10.09.2013 Views

Transgene dieren

Transgene dieren

Transgene dieren

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ningen voor biotechnologische handelingen bij <strong>dieren</strong>.<br />

Als in dit artikel over biotechnologie bij <strong>dieren</strong> gesproken<br />

wordt, dan gaat het om het genetisch modificeren van<br />

<strong>dieren</strong> met voorbijgaan aan de grenzen van de natuurlijke<br />

voortplanting en om het kloneren van <strong>dieren</strong> door middel<br />

van kerntransplantatie. De wet kent weliswaar nog een<br />

aantal andere vergunningplichtige biotechnologische<br />

handelingen, maar die komen in de praktijk in Nederland<br />

niet voor. Vanaf het moment dat de CBD is ingesteld,<br />

wordt geval voor geval bekeken waar de grenzen van het<br />

ethisch toelaatbare liggen, als het gaat om biotechnologie<br />

bij <strong>dieren</strong>.<br />

De achterliggende gedachte van het “nee, tenzij” beleid<br />

is dat biotechnologie bij <strong>dieren</strong> moreel problematisch is.<br />

Daarmee wordt niet bedoeld dat het moreel verkeerd is,<br />

maar dat ethische reflectie noodzakelijk is om meer dui-<br />

62<br />

WIM DE LEEUW EN BART VAN DEN ASSUM<br />

Drs. W.A. de Leeuw, voormalig accountmanager dierproeven<br />

en <strong>dieren</strong>welzijn van de Voedsel en<br />

Warenautoriteit, ministerie van Landbouw, Natuur en<br />

Voedselkwaliteit (LNV) (thans beleidspool LNV). Ir.<br />

J.B.F.C. van den Assum is werkzaam bij het ministerie<br />

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), directie<br />

Voedselkwaliteit en Diergezondheid<br />

Inleiding<br />

Instellingen en onderzoekers in de Europese Unie (EU)<br />

die dierproeven willen uitvoeren, moeten aan een aantal<br />

eisen voldoen. Deze eisen hebben betrekking op de<br />

bescherming van proef<strong>dieren</strong>. Daarnaast moeten in<br />

een aantal EU-landen experimenten, waarbij genetisch-gemodificeerde<br />

<strong>dieren</strong> worden vervaardigd of<br />

gebruikt en gehouden, vooraf worden beoordeeld op<br />

mogelijke risico’s voor mens en milieu.<br />

Regelgeving buiten Nederland<br />

delijkheid te krijgen over de toelaatbaarheid ervan. Men<br />

meent dat biotechnologie bij <strong>dieren</strong> problematischer is<br />

dan bijvoorbeeld “gewone” dierproeven. Dat is de rechtvaardiging<br />

voor het “nee, tenzij” beleid. Wie <strong>dieren</strong> genetisch<br />

wil modificeren moet daarvoor extra goede argumenten<br />

hebben. De vraag waarom biotechnologie bij<br />

<strong>dieren</strong> extra problematisch is, is minder eenvoudig te<br />

beantwoorden. Het antwoord is uiteindelijk terug te voeren<br />

op levensbeschouwelijke overwegingen, zoals de<br />

mens-dier relatie en de visie op wat het betekent om het<br />

erfelijk materiaal van de <strong>dieren</strong> te wijzigen. Sommigen<br />

zullen wijzen op de overschrijding van soortgrenzen en<br />

de aantasting van de scheppingsorde, anderen zullen<br />

menen dat de integriteit of het wezen van het dier erdoor<br />

wordt aangetast en weer anderen zullen aanvoeren dat<br />

we op deze wijze <strong>dieren</strong> tot instrumenten reduceren.<br />

EU-wetgeving over bescherming<br />

proef<strong>dieren</strong><br />

In Groot-Brittannië werd al in 1876 specifieke wetgeving<br />

van kracht ter bescherming van proef<strong>dieren</strong>.<br />

Hiermee was dit land decennia lang koploper in de<br />

wereld. In diverse andere West-Europese landen<br />

stond het onderwerp dierproeven weliswaar vanaf het<br />

begin van de 20 e eeuw regelmatig op de politieke<br />

agenda, maar specifieke regelgeving werd in de meeste<br />

landen pas in de laatste decennia van de vorige<br />

eeuw van kracht. Een gemeenschappelijk Europees<br />

proefdierbeleid is in de tachtiger jaren van de 20 e<br />

eeuw van de grond gekomen.<br />

In 1986 bracht de Raad van Europa de “Conventie<br />

voor de bescherming van gewervelde <strong>dieren</strong> die voor<br />

experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden<br />

worden gebruikt” (ETS123) uit. Deze Conventie<br />

kan worden beschouwd als het Europese moederdocument.<br />

Kort daarna werd door de EU een eigen<br />

Richtlijn (Dir. 86/609/EEC) opgesteld. Deze Richtlijn<br />

“inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en<br />

bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten<br />

betreffende de bescherming van <strong>dieren</strong> die voor experimentele<br />

en andere wetenschappelijke doeleinden<br />

worden gebruikt” is grotendeels een kopie van de<br />

Conventie ETS123 van de Raad van Europa. Alhoewel

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!