 928<br />

Memo<br />

Aan<br />

Afschrift aan<br />

Datum<br />

12 september <strong>2011</strong><br />

Onderwerp<br />

Samenvatting <strong>Beleid</strong>splan Externe Veiligheid<br />

Samenvatting beleidsplan Externe Veiligheid<br />

INLEIDING<br />

Externe <strong>veiligheid</strong> (EV) gaat over risicobeheersing van de opslag van gevaarlijke<br />

stoffen bij bedrijven (zoals ammoniak, LPG, vuurwerk, enz.) en het transport ervan<br />

naar die bedrijven toe. Gevaarlijke stoffen zijn grondstoffen nodig voor het<br />

bedrijfsleven of brandstoffen, die onder bepaalde niet alledaagse omstandigheden<br />

leiden tot explosie, plasbrand of verspreiding van giftige gassen, waarbij risico voor<br />

letsel of overlijden van inwoners ontstaat (vuurwerkramp 2000, Viareggio 2009).<br />

Om deze risico’s in de hand te houden is er in Nederland een wettelijk kader binnen<br />

het omgevingsrecht van kracht. De bedoeling is enerzijds het risico zo klein<br />

mogelijk te maken dat zich een ramp voltrekt en anderzijds er voor te zorgen dat<br />

het aantal slachtoffers zo klein mogelijk is als zo’n ramp zich voltrekt.<br />

Het wettelijke kader bevat regels voor de bestaande situatie en voor de<br />

planvorming, zowel aan de kant van de risicobronnen (bedrijven en transportvormen)<br />

als aan de kant van gebruikers van de ruimte (ruimtelijke ordening). In<br />

<strong>Heerlen</strong> is een ambtelijke werkgroep GRIS vanaf 2002 actief die zich heeft gericht<br />

op de uitvoering van die regels. Een systeem met informatie over de aanwezigheid<br />

van risicobronnen is ontwikkeld en in gebruik. Er is geïnvesteerd in de<br />

kennisopbouw bij WM-vergunningverleners op het gebied van <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>. In<br />

2004 is een routering voor transport over de weg vastgesteld, waarvan enkel kan<br />

worden afgeweken als een ontheffing wordt verleend door de gemeente. De laatste<br />

jaren is de samenwerking met brandweer, afdeling integrale <strong>veiligheid</strong>, andere<br />

gemeenten en de provincie geïntensiveerd om kennis te delen en werkprocessen te<br />

optimaliseren.<br />

Aanleiding algemeen EV-beleid<br />

De regels laten echter nog beleidsruimte toe waardoor het nemen van RO-besluiten<br />

waarbij EV is gemoeid niet eenvoudig is. Steeds moeten we ons afvragen hoe groot<br />

het risico is en hoe groot het maatschappelijke belang van de ontwikkeling. Is een<br />

EV-risico (en aantal potentiële slachtoffers) meer aanvaardbaar als het


Pagina 2/6<br />

maatschappelijke belang groter is? Hoe motiveer je dit op een zorgvuldige maar ook praktische<br />

manier, zonder steeds lange procedures te moeten doorlopen?<br />

AMBITIE BELEIDSPLAN EXTERNE VEILIGHEID<br />

Het beleidsplan EV bevat een aantal voorstellen om de beleidsruimte zodanig in te vullen dat we een<br />

verantwoord en aanvaardbaar <strong>veiligheid</strong>sniveau voor de stad kunnen behouden.<br />

De volgende ambities worden voorgesteld, waarbij de teksten in kaders moeten worden toegepast als<br />

beleidsregels:<br />

Activiteiten mogen geen significante risico’s veroorzaken in de directe omgeving.<br />

Dit betekent:<br />

• Binnen de <strong>veiligheid</strong>scontour (PR 10 -6 contour) zijn geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten<br />

toegestaan, tenzij zwaarwegende maatschappelijke en/of economische belangen in het geding<br />

zijn. Bestaande beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan.<br />

• Daar waar mogelijk worden nieuwe risicobronnen geconcentreerd. Hierdoor:<br />

- overlappen de <strong>veiligheid</strong>szones, waardoor het beslag op de ruimte wordt beperkt;<br />

- kunnen in het concentratiegebied specifieke maatregelen worden genomen om calamiteiten<br />

te voorkomen en de gevolgen van calamiteiten te mitigeren. De effectiviteit van deze maatregelen<br />

neemt toe omdat de maatregel werkt voor meerdere inrichtingen waardoor ook de<br />

kosten worden verdeeld (bijvoorbeeld bluswatervoorziening);<br />

- kunnen de hulpdiensten hun preparatie en repressie inspanning gerichter inzetten.<br />

Kwetsbare objecten waar mensen in verblijven die minder dan gemiddeld zelfredzaam zijn (de<br />

zogenaamd bijzonder kwetsbare objecten), verdienen naast extra aandacht voor maatregelen ook extra<br />

ruimtelijke bescherming.<br />

Het gaat dan bijvoorbeeld om nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot ziekenhuizen, penitentiaire<br />

inrichtingen en scholen. Deze bijzonder kwetsbare objecten verdienen extra bescherming en worden niet<br />

binnen invloedsgebieden van risicobronnen geplaatst tenzij geen redelijk alternatief voorhanden is.<br />

Het beleid bevat verder regels voor:<br />

1. de verantwoording van het groepsrisico;<br />

2. LPG tankstations;<br />

3. buisleidingen;<br />

4. risicocommunicatie;<br />

5. krimp en herstructurering;<br />

6. afstemming en borging EV-beleid binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />

TOELICHTING OP BELEIDSREGELS<br />

1. de verantwoording van het groepsrisico.


Pagina 3/6<br />

De systematiek van de wetgeving laat ruimte voor een integrale afweging tussen economische,<br />

maatschappelijke en <strong>veiligheid</strong>sbelangen, waarbij zwaarwegende economische of maatschappelijke<br />

belangen doorslaggevend mogen zijn. Deze afweging wordt vastgelegd in de ‘verantwoording van het<br />

groepsrisico’. De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico functioneert hierbij als signaalwaarde. Essentie<br />

van de wetgever is dat zij de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico niet wil zien als een harde norm die<br />

ontwikkelingen onmogelijk maakt. Het is de bedoeling voor elke situatie maatwerk voor het gewenste<br />

<strong>veiligheid</strong>sniveau toe te passen. Dat is ook het uitgangspunt van dit beleid. Bij significante toename van<br />

het groepsrisico of overschrijding van de oriëntatiewaarde zal de gemeente alle maatregelen nemen die<br />

in haar bevoegdheid en mogelijkheden liggen om de <strong>veiligheid</strong> te verhogen.<br />

Met praktische handvatten voor de verantwoording van het groepsrisico wordt het mogelijk dat niet<br />

voor elk plan dezelfde inspanning in het voorbereidingstraject moet worden verricht. Daarbij blijft de<br />

zorgvuldigheid van de integrale afweging gewaarborgd.<br />

Systematiek verantwoording groepsrisico <strong>Heerlen</strong><br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> heeft een differentiatie aangebracht voor de verantwoording van het<br />

groepsrisico in drie varianten van de verantwoording, het zogenaamde “verkeerslichtmodel” (AVIV,<br />

2010):<br />

1. zware verantwoording groepsrisico (GR > 1 OW).<br />

2. standaard verantwoording groepsrisico (GR 0,1 - 1 OW);<br />

3. lichte verantwoording groepsrisico (GR 0 - 0,1 OW).<br />

Deze systematiek willen we koppelen aan het gebiedsgerichte leefomgevingsplan gecombineerd met<br />

de omvang van de gewenste ontwikkeling. Daarvoor is nodig:<br />

- de bekende toekomstige projecten voor de komende vijf jaar te combineren met de huidige<br />

risicosituatie en mogelijke ongewenste situaties te inventariseren.<br />

- de bestemmingsplannen te screenen op voorkómen van ongewenste ontwikkelmogelijkheden die<br />

leiden tot toename van groepsrisico.<br />

Concreet wordt het volgende beleid voorgesteld:<br />

- Het gebiedsgericht beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> wordt uitgewerkt en als aanvulling aan dit beleid<br />

toegevoegd.<br />

2. LPG tankstations<br />

Bestaande situaties<br />

- Bestaande LPG tankstations binnen de bebouwde kom zullen, zodra de kans zich voordoet, worden<br />

gesaneerd en/of verplaatst naar locaties buiten woongebieden.<br />

- Bestaande LPG tankstations mogen niet naar een locatie binnen woongebieden worden verplaatst.


Pagina 4/6<br />

Nieuwe situaties<br />

- binnen woongebieden worden geen nieuwe LPG tankstations toegestaan.<br />

- nieuwe LPG tankstations mogen zich alleen vestigen aan de Binnenring, Buitenring en het Basisnet<br />

weg. Bestaande tankstations mogen niet naar een locatie buiten de genoemde wegen worden<br />

verplaatst. ‘Aan het Basisnet’ omvat in dit verband ook locaties aan een provinciale of gemeentelijke<br />

weg die geschikt is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, nabij de aansluiting op het Basisnet.<br />

3. Buisleidingen<br />

Bestaande situaties<br />

- Voor bestaande situaties geldt een ‘stand-still’. Dit houdt in dat bestaande (bijzonder) kwetsbare<br />

objecten worden gedoogd. Zodra de kans zich voordoet worden deze objecten gesaneerd of krijgen ze<br />

een andere functie, zodat het object niet meer (bijzonder) kwetsbaar is.<br />

Nieuwe situaties<br />

- Binnen de 100% letaliteitsgrens van aardgastransportleidingen zijn geen nieuwe kwetsbare objecten<br />

toegestaan.<br />

- Nieuwe bijzonder kwetsbare objecten mogen alleen buiten de 1% letaliteitsgrens worden toegestaan.<br />

4. Risicocommunicatie<br />

In de gemeente <strong>Heerlen</strong> wordt de risicocommunicatie alleen projectvolgend opgepakt. Dat wil zeggen<br />

er wordt aangesloten bij een natuurlijk voorlichtingsmoment, bijvoorbeeld een informatieavond van<br />

een bestemmingsplanprocedure. De kadernota integrale <strong>veiligheid</strong> geeft aan dat verdere<br />

structurering/versterking van de risicocommunicatie met bewoners noodzakelijk is. Daarvoor dient<br />

een oriëntatie op effectieve instrumenten uitgevoerd te worden.<br />

Daarnaast is belangrijk dat de toelichtingen van milieuvergunningen en RO-plannen voor burgers<br />

begrijpelijke teksten bevatten over de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>safweging. Hieraan zal in het kader van de<br />

centrumgemeenten (zie paragraaf 3.2.12) aandacht worden besteed door het vergroten van ROcapaciteit<br />

met specialisatie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>.<br />

5. Krimp en herstructurering<br />

In het kader van herstructurering zullen zwakke woonmilieus worden versterkt door ‘kwetsbare’<br />

woningen te 'onttrekken' aan de kernvoorraad (dit zijn woningen die niet voldoen aan huidige<br />

kwaliteitseisen). De prioritering van deze 'ontdichting' zou mede op grond van milieubelasting kunnen<br />

plaatsvinden.<br />

Voor <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> betekent dit concreet dat 'kwetsbare' woningen binnen de invloedsgebieden<br />

nabij risicobronnen/-bedrijven eerder onttrokken moeten worden dan woningen gelegen buiten de<br />

gevoelige zones van de invloedsgebieden. Hiermee daalt het groepsrisico waardoor het aantal<br />

slachtoffers van een ramp kleiner wordt.


Pagina 5/6<br />

6. Afstemming en borging EV-beleid binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

<strong>Beleid</strong>smatige en operationele afstemming over EV tussen disciplines RO, milieu, <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

en rampenbestrijding wordt met het werkprogramma EV (bijlage V) vastgelegd voor de afdelingen<br />

Publiekszaken, Stadsplanning en Integrale Veiligheid.<br />

In RO-processen moeten EV-adviseurs vroegtijdig worden geraadpleegd in de ontwerpfase van<br />

ruimtelijke plannen en verkeersplannen. Hiervoor kan de signaleringskaart als instrument worden<br />

ingezet.<br />

PROCES<br />

Bij het totstandkomingsproces zijn de volgende partijen betrokken:<br />

o Brandweer Zuid Limburg<br />

o Integrale <strong>veiligheid</strong><br />

o Publiekszaken (vergunningverlening)<br />

o Stadsplanning (bestemmingsplannen, beleid)<br />

o Adviesbureau Witteveen en Bos, ondersteuning<br />

BELEIDSAGENDA & FINANCIERING<br />

Voor de uitvoering van het beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> zijn onderstaande activiteiten benoemd die we op<br />

korte en middellange tot uitvoering willen brengen. Voor de lange termijn is een wensbeeld<br />

beschreven. De activiteiten worden meegenomen in de tweejaarlijkse evaluatie van het beleid.<br />

Uitvoering korte termijn (<strong>2011</strong> - 2013):<br />

- er wordt een concreet besliskader uitgewerkt voor de verantwoording van het groepsrisico voor de<br />

gemeente en brandweer (verkeerslichtmodel) maart 2012;<br />

- voor het plan van aanpak Actualisatie bestemmingsplannen wordt een prioritering aangereikt ten<br />

behoeve van doorwerking van dit beleid ten aanzien van de vestigingsmogelijkheden van bijzonder<br />

kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten (o.a. ongewenste ontwikkelingen);<br />

- er wordt een gebiedsgericht <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid uitgewerkt. Resultaat is een kaart waarop de<br />

risicobronnen binnen de gemeente zijn aangegeven evenals de verschillende gebiedstypen in de<br />

gemeente. Per gebiedstype geldt een ander <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sregime maart 2012;<br />

- de beleidsnota vervoer gevaarlijke stoffen wordt geëvalueerd en indien nodig geactualiseerd.<br />

februari 2012;<br />

- de uitvoeringsorganisatie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> is opgenomen in het Werkprogramma <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

(benoeming taken centrumgemeente, regiogemeente en brandweer);<br />

- er is in de gemeente aandacht voor risicocommunicatie over gevaarlijke stoffen. Daarvoor dient een<br />

oriëntatie op effectieve instrumenten uitgevoerd te worden;<br />

- het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid van de gemeente <strong>Heerlen</strong> wordt tweejaarlijks gemonitord en<br />

geëvalueerd, waarbij de doelstelling, ambities en de uitvoering ervan als leidraad dienen december<br />

2012;<br />

- Een signaleringskaart wordt uitgewerkt voor kansrijke ontwikkelgebieden februari 2012;<br />

- In ontwerpprocessen wordt vroegtijdig aangehaakt, dit wordt geborgd in werkprogramma; tevens<br />

wordt hiervoor signaleringskaart ingezet.


Pagina 6/6<br />

Uitvoering middellange termijn (2013 - <strong>2015</strong>):<br />

- bestemmingsplannen actualiseren voor doorwerking van dit beleid met het oog op EV.<br />

- er is in de gemeente aandacht voor risicocommunicatie over gevaarlijke stoffen met<br />

gebruikmaking van effectieve instrumenten.<br />

Wensbeeld lange termijn (<strong>2015</strong> - 2020):<br />

- alle LPG tankstations zijn verplaatst naar buiten woongebieden of zijn opgeheven;<br />

- de risicobronnen zijn zoveel mogelijk geconcentreerd op daarvoor aangewezen bedrijventerreinen;<br />

- er zijn geen bijzonder kwetsbare objecten binnen invloedsgebieden van risicovolle activiteiten.<br />

Financiering<br />

Alle werkzaamheden worden in de afdelingsplannen voor <strong>2011</strong> meegenomen. Op basis van de<br />

beleidsagenda zijn alleen apparaatskosten voor uren voorzien.


Witteveen+Bos<br />

van Twickelostraat 2<br />

postbus 233<br />

7400 AE Deventer<br />

telefoon 0570 69 79 11<br />

telefax 0570 69 73 44<br />

<strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

<strong>2011</strong> - <strong>2015</strong>


Witteveen+Bos<br />

van Twickelostraat 2<br />

postbus 233<br />

7400 AE Deventer<br />

telefoon 0570 69 79 11<br />

telefax 0570 69 73 44<br />

<strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

<strong>2011</strong> - <strong>2015</strong><br />

referentie projectcode status<br />

HRL259-1/eekc/006 HRL259-1 definitief 02<br />

projectleider projectdirecteur datum<br />

drs. R.J.M. Scheres dr.ir. T.M.W. van den Broek 22 december 2010<br />

autorisatie naam paraaf<br />

goedgekeurd drs. M.J. Schilt<br />

Het kwaliteitsmanagementsysteem van Witteveen+Bos is gecertificeerd op basis van ISO<br />

9001.<br />

© Witteveen+Bos<br />

Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door<br />

middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande<br />

toestemming van Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs B.V., noch mag het zonder een<br />

dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.


