Bedrijfsplan Overdracht BWT taken van Gouda aan de ODMH ...

Bedrijfsplan
Overdracht BWT taken van Gouda aan de ODMH,
inclusief beschrijving proces van ontvlechting en
invlechting
Versie 2.4
5 september 2012
Samenstellers:
Norbert de Blaay, projectleider Gouda
Sake Kuipers, beleidsadviseur / projectleider ODMH

Inhoud pagina
Managementsamenvatting
Leeswijzer
1. Inleiding
1.1 Doel 6
1.2 Omgevingsdienst Midden-Holland 7
1.3 Voortraject 8
1.4 Projectstructuur 9
2. Inhoudelijke uitgangspunten
2.1 Inleiding 10
2.2 Regie en dienstverlening 10
2.3 Knip tussen gemeente en ODMH 11
2.4 Knip tussen beleid en uitvoering 12
2.5 Taken 13
2.6 Klantcontactcentrum en frontoffice 14
2.7 Kwaliteitseisen Gouda 15
2.8 Overdracht bevoegdheden 15
2.9 Bezwaar en beroep 15
2.10 Locatiekeuze 16
3. Bestuurlijke constellatie
3.1 Omgevingsdienst Midden-Holland 17
3.2 Gemeenschappelijke Regeling ODMH 17
3.3 Besturingsmodel 18
3.4 borging bestuurlijke verantwoordelijkheid 19
4. Organisatie
4.1 Missie / Visie / Identiteit 20
4.2 Borging kwaliteit 21
4.3 Toekomstbestendigheid 22
5. Middelen
5.1 Inleiding 24
5.2 Formatie 24
5.3 Achterblijvende formatie 26
5.4 Automatisering 27
5.5 DIV / Archivering 28
5.6 Gegevensbeheer 29
6. Financiën
6.1 Inleiding 30
6.2 Basisfinanciering 30
6.3 Consequenties gemeente Gouda 32
6.4 Synergie effecten en innovatie 34
6.5 Overige bepalingen 36
Concept bedrijfsplan versie 2.4 2

7. Juridisch
7.1 Inleiding 38
7.2 Mandaat 38
7.3 Jaarplannen 38
7.4 Dienstverleningsovereenkomst 38
8. Personeel en Medezeggenschap
8.1 Inleiding 40
8.2 Pakket vergelijking 40
8.3 Functieboek 40
8.4 Plaatsing personeel 40
9. Vervolgtraject
9.1 Inleiding 42
9.2 Ondernemingsraad 42
9.3 Georganiseerd Overleg 42
9.4 Communicatie 43
9.5 Verwachte overgangsdatum 43
Bijlagen
Concept bedrijfsplan versie 2.4 3

Managementsamenvatting
Per 1 juli 2012 is de Omgevingsdienst Midden-Holland als één van de regionale uitvoeringsdiensten
in Zuid-Holland operationeel. De ODMH is ontstaan uit de bestaande Milieudienst Midden-Holland en
provinciale taken en medewerkers.
Het College van B&W van de gemeente Gouda heeft besloten om de mogelijkheden voor uitplaatsing
van de BWT taken samen met de ODMH concreet te onderzoeken. Gekozen is te werken aan een
bedrijfsplan en dit bedrijfsplan, na advisering van de medezeggenschapsraden, voor te leggen aan de
gemeenteraad van de gemeente Gouda en het algemeen bestuur van de ODMH. De uitplaatsing
staat gepland op uiterlijk 1 juli 2013 of zoveel eerder als mogelijk. Gestreefd wordt naar een
uitplaatsing per 1 maart 2013.
Naast de inhoudelijke rol van gemeente, die zichtbaar is en blijft in bijvoorbeeld het vaststellen van
het beleid en verordeningen, krijgt zij veel meer een regisserende rol. De gemeente Gouda heeft zich
sinds 2002, met de start van Optima Forma, als regiegemeente ontwikkeld. Vanuit haar
verantwoordelijkheid wil de gemeente dan ook een strategische rol vervullen bij de opbouw van de
ODMH. Het onderbrengen van de BWT taken vloeit daar uit voort.
De meerwaarde voor onder andere de dienstverlening ligt met name in de synergievoordelen door
schaalvergroting. Hierdoor ontstaat namelijk een intergemeentelijke uitvoeringsorganisatie die:
Zorgt voor een betere dienstverlening aan bedrijven en inwoners;
Zorgt voor een meer eenduidige wijze van vergunningverlening, toezicht en handhaving in de
regio;
Door bundeling van kennis en taken zorgt voor de ontwikkeling van meer specialisme en minder
kwetsbaarheid in de dienstverlening. Dit laatste zorgt ook voor meer continuïteit in de
bedrijfsvoering;
In staat is adequaat in te spelen op toekomstige hogere kwaliteitseisen die via wetgeving naar
verwachting aan de uitvoering en dienstverlening op dit terrein zullen worden gesteld.
Gouda wil voor het proces van vergunningverlening en handhaving en toezicht de front office blijven.
Dat betekent dat de gemeente Gouda altijd het visitekaartje is en ook de organisatie blijft waarmee de
burger of het bedrijf contact mee heeft. De daadwerkelijke werkzaamheden worden in de backoffice
bij de ODMH uitgevoerd.
Van de bestaande taken van de afdeling BWT bij de gemeente Gouda wordt het grootste gedeelte
van de taken ondergebracht bij de ODMH. Van de juridische taken gaan de Wabo gerelateerde taken
van het voeren van verweer in bezwaar- en beroepsprocedures over naar de ODMH. De niet-Wabo
gerelateerde zaken in bezwaar en beroepsprocedures alsmede juridische advies blijven bij de
gemeente Gouda.
De totale formatie die wordt overgedragen aan de ODMH is 15,11 fte. De direct productieve capaciteit
bedraagt 13,17 fte en de indirect productieve capaciteit (management, applicatiebeheer en
administratieve ondersteuning) 1,94 fte. Van de bestaande formatie blijft 2,94 fte achter bij de
gemeente Gouda.
De formatie van 13,17 fte komt overeen met 17.758 productieve uren. Op basis van het in 2013
geldende uurtarief van de ODMH (ad € 81,76) bedraagt de financiering in 2013 € 1.454.000,-.
Gelet op het feit dat sprake is van een integrale kostprijs, worden met dit bedrag zowel de personele
als de materiële kosten gedekt van zowel het ‘productieve’ als het ‘niet productieve’ personeel.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 4

