Beleid externe veiligheid 2011 - 2015 - Gemeente Heerlen
Beleid externe veiligheid 2011 - 2015 - Gemeente Heerlen
Beleid externe veiligheid 2011 - 2015 - Gemeente Heerlen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- De eerste trede van de ladder is het reduceren van risico’s bij de bron. Denk hierbij bijvoorbeeld<br />
aan het verminderen van de hoeveelheid of de aard van de gevaarlijke stoffen, verbeterde opslagvoorzieningen<br />
of het aanbrengen van <strong>veiligheid</strong>ssystemen. Risicoreductie aan de bron is voor vergunde<br />
situaties niet zonder meer mogelijk. Bij de LPG-tankstations in het stedelijk gebied kan bijvoorbeeld<br />
de LPG-verkoop worden uitgekocht. Dit vraagt om een politiek bestuurlijk besluit. Hier is<br />
de vraag immers aan de orde worden hoeveel geld de burgers van <strong>Heerlen</strong> over hebben voor de<br />
beoogde risicoreductie.<br />
- Als de eerste trede is genomen en alle redelijkerwijs te treffen maatregelen aan de bron zijn getroffen<br />
is de volgende trede van de <strong>veiligheid</strong>sladder het clusteren van risicovolle activiteiten. Hierdoor<br />
worden de risico’s beperkt tot een bepaald gebied, waardoor er elders ruimte ontstaat voor ruimtelijke<br />
ontwikkelingen. Het clusteren van risicovolle activiteiten vraag om een gericht beleid bij de<br />
(her)inrichting van bedrijventerreinen. Delen van het bedrijventerrein zullen dan gereserveerd moeten<br />
blijven voor bedrijven met een significant risico voor de omgeving. De bestemmingsplannen die<br />
bedrijventerreinen omvatten zullen hierop moeten worden afgestemd.<br />
- De derde trede op de ladder gaat over het scheiden van risicovolle activiteiten van de ontvangers.<br />
Denk hierbij aan (beperkt) kwetsbare objecten. Door afstand te creëren wordt bewerkstelligd dat de<br />
effecten van een eventuele calamiteit bij een risicovol object geen of weinig invloed hebben op deze<br />
kwetsbare objecten. Ook hier geldt dat dit in de bestemmingsplannen wordt verankerd.<br />
- De laatste trede van de ladder wordt gebruikt, als het niet mogelijk is om met de andere maatregelen<br />
tot een acceptabele situatie te komen. Hier gaat het om maatregelen te treffen bij de ontvanger<br />
van het risico om zo de gevolgen van een eventuele calamiteit zoveel mogelijk te beperken. Denk<br />
hierbij aan het bevorderen van de zelfredzaamheid (vluchtwegen), signaleringssystemen, de capaciteit<br />
van de hulpverlening of voorzieningen aan gebouwen. Diverse voorzieningen op gebouwniveau<br />
blijken vanuit het oogpunt van risicobeheersing niet erg kosteneffectief. Dit betekent niet dat<br />
het niet nodig kan blijken toch dergelijke maatregelen te treffen. Vooral als de bestaande situatie al<br />
een relatief hoog risiconiveau kent en men de ruimtelijke ontwikkeling toch wenst.<br />
Met in achtneming van bovenstaand kader van uitgangspunten en met het realiseren van onderstaande<br />
ambities is het <strong>veiligheid</strong>sniveau van de gemeente verantwoord en aanvaardbaar te houden.<br />
3.2. Uitwerking ambities<br />
In deze paragraaf zijn de algemene ambities van het GBEV-L uitgewerkt. Aanvullend zijn nog specifiek<br />
voor de gemeente <strong>Heerlen</strong> ambities geformuleerd en uitgewerkt.<br />
3.2.1. Plaatsgebonden risico<br />
Ambitie: Activiteiten mogen geen significante risico’s veroorzaken in de directe omgeving.<br />
Binnen de PR 10 -6 contour zijn geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten toegestaan), tenzij zwaarwegende<br />
maatschappelijke en/of economische belangen in het geding zijn. Bestaande beperkt kwetsbare<br />
objecten zijn toegestaan.<br />
Daar waar mogelijk worden de risicobronnen geconcentreerd. Hierdoor:<br />
- overlappen de <strong>veiligheid</strong>szones, waardoor het beslag op de ‘veilige’ ruimte wordt beperkt;<br />
- kunnen mogelijkheden in het concentratiegebied ontstaan voor specifieke maatregelen om calamiteiten<br />
te voorkomen en de gevolgen van calamiteiten te mitigeren. De effectiviteit van deze<br />
maatregelen neemt toe omdat de maatregel werkt voor meerdere inrichtingen waardoor ook de<br />
kosten worden verdeeld (bijvoorbeeld bovengenormeerde bluswatervoorziening);<br />
- kunnen mogelijkheden ontstaan voor de hulpdiensten om hun preparatie en repressie inspanning<br />
gerichter inzetten.<br />
Witteveen+Bos<br />
HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 03 12 september <strong>2011</strong><br />
13