Transgene dieren
Transgene dieren
Transgene dieren
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
50<br />
andersluidend wetenschappelijk rapport gepubliceerd.<br />
De commentaren liggen dan voor de hand: die<br />
rapporten verdedigen tegengestelde belangen en: met<br />
de wetenschap kan men klaarblijkelijk alle kanten op.<br />
Deze ontwikkeling heeft krachtig bijgedragen aan wat<br />
de ‘demontage van de deskundigen’ genoemd is.<br />
Een derde factor ligt in het feit dat de wetenschap<br />
niet, zoals vroeger, vooral als een probleemoplosser<br />
werd gezien, maar steeds meer als probleemveroorzaker.<br />
Dat wordt pregnant uitgedrukt met de woorden:<br />
“we staan steeds vaker voor de vraag hoe we met<br />
behulp van wetenschap en techniek problemen moeten<br />
oplossen die we zonder wetenschap en techniek<br />
niet gehad zouden hebben”. De twijfel groeit dat het<br />
oplossend vermogen geen gelijke tred houdt met het<br />
probleemscheppend vermogen. Daarmee bevindt de<br />
wetenschap zich in een paradoxale positie: we kunnen<br />
er niet buiten, maar de heilbrenger – dat woord wordt<br />
hier, gezien vele uitingen van wetenschappers, bewust<br />
gebruikt – wordt met stijgend wantrouwen bezien.<br />
Een vierde factor hangt daarmee onmiddellijk samen.<br />
Wetenschap kan als sterkste motor van de vooruitgang<br />
beschouwd worden, maar als het geloof in de<br />
vooruitgang tanende is, daalt de waardering voor de<br />
motor. En dat geloof is in de vorige, rampzalig verlopen<br />
eeuw sterk verzwakt.<br />
Eenzijdige rationaliteit<br />
De laatste hier te noemen factor betreft de afbrokkeling<br />
van de overtuiging dat de wetenschap de optimale belichaming<br />
is van de menselijke rede. Langzamerhand is<br />
de eenzijdigheid van deze wetenschappelijke rationaliteit<br />
duidelijker geworden. Zij is een vorm van wat de<br />
instrumentele of doelrationaliteit wordt genoemd. Deze<br />
heeft betrekking op het zo effectief en efficiënt mogelijk<br />
afstemmen van middelen op een gegeven doel. In het<br />
wetenschappelijk onderzoek wordt die bijvoorbeeld<br />
zichtbaar in het methodische experiment. Op breder<br />
terrein in vragen als: hoe maak ik winst, hoe organiseer<br />
ik met de minste kosten en inspanningen, hoe reduceer<br />
ik fysieke risico’s enzovoort?<br />
Geen kwaad woord over deze instrumentele rationaliteit<br />
als zodanig. We hebben er veel aan te danken. Het<br />
gaat alleen mis als zij andere vormen van het gebruik<br />
van de menselijke rede verdringt. Dat dit op vele<br />
domeinen van het leven het geval is, blijkt uit de fre-<br />
quentie waarmee woorden als praktisch nut, economisch<br />
rendement en effectiviteit in ons dagelijkse<br />
vocabulaire zijn doorgedrongen.<br />
Daardoor worden ook de vragen verdrongen die naar<br />
aanleiding van de wetenschappelijke ontwikkelingen<br />
met goed recht gesteld kunnen worden. Vragen die niet<br />
alleen betrekking hebben op de doeleinden van de<br />
wetenschap – ‘Wat willen we eigenlijk weten en waarom?’,<br />
‘Welke onderzoeken worden er wel en niet geëntameerd?’<br />
en ‘Waartoe vindt de selectie plaats?’ – ,<br />
maar ook op het maatschappelijk kader waarbinnen de<br />
wetenschap haar plaats heeft. Vragen als: ‘Aan wie<br />
komen de voordelen van de wetenschap eigenlijk ten<br />
goede?’, ‘Hoe worden de verantwoordelijkheden voor<br />
de negatieve gevolgen verdeeld?’, ‘Wie mag besluiten<br />
over de richting die de wetenschap inslaat als de gevolgen<br />
daarvan iedereen raken?’, ‘Hoe legitiem zijn de huidige<br />
sociale en politieke arrangementen waarbinnen het<br />
wetenschappelijk-technologisch-economisch bestel<br />
functioneert’, ‘Wie definieert de risico’s?’ enzovoort.<br />
Deze vragen zijn in een democratische samenleving<br />
die gelijkberechtigdheid in haar vaandel voert van<br />
groot belang. Zij laten zich echter moeilijk kwantificeren<br />
en wegen, dat wil zeggen, met behulp van instrumentele<br />
rationaliteit beantwoorden. En het gros van<br />
de argumenten die door de natuurwetenschappelijk<br />
deskundigen inzake de voordelen en de gevaren geleverd<br />
worden, zijn van typisch instrumentele aard. Het<br />
kernenergiedebat concentreerde zich op de grenswaarden<br />
van de fysieke risico’s: wanneer wordt het<br />
echt gevaarlijk? Het debat over het genvoedsel gaat<br />
over de eventuele gezondheidsrisico’s en milieueffecten<br />
die zich misschien met behulp van experimenten<br />
en berekeningen laten bepalen, hoewel dat erg onzeker<br />
is voor de lange termijn. Op zich is met dergelijk<br />
veiligheidsonderzoek niets mis, het probleem is veeleer<br />
dat deze benadering de enig mogelijke geacht<br />
wordt. Anders gezegd: zij wordt tot de enige aanvaardbare<br />
– en hanteerbare – methode geproclameerd<br />
om te komen tot legitieme beslissingen inzake biotechnologische<br />
ontwikkelingen.<br />
Daardoor wordt niet alleen voorbijgegaan aan de<br />
andere, hierbovengenoemde en fundamentelere vragen,<br />
maar tevens bewerkstelligd dat ook de fundamentele<br />
zorgen – wel eens zorgen over de onteigening<br />
van de toekomst genoemd – zich alleen via verzet