Als de gemeente Gouda na 2013 minder structurele producten wil afnemen, dan is dat mogelijk.
Jaarlijks is op basis van de door het algemeen bestuur van de ODMH vastgestelde Nota Planning &
Control een daling van de productie met 2,5 % mogelijk. Hierover worden afspraken gemaakt bij het
opstellen van het jaarprogramma. Mocht de gemeente incidenteel meer uren willen afnemen, dan is
dat mogelijk. Het betreft uren die eenmalig (of voor enkele jaren) nodig zijn voor bijvoorbeeld een
groot project of producten die bijzondere extra inzet vereisen. Voor deze producten wordt een
afzonderlijke inschatting van de uren gemaakt, welke jaarlijks wordt afgerekend. Voor deze uren
wordt 125 % van het standaardtarief in rekening gebracht. Deze extra incidentele uren worden gedekt
door aanvullende legesinkomsten.
De ODMH doet in het tweede jaar nadat de taken van de gemeente Gouda zijn overgedragen
voorstellen om te komen tot efficiëntere en innovatieve uitvoering. Afgesproken is dat deze
voorstellen leiden tot een daling van de prijs van 10 %. Op basis van de consequenties wordt
besproken of deze andere werkwijze ook door de gemeente gewenst wordt.
Met de overdracht van de BWT taken zijn eenmalige kosten voor met name automatisering gemoeid.
Deze incidentele kosten bedragen € 100.000,-. Voorstel is om dit te dekken uit de reserve bouwleges
te dekken.
De ODMH zal een workflow systeem implementeren ter ondersteuning van de BWT-taken van onder
andere Gouda. Dit systeem heeft de ODMH momenteel niet. Gouda wordt, samen met de andere
gemeenten die deelnemen of gaan deelnemen met BWT-taken, betrokken bij de aanbesteding en de
inrichting van deze applicatie. Tot het moment dat het nieuwe workflow systeem voor de BWT-taken
geïmplementeerd is, zullen in een overgangssituatie de medewerkers van Gouda via remote login
werken op de bestaande systemen van Gouda.
Ten behoeve van de overgang van BWT medewerkers van de gemeente Gouda naar de ODMH is
een arbeidsvoorwaardelijke pakketvergelijking opgesteld. Deze vergelijking wijst uit dat het overgrote
deel van de rechtspositie gelijk aan elkaar of gelijkwaardig is.
Uitgangspunt voor de plaatsing van de medewerkers is het nog vast te stellen organisatie- en
formatieplan en het bij ODMH geldende functieboek. Op basis daarvan vindt een voornemen tot
plaatsing van de medewerkers plaats. Dit wordt schriftelijk aan de medewerkers kenbaar gemaakt.
Indien nodig zal het functieboek van de ODMH worden aangevuld met nieuwe functies. Uitgangspunt
is dat er sprake is van mens-volgt-werk.
Op 11 september 2012 neemt B&W en 26 september 2012 het dagelijks bestuur van de ODMH een
voorgenomen besluit over het voorliggende bedrijfsplan. Hierna wordt een adviesaanvraag aan de
medezeggenschapsorganen van de beide organisaties gedaan. Gelijktijdig wordt met de
werknemersorganisaties over een sociaal plan onderhandeld.
In de gemeente Gouda wordt naar verwachting de adviesaanvraag in oktober afgerond. Bij de ODMH
wordt deze aanvraag begin november afgerond. Vervolgens wordt een definitief besluit over de
uitplaatsing van de taken door het college van B&W genomen. De besluitvorming over de uitplaatsing
vindt plaats in de raadsvergadering van 12 december 2012 daaropvolgend. Definitieve besluitvorming
bij de ODMH vindt plaats in het Algemeen Bestuur van 13 december 2012.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 5

1. Inleiding
1.1 Doel
De ODMH en de gemeente Gouda hebben ervoor gekozen om een integraal plan te schrijven voor de
ontvlechting en de invlechting van de BWT taken. De verschillende aandachtspunten van beide
partijen worden in dit plan nader uitgewerkt. Consequentie is dat het voorliggende plan niet door één
van de partijen zal worden vastgesteld.
Aan de besturen wordt straks gevraagd om kennis te nemen van het plan, en te besluiten over de
specifiek bestuurlijke beslispunten die op basis van het plan voor beide partijen zijn geformuleerd.
Nadrukkelijk wordt er op gewezen dat dit niet dezelfde beslispunten en dus besluiten zijn. Als
voorbeeld waar de gemeente Gouda besluit om uit te plaatsen neemt de ODMH straks een besluit
om juist in te plaatsen.
Het voorliggende plan heeft dan ook als doel om:
De achtergronden en de context van de uitplaatsing van de BWT taken te beschrijven
De aanleiding te beschrijven, waarom kiest de gemeente Gouda voor het uitplaatsen van de
taken naar de ODMH
Uit te werken op welke wijze het proces bij de gemeente Gouda straks werkt, en inzicht te geven
op welke wijze dat bij de ODM H wordt ingepast.
Aan te geven op welke wijze de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de gemeente Gouda is
geborgd.
De financiële consequenties voor de gemeente Gouda en de ODMH aan te geven.
In dit plan komen personele en organisatorische aspecten van de uitplaatsing naar de ODMH en
verplaatsing van taken naar andere afdelingen binnen de gemeente Gouda aan de orde. Na
bestuurlijke besluitvorming over de beslispunten door het College van B&W van de gemeente Gouda
(11 september 2012) en het Dagelijks Bestuur van de ODMH (26 september 2012) over het plan,
wordt over het principebesluit een adviesaanvraag aangeboden aan de afzonderlijke betrokken
medezeggenschapsorganen van de gemeente Gouda en de ODMH.
Deze adviesaanvragen worden direct gestart na de besluitvorming. In de gemeente Gouda wordt
naar verwachting de adviesaanvraag in oktober afgerond. Bij de ODMH wordt deze aanvraag begin
november afgerond. Nadat beide adviesaanvragen binnen zijn wordt door de afzonderlijke besturen
een definitief besluit genomen. Deze vindt in de Gemeenteraad van 12 december 2012 en in het
Algemeen Bestuur van 13 december 2012 plaats.
Nadat het college van B&W en het Dagelijks Bestuur van de ODMH een voorgenomen besluit
hebben genomen, wordt direct gestart met het opstellen van een Organisatie- en Formatieplan voor
de ODMH (O&F plan). Het O&F plan geeft een verdere uitwerking van hoofdstuk 4 van dit plan. In het
O&F plan zal de exacte beschrijving van de taken en functies die overgaan worden opgenomen,
inclusief de organisatorische inbedding in de ODMH. Dit O&F plan wordt aan het
medezeggenschapsorgaan van de ODMH voorgelegd.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 6