INHOUDSOPGAVE blz.<br />

1. INLEIDING 1<br />

1.1. Risicobenadering 1<br />

1.2. <strong>Beleid</strong>svrijheid van het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid 2<br />

1.3. Leeswijzer 2<br />

1.4. Externe <strong>veiligheid</strong> in <strong>Heerlen</strong> 3<br />

1.4.1. Huidige situatie: de risicobronnen 3<br />

1.4.2. Huidige situatie: plaatsgebonden risico 4<br />

1.4.3. Huidige situatie: groepsrisico 4<br />

1.4.4. Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen 4<br />

1.4.5. Ruimtelijke ontwikkelingen 5<br />

1.5. Raakvlakken met ander beleid 5<br />

1.5.1. Programma Werklocaties Limburg 2020, december 2008 5<br />

1.5.2. Structuurvisie <strong>Heerlen</strong> 2040, concept mei 2010 5<br />

1.5.3. Kadernota integrale <strong>veiligheid</strong> 2010 - 2013, oktober 2009 (nog niet vastgesteld) 6<br />

1.5.4. <strong>Beleid</strong>splan vervoer gevaarlijke stoffen, februari 2004 7<br />

1.5.5. Visie brandweer Zuid-Limburg op het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid 7<br />

2. BELEID EXTERNE VEILIGHEID PROVICIE LIMBURG 10<br />

2.1. Gezamenlijke beleidsvisie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> Limburg (GBEV-L) 10<br />

2.1.1. Doelstelling GBEV-L 10<br />

2.1.2. Ambities GBEV-L 10<br />

2.2. GBEV-L in relatie tot beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> gemeente <strong>Heerlen</strong> 10<br />

3. DOELSTELLING EN AMBITIES GEMEENTE HEERLEN 12<br />

3.1. Doelstelling en ambitie gemeente <strong>Heerlen</strong> 12<br />

3.2. Uitwerking ambities 13<br />

3.2.1. Plaatsgebonden risico 13<br />

3.2.2. Groepsrisico 14<br />

3.2.3. Gebiedsgericht beleid 18<br />

3.2.4. Krimp 18<br />

3.2.5. Vervoer van gevaarlijke stoffen 18<br />

3.2.6. LPG tankstations 19<br />

3.2.7. Buisleidingen 20<br />

3.2.8. Risicocommunicatie 21<br />

3.2.9. Kleine bouwprojecten 21<br />

3.2.10. Luchthavens 22<br />

3.2.11. Afstemming en borging EV-beleid binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> 22<br />

3.2.12. Evaluatie van het beleid 23<br />

4. BELEIDSAGENDA 24<br />

4.1. Uitvoering korte termijn (<strong>2011</strong> - 2013) 24<br />

4.2. Uitvoering middellange termijn (2013 - <strong>2015</strong>) 24<br />

4.3. Wensbeeld lange termijn (<strong>2015</strong> - 2020) 24<br />

4.4. Financiering 24<br />

5. REFERENTIES 25<br />

6. SAMENSTELLING PROJECTTEAM 26<br />

laatste bladzijde 26<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong>


ijlagen aantal blz.<br />

I Werkproces tot stand komen EV beleid <strong>Heerlen</strong> 2<br />

II Uitleg belangrijkste begrippen (inclusief afbeeldingen Bleve) 3<br />

III Huidige routering gevaarlijke stoffen (kaart) 1<br />

IV Risicobronnen <strong>Heerlen</strong> (kaart) 1<br />

V EV takenlijst ten behoeve van werkprogramma <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> 2009 3<br />

VI A/B Projectenlijst stadsplanning (EV-relevant) en themakaart functie van alle projecten 2<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong>


1. INLEIDING<br />

Externe <strong>veiligheid</strong> 1 (EV) is een onderwerp dat aandacht verdient. De vuurwerkramp in Enschede en<br />

andere incidenten in binnen- en buitenland zijn aanleiding geweest om wet- en regelgeving voor het<br />

transport, opslag en de verwerking van gevaarlijke stoffen vast te stellen of te herzien. We willen een<br />

omgeving waarin we ons voldoende veilig kunnen voelen. De gemeente is verantwoordelijk voor vergunningverlening,<br />

handhaving en ruimtelijke ordening en heeft daarmee een grote verantwoordelijkheid<br />

als het gaat om <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>.<br />

Externe <strong>veiligheid</strong> gaat over het beheersen van de omgevingsrisico’s die ontstaan bij het gebruik, de<br />

opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, water, spoor en door buisleidingen. Voorbeelden<br />

hiervan zijn het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor en het transport van LPG naar<br />

tankstations. De gemeente beschikt over een aantal instrumenten om de risico’s te beheersen. De belangrijkste<br />

zijn de ruimtelijke ordening en vergunningverlening. Hiermee kan <strong>Heerlen</strong> ervoor zorgen dat<br />

de risico’s aanvaardbaar zijn en blijven. In essentie is de ruimtelijke ordening waar het om draait. Binnen<br />

de Wm-vergunningverlening zijn de mogelijkheden veelal beperkter dan verondersteld wordt.<br />

In 2004 is regelgeving van kracht geworden die de gemeente verplicht <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> mee te nemen<br />

bij de vergunningverlening voor bedrijven met gevaarlijke stoffen en bij het vaststellen van een ruimtelijk<br />

besluit voor een gebied met of bij een risicobron. Zo geldt er een bepaalde minimale afstand tussen<br />

de risicobron en de zogeheten kwetsbare objecten en moet het groepsrisico worden verantwoord.<br />

Bij deze verantwoording spelen natuurlijk ook andere belangen een rol, bijvoorbeeld de economische<br />

haalbaarheid en maatschappelijke wenselijkheid van een ontwikkeling. Risico’s worden immers niet<br />

voor niets geaccepteerd. Ze zijn een onvermijdelijk gevolg van de veranderingen die we wensen. De<br />

regelgeving biedt beleidsruimte voor een verantwoorde afweging van deze belangen.<br />

Die beleidsruimte biedt de mogelijkheid heldere en eenduidig toepasbare bestuurlijke uitgangspunten te<br />

formuleren. Het doorlopen van RO-procedures voor ontwikkelingen waarbij EV-risico’s zijn gemoeid is<br />

een ingewikkeld proces, vanwege alle aspecten en belangen waarmee rekening gehouden moet worden.<br />

De <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> is daar één van. Steeds moeten we ons afvragen hoe groot het risico is en<br />

hoe groot het maatschappelijke belang van de ontwikkeling is. Is een EV-risico (met een aantal potentiele<br />

slachtoffers) meer aanvaardbaar als het maatschappelijk belang groter is? Natuurlijk maakt een<br />

groter (lokaal) maatschappelijk belang een hoger risico in principe sneller aanvaardbaar. De vraag is<br />

waar houdt het op om de risico’s nog te accepteren. Er is behoefte aan aanvullend beleid waarin een<br />

zorgvuldige maar ook praktische uitwerking van een verantwoorde risicobenadering is uitgewerkt.<br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> was actief betrokken bij het opstellen en actualiseren van de gezamenlijke beleidsvisie<br />

Externe Veiligheid in het kader van het provinciale programma ‘Veiligheid maken we samen’.<br />

Die beleidsvisie diende te worden vertaald naar een maatwerk gemeentelijk beleidsplan <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>.<br />

Deze vertaling heeft geresulteerd in het maatwerk EV-beleid dat u nu voor zich heeft.<br />

1.1. Risicobenadering<br />

De risicobenadering houdt in wat de naam eigenlijk al aangeeft: Niet ten koste van alles risico’s uit de<br />

weg gaan, maar bekijken of en hoe we de risico’s willen accepteren. De activiteiten waaraan de risico’s<br />

zijn verbonden voorzien namelijk ook in maatschappelijke behoeften. Zoals opgemerkt: een risico neem<br />

je nu eenmaal niet voor niets. Daar staat iets tegenover. Risicobereidheid is een voorwaarde voor het<br />

realiseren van doelen. Zonder de bereidheid om een bepaald <strong>veiligheid</strong>sniveau te accepteren is weinig<br />

meer mogelijk, want absolute <strong>veiligheid</strong> is nauwelijks of niet te realiseren. De risicobenadering maakt<br />

de balans expliciet tussen de kosten enerzijds om een hoog <strong>veiligheid</strong>sniveau te realiseren en de baten<br />

anderzijds door het risico aan te gaan, met als resultaat een welbewust aanvaard <strong>veiligheid</strong>sniveau c.q.<br />

risico.<br />

1 De vetgedrukte woorden in de tekst worden uitgelegd in bijlage II.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

1


Om de risicobenadering werkbaar (efficiënt) te houden moet worden uitgegaan van een beleidskader,<br />

met instrumenten en procedures om gelijkwaardige situaties op overeenkomstige wijze te behandelen.<br />

Zo kan worden voldaan aan de belangrijke voorwaarde van navolgbaarheid en reproduceerbaarheid<br />

van een besluit. In deze beleidsvisie wordt de uitwerking van de risicobenadering beschreven, die de<br />

gemeente <strong>Heerlen</strong> voor ogen staat en die past bij de ambities van het ontwikkelen van de gemeente.<br />

afbeelding 1.1. Risicobenadering <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

Zero risk<br />

(zero tolerance)<br />

Geen risicobereidheid<br />

Geen onzekerheidstolerantie<br />

1.2. <strong>Beleid</strong>svrijheid van het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid<br />

Het bestuur heeft een aantal bevoegdheden en taken binnen de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>. De taken en bevoegdheden<br />

hebben één doel: de ruimte die we inrichten en/of beheren, moet een aanvaardbaar risiconiveau<br />

hebben voor de burgers en ondernemingen die hem gebruiken. Het regeringsbeleid maakt<br />

hierbij duidelijk een onderscheid in een lokale beleidsvrijheid voor het plaatsgebonden risico en het<br />

groepsrisico.<br />

Er is een groot en essentieel verschil tussen de vrije beleidsruimte van het bestuur om het doel te realiseren<br />

én tot aanvaardbare risico's te komen. De beleidsruimte voor het beschermingsniveau van het<br />

individu (plaatsgebonden risico) is beperkt. Die bestaat in feite uit twee elementen. 1) beperkt kwetsbare<br />

objecten op dezelfde wijze behandelen als kwetsbare objecten. 2) In het geval van sanering (omdat<br />

niet aan de norm wordt voldaan) kiezen uit verschuillende opties die voorhanden zijn. Aan het eerste<br />

kan maar hoeft in principe geen bestuurlijk beleidskader te worden gegeven. De wet schrijft immers<br />

voor dat in voorkomende gevallen (beperkt kwetsbaar object binnen de normafstand van het plaatsgebonden<br />

risico) per geval een motivatie nodig is. Het tweede, de verantwoording van de aanvaardbaarheid<br />

van het groepsrisico (kans op een ramp) is ruim gekaderd en vraagt wel om een bestuurlijke visie.<br />

Het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid geeft vooral invulling aan de beleidsvrijheid die er is op het gebied van het<br />

groepsrisico.<br />

1.3. Leeswijzer<br />

Hieronder wordt aangegeven wat de huidige situatie is van de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> in <strong>Heerlen</strong> en de raakvlakken<br />

met ander beleid. Daarna wordt de ‘gezamenlijke beleidsvisie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> Limburg’ toegelicht<br />

en de relatie van dat beleid met die van <strong>Heerlen</strong>. Vervolgens worden de doelstelling en ambities<br />

van <strong>Heerlen</strong> uitgelegd en tot slot is een beleidsagenda opgesteld met daarin een uitvoeringsparagraaf<br />

voor de korte en middellange termijn en een wensbeeld voor de lange termijn.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

Risicobenadering<br />

<strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

Bewuste en expliciete tolerantie<br />

voor onzekerheid<br />

Risico negeren<br />

of bagatelliseren<br />

Hang naar fatalisme of naïeve<br />

(onverantwoorde) tolerantie voor<br />

onzekerheid<br />

2


1.4. Externe <strong>veiligheid</strong> in <strong>Heerlen</strong><br />

1.4.1. Huidige situatie: de risicobronnen<br />

Binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> vinden diverse activiteiten plaats met een risico voor hun omgeving. Het<br />

betreffen LPG-tankstations, PGS15 inrichtingen, een PBZO-bedrijf (Scott), transport van gevaarlijke<br />

stoffen over de weg, over het spoor en door hogedruk aardgasleidingen. Ten westen van de A76 (gemeente<br />

Voerendaal) ligt een aardgastransportleiding. Zo ook in de zuidwest punt van de gemeente en<br />

aan de noordoost zijde bij de Brunssummerheide. Rondom <strong>Heerlen</strong> liggen enkele luchthavens. Deze<br />

hebben geen invloed op de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> binnen de gemeente. In onderstaande kaart zijn de risicovolle<br />

activiteiten weergegeven. In bijlage IV is een gedetailleerde kaart weergegeven.<br />

afbeelding 1.2. Risicobronnen gemeente <strong>Heerlen</strong>, uitsnede provinciale risicokaart, oktober 2010<br />

In het zuiden van <strong>Heerlen</strong> ligt het industrieterrein, De Beitel, waar zich een concentratie van risicovolle<br />

inrichtingen (inclusief een PBZO-inrichting) bevindt. De overige risicovolle inrichtingen liggen verspreid<br />

in de gemeente en zijn met name LPG-tankstations en een enkele buisleiding. Het transport van gevaarlijke<br />

stoffen vindt voornamelijk plaats over de A76 en de N281. In 2004 is een beleidsplan vervoer<br />

gevaarlijke stoffen vastgesteld. De huidige routering is opgenomen in bijlage III.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

3


1.4.2. Huidige situatie: plaatsgebonden risico<br />

In <strong>Heerlen</strong> doen zich geen saneringssituaties meer voor. De <strong>veiligheid</strong> van de individuele burger is<br />

daarmee voldoende (niet absoluut; denk aan de risicobenadering in de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> als basis <strong>veiligheid</strong>sfilosofie)<br />

gewaarborgd. De PR 10 -6 contouren geven aan wat de minimaal vereiste risicoafstand<br />

is die in acht genomen moet worden rond en langs de risicobronnen.<br />

1.4.3. Huidige situatie: groepsrisico<br />

Voor het groepsrisico geldt een oriëntatiewaarde als basis voor vergelijking van de hoogte van dat risico.<br />

Het is een ijkpunt voor de kans op een ramp (de hoogte van het groepsrisico). Hoe men aan dit ijkpunt<br />

betekenis wenst te geven is de bestuurlijke vrijheid waaraan in deze visie vorm gegeven wordt.<br />

Met uitzondering van de spoorzone zijn de groepsrisico’s van de risicovolle activiteiten in <strong>Heerlen</strong> lager<br />

dan de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico voor het tankstation aan de Palemigerboord is voor een<br />

doorzet van 1000 m 3 /jr. gelijk aan de oriëntatiewaarde [ref. 1.]. Volgens de knelpuntenlijst [ref. 2.] is het<br />

groepsrisico van dit tankstation lager dan de oriëntatiewaarde. 2<br />

1.4.4. Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen<br />

Op 8 juli 2010 hebben de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, IPO en VNG op hoofdlijnen ingestemd<br />

met het Rijksontwerp Basisnet Spoor voor het vervoer van gevaarlijke stoffen [ref. 4.].<br />

Het ministerie van Verkeer en Waterstaat geeft aan dat het Basisnet spoor alle knelpunten oplost.<br />

Knelpunten zijn in dit verband:<br />

- locaties waar kwetsbare objecten binnen de PR 10-6 contour van het spoor liggen;<br />

- trajecten waar de oriëntatiewaarde van het Groepsrisico wordt overschreden.<br />

Deze knelpunten- zo is de bedoeling- zullen worden gesaneerd. De huidige eigenaar/gebruiker kan zelf<br />

bepalen wanneer hij de woning wil verlaten. In de saneringsregeling is voor spoor 10 miljoen euro gereserveerd.<br />

Voor <strong>Heerlen</strong> betekent dit dat er in elk geval geen plaatsgebonden risico-probleem is en verwacht wordt<br />

dat het Basisnet spoor ook de overschrijding van het groepsrisico oplost. Dit zal gebeuren doordat:<br />

- met de verladers en de goederenvervoerders afspraken worden gemaakt over de samenstelling<br />

van de treinen (‘warme-BLEVE-vrij’ samengestelde treinen). Het vervoer wordt hiermee een<br />

stuk veiliger in termen van een kleinere kans op het ontstaan van een warme BLEVE. De warme<br />

BLEVE heeft namelijk een groter effectgebied dan de zogenoemde koude BLEVE. De kans<br />

daarop verandert niet;<br />

- het Rijk <strong>veiligheid</strong>smaatregelen treft op de spoorlijnen waarover veel gevaarlijke stoffen vervoerd<br />

worden. Er worden circa 350 seinen extra beveiligd met ATB-Vv 4 voor een bedrag van 18 miljoen<br />

euro. Die seinen liggen voornamelijk in stationsgebieden. De ATB-Vv-installatie zorgt ervoor<br />

dat automatisch wordt ingegrepen als een trein door een rood sein rijdt, ook bij een rijsnelheid<br />

van minder dan 40 km/uur. Verder wordt 6 miljoen euro geïnvesteerd in apparatuur die signaleert<br />

als de as van een passerende trein warmloopt. Door deze maatregelen wordt de kans op<br />

botsingen en ontsporingen tot het minimum beperkt.<br />

Al deze maatregelen in het Basisnet Spoor zorgen ervoor dat de kansen dat een groep mensen in een<br />

keer getroffen wordt door een zwaar ongeval afnemen. Het aantal kilometers langs het Nederlandse<br />

2 Men gebruikt beleidsmatig, binnen het kader van het LPG-convenant, het woord knelpunt in relatie tot de overschrijding van de oriën-<br />

tatiewaarde door het groepsrisico. Dit wekt verwarring. Het suggereert als of er sprake zou zijn van een norm die wordt overschreden<br />

en daarmee sanering behoeft. De oriëntatiewaarde kan op verschillende wijze als een bestuurlijke norm worden gebruikt. Hoe is aan<br />

het bestuur.<br />

3 Voor een uitleg van de BLEVE zie bijlage VII, begrippenlijst.<br />

4 Automatische TreinBeïnvloeding Verbeterde versie.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

4


spoor waar de zogenoemde oriëntatiewaarde van het groepsrisico wordt overschreden, is afgenomen<br />

van 225 km naar 29 km in heel Nederland. Deze kilometers liggen buiten de provincie Limburg [ref. 4.].<br />

1.4.5. Ruimtelijke ontwikkelingen<br />

In de gemeente <strong>Heerlen</strong> worden tal van ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. De ruimtelijke ontwikkelingen<br />

die mogelijk te maken hebben met <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> zijn in de bijlage VI a en b opgenomen. Een<br />

groot aantal ligt in het invloedsgebied van een weg die wordt gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke<br />

stoffen (voornamelijk LPG als meest bepalend voor het groepsrisico) of in het invloedsgebied van het<br />

spoor waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Een enkel project ligt binnen het invloedsgebied<br />

van een LPG-tankstation. Voor deze projecten zal vroegtijdig advies moeten worden aangevraagd bij<br />

het Centraal Aanspreekpunt voor Externe Veiligheid.<br />

1.5. Raakvlakken met ander beleid<br />

1.5.1. Programma Werklocaties Limburg 2020, december 2008<br />

Het Programma Werklocaties [ref. 5.] is een uitwerking van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg<br />

2006 (POL2006). Het is een programma waarin per regio de herstructurerings- en planningsopgave<br />

met betrekking tot werklocaties wordt vastgelegd tot en met 2020. De juridische status van het programma<br />

is een beleidsregel. Het vormt een kader voor de beoordeling door Gedeputeerde Staten van<br />

initiatieven voor de ontwikkeling van nieuwe terreinen en de herstructurering van bestaande terreinen.<br />

