Transgene dieren
Transgene dieren
Transgene dieren
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1. Het adviseren van de minister van VROM over de<br />
indeling in risicogroepen van het vervaardigen van en<br />
omgaan met ggo’s, en over veiligheidsmaatregelen<br />
die in verband daarmee moeten worden getroffen.<br />
Daaronder vallen ook de eisen die aan de deskundigheid<br />
van personen die ggo’s vervaardigen of ermee<br />
omgaan moeten worden gesteld;<br />
2. Het adviseren zowel van vergunningverlenende<br />
instanties over vergunningsaanvragen die betrekking<br />
hebben op het vervaardigen van of het verrichten van<br />
handelingen met ggo’s, alsook de advisering van de<br />
Milieu inspectie die belast is met het toezicht daarop;<br />
3. Het informeren van de minister van VROM of andere<br />
ministers, als aan het vervaardigen van of omgaan<br />
met ggo’s ethische of maatschappelijke aspecten zijn<br />
verbonden die naar het oordeel van de Cogem van<br />
belang zijn.<br />
Het transgeen maken van <strong>dieren</strong> wordt ook beschouwd<br />
als een dierproef in de zin van de Wet op de Dierproeven<br />
(WOD). Dat betekent dat door iemand die biotechnologische<br />
handelingen bij <strong>dieren</strong> wil verrichten ook de<br />
Dierexperimentencommissie (DEC) moet worden gepasseerd.<br />
Een DEC is geen landelijke commissie, zoals de<br />
CBD en de Cogem, maar ze is meestal verbonden aan<br />
een instelling die een vergunning heeft voor het doen van<br />
dierexperimenteel onderzoek. Overigens kan zo’n vergunninghouder<br />
ook gebruikmaken van de DEC van een<br />
andere instelling. Er zijn in Nederland zo’n tachtig vergunninghouders<br />
en ongeveer vijfentwintig DEC’s. Een<br />
onderzoeker moet middels het invullen van een aanvraagformulier<br />
de benodigde informatie verschaffen op<br />
basis waarvan de commissie een oordeel kan vellen.<br />
Omdat deze informatie van vertrouwelijke aard kan zijn,<br />
zijn de vergaderingen van DEC’s besloten, wat overigens<br />
de laatste tijd tot discussie aanleiding geeft. Het oordeel<br />
van een DEC is bindend. Bij een negatief advies kan in<br />
beroep gegaan worden bij de Centrale Commissie<br />
Dierproeven en als die beoordeling eveneens negatief<br />
uitvalt, mag de proef niet uitgevoerd worden.<br />
De belangrijkste taak van een DEC is te beoordelen of het<br />
belang van de dierproef opweegt tegen het ongerief – zeg<br />
maar het lijden – dat het dier te verduren krijgt. In de<br />
WOD worden een aantal belangen genoemd met het oog<br />
waarop dierproeven zouden kunnen worden verricht:<br />
pathologische, diagnostische, toxicologische, medicinale,<br />
farmaceutische en veterinaire toepassingen en het<br />
beantwoorden van wetenschappelijke vragen. Het zal<br />
niemand verbazen dat deze verscheidenheid aan belangen<br />
binnen de DEC’s soms aanleiding geeft tot interpretatieproblemen.<br />
Bovendien kunnen DEC-leden het wel<br />
eens moeilijk hebben met de doelstellingen van de dierproeven<br />
die ze moeten beoordelen, bijvoorbeeld het ontwikkelen<br />
van diergeneesmiddelen die gebruikt worden<br />
voor het in stand houden van een vorm van dierhouderij<br />
die zij als verre van ideaal beschouwen.<br />
Daarnaast heeft een DEC tot taak zich ervan te vergewissen<br />
of de herkomst, huisvesting en verzorging van de<br />
proef<strong>dieren</strong> conform de wet is en of de onderzoeker voldoende<br />
deskundig is. Ook moet gelet worden op de<br />
zogenaamde drie V’s: Vermindering van het aantal proef<strong>dieren</strong>,<br />
Verfijning van de proef met als gevolg het verminderen<br />
van ongerief en Vervanging van proef<strong>dieren</strong> door<br />
alternatieven (bijvoorbeeld reageerbuisonderzoek of<br />
computersimulaties). Een en ander wordt gecontroleerd<br />
door een proefdierkundige, een zogenaamde artikel 14<br />
functionaris, die aan de betreffende instelling is verbonden,<br />
en door de inspectiedienst van de VWA (de Voedselen<br />
Warenautoriteit). Tenslotte heeft een DEC tot taak een<br />
oordeel te vellen over de morele aanvaardbaarheid van<br />
de betreffende dierproef. Met het oog daarop dient er<br />
ethische expertise van buiten de instelling in elke DEC<br />
aanwezig te zijn.<br />
Over beide commissies, de Cogem en de DEC’s zou veel<br />
meer te zeggen te zijn, maar om goed zicht te krijgen op<br />
Commissievergadering CBD Fotografie: Ronno Tramper<br />
47