1.2 Omgevingsdienst Midden-Holland
Commissie Mans
In februari 2008 is de commissie Mans ingesteld. Dit onderzoeksteam herziening handhavingstelsel
VROM regelgeving is door de minister van VROM (tegenwoordig Ministerie van I en M) en de minister
van Justitie ingesteld.
De opdracht van de commissie was: “Onderzoek doen naar de houdbaarheid van het bestaande
stelsel van handhaving en het toezicht op de naleving van de VROM-regelgeving op de langere
termijn. Dit met inbegrip van de huidige bevoegdheidsverdeling en de aanpassingen die nodig zijn in
het belang van een effectieve, efficiënte en doelgerichte handhaving van de milieuregelgeving, maar
uitdrukkelijk ook om de handhaving van de regelgeving op het terrein van bouwen en ruimte”.
Op 29 juni 2008 heeft de commissie het eindrapport “de tijd is rijp” aangeboden aan de ministers van
VROM en Justitie. Gezien de huidige ca. 500 handhavende instanties en de versnippering daardoor,
betrof één van de aanbevelingen de inrichting van ongeveer 25 regionale uitvoeringsdiensten.
Package deal
In juni 2009 is de principeovereenkomst uitvoering Wabo en handhaving van de VROM taken tussen
VROM, IPO en VNG tot stand gekomen. Kern van de package deal is dat kwaliteitscriteria de basis
vormen voor een goede uitvoering van de VROM taken. Deze criteria betreffen zowel het proces, de
inhoud als de kritische massa en worden uiteindelijk wettelijk vastgelegd. Tevens is afgesproken dat
provincies en de gemeenten samen regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) oprichten en deze
organisaties minimaal met de uitvoering van een basistakenpakket worden belast, met als
hoofddoelstelling de professionalisering van de uitvoeringstaken op het terrein van het
omgevingsrecht.
Regionale uitvoeringsdiensten
De RUD’s opereren als uitvoerende, ondersteunende diensten voor de deelnemende
bestuursorganen (colleges van B&W en college van GS). Het bevoegd gezag en daarmee dus de
eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de taken van de regionale diensten blijft dus bij de
betreffende bestuursorganen liggen. De gemeenten zijn vanuit de overheid het eerste aanspreekpunt
voor burgers en bedrijven.
In beginsel krijgen de diensten de juridische vorm van openbaar lichaam zoals bedoeld in de Wet
gemeenschappelijke regelingen (Wgr).
Basistakenpakket
Gemeenten en provincies zijn verplicht om uiterlijk per 1 januari 2013 een basistakenpakket onder te
brengen bij de regionale uitvoeringsdiensten. Dit basistakenpakket gaat vooral om complexe en
bovenlokale taken. Tevens gaat het om taken die te maken hebben met de ketenbenadering. Het
basistakenpakket zal bestaan uit de vergunningverlening, toezicht en handhaving van de provinciale
milieutaken, idem voor de gemeentelijke milieuvergunningplichtige inrichtingen, toezicht en
handhaving op afvalinzameling en verwerking, toezicht en handhaving op grondstromen en
bovenlokale infrastructuur zoals gasleidingen en elektriciteitsleidingen.
Het verlenen van de overige gemeentelijke vergunningen en het toezicht en handhaving ten aanzien
van bouwen, wonen en ruimtelijke ordening vormen geen onderdeel van het basistakenpakket.
Gemeenten staan vrij om deze taken onder te brengen in de regionale uitvoeringsdiensten.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 7

Bouw en woningtoezichtstaken
De ODMH voert op dit moment op offertebasis voor diverse gemeenten in de regio Bouw- en
Woningtoezichttaken uit. Per 1 januari 2013 zal de ODMH worden uitgebreid met de afdeling Bouw-
en Woningtoezicht van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, aangevuld met het huidige BWT team
van de ODMH.
Eén van de redenen om te komen tot RUD’s is het feit dat op dit moment toezicht en handhaving ten
aanzien van de leefomgeving is verdeeld over circa 500 verschillende instanties. Met de komst van
ruim 25 RUD’s in Nederland is het mogelijk om dit aantal te verlagen en de efficiency sterk te
verbeteren.
Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH)
Per 1 juli 2012 is de Omgevingsdienst Midden-Holland als één van de regionale uitvoeringsdiensten
in Zuid-Holland operationeel. De ODMH is ontstaan uit de bestaande Milieudienst Midden-Holland en
provinciale taken en medewerkers. Gezien het feit dat deze regionale uitvoeringsdienst een groter
takenpakket heeft dan het basistakenpakket is gekozen voor de naam Omgevingsdienst Midden-
Holland.
In de veiligheidsregio Hollands-Midden zijn twee regionale uitvoeringsdiensten operationeel, namelijk
de Omgevingsdienst Midden-Holland en de Omgevingsdienst West-Holland. Hier is, op verzoek van
de regio’s en de provincie, door het Rijk toestemming voor gegeven. Afgesproken is om met de
landelijke evaluatie van de uitvoeringsdiensten (2014/2015) deze situatie met twee regionale
uitvoeringsdiensten opnieuw te bezien.
1.3 Voortraject
Uitvoerende taken wil de gemeente Gouda waar dat mogelijk is op afstand plaatsen. Het uitplaatsen
van de BWT taken past binnen de visie van regiegemeente die de gemeente Gouda wil zijn. Samen
met het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH) is ook al eerder gesproken
over de mogelijkheden om deze taken over te dragen. In 2009/2010 heeft het college van B&W een
onderzoek laten uitvoeren naar de overdracht van BWT taken naar de toenmalige Milieudienst
Midden-Holland. Dit heeft uiteindelijk tot onderliggend bedrijfsplan geleid.
Het ISMH heeft daarbij niet alleen met de gemeente Gouda over de uitplaatsing van deze taken
gesproken. Ook in de regio Midden Holland wordt al geruime tijd gesproken over de mogelijkheden
om de taken van bouw- en woningtoezicht gezamenlijk uit te voeren. Tot nog toe zijn er nog geen
gemeenten die deze taken hebben overgedragen. Per 1 januari 2013 is dat wel het geval, dan gaat
de ODMH de bouw- en woningtoezichtstaken voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk uitvoeren.
De ODMH voert op dit moment al taken van bouw- en woningtoezicht op offertebasis voor diverse
gemeenten in de regio uit. Ook Gouda maakt van deze mogelijkheden gebruik, om daarmee de
pieken in het werkaanbod op te vangen.
Gouda ziet de ODMH als een uitvoeringsorganisatie met een belangrijke meerwaarde ten aanzien
van de leefomgeving. Daar hoort bij dat het een robuuste organisatie wordt. Vanuit haar
verantwoordelijkheid wil de gemeente dan ook een strategische rol vervullen bij de opbouw van de
ODMH. Het onderbrengen van de BWT taken vloeit daar uit voort.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 8