De ambitie van het programma is: zorgen voor tijdige beschikbaarheid van voldoende, gevarieerde vestigingslocaties<br />

voor bedrijven en voorzieningen.<br />

afbeelding 1.3. Inrichtingsprincipe bedrijventerrein<br />

Het inrichtingsprincipe zoals in afbeelding 1.3 is weergegeven komt overeen met het ordeningsprincipe<br />

voor <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> om risicobron (in afbeelding 1.3 ‘milieucategorie’) en ontvanger (‘woonwijk’) op<br />

zo groot mogelijke afstand van elkaar te plaatsen. Een oplopende milieucategorie wil niet per definitie<br />

zeggen dat de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>srisico’s oplopen en vice versa. De systematiek van de indeling in milieucategorieën<br />

vanuit de RO is destijds niet ontworpen vanuit het perspectief van de hoogte van het <strong>externe</strong><br />

<strong>veiligheid</strong>srisico. Voor <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> moet de pijl oplopende milieucategorie worden gelezen<br />

als oplopende <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>srisico’s. Dus hoe groter het EV-risico, des te groter moet de afstand<br />

ten opzichte van de risico-ontvanger zijn.<br />

1.5.2. Structuurvisie <strong>Heerlen</strong> 2040, concept mei 2010<br />

De structuurvisie [ref. 6.] is een ruimtelijk plan, waarin samenhang is gezocht met economisch, ecologisch<br />

of sociaal beleid. De visie schetst een beeld van de stad op lange termijn (2030/2040). De specifieke<br />

opgave is vooral de kwaliteit van het stedelijk en landelijk gebied op een hoger niveau te brengen.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

5


Economie en infrastructuur zijn daarbij leidend. Voor <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> is de visie belangrijk ten aanzien<br />

van de stadsautoweg N281 en de herstructurering naar aanleiding van krimp.<br />

N281<br />

In de structuurvisie voor 2030 wordt de N281 losgekoppeld van de snelweg A76. Dat betekent dat vervoer<br />

van gevaarlijke stoffen op grotere afstand van de bebouwde omgeving plaats zal vinden. Dat is<br />

een gunstige ontwikkeling voor het groepsrisico, dit wordt kleiner. Uit onderzoek van de provincie Limburg<br />

blijkt dat de N281 geen PR 10 -6 contour heeft buiten de weginrichtingsgrenzen en dat het groepsrisico<br />

in de huidige situatie kleiner is dan 10 % van de oriëntatiewaarde. Door bouwplannen zou het<br />

groepsrisico toenemen, maar dit zal worden gecompenseerd door de ontwikkeling voorzien in de structuurvisie.<br />

krimp en herstructurering<br />

In de Structuurvisie <strong>Heerlen</strong> is sprake van een terugval van het aantal inwoners in <strong>Heerlen</strong> van 89.000<br />

naar circa 70.000 inwoners. Dit heeft vooral effect op de woningvoorraad. 'De te verwachten oplopende<br />

leegstand maakt de sloop van vooral niet-gewilde woningen binnen de totale voorraad mogelijk en<br />

noodzakelijk.' Deze trend biedt 'kansen voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in het stedelijk gebied.'<br />

In de komende jaren wordt dan ook krachtig ingezet op verbetering van de fysieke voorwaarden<br />

van de stad, berustend onder andere op de pijler 'aantrekkelijke woonstad'. Zwakke woonmilieus worden<br />

versterkt door ‘kwetsbare’ woningen te 'onttrekken' aan de kernvoorraad (dit zijn woningen die niet<br />

voldoen aan huidige kwaliteitseisen). De prioritering van deze 'ontdichting' zou mede op grond van milieubelasting<br />

kunnen plaatsvinden.<br />

In het geval <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> betekent dit concreet dat 'kwetsbare' woningen binnen de invloedsgebieden<br />

nabij risicobronnen/-bedrijven eerder onttrokken moeten worden dan woningen gelegen buiten de<br />

gevoelige zones van de invloedsgebieden. Hiermee daalt het groepsrisico waardoor het aantal inwoners<br />

dat potentieel omkomt bij een ramp kleiner wordt.<br />

1.5.3. Kadernota integrale <strong>veiligheid</strong> 2010 - 2013, oktober 2009 (vastgesteld medio <strong>2011</strong>)<br />

De strategische doelstelling van de kadernota integrale <strong>veiligheid</strong> [ref. 7.] is <strong>veiligheid</strong> en leefbaarheid<br />

waarborgen voor alle <strong>Heerlen</strong>aren, van alle leeftijden en in alle buurten. De aanpak wordt verbreed, de<br />

succesvolle Hartslagformule wordt verder uitgerold en in alle buurten van <strong>Heerlen</strong> worden de voorwaarden<br />

geschept voor zodanige <strong>veiligheid</strong> en leefbaarheid dat mensen zich veilig en vertrouwd voelen<br />

in <strong>Heerlen</strong>, er graag wonen, zich er kunnen en willen ontplooien. Dit betekent preventie en repressie<br />

van overlast en criminaliteit, borging van de fysieke en sociale kwaliteit, bewaken van het <strong>veiligheid</strong>sgevoel<br />

van onze inwoners, en extra zorg voor de individuen - jong en oud - die dat behoeven. Volledig<br />

veilige omgevingen kunnen niet worden gerealiseerd, maar de <strong>veiligheid</strong> kan wel beheersbaar worden<br />

gehouden, beheersbaar op een aanvaardbaar niveau.<br />

De kadernota geeft uitgangspunten en grote lijnen voor 30 onderwerpen op het gebied van <strong>veiligheid</strong>.<br />

De onderwerpen zijn geclusterd in vier thema's, waarbij '<strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>' deel uit maakt van het thema<br />

'fysieke <strong>veiligheid</strong>'. De vigerende nota wordt momenteel geactualiseerd. De kadernota signaleert<br />

verbeterpunten en formuleert uitgangspunten waar nodig, die betrokken dienen te worden bij de ontwikkeling<br />

van beleidsregels, uitvoeringsprogramma's en organisatiestructuur. Daarbij is een basisuitgangspunt<br />

de facilitering van de organisatie van de ketenonderdelen om de wettelijke taken optimaal uit<br />

te kunnen voeren, rekening houdend met ontwikkelingen in de geografische omgeving en/of de dynamiek<br />

van het wettelijk kader.<br />

De algemene doelstelling van de kadernota voor <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> is: 'De risico's rond gevaarlijke stoffen<br />

te beheersen door procedures correct uit te voeren en organisatorische randvoorwaarden hiervoor<br />

te realiseren.' Het uitvoeringsplan van de kadernota werkt op de volgende punten door in dit beleidsplan:<br />

- formuleren van een beleidsplan Externe Veiligheid (in casu. deze nota EV in <strong>Heerlen</strong> 2010);<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

6


- borgen van beleidsmatige en operationele afstemming over EV tussen disciplines RO, milieu,<br />

<strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> en rampenbestrijding;<br />

- aanzet geven voor evaluatie en actualisatie van nota vervoer gevaarlijke stoffen.<br />

1.5.4. <strong>Beleid</strong>splan vervoer gevaarlijke stoffen, februari 2004<br />

Er is de afgelopen jaren veel veranderd op het gebied van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook<br />

kunnen er andere inzichten over de routering van gevaarlijke stoffen zijn. Dit maakt het noodzakelijk om<br />

het beleidsplan [ref. 8.] en de routering vervoer gevaarlijke stoffen tegen het licht te houden. Dit houdt<br />

in dat de huidige routering moet worden geëvalueerd: wordt met de routering daadwerkelijk een hoger<br />

<strong>veiligheid</strong>sniveau gerealiseerd? Is de huidige routering nog logisch? Kan of moet de routering worden<br />

aangepast of kan de routering worden afgeschaft? Al deze vragen moeten worden beantwoord in de<br />

komende periode van twee jaar. Indien nodig wordt het beleidsplan geactualiseerd. Een kaart van de<br />

huidige routering is opgenomen in bijlage III.<br />

1.5.5. Visie brandweer Zuid-Limburg op het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid<br />

De brandweer is van mening dat het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid structureel en langdurig op de agenda<br />

van de bestuurders moet staan. Activiteiten binnen ruimtelijke ordening kennen een tijdshorizon die de<br />

politieke levensduur van een gemeenteraad doorgaans overschrijden. Vandaar ook dat de brandweer<br />

het prefereert dat het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid binnen de gemeente terug te vinden is in een structuurvisie<br />

of een ander bestuurlijk instrument dat consequente doorvoering van het beleid in de toekomst garandeert.<br />

Met betrekking tot bluswatervoorzieningen geldt in algemene zin dat de gemeente een verantwoordelijkheid<br />

heeft voor voldoende bluswatervoorzieningen 5 en -bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten<br />

en hiertoe de NVBR-richtlijnen voor bluswater en bereikbaarheid [ref. 10.] als referentie<br />

hanteert.<br />

werkwijze van de brandweer<br />

De werkwijze van de brandweer kan goed grafisch worden weergegeven. Het onderstaande voorbeeld<br />

is geschreven voor toepassing bij ruimtelijke besluiten, maar is ook van toepassing op de startsituatie<br />

aanvraag (revisie) milieuvergunning. Deze stappen zijn uitgebreid beschreven in het document ‘verantwoorde<br />

brandweeradvisering’ van het interprovinciaal overleg (IPO) [ref. 9.]. De brandweer volgt in haar<br />

advisering dit IPO-document. Voor het begrip ‘restrisico’ in het onderstaande stappenplan kan ook<br />

‘groepsrisico’ worden gelezen. Essentieel is dat de Veiligheidsregio (brandweer Zuid-Limburg) in een<br />

zo vroeg mogelijk stadium betrokken wordt bij de ruimtelijke planvorming (stap 1: uitvoering verkenning).<br />

afbeelding 1.4. Werkwijze brandweeradvisering <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>, IPO 2010<br />

5 Uit de Brandweerwet 1985 (artikel 1, lid 4) volgt dat het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk is voor de beschik-<br />

baarheid van voldoende watercapaciteit voor de brandweer.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

7


aandachtspunten voor <strong>Heerlen</strong><br />

De brandweer heeft de gemeente <strong>Heerlen</strong> geadviseerd hoe <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> in hun beleid volgens de<br />

onderstaande tien aandachtspunten verwerkt kan worden.<br />

1. Voortschrijdend inzicht leert ons om de oriëntatiewaarde van het groepsrisico niet als harde<br />

norm te hanteren. Juist bij het groepsrisico is afgestapt van de klassieke normbenadering. Er is<br />

een oriëntatiewaarde en dit is een ijkpunt en geen norm. Het doel van de verantwoordingsplicht<br />

is juist om naast de omvang van het groepsrisico (en de verhouding tot de oriëntatiewaarde)<br />

discussie te laten plaatsvinden over de <strong>veiligheid</strong> van de risicobron, de interactie met de omgeving,<br />

de capaciteiten van de hulpverlening en de mogelijkheden tot zelfredzaamheid. Een afweging<br />

op basis van deze aspecten biedt de basis voor de invulling van de verantwoordingsplicht.<br />

2. De advisering over <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>, waar mogelijk, vereenvoudigen. Dit kan bijvoorbeeld door<br />

uitwerking van het zogenaamd ‘verkeerslichtmodel’.<br />

3. In alle gevallen zal altijd nog moeten worden gekeken of op eenvoudige wijze, zonder extra of<br />

met lage kosten maatregelen mogelijk zijn om het risico te beperken.<br />

4. Vermijd LPG-tankstations in of aangrenzend aan woongebieden.<br />

5. Draag zorg voor scheiding van risicobronnen en kwetsbare objecten.<br />

6. Bundel, waar mogelijk, bedrijven met extern <strong>veiligheid</strong>srisico.<br />

7. Vermijdt nieuwe kwetsbare objecten binnen 200 meter van het Basisnet en spoor.<br />

8. Voorkom domino-effecten.<br />

9. Zoek naar mogelijkheden om zelfredzaamheid van omwonenden/bezoekers te verhogen.<br />

10. Tracht zo veel mogelijk de uitvoering van het advies te borgen. Het gaat daarbij met name om<br />

maatregelen die je niet rechtstreeks met vergunningen kunt regelen.<br />

Aanbeveling 1 tot en met 6 zijn verwerkt in dit beleid, de punten 7, 8, 9 en 10 zijn om de volgende redenen<br />

niet (geheel) verwerkt in dit <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid:<br />

ad 7.<br />

Het is niet mogelijk en onwenselijk om binnen 200 meter van het Basisnet en spoor nieuwe kwetsbare<br />

objecten te vermijden. Kwetsbare objecten worden beschermd door het plaatsgebonden risico (binnen<br />

de PR 10 -6 contour zijn geen kwetsbare objecten toegestaan). Daarnaast is in het EV-beleid (in para-<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

8


graaf 3.2.2) opgenomen dat kwetsbare objecten waar mensen in verblijven die minder dan gemiddeld<br />

zelfredzaam zijn (de zogenaamd bijzonder kwetsbare objecten), naast extra aandacht voor maatregelen,<br />

ook extra ruimtelijke bescherming verdienen. Het gaat dan bijvoorbeeld om ziekenhuizen, zorginstellingen,<br />

penitentiaire inrichtingen en scholen. Deze bijzonder kwetsbare objecten verdienen extra<br />

bescherming en worden niet binnen invloedsgebieden van risicobronnen geplaatst.<br />

ad 8.<br />

Domino-effecten hoeven strikt genomen alleen bij BRZO-inrichtingen te worden aangepakt. Het voorkomen<br />

van domino-effecten kan ingaan in tegen het principe van het clusteren van risicobronnen op<br />

aangewezen industrieterreinen (zie ‘<strong>veiligheid</strong>sladder in paragraaf 3.1 en plaatsgebonden risico 3.2.1).<br />

Vanzelfsprekend wordt bij het afgeven van een vergunning en het ruimtelijk plaatsen van de risicobronnen<br />

rekening gehouden met aanliggende (risico) bedrijven van derden.<br />

ad 9.<br />

Het onderwerp zelfredzaamheid is een afwegingaspect bij elke verantwoording van het groepsrisico. Bij<br />

de verantwoording van het groepsrisico wordt altijd naar mogelijkheden gezocht om de zelfredzaamheid<br />

te verhogen.<br />

ad 10.<br />

De uitvoering van het brandweeradvies wordt opgepakt in het Werkprogramma Externe Veiligheid (zie<br />

bijlage V). Het borgen van maatregelen uit het brandweeradvies die niet rechtstreeks met een vergunning<br />

te regelen zijn, is een onderwerp waar op dit moment landelijk veel aandacht voor is en waarmee<br />

op lokaal niveau wordt geëxperimenteerd. Echter heeft dit tot nog toe geen bruikbare resultaten opgeleverd.<br />

Op het moment dat duidelijk is hoe maatregelen die niet rechtstreeks in een vergunning te regelen<br />

zijn, wel kunnen worden geborgd, zal de gemeente <strong>Heerlen</strong> dit doorvoeren.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

9


2. BELEID EXTERNE VEILIGHEID PROVICIE LIMBURG<br />

2.1. Gezamenlijke beleidsvisie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> Limburg (GBEV-L)<br />

De gezamenlijke beleidsvisie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> Limburg (GBEV-L) [ref. 11.] is opgesteld in het kader<br />

van het provinciale programma ‘Veiligheid maken we samen’ [ref. 12.] door een projectgroep van<br />

10 gemeenten, de provincie, hulpverleningsdiensten en de VROM-inspectie.<br />

De beleidsvisie formuleert een gezamenlijke ambitie van Limburgse overheden en geeft ook aan hoe<br />

gemeenten en provincie bij besluiten over situaties met een extern <strong>veiligheid</strong>srisico met hun beleidsvrijheid<br />

zouden kunnen omgaan. Ook worden over specifieke onderwerpen zogenaamde bouwstenen<br />

aangereikt die als basis kunnen dienen voor de uitwerking van specifiek gemeentelijk beleid op dit onderwerp.<br />

Uiteindelijk is de bedoeling, dat de uitgangspunten van deze beleidsvisie doorwerken in provinciale<br />

en gemeentelijke structuurvisies en beleidsplannen en in concrete besluiten op het gebied van<br />

milieu, ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, economie en rampenbestrijding.<br />

2.1.1. Doelstelling GBEV-L<br />

Het uiteindelijk doel van deze beleidsvisie is een goede afweging te bevorderen van <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>srisico’s,<br />

mede in het licht van andere belangen, zodat Limburg veiliger wordt. De beleidsvisie geeft<br />

aan hoe instanties effectief kunnen samenwerken. Bij de formulering van deze doelstelling moet de<br />

kanttekening geplaatst worden dat een veiliger Limburg opgevat moet worden als een verantwoorde<br />

<strong>veiligheid</strong> op basis van het zo beperkt mogelijk houden van de toename van de risico’s (groepsrisico)<br />

die onvermijdelijk bij veel ontwikkelingen zullen ontstaan. Dat vormt de basis van de verantwoording<br />

groepsrisico, omdat die zich richt op het verantwoorden van de toename van het groepsrisico.<br />

2.1.2. Ambities GBEV-L<br />

De ambitie van de beleidsvisie ten aanzien van de risico’s in het algemeen zijn als volgt omschreven:<br />

- bij het plaatsgebonden risico wordt minimaal het beschermingsniveau van 10 -6 bereikt en gehandhaafd;<br />

- potentiële <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>risico’s worden vroegtijdig onderkend;<br />

- het bevoegd gezag overweegt altijd of risico’s kunnen worden voorkomen of verkleind, ook als het<br />

risico gering is;<br />

- het bevoegd gezag moet maatwerk leveren. Met het oog hierop geldt voor het groepsrisico het nadrukkelijk<br />

advies de oriëntatiewaarde te gebruiken zoals de wettelijke systematiek het bedoeld heeft:<br />

geen verplichte grenswaarde, maar een referentie die niet verplicht gerealiseerd hoeft te worden en<br />

moet leiden tot een zorgvuldige afweging van belangen en maatwerk.<br />

In de GBEV-L zijn ambities per bouwsteen benoemd. De bouwstenen betreffende volgende onderwerpen:<br />

- gebiedsgericht beleid;<br />

- routering;<br />

- LPG tankstations;<br />

- ‘kleine bouwprojecten’;<br />

- buisleidingen;<br />

- risicocommunicatie.<br />

De bouwstenen en ambities van de GBEV-L zijn in het EV-beleid van <strong>Heerlen</strong> onder paragraaf 3.2 waar<br />

relevant uitgewerkt en toegespitst op de <strong>Heerlen</strong>se situatie.<br />

2.2. GBEV-L in relatie tot beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> is van mening dat de GBEV-L als kader voor het gemeentelijk EV-beleid moet<br />

gelden. Dit houdt in dat de algemene ambities zoals hierboven zijn genoemd ook voor de gemeente<br />

