Beleid externe veiligheid 2011 - 2015 - Gemeente Heerlen
Beleid externe veiligheid 2011 - 2015 - Gemeente Heerlen
Beleid externe veiligheid 2011 - 2015 - Gemeente Heerlen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
oriëntatiewaarde<br />
Voor het groepsrisico geldt een oriëntatiewaarde. Dit is geen norm, maar een ijkpunt. Iedere verandering<br />
boven of onder deze waarde moet worden verantwoord. Deze verantwoordingsplicht moet aanzetten<br />
tot discussie over de omvang van het groepsrisico en de verhouding tot de oriëntatiewaarde. Maar<br />
ook over de <strong>veiligheid</strong> van de risicovolle situatie, de gevolgen voor de omgeving, de hulpverlening en<br />
de zelfredzaamheid van omwonenden.<br />
De oriëntatiewaarde wordt uitgedrukt in een grafiek. In die curve (de zogenaamde Fn-curve) wordt de<br />
calamiteitfrequentie afgezet tegen het verwachte aantal doden. Met de komst van de verantwoordingsplicht<br />
is de oriëntatiewaarde niet meer dan een ijkpunt in een totale afweging (zie ‘groepsrisico’).<br />
basisnet vervoer gevaarlijke stoffen<br />
In het Basisnet wordt voor alle rijkswegen, hoofdvaarwegen en spoorwegen vastgesteld hoeveel risico<br />
er maximaal mag zijn. Daarbij wordt beschreven welke ruimtelijke ontwikkelingen wel en niet zijn toegestaan<br />
in de omgeving van deze wegen.<br />
Het vervoer van gevaarlijke stoffen is voor een groot deel verbonden aan industriële activiteiten, zoals<br />
het Rotterdamse havengebied, het Amsterdam-Noordzeekanaalgebied, Chemelot en enkele andere<br />
grote industrielocaties elders in Nederland. Het Basisnet verbindt in ieder geval deze gebieden en zorgt<br />
voor goede oost-west- en noord-zuidverbindingen met Duitsland en België.<br />
domino-effecten<br />
Domino-effecten doen zich voor als een incident bij het ene bedrijf een reactie bij een ander nabijgelegen<br />
bedrijf veroorzaakt, waardoor het effect van het incident mogelijk vergroot wordt. Artikel 7 van het<br />
Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) bepaalt dat die inrichtingen geïdentificeerd moeten worden<br />
waar zware ongevallen kunnen leiden tot domino-effecten bij naburige bedrijven. Zowel aan de veroorzaker<br />
van het risico als aan het blootgestelde bedrijf stelt het BRZO aanvullende eisen. Voor de identificatie<br />
van deze inrichtingen is een instrument ontwikkeld: het instrument domino-effecten (IDE).<br />
zelfredzaamheid<br />
Zelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar, zonder daadwerkelijk hulp<br />
van hulpverleningsdiensten. Het zelfredzame vermogen van personen is een belangrijke voorwaarde<br />
om grote calamiteiten bij een incident te voorkomen. De mogelijkheden voor zelfredzaamheid bestaan,<br />
afhankelijk van de vrijgekomen gevaarlijke stof, globaal uit schuilen en ontvluchting.<br />
stand-still<br />
Het ‘stand-still beginsel’ houdt in dat de huidige toestand niet verslechtert en dat waarden of milieuomstandigheden<br />
die gunstige voorwaarden kunnen scheppen voor de omgeving beschermd worden<br />
voor toekomstige generaties.<br />
PBZO-bedrijf<br />
Een PBZO-bedrijf is een Brzo-bedrijf dat tussen de lage en hoge drempelwaarde van het Brzo 1999 zit<br />
en is niet verplicht een VR op te stellen.<br />
BLEVE<br />
BLEVE staat voor ‘boiling liquid expanding vapour explosion’. Er wordt onderscheid gemaakt in het optreden<br />
van een zogenaamde ‘warme’ BLEVE en ‘koude’ BLEVE. De BLEVE geeft zowel een drukgolf<br />
als een intense warmtestraling en treedt meteen op bij een calamiteit met een tankwagen gevuld met<br />
brandbare gassen.<br />
Witteveen+Bos<br />
HRL259-1 <strong>Beleid</strong> <strong>externe</strong> <strong>veiligheid</strong> <strong>2011</strong> - <strong>2015</strong> definitief 02 d.d. 22 december 2010