In februari 2012 heeft het college van B&W besloten om de mogelijkheden voor uitplaatsing samen
met de ODMH concreet te onderzoeken. Om voldoende diepgang te krijgen is gekozen om af te zien
van een intentieovereenkomst. Gekozen is om gelijk te werken aan een bedrijfsplan, en juist dit
bedrijfsplan, na advisering van de medezeggenschapsraden, voor te leggen aan de gemeenteraad
van de gemeente Gouda en het algemeen bestuur van de ODMH.
1.4 Projectstructuur
Ambtelijk en bestuurlijk opdrachtgever
De bestuurlijke opdrachtgever is mevrouw D. Bergman, de wethouder belast met de portefeuille van
Bouw- en Woningtoezicht. De ambtelijke opdrachtgever voor de uitplaatsing van de taken van BWT is
de directeur Ruimtelijke Ontwikkeling, de heer M. Leenders. Voor de uitplaatsing is de heer L.
Mauritz, afdelingshoofd bouw- en woningtoezicht, als kwartiermaker aangewezen. Voor de uitvoering
van het project is een externe projectleider aangetrokken, de heer N. de Blaay van KokxDeVoogd.
Aan de kant van de Omgevingsdienst zijn de heer A. Mutter, directeur van de ODMH, de heer B.
Meijs, kwartiermaker BWT en de heer S. Kuipers, beleidsadviseur / projectleider betrokken bij het
proces.
Projectstructuur
Bij de inrichting van het project voor de overdracht van de BWT taken van Gouda sluit de gemeente
zoveel mogelijk aan op de structuur zoals de ODMH deze al kent voor de overplaatsing van de
afdeling BWT van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
De ambtelijke stuurgroep bestaat uit de beide directeuren, de kwartiermakers en de projectleiders van
de gemeente Gouda en de ODMH. Deze ambtelijke stuurgroep monitort de voortgang van de
werkzaamheden en bereidt de besluitvorming door het bestuur voor.
Werkgroepen
Voor de uitwerking van de werkzaamheden die behoren bij de uitplaatsing van de afdeling BWT zijn
diverse werkgroepen ingericht met zowel deelnemers van de gemeente Gouda als de ODMH. In deze
werkgroep zijn alle betrokken disciplines vertegenwoordigd. Het gaat hierbij om financiën, HRM,
juridische aspecten, automatisering, DIV/Archivering, communicatie en huisvesting.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 9

2. Inhoudelijke uitwerking
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk staat de inhoudelijke uitwerking van de uitplaatsing van de taken van BWT naar de
ODMH uitgewerkt. Hiervoor wordt ingegaan op de regie en de dienstverlening, de wijze waarop de
knip in de taken tussen Gouda en de ODMH wordt gemaakt. Specifiek wordt daarbij ingegaan op de
knip tussen beleid en uitvoering. Vervolgens wordt gekeken naar de taken van de bestaande afdeling
BWT, en aangegeven welk van deze taken geheel of gedeeltelijk overgaan naar de ODMH. Als
laatste staan een aantal praktische uitwerkingen opgenomen, zoals van de KCC en de front office,
het bezwaar en beroep en de locatiekeuze.
2.2 Regie en dienstverlening
Ontwikkelingen in samenleving
Door diverse ontwikkelingen is de samenleving sterk aan het veranderen. Invloeden als
marktwerking, individualisering, beleidsparticipatie en het ontstaan van netwerken maakt dat de
gemeente steeds minder in staat is om de samenleving “aan te sturen”. De complexiteit neemt toe; er
is geen sprake meer van de “maakbare” samenleving en inwoners nemen zelf steeds meer
verantwoordelijkheid. Daarbij krijgen gemeenten door decentralisaties vanuit hogere overheden
steeds meer verantwoordelijkheden. Recente voorbeelden van dergelijk decentralisaties zijn de
AWBZ, werken naar vermogen en de Jeugdzorg.
Ketensamenwerking
Bij het uitvoeren van deze nieuwe verantwoordelijkheden is meer dan voorheen samenwerking nodig
met inwoners en organisaties uit het maatschappelijk veld. Actoren uit de samenleving, zoals
organisaties, instellingen en marktpartijen, worden als gevolg van de maatschappelijke context
nadrukkelijk betrokken bij de uitvoering. Tegelijkertijd vindt er vanuit het oogpunt van schaalgrootte,
efficiëntie en effectiviteit steeds meer samenwerking in de keten plaats met andere gemeenten in de
vorm van uitbesteding van taken aan gemeenschappelijke regelingen of het verlenen van opdrachten
aan marktpartijen.
Ook de aard van de taken verandert. Vroeger was het de lokale overheid die concreet inspeelde op
de algemene behoefte van burgers door voorzieningen te realiseren. Nu heeft de overheid meer en
meer de rol om- gezamenlijk met andere partijen- voorwaarden te scheppen om bepaalde
doelstellingen te bereiken.
Regie
Naast de inhoudelijke rol van gemeenten, die zichtbaar is en blijft in bijvoorbeeld het vaststellen van
beleid en verordeningen, krijgen zij veel meer een regisserende rol. De gemeente Gouda is hier al
vanaf 2002, sinds de start van Optima Forma, mee bezig. Er is toen door de gemeente Gouda
gekozen om te groeien naar een regiegemeente. Waar dat mogelijk was, zijn sindsdien uitvoerende
taken door de gemeente Gouda op afstand geplaatst. Het uitplaatsen van de taken van BWT is
hierop een logisch vervolg.
Uitvoeringsorganisatie
Bij het profiel van de ODMH hoort een efficiënte en effectieve uitvoeringsorganisatie. De meerwaarde
voor onder andere de dienstverlening liggen met name in de synergievoordelen door
Concept bedrijfsplan versie 2.4 10