<strong>Heerlen</strong> gelden en dat de uitwerking van het beleid en de daarmee samenhangende ambities zoveel<br />

mogelijk het GBEV-L moeten volgen. Hierbij moet naar de mening van de gemeente <strong>Heerlen</strong> de volgende<br />

kanttekening worden geplaatst. Het PR 10 -6 is een wettelijke norm voor kwetsbare objecten en is<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

10


in deze zin geen ambitie. Voor wat betreft beperkt kwetsbare objecten stelt de gemeente <strong>Heerlen</strong> zich<br />

op het standpunt dat de PR 10 -6 voor nieuwe situaties zoveel mogelijk bereikt dient te worden. Het verkleinen<br />

van risico’s kan betrekking hebben op bestaande situaties en op nieuwe situaties. Het verkleinen<br />

van bestaande risico’s is in principe mogelijk aan de bron. Zoals aangegeven is dat bij het transport<br />

van gevaarlijke stoffen over het spoor of bij buisleidingen alleen mogelijk via landelijk beleid. Voor het<br />

transport over de weg bestaat de mogelijkheid van routering voor de gemeente. Daarover is opgemerkt<br />

dat dit onderwerp van studie zal zijn. Het verkleinen van risico’s vanuit de omgeving is alleen mogelijk<br />

door objecten te verwijderen uit het invloedsgebied van de risicobron. Daarover is opgemerkt dat de<br />

verwachte krimp van de bevolking in beginsel mogelijkheden hiertoe biedt. In het volgende hoofdstuk<br />

zijn de ambities van de gemeente <strong>Heerlen</strong> uitgewerkt.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

11


3. DOELSTELLING EN AMBITIES GEMEENTE HEERLEN<br />

3.1. Doelstelling en ambitie gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

Het doel van het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid van de gemeente <strong>Heerlen</strong> is als volgt geformuleerd:<br />

behouden van een verantwoord en aanvaardbaar <strong>veiligheid</strong>sniveau<br />

De uitgangspunten hierbij zijn:<br />

- het huidige <strong>veiligheid</strong>sniveau;<br />

Het huidige <strong>veiligheid</strong>sniveau (september 2010) is bekend en in de meeste gevallen verantwoord.<br />

Op korte termijn moeten de risico’s op aanvaardbare wijze zijn verantwoord.<br />

- economische ontwikkelingen in de gemeente <strong>Heerlen</strong>;<br />

Binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> moet ruimte aanwezig zijn om arbeidsintensieve bedrijvigheid te ontwikkelen,<br />

ook wanneer het bedrijven zijn die een risico voor de omgeving inhouden.<br />

- ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente <strong>Heerlen</strong>;<br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> heeft te maken met terugloop van inwoneraantallen: de bevolking krimpt.<br />

Deze krimp biedt mogelijkheden in het verhogen van het <strong>veiligheid</strong>sniveau van de gemeente. Daar<br />

waar de risico’s naar verhouding het hoogst zijn moet worden ingezet op saneren van woningen.<br />

Daarnaast moet eventueel nieuwe woningbouw worden gesitueerd op grote afstand van de risicobronnen.<br />

- de <strong>veiligheid</strong>sladder;<br />

Het algemeen ordeningsprincipe is het volgen van de <strong>veiligheid</strong>sladder (RCSM), dat houdt in:<br />

⋅ Risicoreductie bij de bron;<br />

⋅ Clusteren risicovolle activiteiten;<br />

⋅ Scheiden risicobron en -ontvanger;<br />

⋅ Maatregelen in de (ruimtelijke) omgeving van de risicobron.<br />

De ladder is gebaseerd op een economisch uitgangspunt. In principe is het kostbaarder bij elke volgende<br />

‘trede’ dezelfde mate van <strong>veiligheid</strong> te realiseren dan die welke bij de voorgaande trede gerealiseerd<br />

had kunnen worden. Het idee achter de <strong>veiligheid</strong>sladder is in afbeelding 2.1 gevisualiseerd. Uiteraard<br />

zijn hierbij de nodige nuanceringen te maken. Het gaat om het principe dat grofweg is te onderkennen.<br />

afbeelding 2.1. Veiligheidsladder en kosten-effectiviteit<br />

Kosten-effectiviteit per laddertrede<br />

HOOG<br />

Mate van risicoreductie<br />

LAAG Reductie bron (nieuwe<br />

situaties)<br />

Clusteren risicovolle<br />

activiteiten<br />

Ruimtelijk scheiden bron en<br />

omgeving<br />

HOOG<br />

LAAG<br />

Kosten-effectiviteit maatregelen per laddertrede<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

Maatregelen in omgeving<br />

(gebouwniveau)<br />

12


- De eerste trede van de ladder is het reduceren van risico’s bij de bron. Denk hierbij bijvoorbeeld<br />

aan het verminderen van de hoeveelheid of de aard van de gevaarlijke stoffen, verbeterde opslagvoorzieningen<br />

of het aanbrengen van <strong>veiligheid</strong>ssystemen. Risicoreductie aan de bron is voor vergunde<br />

situaties niet zonder meer mogelijk. Bij de LPG-tankstations in het stedelijk gebied kan bijvoorbeeld<br />

de LPG-verkoop worden uitgekocht. Dit vraagt om een politiek bestuurlijk besluit. Hier is<br />

de vraag immers aan de orde worden hoeveel geld de burgers van <strong>Heerlen</strong> over hebben voor de<br />

beoogde risicoreductie.<br />

- Als de eerste trede is genomen en alle redelijkerwijs te treffen maatregelen aan de bron zijn getroffen<br />

is de volgende trede van de <strong>veiligheid</strong>sladder het clusteren van risicovolle activiteiten. Hierdoor<br />

worden de risico’s beperkt tot een bepaald gebied, waardoor er elders ruimte ontstaat voor ruimtelijke<br />

ontwikkelingen. Het clusteren van risicovolle activiteiten vraag om een gericht beleid bij de<br />

(her)inrichting van bedrijventerreinen. Delen van het bedrijventerrein zullen dan gereserveerd moeten<br />

blijven voor bedrijven met een significant risico voor de omgeving. De bestemmingsplannen die<br />

bedrijventerreinen omvatten zullen hierop moeten worden afgestemd.<br />

- De derde trede op de ladder gaat over het scheiden van risicovolle activiteiten van de ontvangers.<br />

Denk hierbij aan (beperkt) kwetsbare objecten. Door afstand te creëren wordt bewerkstelligd dat de<br />

effecten van een eventuele calamiteit bij een risicovol object geen of weinig invloed hebben op deze<br />

kwetsbare objecten. Ook hier geldt dat dit in de bestemmingsplannen wordt verankerd.<br />

- De laatste trede van de ladder wordt gebruikt, als het niet mogelijk is om met de andere maatregelen<br />

tot een acceptabele situatie te komen. Hier gaat het om maatregelen te treffen bij de ontvanger<br />

van het risico om zo de gevolgen van een eventuele calamiteit zoveel mogelijk te beperken. Denk<br />

hierbij aan het bevorderen van de zelfredzaamheid (vluchtwegen), signaleringssystemen, de capaciteit<br />

van de hulpverlening of voorzieningen aan gebouwen. Diverse voorzieningen op gebouwniveau<br />

blijken vanuit het oogpunt van risicobeheersing niet erg kosteneffectief. Dit betekent niet dat<br />

het niet nodig kan blijken toch dergelijke maatregelen te treffen. Vooral als de bestaande situatie al<br />

een relatief hoog risiconiveau kent en men de ruimtelijke ontwikkeling toch wenst.<br />

Met in achtneming van bovenstaand kader van uitgangspunten en met het realiseren van onderstaande<br />

ambities is het <strong>veiligheid</strong>sniveau van de gemeente verantwoord en aanvaardbaar te houden.<br />

3.2. Uitwerking ambities<br />

In deze paragraaf zijn de algemene ambities van het GBEV-L uitgewerkt. Aanvullend zijn nog specifiek<br />

voor de gemeente <strong>Heerlen</strong> ambities geformuleerd en uitgewerkt.<br />

3.2.1. Plaatsgebonden risico<br />

Ambitie: Activiteiten mogen geen significante risico’s veroorzaken in de directe omgeving.<br />

Binnen de PR 10 -6 contour zijn geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten toegestaan), tenzij zwaarwegende<br />

maatschappelijke en/of economische belangen in het geding zijn. Bestaande beperkt kwetsbare<br />

objecten zijn toegestaan.<br />

Daar waar mogelijk worden de risicobronnen geconcentreerd. Hierdoor:<br />

- overlappen de <strong>veiligheid</strong>szones, waardoor het beslag op de ‘veilige’ ruimte wordt beperkt;<br />

- kunnen mogelijkheden in het concentratiegebied ontstaan voor specifieke maatregelen om calamiteiten<br />

te voorkomen en de gevolgen van calamiteiten te mitigeren. De effectiviteit van deze<br />

maatregelen neemt toe omdat de maatregel werkt voor meerdere inrichtingen waardoor ook de<br />

kosten worden verdeeld (bijvoorbeeld bovengenormeerde bluswatervoorziening);<br />

- kunnen mogelijkheden ontstaan voor de hulpdiensten om hun preparatie en repressie inspanning<br />

gerichter inzetten.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

13


3.2.2. Groepsrisico<br />

Zoals in paragraaf 1.4.3. is beschreven is in de wettelijke systematiek geen vast <strong>veiligheid</strong>sniveau voor<br />

het groepsrisico opgenomen, maar geldt een referentieniveau (oriëntatiewaarde) voor vergelijking van<br />

de hoogte van dat risico. Hoe men de oriëntatiewaarde betekenis wenst te geven is de bestuurlijke vrijheid<br />

waaraan in deze visie vorm gegeven wordt. Het bevoegd gezag kàn kiezen voor een vast <strong>veiligheid</strong>sniveau<br />

in een afgebakend gebied, zoals bijvoorbeeld de gemeenteraad deed voor de spoorzone<br />

in 2005 [ref. 13.]), maar de wettelijke systematiek geeft de ruimte om het <strong>veiligheid</strong>sniveau voor elke situatie<br />

weer opnieuw te kiezen.<br />

Uit de recentelijk uitgevoerde evaluatie van het groepsrisico [ref. 14.] blijkt dat het hanteren van de orientatiewaarde<br />

als grenswaarde niet wenselijk is. Landelijk wordt de oriëntatiewaarde van het groepsrisico<br />

niet gehanteerd als grenswaarde. Tevens heeft voortschrijdend inzicht ervoor gezorgd dat het hanteren<br />

van de oriëntatiewaarde als grenswaarde voor de gemeente <strong>Heerlen</strong> ongewenst is.<br />

Ten eerste omdat het hanteren van de oriëntatiewaarde en de daaraan verbonden verantwoording van<br />

het groepsrisico de gemeente dwingt om bij een ruimtelijk besluit het groepsrisico bewust af te wegen<br />

tegen (andere) maatschappelijke en economische belangen. Dit gebeurt in beduidend mindere mate<br />

indien het groepsrisico wordt getoetst aan een vaste grenswaarde. Daarmee ontstaat een dynamiek die<br />

ongewenst is. Een afweging tussen het maatschappelijk belang van een ontwikkeling en de inspanning<br />

om het groepsrisico zo beperkt mogelijk te houden wordt hierdoor met name langs de belangrijke<br />

spoorzone niet meer mogelijk.<br />

Ten tweede is de oriëntatiewaarde een ijkpunt waaraan de <strong>veiligheid</strong>ssituatie getoetst moet worden.<br />

De hoogte van het groepsrisico (boven of onder de oriëntatiewaarde) zegt iets over de kans op een<br />

ramp ten opzichte van een kans (de oriëntatiewaarde) die algeheel wordt opgevat als een waarde waar<br />

men zonder goede argumenten niet boven moet willen komen. Daarbij is het ook van belang te kijken in<br />

welke mate het groepsrisico de oriëntatiewaarde overschrijdt. Een overschrijding van 10 of 30 procent<br />

is in het licht van de orde grootte schatting, die het groepsrisico is, niet van erg grote betekenis. Een<br />

overschrijding met een factor 10 bijvoorbeeld is daarentegen wel van betekenis.<br />

Ten derde bepalen naast de hoogte van het groepsrisico ook de mogelijkheden van de hulpverleningsdiensten<br />

om een incident te bestrijden, de mate van zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied<br />

en de ruimtelijke inrichting en verdeling van het plangebied het <strong>veiligheid</strong>sniveau van de ontwikkeling.<br />

Het uitgangspunt van het voorliggende beleid is dat voor elke situatie een geschikt <strong>veiligheid</strong>sniveau<br />

wordt vastgesteld met in achtneming van de economische en maatschappelijke belangen van het moment.<br />

De oriëntatiewaarde wordt gebruikt zoals de wettelijke systematiek beoogt.<br />

Dit wil echter niet zeggen dat het groepsrisico onbeperkt zal kunnen groeien. We roepen de afbeelding<br />

1.1 in herinnering die het principe van de risicobenadering visualiseert. Hoe hoger men de kansen laat<br />

toenemen op een ramp des te meer schuift men op naar het bagatelliseren van het risico en dus een<br />

naïeve risicotolerantie. Bij significante toename van het groepsrisico of overschrijding van de oriëntatiewaarde<br />

handelt de gemeente met grote zorgvuldigheid. Zij gaat alle maatregelen na die binnen haar<br />

bevoegdheid liggen en die redelijkerwijs genomen kunnen worden om de <strong>veiligheid</strong> te verhogen en zal<br />

die dan ook nemen.<br />

Concreet wordt het volgende beleid uitgevoerd:<br />

- kwetsbare objecten waar mensen in verblijven die minder dan gemiddeld zelfredzaam zijn (de<br />

zogenaamd bijzonder kwetsbare objecten), verdienen naast extra aandacht voor maatregelen<br />

ook extra ruimtelijke bescherming. Het gaat dan bijvoorbeeld om ziekenhuizen, zorginstellingen,<br />

penitentiaire inrichtingen en scholen. Deze bijzonder kwetsbare objecten verdienen extra bescherming<br />

en worden bij voorkeur niet binnen invloedsgebieden van risicobronnen geplaatst. Zij<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

14


worden in elk geval niet binnen de zogenoemde 100 % letaliteitszone geplaatst en bij voorkeur<br />

buiten de 1 % letaliteitsgrens;<br />

- systematiek verantwoording groepsrisico <strong>Heerlen</strong>: het verkeerslichtmodel.<br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> heeft een differentiatie aangebracht voor de zwaarte van de verantwoording van<br />

het groepsrisico in drie varianten, het zogenaamde ‘verkeerslichtmodel [ref. 15.]:<br />

1. zware verantwoording groepsrisico (GR > 1 OW);<br />

2. standaard verantwoording groepsrisico (GR 0,1 - 1 OW);<br />

3. lichte verantwoording groepsrisico (GR 0 - 0,1 OW).<br />

Dit verkeerslichtmodel wordt hieronder uitgelegd.<br />

het verkeerslichtmodel<br />

Zoals de wetgever dat heeft beoogd, beschouwt de gemeente <strong>Heerlen</strong> de oriëntatiewaarde niet als een<br />

grens voor het groepsrisico. Het bestuur beschouwt de oriëntatiewaarde als criterium voor de procedure<br />

die gevolgd moet worden voor de inhoudelijke uitwerking van de verantwoording groepsrisico en<br />

daarmee voor een toenemende mate van zorgvuldigheid voor de uiteindelijke afweging om het risico te<br />

kunnen accepteren. Afbeelding 3.2 (volgende bladzijde) vertaalt de uitgangspunten en toont het afwegingskader.<br />

De oriëntatiewaarde ligt voor transportroutes een factor 10 hoger. Het voor transport van<br />

toepassing zijnde diagram is identiek aan het bovenstaande diagram, zij het dat de waarden op de Y-as<br />

met een factor 10 moeten worden vermenigvuldigd.<br />

Afbeelding 3.2 maakt onderscheid in 3 kleuren (oranje, geel en groen). In iedere kleur geldt een andere<br />

afweging en deze afweging verschilt per gebied:<br />

- voor risicobronnen in woongebieden 6 geldt altijd het afwegingskader dat past bij het oranje gebied;<br />

- voor de overige gebieden geldt afbeelding 3.2, maar de invulling verschilt per gebied. Onder afbeelding<br />

3.2 is dit verder uitgewerkt.<br />

De betekenis van de verschillende kleuren zijn na afbeelding 3.2. beschreven.<br />

6 Woongebieden zijn bedoeld voor woningen en de functies die daarbij horen, zoals winkels, scholen, ziekenhuizen, verzorgingstehui-<br />

zen en recreatieve voorzieningen.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

15


afbeelding 3.2. Overzicht systematiek die door gemeente <strong>Heerlen</strong> wordt gehanteerd [ref. 15.]<br />

kans (Cumulatief)<br />

kans (Cumulatief)<br />

kans (Cumulatief)<br />

groepsrisico<br />

10 100 1000<br />

groepsrisico<br />

10 100 1000<br />

groepsrisico<br />

10 100 1000<br />

doden<br />

doden<br />

doden<br />

Groepsrisico niveau bij<br />

ruimtelijk besluit<br />

GR > OW<br />

GR > 0,1 x OW<br />

GR< OW<br />

GR< 0,1 x OW<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

Verantwoording<br />

groepsrisico volgens<br />

oranje uitwerking<br />

Richtsnoeren voor ruimtelijke in-<br />

deling toepassen<br />

Verantwoording<br />

groepsrisico volgens<br />

gele uitwerking<br />

Richtsnoeren voor ruimtelijke in-<br />

deling toepassen<br />

Verantwoording<br />

groepsrisico volgens<br />

groene uitwerking<br />

Richtsnoeren voor ruimtelijke in-<br />

deling toepassen<br />

ruimtelijk besluit<br />

groepsrisico aanvaardbaar onder<br />

voorwaarde dat risicobeperking is<br />

toegepast + directe betrokkenheid<br />

bestuur<br />

Zware procedure<br />

maatregelen inventariseren, effectiviteit beoordelen,<br />

kosten in beeld brengen.<br />

afwegingen aangeven van haalbaarheid maatregelen<br />

en gemaakte keuzes<br />

niet/beperkt toepassen van richtsnoeren alleen gemoti<br />

veerd mogelijk<br />

groepsrisico aanvaardbaar onder<br />

voorwaarde dat risicobeperking<br />

expliciet is afgewogen<br />

Standaard procedure<br />

mogelijkheden maatregelen minder diepgaand nagaan<br />

afwegingen aangeven bij gemaakte keuzes maatregelen<br />

niet/beperkt toepassen richtsnoeren aangeven<br />

groepsrisico aanvaardbaar op<br />

grond van generieke algemeen<br />

aanwezige <strong>veiligheid</strong>smaatregelen<br />

Lichte procedure<br />

mogelijkheden maatregelen globaal nagaan (checklist)<br />

afweging aangeven van gemaakte keuzes maatregelen<br />

aangeven waar wel/niet/beperkt richtsnoeren zijn toege<br />

past<br />

Altijd nagaan of op eenvoudige wijze zonder extra of lage kosten maatregelen mogelijk<br />

zijn voor risicobeperking.<br />

Schematische weergave verantwoording groepsrisico i.r.t. hoogte groepsrisico t.o.v. oriëntatiewaarde<br />