schaalvergroting. Door synergievoordelen ontstaat namelijk een intergemeentelijke
uitvoeringsorganisatie die:
Zorgt voor een betere dienstverlening aan bedrijven en inwoners;
Zorgt voor een meer eenduidige wijze van vergunningverlening en handhaving in de regio;
Door bundeling van kennis en taken zorgt voor de ontwikkeling van meer specialisme en
minder kwetsbaarheid is in de dienstverlening. Dit laatste zorgt ook voor meer continuïteit in
de bedrijfsvoering;
In staat is adequaat in te spelen op toekomstige hogere kwaliteitseisen die via wetgeving naar
verwachting aan de uitvoering en dienstverlening op dit terrein zullen worden gesteld.
2.3 Knip tussen gemeente en ODMH
Gouda wil voor het proces van vergunningverlening en handhaving en toezicht de front office blijven.
Dat betekent dat de gemeente Gouda altijd het visitekaartje is en ook de organisatie blijft waarmee de
eerste contacten verlopen. Voor vergunningaanvragen betekent dit dat deze zoveel als mogelijk via
de Omgevingsvergunning Online worden aangevraagd, waarbij de gemeente Gouda herkenbaar is.
De daadwerkelijke vergunningverlening wordt in de backoffice bij de ODMH uitgevoerd. De uitvoering
van de taken wordt door de ODMH uitgevoerd. De hoofdlijn is daarbij dat de gemeente
verantwoordelijk blijft voor alle producten die de ODMH voor de uitvoering van de taken voor de
gemeente Gouda produceert. Hiervoor stelt de gemeente beleidskaders vast. De ODMH wordt
gemandateerd om bepaalde producten, conform bepaalde processen en kwaliteitseisen, uit te
voeren.
Vervolgens draagt de ODMH zorg voor de uitvoering van toezicht en handhaving. Het Bestuur stelt
voor de uitvoering kwaliteitseisen vast. Op basis hiervan wordt een uitvoeringsprogramma voor de
ODMH opgesteld. Over de uitvoering van deze werkzaamheden wordt periodiek
managementinformatie geleverd.
Bij een bezwaar is de gemeente Gouda weer de frontoffice. Alle bezwaarschriften komen, net zoals
dat nu is georganiseerd, bij de Centraal Juridische Afdeling binnen. Daarna wordt bepaald of een
bezwaar informeel of formeel wordt aangepakt. In zowel de informele procedure als de formele
procedure is vertegenwoordiging vanuit de ODMH noodzakelijk. In de informele procedure voor het
deelnemen aan informeel overleg en in de formele procedure voor het voeren van verweer (schriftelijk
en op hoorzitting).Indien daarvoor een inhoudelijk verweerschrift nodig is, dan wordt daarvoor een
verzoek aan de ODMH gedaan. De beslissing op bezwaar wordt genomen door het bestuursorgaan
(meestal in mandaat de betrokken wethouder). De registratie en archivering van bezwaar blijft bij de
gemeente.
Beroepszaken (na bezwaarmogelijkheid of rechtstreeks beroep) komen bij de ODMH binnen. De
ODMH handelt beroepszaken zelf af. Het besluit tot het instellen van hoger beroep blijft de
bevoegdheid van de gemeente Gouda. De registratie en archivering van beroep kan bij de ODMH
worden ondergebracht. Geprobeerd wordt om het werkproces af te stemmen met de andere
gemeenten.
De registratie wordt door de ODMH verzorgd. Alle documenten worden vanaf de
vergunningsaanvraag tot de verlening door de ODMH geregistreerd. Voor uitvoering van
verschillende andere gemeentelijke taken is inzage in deze documenten nodig. Hiervoor krijgt de
gemeente Gouda een inkijkfunctie in het document management systeem van de ODMH.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 11

In dit bedrijfsplan werken wij de bovenstaande processen nog verder uit.
2.4 Knip tussen beleid en uitvoering
De Omgevingsdienst Midden-Holland is de uitvoeringsorganisatie voor de 10 gemeenten in de regio
en de provincie op het gebied van milieu en overige uitvoeringstaken op het gebied van de fysieke
leefomgeving.
De ontwikkeling van het beleid is een verantwoordelijkheid voor de gemeenten en de provincie, maar
zal onlosmakelijk verbonden zijn met de praktijk van de uitvoering. Goed beleid kan niet ontwikkeld
worden zonder goede afstemming met de uitvoering en goede betaalbare uitvoering kan niet
plaatsvinden zonder goed beleid. De ODMH zal dus in overleg met gemeenten en provincie mede
participeren in het opstellen van beleid. Gouda wil om dat te borgen een uitvoeringstoets op beleid
opnemen.
Gezamenlijk zijn de gemeenten, provincie en omgevingsdiensten dan ook verantwoordelijk voor de
volledige beleids- en uitvoeringscyclus. Ook wel bekent als de “big eight”.
In het bovenste gedeelte (beleid) hebben gemeenten en provincie het voortouw en zijn
verantwoordelijk, in het onderste gedeelte (uitvoering) heeft de Omgevingsdienst het voortouw en is
verantwoordelijk.
De knip tussen gemeenten/provincie en Omgevingsdienst zal niet exact in het midden liggen. De
Omgevingsdienst zal zelf ook gedeeltelijk beleid ontwikkelen en beleidsvoorstellen doen, dit vanuit de
eigen expertise.
Ondanks dat er beleidsverschillen kunnen, en mogen blijven bestaan, is het uiteindelijk voor de
ODMH niet efficiënt als elke deelnemende gemeente andere beleids- en uitvoeringskaders vaststelt.
Als de ene gemeente bijvoorbeeld bij alle aanvragen Omgevingsvergunning de constructie toetst en
de andere gemeente alleen bij vergunningen boven de 100.000, dan ontstaan intern bij de ODMH
verschillen in processen. Dit leidt tot inefficiënties en mogelijk zelfs tot fouten in de uitvoering. Door de
ODMH wordt er daarom gestreefd naar harmonisatie van beleid.
Uiteindelijk zijn de gemeenten en provincie altijd degene die het beleid vaststellen.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 12

Vanuit hun verantwoordelijkheden zijn gemeenten en provincie verantwoordelijk voor het formuleren
van de outcome en is de ODMH verantwoordelijk voor het realiseren van de daarmee
samenhangende output.
De ODMH staat voor het uitvoeren van het beleid wat is vastgesteld door de gemeente Gouda. In de
dagelijkse praktijk doen zich regelmatig omstandigheden voor waarbij het beleid (bijvoorbeeld het
bestemmingsplan) niet aansluit op de bestaande situatie in de nabije omgeving. Er moet dan
afgeweken worden van het beleid. De ODMH is daar niet toe bevoegd. Er zal een overlegstructuur
ingericht worden om adequaat met dit soort vraagstukken om te kunnen gaan. Er zal een kort
wekelijks uitvoeringsoverleg ODMH/RBA komen om hierin te voorzien.
2.5 Taken
In het onderstaande overzicht staan de bestaande taken van de afdeling BWT alsmede of deze taken
naar de ODMH worden overgedragen.
Tabel 1: Overgang van de taken naar ODMH
Omschrijving Naar ODMH
Plantoetsing (vergunningverlening) Ja
Constructieve toetsing Ja
Toezicht Ja
Handhaving Ja
Administratie Ja
Afdelingsoverhead (afd. hoofd en secretariaat) Ja
ARK & Commissie Cultuurhistorie Nee
Juridische zaken (WABO) Deels
Project WbW & subsidieverlening Nee
Verkeersmaatregelen Nee
Van de bestaande taken van de afdeling BWT bij de gemeente Gouda worden een groot gedeelte
van de taken overgebracht. Bij de gemeente Gouda blijven de taken die voor de commissies
Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) en de Commissie Cultuurhistorie (CCH) worden
uitgevoerd, project wonen boven winkels (WbW) en subsidieverlenings- en de verkeersmaatregelen.
Als laatste gaan de taken van de gehandicaptenparkeerplaatsen niet mee.
Van de juridische taken gaan de Wabo gerelateerde taken rondom bezwaar- en beroep over naar de
ODMH. Dit is inclusief planschade. In principe betreft het geen mandatering maar uitvoering van de
back office taken. In het vervolg wordt dit nog nader uitgezocht. De niet Wabo gerelateerde zaken en
juridische adviestaken (beiden met name ten aanzien van ruimtelijke ordening) blijven bij de
gemeente Gouda.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 13

2.6 Klantcontactcentrum en frontoffice
De gemeente Gouda blijft, ondanks de uitvoering van de taken door de ODMH, het gezicht naar de
burgers en bedrijven. Dat betekent dat, naast de mogelijkheden van het indienen van een digitale
bouwaanvraag, de frontoffice bij de gemeente Gouda in het Huis van de Stad blijft. Eventuele
vooroverleggen, voorafgaand aan het indienen van de bouwaanvraag, worden door de frontoffice
gehouden. Hieronder staan de rollen van het klantcontactcentrum en de frontoffice beschreven.
De telefonische vragen blijven, zoals dat nu ook gebeurt, bij het KCC binnenkomen. Het KCC kan, in
tegenstelling tot de huidige werkwijze, de meest gestelde telefonische vragen beantwoorden.
Hiervoor is dan een kennisbank beschikbaar. Als deze vragen niet kunnen worden beantwoord,
schakelt het KCC deze door naar de front office. Hierdoor neemt het aantal standaardvragen voor de
frontoffice af. Waar nodig worden medewerkers van het KCC daarvoor opgeleid.
De frontoffice is de gehele dag telefonisch bereikbaar en verder dagelijks op afspraak. De
klantgerichtheid van de frontoffice wordt hierdoor verder vergroot. Burgers en bedrijven worden, op
afspraak, direct geholpen, en de medewerkers van de frontoffice kunnen zich ook terdege op de
gesprekken voorbereiden.
De belangrijkste taak voor de frontoffice is het verstrekken van juiste informatie. Er wordt informatie
over het proces van een vergunningaanvraag, beschikbare informatie over de omgeving van een
locatie (bijvoorbeeld tekeningen) en bodemgesteldheid en adviezen over het wel dan niet
vergunningsplicht zijn van aanvragen verstrekt. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden is het
nodig dat de frontoffice inzage heeft in de workflow managementsysteem van de ODMH.
Gestimuleerd wordt, net zoals dat nu gebeurt, dat de bouwaanvragen via de Omgevingsloket Online
(OLO) worden ingediend. De aanvragen die via de OLO binnenkomen worden direct naar de ODMH
gestuurd, de frontoffice speelt daar geen rol meer in. Er wordt vanuit gegaan dat de ODMH zorgt voor
een koppeling van de OLO en het workflow managementsysteem.
Als er nog fysieke bouwaanvragen bij de frontoffice worden aangeleverd, dan blijft dat mogelijk. Deze
worden echter niet meer door de gemeente Gouda geregistreerd maar direct naar de ODMH
gebracht. Doordat deze niet meer in Gouda geregistreerd worden, is het mogelijk om alle
bouwaanvragen op één plaats te registreren en later te archiveren. Het betreft werkzaamheden die
door de ODMH worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden komen bij de frontoffice te vervallen. Naar
verwachting gaat het hierom 0,3-0,4 fte.
Op afspraak kan er vooroverleg met BWT en RO worden gepland. Op welke wijze dat georganiseerd
wordt moet nog worden afgestemd.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 14

2.7 Kwaliteitseisen Gouda
Het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor de invulling van de wettelijke taak van Bouw- en
Woningtoezicht: “Het zorg dragen voor de kwaliteit van de gebouwde omgeving”. Dit gebeurt door
toetsing van aanvragen voor omgevingsvergunningen (voorheen o.a. bouwvergunning) en door
toezicht te houden op de uitvoering. De kwaliteitseisen die gehanteerd worden voor de toetsing aan
het bouwbesluit zijn op 17 juni 2012 door het college van B&W in principe vastgesteld. De definitieve
vaststelling zal plaats vinden 4 september 2012. In de bijlage 1 en 2 bij het bedrijfsplan staan de
vastgestelde kwaliteitseisen opgenomen.
Voor de uitvoering van de werkzaamheden door de ODMH gelden de vastgestelde normen van
Gouda. De uitvoering conform deze norm is nauw verbonden met de raming van de capaciteit voor
de uitvoering van de werkzaamheden. Hoe hoger de kwaliteitseisen hoe meer formatie er per
bouwaanvraag nodig is.
Gemeente Gouda heeft een model voor productie en capaciteitsraming (PROCAP) beschikbaar. In
deze raming is rekening gehouden met de vastgestelde kwaliteitseisen. Afgesproken is dat deze
PROCAP van Gouda vooralsnog de leidraad vormt voor de uitvoering van de taken van de gemeente
Gouda, ook als deze overgedragen zijn aan de ODMH. Hierin staan ook expliciet de kwaliteitseisen
van de gemeente Gouda benoemd.
De ODMH doet in het tweede jaar voorstellen voor een efficiëntere en innovatieve werkwijze.
Afgesproken is dat deze voorstellen leiden tot een daling van de productprijs 1 van 10%. Op basis van
de consequenties wordt besproken of deze andere werkwijze (en misschien ook een andere kwaliteit)
ook voor de gemeente Gouda gewenst is. Uitgangspunt voor de ODMH is dat deze tariefdaling
mogelijk is, maar niet tegelijkertijd kan worden gecombineerd met een grotere volumedaling in de
eerste drie jaren dan in de nota Planning en Control 2 van de ODMH is vastgelegd. In hoofdstuk 6
wordt dit nader uitgewerkt.
2.8 Overdracht bevoegdheden
De overdracht van de bevoegdheden is afhankelijk van de keuzes die in het werkproces worden
gemaakt. Als door het college een definitief besluit over de uitplaatsing van BWT is genomen, wordt
een voorstel gemaakt voor het overdragen van de bevoegdheden. Dit wordt dan in het
mandaatbesluit vastgelegd.
2.9 Bezwaar en beroep
Op termijn is het mogelijk dat Gouda afziet van een eigen bezwaarschriftencommissie en aan wil
sluiten bij een door de ODMH ingestelde bezwaarschriftencommissie, specifiek voor Wabo-zaken.
Vooralsnog wil de gemeente Gouda de eigen commissie behouden.
Het huidige bezwaarproces, met daarin de beoordeling of bezwaarschriften met een informele
aanpak kunnen worden opgelost, wil de gemeente Gouda ook behouden. De wijze waarop dat
uitgevoerd wordt, is hiervoor toegelicht.
1 Met een productprijs wordt bedoeld de kosten die per product in rekening worden gebracht. Deze prijs bestaat
uit directe en indirecte kosten.
2
Nota Planning en control, ODMH, 18 april 2012
Concept bedrijfsplan versie 2.4 15