16


oranje: GR is groter dan de OW<br />

Een overschrijding van de oriëntatiewaarde is onder strikte voorwaarden toegestaan. Er kunnen<br />

zwaarwegende maatschappelijke en/of economische redenen zijn een ontwikkeling toe te laten.<br />

‘Oranje’ zal daarom niet geheel vermeden kunnen worden. Gaat het om nieuwe bedrijventerreinen voor<br />

de vestiging van activiteiten met gevaarlijke stoffen, dan zijn activiteiten die bijdragen aan een toename<br />

van het risico niet toegestaan tenzij gemotiveerd is dat:<br />

- alle redelijkerwijs te treffen maatregelen om het risico bij de bron te beperken zijn benut;<br />

- het niet mogelijk is het invloedsgebied van de activiteiten op het bedrijventerrein beperkt te houden<br />

tot waar woongebieden beginnen (mede in het licht van voorgaand criterium);<br />

- er geen bijzondere kwetsbare objecten in het invloedsgebied van de nieuwe activiteit aanwezig<br />

zijn;<br />

- er voorzieningen zijn getroffen die maken dat de hulpdiensten tijdig worden gealarmeerd, snel<br />

ter plaatse kunnen zijn en de toegankelijkheid van het gebied voldoende is gewaarborgd.<br />

Gaat het om andere bedrijventerreinen en overige gebieden (niet bestemd voor de vestiging van bedrijven<br />

die met gevaarlijke stoffen werken 7 ) dan is het voorgenomen besluit niet mogelijk tenzij:<br />

- de betreffende activiteit een groot maatschappelijk nut heeft op de betreffende locatie;<br />

- alle mogelijke te treffen maatregelen om het risico bij de bron te beperken zijn benut;<br />

- er zicht is op een toekomstige afname van het groepsrisico tot bij voorkeur onder de oriëntatiewaarde;<br />

- er voorzieningen zijn getroffen die maken dat de hulpdiensten tijdig worden gealarmeerd, snel<br />

ter plaatse kunnen zijn en de toegankelijkheid van het gebied voldoende is gewaarborgd;<br />

- de bevolking actief is en blijft geïnformeerd, en weet wat er te doen staat in het geval van een<br />

calamiteit en<br />

- er zich geen beperkt zelfredzame personen binnen de 100 % letaliteitsgrens, of indien mogelijk<br />

het invloedsgebied, van de risicobron bevinden.<br />

geel: GR ligt tussen OW en 0,1 OW<br />

Gaat het om nieuwe bedrijventerreinen die bestemd zijn voor de vestiging van activiteiten met gevaarlijke<br />

stoffen, dan is dat toegestaan mits redelijkerwijs kosten-effectief maatregelen zijn te treffen om het<br />

risico beperkt te houden. Voor de overige gebieden geldt dat het besluit alleen kan worden genomen<br />

mits:<br />

- alle redelijkerwijs te treffen maatregelen zijn getroffen om het groepsrisico beperkt te houden;<br />

- de bereikbaarheid voor hulpdiensten zo optimaal mogelijk is;<br />

- de bevolking goed is geïnformeerd over hoe te handelen bij een calamiteit.<br />

groen: GR is kleiner dan 0,1 keer OW<br />

Het GR is voldoende klein om in principe te kunnen accepteren, activiteiten die tot een toename van<br />

het GR leiden worden toegestaan zolang het GR onder de grens van 0,1 OW blijft. Er zijn in beginsel<br />

geen extra <strong>veiligheid</strong>smaatregelen nodig. Veiligheidsbevorderende maatregelen die eenvoudig en kosteneffectief<br />

kunnen worden getroffen, moeten wel worden uitgevoerd.<br />

7 Op deze bedrijventerreinen is het vestigen van risicobronnen uitgesloten, maar ze liggen wel (deels) binnen invloedsgebieden van an-<br />

dere risicobronnen.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

17


3.2.3. Gebiedsgericht beleid<br />

Risiconormering is afhankelijk van de gebruiksfunctie van het gebied. Ook de eisen die we stellen aan<br />

de <strong>veiligheid</strong> zijn per soort gebied anders.<br />

Het gebiedsgericht beleid maakt onderscheid tussen:<br />

- locaties geschikt voor vestiging van kwetsbare objecten (woonwijken, centrumlocaties, terreinen<br />

voor lichte bedrijvigheid en het buitengebied);<br />

- locaties voor risicobronnen (bedrijventerrein);<br />

- locaties waar risico’s niet uitgesloten kunnen worden, maar wel kwetsbare objecten wenselijk<br />

kunnen zijn (stationsomgeving, hoofdwegenstructuur en regionale luchthaven). Hier is maatwerk<br />

gewenst;<br />

- locaties geschikt voor vestiging van bijzonder kwetsbare objecten.<br />

Concreet wordt het volgende beleid uitgevoerd:<br />

- <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> als onderdeel van het gebiedsgerichte leefomgevingsplan wordt uitgewerkt en<br />

als aanvulling aan dit beleid toegevoegd (juni 2012);<br />

- op lange termijn wordt ernaar gestreefd alle risicobronnen uit de woongebieden te verplaatsen<br />

naar daarvoor speciaal aangewezen bedrijventerreinen met infrastructuur;<br />

- er wordt een koppeling gelegd tussen de gebiedstypen enerzijds en de zwaarte van de verantwoording<br />

anderzijds;<br />

- ongewenste ontwikkelingen die niet kunnen worden tegengehouden op basis van vigerende bestemmingsplannen<br />

worden opgespoord en aangereikt voor de actualisatie van bestemmingsplannen.<br />

3.2.4. Krimp<br />

De gemeente heeft te maken met een terugloop van het inwoneraantal. Het ligt in het kader van <strong>externe</strong><br />

<strong>veiligheid</strong> voor de hand om de woningsanering binnen invloedsgebieden van het groepsrisico plaats<br />

te laten vinden, omdat op deze manier het groepsrisico wordt verlaagd en de <strong>veiligheid</strong> wordt verhoogd.<br />

Waarbij de zones nabij de risicobronnen de voorkeur verdienen.<br />

Om zoveel mogelijk arbeidsplaatsen te behouden voor de gemeente moeten werkgevers die veel arbeidsplaatsen<br />

genereren gestimuleerd worden zich in <strong>Heerlen</strong> te vestigen, ook als het bedrijven zijn die<br />

een risico voor de omgeving inhouden. Deze bedrijven moeten dan wel zo ver mogelijk van woongebieden<br />

worden geplaatst. Zie ook schema bij paragraaf 1.5.1 en de uitwerking van 3.2.3 (gebiedsgericht<br />

beleid).<br />

Concreet wordt het volgende beleid uitgevoerd:<br />

- het onderwerp <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> is een van de afwegingscriteria bij herstructurering in het kader<br />

van de krimp;<br />

- (nieuwe) bedrijven met een EV-risico voor de omgeving worden in de gemeente toegestaan,<br />

mits deze op zo groot mogelijke afstand van woongebieden worden geplaatst.<br />

3.2.5. Vervoer van gevaarlijke stoffen<br />

De Rijksoverheid en de provincie Limburg hebben de wegen onder hun beheer in principe opengesteld<br />

voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.<br />

Het belang van het transport van gevaarlijke stoffen op nationale schaal gaat boven het regionale of locale<br />

belang van ruimtelijke ordening.<br />

huidige situatie<br />

Het vervoer van gevaarlijke stoffen vindt plaats over de weg, het spoor en buisleidingen (voor buisleidingen<br />

zie par. 3.2.7). In <strong>Heerlen</strong> is in 2004 een beleidsnota vervoer gevaarlijke stoffen opgesteld.<br />

Transport over de weg vindt voornamelijk plaats over de A76 en de N281 (zie ook bijlage III).<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

18


Ook over het spoor vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats.<br />

gewenste situatie<br />

De routering vervoer gevaarlijke stoffen wordt geëvalueerd en er wordt op korte termijn een nieuw besluit<br />

daarover genomen.<br />

Er wordt naar gestreefd om het groepsrisico als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen over de<br />

weg onder de oriëntatiewaarde te houden.<br />

De ontwikkeling van het groepsrisico als gevolg van transport over het spoor wordt goed in de gaten<br />

gehouden. Wanneer deze leiden tot een toename van het groepsrisico er uitvoerig moet worden gekeken<br />

naar maatregelen om de bereikbaarheid, bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid te verbeteren.<br />

basisnet spoor<br />

Het Basisnet spoor zorgt ervoor, door verschillende maatregelen, dat de het groepsrisico in <strong>Heerlen</strong><br />

onder de oriëntatiewaarde komt (zie ook paragraaf 1.3.2).<br />

Concreet wordt het volgende beleid uitgevoerd:<br />

- de routering vervoer gevaarlijke stoffen wordt geëvalueerd en indien nodig geactualiseerd;<br />

- bij ruimtelijke ontwikkelingen rond de spoorzone is het onderwerp <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> een randvoorwaarde<br />

en ontwerpvariabele. Dit betekent dat <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> al in de initiatieffase van de<br />

planvorming moet worden betrokken.<br />

3.2.6. LPG tankstations<br />

huidige situatie<br />

In het beleid motorbrandstofverkooppunten [ref. 16.] is aangegeven dat er een aantal uitgangspunten<br />

ten grondslag liggen aan de ruimtelijk-economische ontwikkelingsrichting voor motorbrandstofverkooppunten<br />

in <strong>Heerlen</strong>. Deze zijn:<br />

- streven naar een optimale verzorgingsstructuur van brandstofverkooppunten;<br />

- verbeteren van de bedrijfsvoering door ‘zuinig’ met eventuele marktruimte om te gaan en initiatieven<br />

zorgvuldig af te wegen;<br />

- bevorderen van diversiteit in het aanbod;<br />

- het oplossen van huidige knelpunten en bepalen hoe om te gaan met de huidige plannen en<br />

aanvragen;<br />

- goede communicatie richting de ondernemers.<br />

Voor LPG tankstations zijn milieuhygiënische randvoorwaarden aangegeven in wet- en regelgeving.<br />

Deze randvoorwaarden waarin wordt verwezen naar landelijke richtlijnen zoals de Integrale Nota LPG,<br />

stammen nog uit het ‘pre-Bevi tijdperk’. De genoemde afstanden in het beleid motorbrandstofverkooppunten<br />

uit 2000 ten opzichte van milieugevoelige objecten voldoen niet meer aan de huidige wet- en<br />

regelgeving. LPG tankstations moeten voldoen aan de afstanden genoemd in de regeling <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

inrichtingen (Revi).<br />

plaatsgebonden risico<br />

Alle LPG-tankstations voldoen aan de normen die voortvloeien uit het Bevi. Er zijn dus geen saneringssituaties<br />

aanwezig in de gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />

groepsrisico<br />

Voor een doorzet van 1000 m 3 /jr. is het groepsrisico voor het tankstation aan de Palemigerboord gelijk<br />

aan de oriëntatiewaarde en voor het tankstation aan de John F. Kennedylaan net lager dan de oriëntatiewaarde.<br />

Het groepsrisico van de overige LPG tankstations is lager dan de oriëntatiewaarde.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

19


gewenste situatie<br />

LPG tankstations zijn niet gewenst binnen woongebieden 8 . De gemeente <strong>Heerlen</strong> zet zich in om LPGtankstations<br />

uit de bebouwde kom te weren. Naast het feit dat er dan geen risico’s van LPGtankstations<br />

binnen de bebouwde kom zijn, worden ook de risico’s van het vervoer van LPG verkleind.<br />

Hierdoor wordt de <strong>veiligheid</strong> voor bewoners substantieel verbeterd.<br />

Concreet wordt het volgende beleid uitgevoerd:<br />

- bestaande situaties:<br />

o er geldt een ‘stand-still’: Bestaande LPG tankstations binnen woongebieden zullen, zodra<br />

de kans zich voordoet, worden gesaneerd en/of verplaatst uit de bebouwde kom;<br />

o bestaande LPG tankstations mogen niet naar een locatie binnen woongebieden worden verplaatst;<br />

- nieuwe situaties:<br />

o binnen woongebieden worden geen nieuwe LPG tankstations toegestaan;<br />

o nieuwe LPG tankstations mogen zich alleen vestigen aan de Binnenring, Buitenring en het<br />

Basisnet weg. Bestaande tankstations mogen niet naar een locatie buiten de genoemde wegen<br />

worden verplaatst. ‘Aan het Basisnet’ omvat in dit verband ook locaties aan een provinciale<br />

of gemeentelijke weg die geschikt is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, nabij de<br />

aansluiting op het Basisnet.<br />

3.2.7. Buisleidingen<br />

Het belang van het transport van gevaarlijke stoffen op nationale schaal gaat boven het regionale of locale<br />

belang van ruimtelijke ordening.<br />

Wetgeving voor buisleidingen is in ontwikkeling. In afwachting daarvan wordt het toestaan van nieuwe<br />

(beperkt) kwetsbare objecten nabij leidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen ongewenst geacht.<br />

Initiatiefnemers die een kwetsbaar object binnen het invloedsgebied van een transportleiding voor<br />

gevaarlijke stoffen willen realiseren, moeten aangeven wat de gevolgen zijn van hun initiatief voor het<br />

plaatsgebonden risico en het groepsrisico.<br />

huidige situatie<br />

Binnen de gemeente lopen enkele hogedruk aardgastransportleidingen. Net buiten het grondgebied<br />

van de gemeente liggen ook aardgastransportleidingen (zie kaart in bijlage IV). De oriëntatiewaarde<br />

van het groepsrisico van deze buisleidingen wordt niet overschreden.<br />

gewenste situatie<br />

Nieuwe transportleidingen worden zoveel mogelijk gebundeld met bestaande leidingtracés. Om de risico’s<br />

in de gemeente te beheersen worden (bijzonder) kwetsbare objecten op gepaste afstand van buisleidingen<br />

toegestaan.<br />

Concreet wordt het volgende beleid uitgevoerd:<br />

- bestaande situaties:<br />

o voor bestaande situaties geldt een ‘stand-still’. Dit houdt in dat bestaande (bijzonder) kwetsbare<br />

objecten worden gedoogd binnen het invloedsgebied van buisleidingen. Zodra de kans<br />

zich voordoet worden deze objecten gesaneerd of krijgen ze een andere functie, zodat het<br />

object niet meer (bijzonder) kwetsbaar is;<br />

- nieuwe situaties:<br />

o binnen de 100 % letaliteitsgrens van aardgastransportleidingen zijn geen nieuwe kwetsbare<br />

objecten toegestaan;<br />

8 Woongebieden zijn bedoeld voor woningen en de functies die daarbij horen, zoals winkels, scholen, ziekenhuizen, verzorgingstehui-<br />

zen en recreatieve voorzieningen.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

20


o nieuwe bijzonder kwetsbare objecten mogen alleen buiten de 100 % letaliteitszone, en bij<br />

voorkeur buiten de 1 % letaliteitsgrens, worden toegestaan.<br />

3.2.8. Risicocommunicatie<br />

Risicocommunicatie gaat zowel over het communiceren met burgers en hulpverleners over risico’s als<br />

over het informeren over risico’s: de veelal met onzekerheden omgeven kans op het optreden van, de<br />

omvang van de gevolgen (effecten) van negatieve consequenties van activiteiten, gebeurtenissen en<br />

processen. We spreken van risicocommunicatie als er (nog) niets aan de hand is. Als er een ramp<br />

dreigt, plaats vindt of direct daarna, dan spreken we van crisiscommunicatie. Deze vorm van communicatie<br />

heeft als doel de rampenbestrijding en hulpverlening zo goed mogelijk te laten verlopen en de gevolgen<br />

van de ramp voor de burgers te minimaliseren.<br />

Risicocommunicatie richt zich op burgers en hulpverleners en gaat over:<br />

- de risicobronnen in hun woon-, werk- en leefomgeving;<br />

- de gevolgen die een mogelijke ramp heeft voor hun gezondheid en welzijn;<br />

- de kans dat zich een ramp voordoet: gevaar en dreiging;<br />

- de maatregelen die het bedrijf en de overheid hebben getroffen om risico te beperken en de gevolgen<br />

van een mogelijke ramp te verkleinen;<br />

- de maatregelen die burgers zelf kunnen treffen (zelfredzaamheid en handelingsperspectief).<br />

De verantwoordelijkheid van risicocommunicatie ligt in de eerste plaats bij de gemeenten: zij zijn wettelijk<br />

verplicht te communiceren over risico’s en risicobronnen in de (leef)omgeving van haar inwoners.<br />

Met de Wet <strong>veiligheid</strong>sregio (Wvr) per 1 oktober 2010 krijgen de <strong>veiligheid</strong>sregio's de verantwoordelijkheid<br />

voor risicocommunicatie. Dat was tot dusver met de Wrzo, de burgemeester van de gemeente. In<br />

de Wet <strong>veiligheid</strong>sregio’s staat dat de besturen van de <strong>veiligheid</strong>sregio’s voortaan verantwoordelijk zijn<br />

voor risicocommunicatie. Formeel is het dan geen taak meer van de gemeente. Belangrijk aspect is<br />

dat de burgemeesters van de gemeenten gezamenlijk het bestuur van de <strong>veiligheid</strong>sregio vormen.<br />