Alle bezwaarschriften komen nu centraal bij de afdeling CJA binnen. CJA bepaalt na overleg met
bezwaarmaker en (straks) de ODMH op welke wijze het proces van bezwaar wordt ingestoken:
informeel of formeel. De voorkeur van de gemeente Gouda gaat uit naar de informele aanpak. Dit
betekent dat het bezwaarschrift met het inzetten van mediationvaardigheden telefonisch of via
informeel overleg wordt afgehandeld. Als bezwaarmaker of gemeente kiest voor de formele aanpak
dan wordt het bezwaarschrift na een hoorzitting en advies door de Bezwaarschriftencommissie
Gouda via een formele beslissing op bezwaar afgehandeld.
Het opstellen van een verweerschrift is de taak van de vakinhoudelijke afdeling. Door de afdeling CJA
wordt daarvoor een verzoek, bijvoorbeeld aan de afdeling BWT bij de ODMH, tot het leveren van een
verweerschrift en de stukken gedaan. CJA zorgt in dit geval voor de administratieve afhandeling.
Voor de Wabo-zaken betekent dit straks dat een verzoek aan de ODMH gedaan wordt om op te
treden bij de informele en/of formele aanpak. De juridisch medewerker van de ODMH is dan
aanwezig bij een informeel overleg of bij een formele procedure verantwoordelijk voor het opstellen
van een verweerschrift, het leveren van stukken en het vertegenwoordigen van het Goudse college
van BenW bij de bezwaarschriftencommissie.
Het besluit tot instellen hoger beroep blijft de bevoegdheid van het bestuursorgaan van de gemeente
Gouda. De ODMH legt voorstel voor het instellen van hoger beroep gemotiveerd aan CJA. De
afstemming van dit proces is van groot belang in verband met de lengte van de hoger beroepstermijn.
CJA zorgt voor besluit bestuursorgaan. Voor het uitvoeren van deze taken wordt formatie van de
gemeente Gouda aan de ODMH overgedragen alsmede voor het uitvoeren van de overige taken
rechtsbescherming Wabo.
2.10. Locatiekeuze
Vanuit de filosofie om door het onderbrengen van de gemeentelijke Bouw- en Woningtoezichttaken
op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij de OMDH synergievoordelen en
daarmee ook efficiencywinst te kunnen behalen, is het gewenst om de mensen die de gemeentelijke
taken bij de ODMH uit gaan voeren ook fysiek onder te brengen bij de ODMH.
De ODMH is in het Midden-Hollandhuis in Gouda gehuisvest. Het pand is gelegen aan de
Thorbeckelaan 5. Tevens is een gedeelte van het personeel per 1 juli 2012, met de komst van de
medewerkers van de provincie naar de Omgevingsdienst Midden-Holland, gehuisvest aan
Thorbeckelaan 2, in het voormalige pand van makelaardij van ’t Hof.
Door de huur van dit pand is de verwachte groei van de huidige organisatie met provinciale
medewerkers, BWT medewerkers van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk en de medewerkers van
de gemeente Gouda op te vangen.
De keuze voor de genoemde locaties aan de Thorbeckelaan in Gouda is voor de komende vijf jaar
een logische en gewenste keuze.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 16

3. Bestuurlijke constellatie
3.1 Omgevingsdienst Midden-Holland
Binnen de provincie Zuid-Holland zijn in totaal vijf uitvoeringsdiensten operationeel. Dit zijn de
milieudienst DCMR, de omgevingsdiensten Zuid-Holland Zuid, West-Holland en Midden-Holland en
een nog op te richten omgevingsdienst Haaglanden.
Per 1 juli 2012 zijn in de veiligheidsregio Hollands-Midden twee regionale uitvoeringsdiensten
(Omgevingsdienst Midden-Holland en Omgevingsdienst West-Holland) ontstaan. Aan het Rijk is door
beide diensten en de provincie een, gehonoreerd, verzoek gedaan om af te wijken van de
congruentie met de veiligheidsregio. Tevens is afgesproken om met de landelijke evaluatie van de
uitvoeringsdiensten (2014/2015) deze situatie opnieuw te bezien.
Gezien het feit dat de in Midden-Holland op te richten uitvoeringsdienst een groter takenpakket heeft
dan het basistakenpakket wordt de naam voor de nieuwe uitvoeringsdienst “Omgevingsdienst
Midden-Holland” (ODMH). De ODMH wordt gezien als een gemeenschappelijke
uitvoeringsorganisatie voor milieutaken, waarbij alle betrokken partijen (gemeenten en provincie) hun
eigen bevoegdheden houden.
Landelijke ontwikkelingen
Behalve het landelijk traject om in 2013 ca. 25 regionale uitvoeringsdiensten operationeel te hebben,
zijn er meer ontwikkelingen die een verdergaande integratie van de taken op het gebied van de
fysieke leefomgeving vormgeven. Sinds 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Doel van de Wabo is een eenvoudigere en snellere
vergunningverlening en een betere dienstverlening door de overheid op het terrein van bouwen,
ruimte en milieu. Vanuit de Wabo zijn ca. 25 voormalige vergunningstelsels geïntegreerd tot één
vergunning, namelijk de omgevingsvergunning. Deze omgevingsvergunning kan digitaal via de
Omgevingsvergunning Online worden aangevraagd.
Op dit moment wordt door het Rijk gewerkt aan een fundamentele herziening van het
omgevingsrecht. Het is nu verspreid over meer dan 60 wetten, 100 AMvB’s en honderden ministeriele
regelingen. Het omgevingsrecht wordt vereenvoudigd, gemoderniseerd, versoberd en uiteindelijk
gebundeld in één nieuwe Omgevingswet.
3.2 Gemeenschappelijke Regeling ODMH
De juridische basis van de Omgevingsdienst Midden-Holland is vormgegeven door een enkelvoudige
Gemeenschappelijke Regeling (GR). Deze regeling is getroffen tussen de 10 gemeenten en de
provincie.
De slagkracht van de ODMH vereist uitvoering van wettelijke taken op basis van voldoende mandaat.
Bestuursrechtelijke handhaving, waaronder het opleggen van een last onder dwangsom, vormt
onderdeel van deze mandaten.
De GR staat open voor toekomstige ontwikkelingen zoals uitvoering van nieuwe taken van andere
overheden, alsmede toetreding van nieuwe deelnemers.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 17