Voor alle risicocommunicatiesporen geldt dat <strong>veiligheid</strong>sregio’s en gemeenten niet zonder elkaar kunnen<br />

en dus moeten samenwerken. Dat is logisch omdat tot heden de uitvoering van de risicocommunicatie<br />

een verantwoordelijkheid was van de burgemeester. Voor burgers zijn <strong>veiligheid</strong>sregio’s of andere<br />

overheden minder geschikte zenders dan hun eigen gemeente. Vooral de burgemeester, als boegbeeld<br />

voor de <strong>veiligheid</strong>, heeft in die rol doorgaans een sterke geloofwaardigheid en autoriteit. Ofwel <strong>veiligheid</strong>sregio’s<br />

kunnen (met of zonder Wvr) nooit deze ‘natuurlijke’ rol van de gemeenten overnemen. Ze<br />

kunnen de gemeente wel ondersteunen en regionale activiteiten coördineren.<br />

In de gemeente <strong>Heerlen</strong> wordt de risicocommunicatie alleen projectvolgend opgepakt. Dat wil zeggen<br />

er wordt aangesloten bij een natuurlijk voorlichtingsmoment, bijvoorbeeld een informatieavond van een<br />

bestemmingsplanprocedure. De kadernota integrale <strong>veiligheid</strong> geeft aan dat verdere structurering/versterking<br />

van de risicocommunicatie met bewoners noodzakelijk is. Daarvoor dient een oriëntatie<br />

op effectieve instrumenten uitgevoerd te worden.<br />

Daarnaast is belangrijk dat de toelichtingen van milieuvergunningen en RO-plannen voor burgers begrijpelijke<br />

teksten bevatten over de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>safweging. Hieraan zal in het kader van de centrumgemeenten<br />

(zie paragraaf 3.2.11) aandacht worden besteed door het vergroten van RO-capaciteit<br />

met specialisatie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>.<br />

3.2.9. Kleine bouwprojecten<br />

Deze bouwsteen uit het GBEV-L is niet relevant voor het EV-beleid van <strong>Heerlen</strong>. Deze Bouwsteen<br />

wordt in dit beleid ondervangen door de in paragraaf 3.2.2 genoemde differentiatie van de verantwoordingsprocedure<br />

voor het groepsrisico. Hierdoor wordt er niet onnodig veel inspanning gevraagd voor<br />

plannen waar <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> nauwelijks een rol speelt en kunnen de schaarse tijd en kosten worden<br />

ingezet daar waar het werkelijk toe doet.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

21


3.2.10. Luchthavens<br />

De <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> van luchthavens is niet van belang voor het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid van de gemeente<br />

<strong>Heerlen</strong>, omdat de risico’s van luchthavens in de omgeving van <strong>Heerlen</strong> geen invloed hebben<br />

op de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> van het grondgebied van de gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />

3.2.11. Afstemming en borging EV-beleid binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

Toepassing van landelijk EV-beleid en wet- en regelgeving vraagt om kennis, capaciteit, vaardigheden<br />

en niet in de laatste plaats om integraal werken: weinig andere onderwerpen brengen (vooral) de disciplines<br />

milieu en ruimte zo dicht bij elkaar als het onderwerp <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>. Uitvoering van EV-taken<br />

vraagt immers om professionele inbreng van de volgende afdelingen en disciplines:<br />

- afdeling Stadsplanning:<br />

o implementatie bestemmingsplannen;<br />

o ruimtelijk beleid (stedenbouwkundige);<br />

o economie;<br />

o milieu & duurzaamheid;<br />

o actieve acquisitie;<br />

o verkeer;<br />

- afdeling Integrale <strong>veiligheid</strong>:<br />

o rampenbestrijding/crisisbeheersing;<br />

o toezicht en handhaving wabo/<strong>veiligheid</strong>;<br />

- afdeling Publiekszaken:<br />

o vergunningverlening wabo;<br />

o vergunningverlening milieubeheer;<br />

- afdeling Communicatie:<br />

o risicocommunicatie;<br />

- brandweer Zuid-Limburg.<br />

Verscholen in het doel van de gemeente <strong>Heerlen</strong> ‘Behouden van een verantwoord en aanvaardbaar<br />

<strong>veiligheid</strong>sniveau’ ligt het feit dat absolute <strong>veiligheid</strong> nimmer kan worden gegarandeerd. Alleen door risico’s<br />

tijdig te identificeren en maatregelen te treffen, kan de <strong>veiligheid</strong> worden verhoogd. Om in staat te<br />

zijn risico’s tijdig te identificeren en integraal te kunnen afwegen, moet geïnvesteerd worden in kennisvergaring<br />

en -uitwisseling binnen de gemeentelijke organisatie. Dit dient te worden geborgd in het<br />

werkprogramma <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> (zie bijlage V).<br />

centrumgemeenten<br />

In 2007 heeft, in het kader van het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid (‘Veiligheid<br />

maken we samen’), een bestuurlijke conferentie rondom samenwerking en structurele formatie <strong>externe</strong><br />

<strong>veiligheid</strong> plaats gehad. Er is toen voor gekozen om de samenwerking bij de uitvoering van gemeentelijke<br />

taken op het gebied van EV in te vullen aan de hand van het model ‘centrumgemeente’. Het model<br />

‘Centrumgemeente’ houdt in dat de capaciteit van een aantal centrumgemeenten op het gebied van <strong>externe</strong><br />

<strong>veiligheid</strong> wordt versterkt en dat omliggende gemeenten een recht krijgen op ondersteuning door<br />

centrumgemeente(n) bij de uitvoering van hun EV-taken. De gemeente <strong>Heerlen</strong> is een van de centrumgemeenten<br />

(naast Venlo, Sittard-Geleen en Maastricht).<br />

deskundigenpool <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

Naast het model centrumgemeente is er vanuit het Provinciaal Programma Externe Veiligheid nog een<br />

ander initiatief opgepakt, namelijk een Deskundigenpool Externe Veiligheid. Deze deskundigenpool<br />

voert specialistische <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>staken uit. Beschikbare capaciteit en deskundigheid op het vlak<br />

van <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> binnen de provincie wordt gebundeld. Deze deskundigenpool opereert vanuit<br />

een aantal grote gemeenten, waaronder <strong>Heerlen</strong>, en de provincie Limburg richting andere Limburgse<br />

gemeenten met als doel bij te dragen aan de beoogde kwaliteitsverbetering in de uitvoering van <strong>externe</strong><br />

<strong>veiligheid</strong>staken.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

22


3.2.12. Evaluatie van het beleid<br />

Het beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> anticipeert op verwachte ontwikkelingen en verwachtingen over de bruikbaarheid<br />

van de uitgangspunten waarop het beleid berust. Het is om deze reden zeer wenselijk na 2<br />

jaar de beleidsvisie te evalueren. Er zal dan voldoende ervaring zijn opgedaan met de toepassing van<br />

dit beleid bij de bestemmingsplannen en mogelijk ook bij de Wm-vergunningverlening. Ook nieuwe ontwikkelingen<br />

in de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> wet- en regelgeving of de ontwikkeling van ‘good practices’ kunnen<br />

aanleiding zijn de beleidsvisie te evalueren en indien nodig te actualiseren.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

23


4. BELEIDSAGENDA<br />

Voor de uitvoering van het beleid <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> zijn onderstaande activiteiten benoemd die we op<br />

korte, middellange en lange termijn tot uitvoering willen brengen. Deze activiteiten dienen voor de tweejaarlijkse<br />

evaluatie van het beleid en monitoring van de uitvoering ervan.<br />

4.1. Uitvoering korte termijn (<strong>2011</strong> - 2013)<br />

- er wordt een concreet besliskader uitgewerkt voor de verantwoording van het groepsrisico voor<br />

de gemeente en brandweer (verkeerslichtmodel) maart 2012;<br />

- voor het plan van aanpak Actualisatie bestemmingsplannen wordt een prioritering aangereikt ten<br />

behoeve van doorwerking van dit beleid ten aanzien van de vestigingsmogelijkheden van bijzonder<br />

kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten (o.a. ongewenste ontwikkelingen);<br />

- er wordt een gebiedsgericht <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid uitgewerkt. Resultaat is een kaart waarop<br />

de risicobronnen binnen de gemeente zijn aangegeven evenals de verschillende gebiedstypen<br />

in de gemeente. Per gebiedstype geldt een ander <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sregime maart 2012;<br />

- de beleidsnota vervoer gevaarlijke stoffen wordt geëvalueerd en indien nodig geactualiseerd.<br />

februari 2012;<br />

- de uitvoeringsorganisatie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> is opgenomen in het Werkprogramma <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

(benoeming taken centrumgemeente, regiogemeente en brandweer);<br />

- er is in de gemeente aandacht voor risicocommunicatie over gevaarlijke stoffen. Daarvoor dient<br />

een oriëntatie op effectieve instrumenten uitgevoerd te worden;<br />

- het <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>sbeleid van de gemeente <strong>Heerlen</strong> wordt tweejaarlijks gemonitord en geëvalueerd,<br />

waarbij de doelstelling, ambities en de uitvoering ervan als leidraad dienen <br />

december 2012;<br />

- Een signaleringskaart wordt uitgewerkt voor kansrijke ontwikkelgebieden februari 2012;<br />

- In ontwerpprocessen wordt vroegtijdig aangehaakt, dit wordt geborgd in werkprogramma; tevens<br />

wordt hiervoor signaleringskaart ingezet.<br />

4.2. Uitvoering middellange termijn (2013 - <strong>2015</strong>)<br />

- bestemmingsplannen actualiseren voor doorwerking van dit beleid met het oog op EV.<br />

- er is in de gemeente aandacht voor risicocommunicatie over gevaarlijke stoffen met gebruikmaking<br />

van effectieve instrumenten.<br />

4.3. Wensbeeld lange termijn (<strong>2015</strong> - 2020)<br />

- alle LPG tankstations zijn verplaatst naar buiten woongebieden of zijn opgeheven;<br />

- de risicobronnen zijn zoveel mogelijk geconcentreerd op daarvoor aangewezen bedrijventerreinen;<br />

- er zijn geen bijzonder kwetsbare objecten binnen invloedsgebieden van risicovolle activiteiten.<br />

4.4. Financiering<br />

Alle werkzaamheden worden in de afdelingsplannen voor <strong>2011</strong> en verder meegenomen. Op basis van<br />

de beleidsagenda zijn alleen apparaatskosten voor uren voorzien. Kosten van ingrepen in de fysieke<br />

omgeving komen voor rekening van de afzonderlijke projecten en exploitatieplannen en maken deel uit<br />

van een separate integrale afweging.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

24


5. REFERENTIES<br />

1. AVIV (2006). Groepsrisico LPG-tankstations gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />

2. Ministerie VROM (2010). Knelpuntenlijst 2 de fase LPG tankstations, versie februari 2010.<br />

3. Ministerie V&W (2010). Basisnet Spoor vastgesteld. Nieuwsbericht van 9 juli 2010, site V&W.<br />

4. Ministerie V&W (2008). Bijlage 3 bij VenW/DGMo-2008/4424: Tussenstand concept-ontwerp Basis<br />

net Spoor.<br />

5. Provincie Limburg (2008). Programma Werklocaties Limburg 2020.<br />

6. <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> (mei 2010). Structuurvisie <strong>Heerlen</strong> 2040, concept.<br />

7. <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> (2009). Kadernota integrale <strong>veiligheid</strong> 2010 - 2013.<br />

8. <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> (2004). <strong>Beleid</strong>splan vervoer gevaarlijke stoffen.<br />

9. IPO, VNG, NVBR (2010). Verantwoorde brandweeradvisering in het kader van <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>,<br />

een samenspel tussen <strong>veiligheid</strong>, ruimtelijke ordening en milieu.<br />

10 NVBR (2005). Bluswater en Bereikbaarheid.<br />

11. Provincie Limburg (2010). Gezamenlijke beleidsvisie <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> Limburg.<br />

12. Provincie Limburg (2007). Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid, ‘Veiligheid maken<br />

we samen’.<br />

13. <strong>Gemeente</strong>raad <strong>Heerlen</strong>, 22 september 2005, registratienummer SO/2005/16538.<br />

14. Ministerie VROM (2010). Evaluatie verantwoordingsplicht groepsrisico, eindrapportage.<br />

15. AVIV (2010). In opdracht van het Stadgewest Haaglanden. Ruimtelijke ordening en het hoofdstuk<br />

<strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>: een format.<br />

16. <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> (2000). <strong>Beleid</strong> motorbrandstofverkooppunten.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />

25


6. SAMENSTELLING PROJECTTEAM<br />

projectteam<br />

Sylvia Göttgens (projectleider) - Stadsplanning<br />

Ber Kesselaar - Vergunningverlening<br />

Peter Bindels - Integrale <strong>veiligheid</strong><br />

Jolanda Pletsers - Integrale <strong>veiligheid</strong><br />

Barry Cremers - Ruimtelijke ontwikkeling<br />

Maurice Weelen - Brandweer Zuid-Limburg<br />

Wim Plug - Brandweer Zuid-Limburg<br />

klankbord<br />

Astrid Dritty - Actieve acquisitie<br />

Marjan Slenter - Handhaving<br />

Reina Cobussen - Communicatie<br />

begeleiding/auteurs<br />

Reinoud Scheres - Witteveen+Bos<br />

Robert Geerts - AVIV<br />

Jan Heitink - AVIV<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010<br />

26


BIJLAGE I Werkproces tot stand komen EV beleid <strong>Heerlen</strong><br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


WORKSHOP 1: AMBITIE & GEDACHTENVORMING<br />

□ Een presentatie waarin de essentie van een beleids<br />

visie EV wordt aangegeven + discussie.<br />

□ Presentatie waarin verschillen tussen mogelijke<br />

beleidsvisies EV worden aangegeven + discussie.<br />

□ Presentatie van onderwerpen die in de beleidsvisie<br />

aandacht kunnen krijgen + discussie.<br />

WORKSHOPRAPPORTAGE:<br />

- Handout van presentatie + toelichting<br />

- Verslaglegging workshopdiscussie + resultaat.<br />

- Beslispunten over:<br />

□ structuur beleidsnota<br />

□ onderwerpen + afbakening uitwerking<br />

□ eventuele actiepunten<br />

WORKSHOPS 2 EN 3: UITGEWERKT CONCEPT 1 STE<br />

DEEL ON-<br />

DERWERPEN<br />

□ Een presentatie van resultaat.<br />

□ bespreking.<br />

□ doorkijk naar uitwerking volgende onderwerp(en<br />

WORKSHOPRAPPORTAGE:<br />

- Handout van presentatie + toelichting<br />

- Verslaglegging workshopdiscussie + resultaat.<br />

- Beslispunten over:<br />

□ aanpassing concept 1 ste onderwerp(en)<br />

□ uitwerking vervolg onderwerpen<br />

□ eventuele actiepunten<br />

WORKSHOP 4: UITGEWERKT CONCEPT 2 DE<br />

DEEL ONDER-<br />

WERPEN<br />

□ Als bij workshop 2<br />

(vervolg op volgende pagina)<br />

WORKSHOPRAPPORTAGE:<br />

- Als bij workshop 2<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010<br />

Ideeën/wensen/opvattingen over de functie (meerwaarde)<br />

van het bestuurlijke beleidskader voor de<br />

EV van <strong>Heerlen</strong>.<br />

Dit expliciet krijgen<br />

Hierin structuur aanbrengen:<br />

□ waarover overeenstemming<br />

□ waarover mogelijk verschil van mening<br />

□ welke richting moet het op met de uitwerking van<br />

de verschillende onderwerpen van het beleidskader.<br />

Toelichting op gemaakte keuzes en uitwerking resultaat.<br />

Wat betekent het resultaat voor de praktische<br />

toepassing van de beleidsnota.<br />

Helder beeld krijgen van consequenties<br />

Check op ambities en keuzes:<br />

□ tijdshorizon/uitvoerbaarheid/wenselijkheid<br />

□ beleidsuitgangspunten voldoende navolgbaar en<br />

realistisch?<br />

□ toepassing beschikbare instrumenten voor uit<br />

voering beleid.


WORKSHOP 5: EINDCONCEPT BELEIDSVISIE<br />

□ Presentatie waarin de samenhang en consistentie<br />

van de beleidsvisie wordt toegelicht.<br />

□ korte toelichting werkproces dat tot het resultaat<br />

heeft geleid.<br />

WORKSHOPRAPPORTAGE:<br />

- Handout van presentatie + toelichting<br />

- Verslaglegging workshop.<br />

- Beslispunten over:<br />

□ definitief maken eindconcept<br />

COMMUNICATIE BELEIDSVISIE (WORKSHOP 6)<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010<br />

Toelichting op resultaat. Hoe kan het resultaat in<br />

de praktijk worden gebruikt?<br />

Helder beeld krijgen van<br />

follow up toepassen beleidskader<br />

□ Evaluatie hoe ambities en keuzes zijn gerea liseerd<br />

□ borging van EV-taken in de organisatie


BIJLAGE II Uitleg belangrijkste begrippen (inclusief afbeeldingen Bleve)<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


<strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

Externe <strong>veiligheid</strong> gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer<br />

van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen.<br />

Ook de risico's van het gebruik van luchthavens vallen onder <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>.<br />

risicobron<br />

Een bron (weg, water, spoor, buisleiding, inrichting) waar gevaarlijke stoffen in, over of door worden<br />

vervoerd, verwerkt, opgeslagen of gebruikt die een dodelijk effect kan hebben dat tot buiten de bron<br />

zelf komt. Kortom: een activiteit met gevaarlijke stoffen.<br />

plaatsgebonden risico<br />

Het plaatsgebonden risico is bedoeld om te zorgen dat het individu aan een te verwaarlozen overlijdenskans<br />

blootstaat als hij in de (wijde) omgeving verblijft van een risicobron. Het plaatsgebonden risico<br />

is van toepassing op kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten.<br />

kwetsbare objecten<br />

Gebouwen of gebieden waar zich veel mensen gedurende langere tijd bevinden, zoals woonwijken,<br />

grote kantoren, winkelcentra, scholen en grote sportcomplexen.<br />

beperkt kwetsbare objecten<br />

Beperkt kwetsbare objecten zijn objecten die vanwege de aard ervan iets minder bescherming nodig<br />

hebben dan kwetsbare objecten.<br />

bijzonder kwetsbare objecten<br />

Objecten die vanwege de aard ervan meer bescherming nodig hebben dan kwetsbare objecten. Dit zijn<br />

objecten waarin zich doorgaan personen bevinden die minder dan gemiddeld zelfredzaam zijn. Denk<br />

hierbij aan geestelijk en lichamelijk gehandicapten, zieken, ouderen, kinderen in een basisschool en<br />

gevangenen.<br />

10 -6 contour<br />

Burgers moeten voldoende beschermd zijn tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Het basisbeschermingsniveau<br />

is een basisnorm die de kans uitdrukt dat een omwonende overlijdt door een ongeluk<br />

met een gevaarlijke stof. Het is uitgedrukt in een getal: het plaatsgebonden risico (PR). Dat is de<br />

kans dat een persoon die een jaar lang permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats aanwezig<br />

is, als rechtstreeks gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen overlijdt. Het PR mag maximaal 10 -<br />

6 per jaar bedragen. Dat betekent dat de kans op overlijden niet hoger mag zijn dan één op de miljoen<br />

(10 -6 ) per jaar. Binnen de PR 10 -6 contour mogen geen kwetsbare en bijzonder kwetsbare objecten<br />

(geprojecteerd) zijn.<br />

groepsrisico<br />

Het groepsrisico is bedoeld om de kans op een ramp (sociale ontwrichting) voldoende klein te houden<br />

opdat dit risico, hoewel aanwezig, verwaarloosbaar geacht mag worden. Bij de beoordeling van de<br />

aanvaardbaarheid van dit risico staat de afweging van de voordelen van de gewenste activiteit centraal<br />

in samenhang met een beoordeling van de mogelijkheden en haalbaarheid van extra <strong>veiligheid</strong>smaatregelen<br />

om de kans en of gevolgen verder te beperken.<br />

restrisico<br />

Zie ‘groepsrisico’.<br />

invloedsgebied<br />

Het invloedsgebied is het gebied dat wordt bepaald door na te gaan op welke afstand een dodelijk effect<br />

zover is uitgedempt dat de kans om er aan te overlijden bijna nul is geworden. Om precies te zijn<br />

een kans van 0,01 ofwel 1 %. Binnen dit invloedsgebied wordt de hoogte van het groepsrisico bepaald.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


oriëntatiewaarde<br />

Voor het groepsrisico geldt een oriëntatiewaarde. Dit is geen norm, maar een ijkpunt. Iedere verandering<br />

boven of onder deze waarde moet worden verantwoord. Deze verantwoordingsplicht moet aanzetten<br />

tot discussie over de omvang van het groepsrisico en de verhouding tot de oriëntatiewaarde. Maar<br />

ook over de <strong>veiligheid</strong> van de risicovolle situatie, de gevolgen voor de omgeving, de hulpverlening en<br />

de zelfredzaamheid van omwonenden.<br />

De oriëntatiewaarde wordt uitgedrukt in een grafiek. In die curve (de zogenaamde Fn-curve) wordt de<br />

calamiteitfrequentie afgezet tegen het verwachte aantal doden. Met de komst van de verantwoordingsplicht<br />

is de oriëntatiewaarde niet meer dan een ijkpunt in een totale afweging (zie ‘groepsrisico’).<br />

basisnet vervoer gevaarlijke stoffen<br />

In het Basisnet wordt voor alle rijkswegen, hoofdvaarwegen en spoorwegen vastgesteld hoeveel risico<br />

er maximaal mag zijn. Daarbij wordt beschreven welke ruimtelijke ontwikkelingen wel en niet zijn toegestaan<br />

in de omgeving van deze wegen.<br />

Het vervoer van gevaarlijke stoffen is voor een groot deel verbonden aan industriële activiteiten, zoals<br />

het Rotterdamse havengebied, het Amsterdam-Noordzeekanaalgebied, Chemelot en enkele andere<br />

grote industrielocaties elders in Nederland. Het Basisnet verbindt in ieder geval deze gebieden en zorgt<br />

voor goede oost-west- en noord-zuidverbindingen met Duitsland en België.<br />

domino-effecten<br />

Domino-effecten doen zich voor als een incident bij het ene bedrijf een reactie bij een ander nabijgelegen<br />

bedrijf veroorzaakt, waardoor het effect van het incident mogelijk vergroot wordt. Artikel 7 van het<br />

Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) bepaalt dat die inrichtingen geïdentificeerd moeten worden<br />

waar zware ongevallen kunnen leiden tot domino-effecten bij naburige bedrijven. Zowel aan de veroorzaker<br />

van het risico als aan het blootgestelde bedrijf stelt het BRZO aanvullende eisen. Voor de identificatie<br />

van deze inrichtingen is een instrument ontwikkeld: het instrument domino-effecten (IDE).<br />

zelfredzaamheid<br />

Zelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar, zonder daadwerkelijk hulp<br />

van hulpverleningsdiensten. Het zelfredzame vermogen van personen is een belangrijke voorwaarde<br />

om grote calamiteiten bij een incident te voorkomen. De mogelijkheden voor zelfredzaamheid bestaan,<br />

afhankelijk van de vrijgekomen gevaarlijke stof, globaal uit schuilen en ontvluchting.<br />

stand-still<br />

Het ‘stand-still beginsel’ houdt in dat de huidige toestand niet verslechtert en dat waarden of milieuomstandigheden<br />

die gunstige voorwaarden kunnen scheppen voor de omgeving beschermd worden<br />

voor toekomstige generaties.<br />

PBZO-bedrijf<br />

Een PBZO-bedrijf is een Brzo-bedrijf dat tussen de lage en hoge drempelwaarde van het Brzo 1999 zit<br />

en is niet verplicht een VR op te stellen.<br />

BLEVE<br />

BLEVE staat voor ‘boiling liquid expanding vapour explosion’. Er wordt onderscheid gemaakt in het optreden<br />

van een zogenaamde ‘warme’ BLEVE en ‘koude’ BLEVE. De BLEVE geeft zowel een drukgolf<br />

als een intense warmtestraling en treedt meteen op bij een calamiteit met een tankwagen gevuld met<br />

brandbare gassen.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


Een BLEVE van bijvoorbeeld een LPG-spoorketelwagen is een ongeluk dat ontstaat als ineens de volle<br />

inhoud van de tank vrijkomt en direct tot ontbranding komt. Er zijn twee soorten oorzaken waardoor de<br />

inhoud ineens volledig vrijkomt:<br />

- de tank scheurt open door de één of andere mechanische inwerking op de tank;<br />

- de tank scheurt open omdat de druk in de tank zo hoog oploopt dat de sterkte van de tankwand onvoldoende<br />

is om heel te blijven.<br />

De eerste wordt aangeduid als koude BLEVE en de tweede wordt aangeduid als warme BLEVE. Dit<br />

laatste omdat de drukstijging in de tank het gevolg is van een brand die de tank aanstraalt. De onderstaande<br />

foto (links boven) is een BLEVE van een LPG- spoorketelwagen. De afmetingen van een<br />

BLEVE van een volle LPG-tankwagen zijn kleiner. Reden is dat een LPG-spoorketelwagen meer LPG<br />

bevat dan een LPG-tankwagen.<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


BIJLAGE III Huidige routering gevaarlijke stoffen (kaart)<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


Nuth<br />

Schinnen<br />

Voerendaal<br />

Gulpen-Wittem<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke routering<br />

Provinciale weg<br />

Rijksweg<br />

<strong>Heerlen</strong><br />

Brunssum<br />

Simpelveld<br />

Landgraaf<br />

Kerkrade


BIJLAGE IV Risicobronnen <strong>Heerlen</strong> (kaart)<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


Nuth<br />

Schinnen<br />

E Inrichtingen<br />

Rijksweg<br />

Provinciale weg<br />

Voerendaal<br />

Gulpen-Wittem<br />

Hogedruk aardgasleiding<br />

Spoor<br />

E<br />

E<br />

E<br />

Total Ganzeweide<br />

De Koumen / Servauto<br />

Fina <strong>Heerlen</strong><br />

Autorette Terworm Ten Esschen<br />

E<br />

<strong>Heerlen</strong> Van Dooren B.v.<br />

E<br />

Brunssum<br />

E<br />

Q8-Servicestation Jansen Texaco Tankstation<br />

E E<br />

Texaco <strong>Heerlen</strong> V.O.F<br />

E<br />

E<br />

E<br />

E<br />

E<br />

Tamoil - De Kissel<br />

E<br />

E<br />

Landgraaf<br />

Brouwers<br />

BP-Tankstation De Beitel<br />

Kerkrade<br />

Euro Frigo Venlo Bv<br />

Scotts Europe BV<br />

Flopak BV<br />

Simpelveld<br />

Moxba Metrex<br />

Esso Tankstation Langveld<br />

Tienbaan<br />

E E


BIJLAGE V EV takenlijst ten behoeve van werkprogramma <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> 2009<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


Werkprogramma <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> (benoeming taken centrumgemeente en regiogemeente)<br />

Wettelijke basis van taken Nr Taken / Activiteiten Toelichting / beheersmiddel<br />

Capaciteit in uren<br />

Kosten (in euro's)<br />

Speerpunt in Eindverantwoordelijkheid Wie organiseert de uitvoering van de Wie voert de taak/activiteit uit (actief /<br />

2009 regiogemeente<br />

taak/activiteit?<br />

waar mogelijk pro-actief)?<br />

2009 2010 <strong>2011</strong> 2012 2013 2014 2009 2010 <strong>2011</strong> 2012 2013 2014 centrumgemeente Regiogemeente centrumgemeente Regiogemeente<br />

1 BELEIDSVISIE<br />

1.1 Opstellen gemeentelijk beleidsvisie EV, doorwerking in<br />

beleidsplan, vaststellen en implementeren<br />

Volgen van actuele (beleids)ontwikkelingen op het vlak van<br />

<strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> via participatie in het Limburgse Platform<br />

<strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

Eind 2007 begin 2008 is een gezamelijke beleidsvisie <strong>externe</strong><br />

<strong>veiligheid</strong> opgesteld. Deze wordt jaarlijkse door het Platform EV<br />

geactualiseerd<br />

Het platform EV is een ontmoetingsplek waar Limburgse<br />

gemeente, de provincie, regionale brandweer en VROM-inspectie<br />

kennis delen, ervaringen uitwisselen en nieuwe ontwikkelingen<br />

bespreken. Het platform richt zich vooral op beleidsmatige en<br />

bovenlokale EV-vraagstukken. Alle centrumgemeenten diverse<br />

andere Limburgse gemeenten participeren in het platform. Via de<br />

centrumgemeenten worden signalen uit de regio in het platform EV<br />

geagendeerd.<br />

1.2 Opstellen jaarverantwoording werkprogramma <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> Alleen relevant indien individuele gemeente een werkprogramma<br />

EV heeft<br />

Actueel houden van Risicoregister 2 RISICO-INFORMATIE<br />

gevaarlijke stoffen (RRGS); Wrzo, 2.1 Risicoregister Gevaarlijke Stoffen (RRGS)<br />

Registratiebesluit en Regeling prov. 2.2.2 Uitvoeren van coördinatietaken RRGS (borging van beheer van Benoemen van verantwoordelijk functionaris; Goede uitwisseling<br />

Risicokaart<br />

risico-informatie over inrichtingen en lokale wegen)<br />

risicodata tussen EV-partners en opnemen in de werkprocessen<br />

van de gemeentelijke organisatie; Presenteren en communiceren<br />

PRK richting gebruikers en doelgroepen<br />

Actueel houden Informatiesysteem<br />

Overige Ramptypen (ISOR); Wrzo,<br />

Regeling prov. Risicokaart<br />

Afgifte Wm-vergunningen voor<br />

nieuwe bedrijven, waarbij EV<br />

relevant is; Wm en BEVI<br />

Actualiseren van Wm-vergunningen<br />

met EV-relevantie<br />

Centrumgemeente is<br />

ondersteunend<br />

X X X X<br />

X X X<br />

X X X X<br />

X X X X<br />

2.1.1 Invoeren in het RRGS van nieuwe inrichtingen Vastleggen risicobronnen (inrichtingen en relevante lokale wegen)<br />

in het RRGS conform het Registratiebesluit en de Leidraad RI-GS X X X X<br />

Uitvoeren van jaarlijkse actualisatie van het RRGS Jaarlijkse controle op volledigheid RRGS en doorwerking van<br />

wijzigingen in de Leidraad en Wet- en regelgeving in de<br />

geregistreerde informatie<br />

Informatiesysteem Overige Ramptypen (ISOR)<br />

Uitvoeren van coördinatietaken ISOR (borging van beheer van<br />

risico-informatie over kwetsbare objecten en overige ramptypen)<br />

X X X X<br />

Inbedding van werkprocessen en informatiesystemen in de<br />

organisatie van regiogemeenten X X X X<br />

2.1.2 (Eenmalige) Inventariseren kwetsbare objecten en vastgeleggen<br />

in ISOR.<br />

Uitvoeren door vakdiensten (milieu/RO/brandweer)<br />

X X X<br />

Invoer van nieuwe kwetsbare objecten in het ISOR Vastleggen kwetsbare objecten in het ISOR conform de<br />

registratieverplichting die volgt uit de Regeling prov risicokaart en<br />

conform de Leidraad RI-OR<br />

X X X<br />

2.2.1 Bronbestanden kwetsbare objecten actueel houden Jaarlijkse controle op volledigheid ISOR X X X<br />

3 Vergunningverlening en handhaving bedrijven<br />

3.1 Vergunningverlening<br />

Toets vergunningaanvraag op risico's (drempelwaarden tabel<br />

RRGS<br />

In kaart brengen opslag en gebruik gevaarlijke stoffen<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X X<br />

In onderling overleg tussen centrumgemeente en<br />

X X<br />

Inzicht krijgen in risico's (PR/GR) van activiteiten aan de hand van<br />

leidraden e.d.<br />

X X regiogemeente wordt Xbepaald welke taken X door<br />

Inzicht krijgen in risico's (PR/GR) van activiteiten aan de hand van<br />

QRA's<br />

X X wie worden uitgevoerd X en tot op welke hoogte. X<br />

Toetsen van de QRA op ontvankelijkheid en het beoordelen van<br />

de QRA<br />

X X Uitgangspunt is dat de regiogemeenten X organiseert X<br />

Het vatten van dit verkregen inzicht in een advies, richting de<br />

vergunningverlener<br />

X X X X<br />

en per activiteit beoordeelt of zij de taak zelf<br />

Confronteren van deze risico's met de huidige en toekomstige Toetsen aan de normen van het BEVI<br />

ruimtelijke ontwikkelingen/strategie, zodat de knelpunten in beeld<br />

komen<br />

X X willen uitvoeren (met X ondersteuning van X de<br />

Opstellen van voorschriften EV voor in de vergunning<br />

Adviesvraag richting regionale brandweer (incl. eventuele<br />

toelichting)<br />

Opstellen van een verantwoording voor het groepsrisico<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X X<br />

centrumgemeente) of door de centrumgemeente<br />

X X<br />

willen laten uitvoeren<br />

X<br />

Vastleggen van de uitgangspunten die gehanteerd zijn bij het Opstellen van de EV-paragraaf van de considerans<br />

bepalen van de risicoafstanden en de berekening van het<br />

groepsrisico in de considerans<br />

X X X<br />

3.1.1 Toets vergunningen op EV-relevantie en actualisatiebehoefte Werkplan voor het Inventariseren van actualiteit EVinrichtingenbestand<br />

en beoordelen van de actualisatiebehoefte<br />

hiervan<br />

* X X X X<br />

3.1.2 Milieuvergunningen aanpassen aan EV-wet- en regelgeving Instrument: Wegwijzer EV in de Wm-vergunning en IPO-projecten<br />

* X X X X<br />

3.1.3 Inzicht in knelpunten mbt GR bij de LPG-tankstations (volgens het Specifieke actie milieu doorzet LPG in overleg met bedrijven<br />

LPG-convenant)<br />

vastleggen in milieuvergunning<br />

Handhaving risicovolle inrichtingen; 3.2 Handhaving<br />

Wm, BEVI, BRZO<br />

3.2.1 Uitvoeren van controles met extra aandacht voor EV Goede beheersing van het Aspect <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> en hh EV<br />

betrekken in het handhavingsprogramma; Via SKP deskundigheid<br />

betrekken voor EV-controles<br />

Implementatie Besluit Risico’s Zware 3.1.4 Volledige implementatie van BeteRZO in de eigen organisatie Uitvoering van de taak ligt bij de BRZO Maatlatorganisatie:<br />

Ongevallen<br />

afspraken over uitvoering worden tussen regiogemeente en<br />

maatlatorganisatie gemaakt.<br />

3.2.2 Uitvoeren BRZO-inspecties door maatlat-organisatie Uitvoering van de taak ligt bij de BRZO Maatlatorganisatie:<br />

afspraken over uitvoering worden tussen regiogemeente en<br />

maatlatorganisatie gemaakt.<br />

Saneringen ingevolge BEVI / REVI 3.3 Sanering<br />

3.3.1 Inventariseren van de urgente als niet-urgente saneringssituaties.<br />

(Bevi/Revi)<br />

3.3.5 Inzicht krijgen in de potentiële saneringssituaties in bestaande Bouwvergunningen voor kwetsbare objecten binnen de contouren<br />

bestemmingsplannen (2009?).<br />

van risicovolle bedrijven kunnen niet worden geweigerd op grond<br />

van het Bevi.<br />

* X X X X<br />

X X X X<br />

* X X X X<br />

* X X X X


Werkprogramma <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> (benoeming taken centrumgemeente en regiogemeente)<br />

Wettelijke basis van taken Nr Taken / Activiteiten Toelichting / beheersmiddel<br />

Capaciteit in uren<br />

Kosten (in euro's)<br />

Speerpunt in Eindverantwoordelijkheid Wie organiseert de uitvoering van de Wie voert de taak/activiteit uit (actief / Centrumgemeente is<br />

2009 regiogemeente<br />

taak/activiteit?<br />

waar mogelijk pro-actief)?<br />

ondersteunend<br />

2009 2010 <strong>2011</strong> 2012 2013 2014 2009 2010 <strong>2011</strong> 2012 2013 2014 centrumgemeente Regiogemeente centrumgemeente Regiogemeente<br />

3.3.3 Visie en strategie uitwerken voor niet-urgente situaties en<br />

uitvoeren van de niet-urgente situaties t/m 31-12-2010).<br />

* X X X X X<br />

Opstellen van<br />

Opstellen of actualiseren van het saneringsprogramma integraal saneringsprogramma voor urente en niet-urgente<br />

saneringsprogramma’s en -<br />

saneringen van bedrijven en saneringssituaties bestaande<br />

* X X X X<br />

voorstellen (BEVI)<br />

bestemmingsplannen<br />

3.3.2 Uitvoeren urgente saneringen X X X X<br />

3.3.4 Vanaf 1 januari 2008 ontstaan geen nieuwe saneringssituaties Controleren bij vergunningverlening en ontwikkeling van ruimtelijke<br />

meer.<br />

plannen of er sprake kan zijn van bestaande of toekomstige<br />

saneringssituaties.<br />

X X X X<br />

5 RUIMTELIJKE ORDENING<br />

DoorwerkingEV- visies, -beleid en - Risiconormering in nieuwe bestemmingsplannen en<br />

wet- en regeling in<br />

projectbesluiten opnemen<br />

bestemmingsplannen en<br />

Toets plangebied op EV-relevante risicobronnen X X X X<br />

projectbesluiten; Wro, BEVI,<br />

Onderzoek naar risicobronnen EV X X In onderling overleg tussen X centrumgemeente X en<br />

CRNVGS, SBUI<br />

Inrichting krijgen in risico's (PR/GR) van de activiteit aan de hand<br />

van vergunningen bedrijven<br />

Inzicht krijgen in de risico's (PR/GR) van de activiteit aan de hand<br />

X X X X<br />

regiogemeente wordt bepaald welke taken door<br />

van risicoberekeingen aan transportmodaliteiten en eventueel<br />

inrichtingen (QRA's)<br />

X X X X<br />

wie worden uitgevoerd en tot op welke hoogte.<br />

Het opstellen van QRA's (kwantitatieve risicoberekeningen met bv<br />

RBM-II, Pipesafe, Safety.nl etc)<br />

X X Uitgangspunt is dat de regiogemeenten X organiseert X<br />

Het vatten van dit verkregen inzicht in een advies, richting de ROmedewerker<br />

X X X X<br />

en per activiteit beoordeelt of zij de taak zelf<br />

Confronteren van contouren met de huidige en toekomstige<br />

ruimtelijke ontwikkelingen, zodat knelpunten in beeld komen<br />

X X X X<br />

willen uitvoeren (met ondersteuning van de<br />

Opstellen van bestemmingsplan-voorschriften EV X X X X<br />

Adviesvraag regionale brandweer<br />

Opstellen verantwoording groepsrisico<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

centrumgemeente) of door X de centrumgemeente X<br />

X X<br />

Vastleggen van de uitgangspunten die gehandeerd zijn bij het<br />

bepalen van de risicoafstanden en de berekening van het<br />

groepsrisico<br />

X X<br />

willen laten uitvoeren<br />

X X<br />

Actualiseren van<br />

bestemmingsplannen voor wat<br />

betreft EV; Wro, BEVI, CRNVGS,<br />

SBUI<br />

Risiconormering in bestaande bestemmingsplannen<br />

Inventarisatie van EV-bronnen en 5.1 Toets bestemmingsplannen op EV-relevantie en<br />

Quick-scan bestaande bestemmingsplannen. Bekijken of<br />

beoordeling EV-paragraaf tbv<br />

actualisatiebehoefte<br />

bestaande bestemmingsplannen de mogelijkheid bieden tot afgifte<br />

bestemmingsplan<br />

van bouwvergunningen in de PR-contouren (dit moet voorkomen<br />

worden; omdat anders nieuwe saneringssituaties ontstaan).<br />

X X X<br />

Handhaving Wro; Wro, BEVI en<br />

CRNVGS<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke routering bepalen en<br />

vastleggen; BTEV<br />

Beheer en actualisatie routerende<br />

maatregelen<br />

Inbreng EV-aspecten in<br />

milieueffectrapportages<br />

5.2 Er is een plan van aanpak opgesteld waarin wordt beschreven<br />

hoe de bestaande bestemmingsplannen op het gebied van<br />

<strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> worden geactualiseerd.<br />

Bestemmingsplannen aanpassen aan EV-wet en regelgeving<br />

5.3 Externe <strong>veiligheid</strong> wordt regulier meegenomen bij nieuwe<br />

ruimtelijke plannen en/of actualisaties.<br />

Hierin wordt duidelijk gemaakt hoe bestaande<br />

bestemmingsplannen 'gerepareerd' worden, zodat afgifte van<br />

bouwvergunningen binnen de PR-contouren wordt geblokkeerd.<br />

X X X<br />

X X X X<br />

Door middel van het opstellen van een <strong>externe</strong><br />

<strong>veiligheid</strong>sparagraaf en toetsen X X X X<br />

Handhavig Wro<br />

Doorwerking Bevi en CRNVGS in handhaving Wro-besluiten X X X X<br />

4 TRANSPORTASSEN<br />

4.1. Wegtransport<br />

Samen met Provincie, Rijkswaterstaat en omliggende gemeenten<br />

routeringsnoodzaak en eventuele routering bepalen X X X<br />

Van deze routering de risico's in kaart brengen X X<br />

Routeringsbesluit nemen X X X X<br />

Openbaar maken via gemeentelijke internetsite X X X<br />

4.1.1 Geven van ontheffingen voor het afwijken van de route<br />

gevaarlijke stoffen.<br />

Routeplichtige stoffen kunnen door middel van een ontheffing van<br />

de vastgestelde route vervoer gevaarlijke stoffen.<br />

X X X<br />

4.1.2 Handhaving ontheffingen routering vervoer gevaarlijke stoffen. In samenwerking met de politie: bij overtredingen volgt een procesverbaal<br />

(geen prioriteit; politie/RMT (Regionaal Milieu Team) is<br />

hierbij wel betrokken).<br />

X Politie<br />

4.1.3 De ontwikkelingen inzake het basisnet 'Weg' worden gevolgd. Het rijk wil een aantal snelwegen aanwijzen waarover het vervoer<br />

van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk moet plaatsvinden. X X<br />

4.1.4 Externe <strong>veiligheid</strong> wordt bij verkeersmaatregelen aantoonbaar<br />

meegenomen.<br />

Het betreffen verkeersmaatregelen waarbij vervoer van gevaarlijke<br />

stoffen is betroken.<br />

Werkafspraak binnen afdeling PZ en verkeer<br />

4.2. Spoortransport<br />

4.2.1 De ontwikkelingen inzake het basisnet 'Spoor' worden gevolgd. Via deelname aan de Urmondgroep is het CAEV vrij snel op de<br />

hoogte van de ontwikkelingen inzake het basisnet.<br />

4.3 Buisleidingen<br />

4.3.1 De ontwikkelingen inzake de <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> van buisleidingen<br />

(aardgas en brandbare vloeistoffen) worden gevolgd.<br />

4.3.2 De relevante buisleidingen toetsen aan de nieuwe AMvB. Na inwerkingtreding nieuwe AMvB<br />

EV in MER<br />

Inrichting krijgen in risico's (PR/GR)<br />

Het vatten van dit verkregen inzicht in een advies/vergelijking<br />

voor de scenario's<br />

7 RISICOCOMMUNICATIE<br />

X X X<br />

X X<br />

Het betreft hier een nieuwe AMvB die naar verwachting in 2009<br />

van kracht wordt. X X<br />

* X X X X<br />

X X X X<br />

X X X


Werkprogramma <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> (benoeming taken centrumgemeente en regiogemeente)<br />

Wettelijke basis van taken Nr Taken / Activiteiten Toelichting / beheersmiddel<br />

Capaciteit in uren<br />

Kosten (in euro's)<br />

Speerpunt in Eindverantwoordelijkheid Wie organiseert de uitvoering van de Wie voert de taak/activiteit uit (actief / Centrumgemeente is<br />

2009 regiogemeente<br />

taak/activiteit?<br />

waar mogelijk pro-actief)?<br />

ondersteunend<br />

2009 2010 <strong>2011</strong> 2012 2013 2014 2009 2010 <strong>2011</strong> 2012 2013 2014 centrumgemeente Regiogemeente centrumgemeente Regiogemeente<br />

Risicocommunicatie richting burgers 7.3 De gemeente communiceert over risico's. O.a. via de voor de burgers beschikbare provinciale en/of<br />

gemeentelijke risicokaart<br />

X X X X<br />

Uitbouwen en onderhouden<br />

kennisstructuur<br />

Op peil houden kennisniveau<br />

medewerkers<br />

7.1 De gemeente beschikt over een vastgesteld communicatieplan<br />

inzake risicocommunicatie rond <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong><br />

8 ORGANISATORISCHE VERSTERKING &<br />

PROFESSIONALISERING<br />

8.1 Borging EV-taken in gemeentelijke organisatie en werkprocessen. O.a. taakomschrijvingen en budgetten. Vastleggen in een EVcollegevoorstelnotitie<br />

8.2 Bevorderen van structurele formatie door het aangaan van een<br />

regionaal samenwerkingsverband.<br />

8.3 Kennisvergaring en -overdracht <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong>. Gedeelde taak: regiogemeente is zelf verantwoordelijk voor<br />

basiskennis EV, wordt in opleidingen die daarvoor nodig zijn door<br />

centrumgemeente gefaciliteerd. Toekomstige Maatlat EV verbindt<br />

eisen aan het kennisniveau.<br />

Mogelijkheid tot het volgen van cursusmodules bij Saxion<br />

Hogeschool.<br />

Meerjarenplanning EV-werkzaamheden<br />

Totaaloverzicht<br />

2009 2010 <strong>2011</strong> 2012 2013 2014 2009 2010 <strong>2011</strong> 2012 2013 2014<br />

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

X X X<br />

X X X X<br />

X X<br />

X X X


BIJLAGE VI Projectlijst stadsplanning (EV-relevant) en themakaart functie van alle projecten<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


A. Projectenlijst stadsplanning (EV-relevant)<br />

nr. projectnaam status product functie risicobron<br />

20 Overbroek (1 en 2e fase) bouw bouwplan woningbouw spoor<br />

22 Uitwerkingsplan Nieuw Lotbroek lopend plan multifunctioneel spoor<br />

24 Buitenring lopend project openbare ruimte BL kruising allee<br />

40 Groeve gebieden lopend project woningbouw<br />

41 Brunssummerpoort lopend project openbare ruimte<br />

42 Groenspoor groen II en stadsparken lopend project openbare ruimte<br />

44 SON/uwv lopend plan economie spoor<br />

45 Zeswegen Vlek F stil plan woningbouw spoor<br />

46 Woonboulevard vlek D lopend bouwplan economie spoor en N281<br />

47 Franck/Sampermans stil plan woningbouw spoor<br />

49 Grasbroekerweg Klooster/VIRIDARIA bouw bouwplan woningbouw lpg<br />

50 Grasbroek-Midden lopend project woningbouw spoor<br />

51 Grasbroek-Noord stil project woningbouw spoor<br />

53 Spoorsingel stil plan multifunctioneel spoor<br />

54 Van Cruchten stil plan woningbouw spoor<br />

57 Bredastraat nieuwbouw lopend plan woningbouw binnenring<br />

58 Centrum MSP lopend project multifunctioneel binnenring<br />

60 Den Haagstraat herinrichting na sloop lopend plan openbare ruimte spoor<br />

63 Glasmijterrein lopend plan openbare ruimte<br />

64 Govert Flinckstraat nieuwbouw lopend plan woningbouw binnenring<br />

67 Herinrichting openbare ruimte lopend plan openbare ruimte<br />

70 Palemig-1 (West) lopend project woningbouw Binnenring<br />

71 Palemig-2 (Oost) stil project woningbouw Binnenring<br />

74 Pocketparks lopend project openbare ruimte<br />

77 Landvoogdstraat bouw bouwplan woningbouw Spoor en N281<br />

78 Uitbreiding Douvenrade lopend project woningbouw N281<br />

79 Gasthuisstraat bouw bouwplan woningbouw spoor<br />

80 Kruisstraat/Dk. Nicolayestraat lopend bouwplan woningbouw<br />

81 Oude Lindestraat lopend bouwplan woningbouw<br />

82 Putgraaf stil plan woningbouw spoor<br />

86 Stationsgebied Maankwartier lopend project multifunctioneel spoor<br />

87 Stationstraat lopend bouwplan multifunctioneel spoor<br />

88 Vak C centrumplan (Parallelweg) stil bouwplan multifunctioneel spoor<br />

89 Royaltheater herbestemming lopend plan maatschappelijk spoor<br />

90 Herinrichting oranje nassaustraat lopend project openbare ruimte<br />

91 Herbestemming de klomp lopend plan economie spoor<br />

93 Hotel max, muziekschool en luijff lopend plan multifunctioneel spoor<br />

98 Nic. Beetsstraat lopend project woningbouw binnenring<br />

99 Voskuilenw. Plieger stil plan woningbouw spoor<br />

100 Voskuilenweg (OW/Corus) Bergweide bouw bouwplan woningbouw Spoor<br />

101 Vossepark bouw bouwplan woningbouw binnenring<br />

109 TCN/voormalig philipsterrein lopend plan economie binnenring<br />

114 Onderwijscampus lopend onderwerp maatschappelijk A76<br />

118 Hoogveld bouw bouwplan woningbouw N281/binnenring/lpg<br />

124 Avantis lopend plan economie N281/A76<br />

125 Revitalisering Beitel lopend plan economie binnenring/n281/a76<br />

127 Uitwerkingsvisie Imstenrade lopend visie multifunctioneel binnenring/n281/a76<br />

128 Renaturering caumerbeek lopend project openbare ruimte<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


B. Themakaart functie van alle projecten stadsplanning<br />

Witteveen+Bos<br />

HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010


1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

23<br />

23<br />

23<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

31<br />

32<br />

33<br />

34<br />

35<br />

36<br />

37<br />

38<br />

39<br />

41<br />

42<br />

42<br />

42<br />

42<br />

42<br />

42<br />

43<br />

44<br />

45<br />

46<br />

47<br />

48<br />

49<br />

50<br />

51<br />

53<br />

54<br />

55<br />

57<br />

58<br />

59<br />

60<br />

61<br />

63<br />

63<br />

64<br />

65<br />

66<br />

68<br />

69<br />

72<br />

73<br />

56<br />

64<br />

69<br />

69<br />

62 69<br />

67<br />

74<br />

74<br />

74<br />

75<br />

76<br />

52<br />

58<br />

58<br />

74<br />

67<br />

77<br />

78<br />

79<br />

80<br />

81<br />

82<br />

83<br />

84<br />

85<br />

86<br />

88<br />

89<br />

87<br />

90<br />

91<br />

92<br />

93<br />

94<br />

95<br />

96<br />

97<br />

98<br />

99<br />

100<br />

101<br />

102<br />

103<br />

104<br />

105<br />

106<br />

107<br />

108<br />

109<br />

110<br />

111<br />

112<br />

113<br />

114<br />

115<br />

116<br />

117<br />

118<br />

119<br />

120<br />

121<br />

122<br />

123<br />

124<br />

125<br />

126<br />

127<br />

127<br />

128<br />

128<br />

76<br />

70<br />

71<br />

40<br />

themakaart functie<br />

woningbouw<br />

economie<br />

maatschappelijk<br />

openbare ruimte<br />

multifunctioneel<br />

Zwart 5<br />

Hofstraat<br />

Euregioweg<br />

Zwart 5<br />

Zwart 5<br />

Zwart 5<br />

Zwart 5<br />

A=180<br />

R=%%42<br />

R=406.777<br />

A=180<br />

A=180<br />

R=406.777<br />

R=%%42<br />

A=180<br />

154<br />

153<br />

151<br />

150<br />

147<br />

* 200<br />

154<br />

BUS<br />

BUS<br />

BUS<br />

A=180<br />

R=%%42<br />

R=406.777<br />

A=180<br />

A=180<br />

R=406.777<br />

R=%%42<br />

A=180<br />

154<br />

153<br />

151<br />

150<br />

147<br />

* 200<br />

*125<br />

*125<br />

* 200<br />

154<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

WIU<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

Heidserpark<br />

bos<br />

WIU<br />

park<br />

bos<br />

bos<br />

park<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

wgr<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

WIU<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

wgr<br />

bos<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

wgr<br />

bos<br />

wgr<br />

wgr<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

WIU<br />

bos<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

wgr<br />

bos<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

bos<br />

bos<br />

sportveld<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

wgr<br />

wgr<br />

WIU<br />

WIU<br />

WIU<br />

begraafplaats<br />

begraafplaats<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

begraafplaats<br />

sportveld<br />

wgr<br />

begraafplaats<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

bos<br />

wgr<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

WIU<br />

begraafplaats<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

sportveld<br />

bos<br />

WIU<br />

bos<br />

recreatiepark<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

wgr<br />

bos<br />

WIU<br />

bos<br />

begraafplaats<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

begraafplaats<br />

bos<br />

bos<br />

sportveld<br />

begraafplaats<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

sportveld<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

Spoorbaan<br />

WIU<br />

Sportveld<br />

Sportveld<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Sportveld<br />

Sportveld<br />

Sportveld<br />

Sportveld<br />

Sportveld<br />

Sportveld<br />

WIU<br />

Sportveld<br />

Bos<br />

Bos<br />

WIU<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Sportveld<br />

WIU<br />

Spoorbaan<br />

Spoorbaan<br />

Spoorbaan<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Spoorbaan<br />

Bos<br />

Begraafplaats<br />

Bos<br />

Bos<br />

Begraafplaats<br />

WIU<br />

Spoorbaan<br />

WIU<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Begraafplaats<br />

Begraafplaats<br />

Sportveld<br />

Sportveld<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

sportveld<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Sportveld<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

WIU<br />

bos<br />

WIU<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

sportveld<br />

Spoorbaan<br />

bos<br />

Sportveld<br />

Sportveld<br />

Bos<br />

Bos<br />

Sportveld<br />

Begraafplaats<br />

School<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

bos<br />

sportveld<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

spoorbaan<br />

Sportveld<br />

Sportveld<br />

Sportveld<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

spoorbaan<br />

spoorbaan spoorbaan<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

spoorbaan<br />

spoorbaan<br />

spoorbaan<br />

Spoorbaan<br />

Bos<br />

Bos<br />

bos<br />

Bos<br />

Spoorbaan<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

Bos<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

WIU<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

begraafplaats<br />

bos<br />

spoorbaan<br />

sportveld<br />

sportveld<br />

spoorbaan<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

bos<br />

wgr<br />

bos<br />

spoorbaan<br />

bos<br />

bos<br />

spoorbaan<br />

Bos<br />

bos<br />

bos<br />

Spoorbaan<br />

WIU<br />

WIU<br />

WIU<br />

Spoorbaan<br />

Spoorbaan<br />

W.I.U.<br />

W.I.U.<br />

W.I.U.<br />

Trafo<br />

DUITSLAND<br />

WIU<br />

WIU<br />

WIU<br />

WIU<br />

WIU

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!