3.3 Besturingsmodel
Het besturingsmodel van de ODMH, dat vanaf 11 oktober 2012 gaat werken, is hieronder
schematisch weergegeven.
In dit model is het bestuur uiteindelijk integraal verantwoordelijk voor de ODMH. Het bestuur bestaat
vanaf de start uit een één afgevaardigde per gemeente uit het college van burgemeester en
wethouders en twee afgevaardigden vanuit GS van de provincie Zuid-Holland. Het bestuur laat zich
ondersteunen door verschillende ambtelijke adviescommissies voor de eigenaarrol en de
opdrachtgeverrol. Beide rollen worden samen vervuld door het Algemeen en Dagelijks Bestuur.
Hieronder volgt een korte toelichting op de verschillende rollen:
De eigenaar streeft naar continuïteit voor de Omgevingsdienst door middel van een financieel
gezonde organisatie in combinatie met goed werkgeverschap. In het verlengde daarvan wordt de
begroting van de ODMH vastgesteld en bepaalt de eigenaar jaarlijks het uurtarief van de ODMH. De
eigenaar is politiek verantwoordelijk voor de continuïteit van de ODMH.
Een lid van het College van B en W van de gemeente Gouda neemt nu namens de gemeente Gouda
deel aan het AB en het DB van de ODMH. De gemeente Gouda moet, net als alle andere
deelnemende gemeenten, nog een besluit nemen over de afvaardiging.
In de ambtelijke adviescommissie Financiën zal vanuit de gemeente waarschijnlijk het afdelingshoofd
financiën participeren. Hier staat de rol van eigenaar van de ODMH centraal.
De opdrachtgever is inhoudelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken van de
Omgevingsdienst. Gevoed door de ambtelijke adviescommissie van de opdrachtgevers neemt het
Algemeen Bestuur besluiten over de taken die door de Omgevingsdienst uitgevoerd worden.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 18

Het beleid van de verschillende gemeenten vormt samen met de jaarprogramma’s van de individuele
gemeenten het kader voor de uitvoering van de taken.
Het idee is dat er straks één inhoudelijke ambtelijke commissie komt. Hierin worden inhoudelijke
zaken voor de besluitvorming in het AB en DB voorbereid. De bedoeling is dat hierin een ambtelijke
vertegenwoordiger van elk van de gemeenten participeert, die waar mogelijk BWT, Milieu en RO in
zijn/haar portefeuille heeft. De ambtelijke voorbereiding van deze commissie vindt plaats in
inhoudelijke werkgroepen, waaronder een afzonderlijke werkgroep voor BWT. In de werkgroep BWT
participeert de regieambtenaar.
De bestuurlijke opdrachtgevers nemen ook deel aan het AB en het DB. Elk van de gemeenten
bepaalt zelf welke functionaris uit het college van B&W wordt afgevaardigd. Op basis van de huidige
portefeuilleverdeling komen daarvoor de wethouders milieu en bouwen en wonen voor in aanmerking.
Het is echter niet mogelijk om beide wethouders af te vaardigen. Op de korte termijn vormt dat
mogelijk een knelpunt. In de volgende paragraaf wordt daarvoor een voorstel gedaan.
De opdrachtnemer is onlosmakelijk verbonden met de opdrachtgever- en eigenaarrol van het
bestuur. De rol van opdrachtnemer wordt voor de Omgevingsdienst Midden-Holland ingevuld door de
directie van de omgevingsdienst. De directie neemt taken aan van de opdrachtgever. Daarbij streeft
de opdrachtnemer naar een helder kader waarbinnen de taken uitgevoerd kunnen worden. Het
management team van de ODMH stuurt op productie, financiën en kwaliteit. Deze speerpunten
worden binnen elke afdeling door vertaald naar elk team door de teamleiders. Naast bovengenoemde
taken is de opdrachtnemer verantwoordelijk voor goed werkgeverschap.
Een bijzondere rol in deze structuur is voor de controller. De controller is onderdeel van de ODMH
organisatie en kan als enige in de organisatie buiten de directie om naar het dagelijks bestuur gaan.
De controller van de ODMH is vertegenwoordigd in de adviescommissie eigenaarschap. Deze
commissie brengt advies uit aan het AB/DB over de continuïteit van de ODMH, met name op het
gebied van financiën en personeel. Deze commissie bestaat uit financieel adviseurs van de
verschillende deelnemers van de ODMH.
3.4 Borging bestuurlijke verantwoordelijkheid
Om de bestuurlijke inbreng te waarborgen wordt het volgende voorgesteld:
Per 1 januari 2013 tijdelijk een informele bestuurlijke begeleidingscommissie voor Bouw en
Wonen te vormen. Formele besluiten lopen nog steeds via de lijn adviescommissie-DB-AB.
Aan dit overleg nemen dan bijvoorbeeld alle wethouders bouwen en wonen deel die besloten
hebben om de BWT taken over te dragen aan de ODMH. In dit overleg worden die zaken
besproken die nodig zijn om een kwalitatief hoogwaardige, efficiënte en vertrouwde afdeling
BWT te bouwen. Om deze begeleidingscommissie te ondersteunen is er een ambtelijke
klankbordgroep met daarin alle afdelingshoofden BWT, projectleiders voor de overdracht en
regieambtenaren.
In de startfase periodiek frequenter overleg te organiseren tussen de wethouder Gouda en de
directie/afdelingsmanager (de opdrachtnemer) van de ODMH. Bij deze gesprekken is ook de
regieambtenaar aanwezig. Op de lange termijn zou dat overleg moeten kunnen worden
beperkt tot twee keer per jaar: de programmering en de evaluatie.
Na de volgende verkiezingen (maart 2014) kan worden bezien of het mogelijk is om deze twee
portefeuilles te combineren (Wabo breed), zodat Gouda zijn rol met één wethouder in het AB kan
vervullen.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 19

4. Organisatie
4.1 Missie / Visie / Identiteit
Missie ODMH
Het bestaansrecht van de Omgevingsdienst Midden-Holland is gebaseerd op de uitvoering van de
fysieke omgevingstaken voor de gemeenten in de regio en provincie. Hierbij wordt de dienst door
gemeenten en provincie beschouwd als hun eigen afdeling.
Goed gemeentelijk en provinciaal beleid kan niet los ontwikkeld worden van een goede uitvoering, net
zo min als goede uitvoering kan plaatsvinden zonder goed beleid. Om goed beleid mogelijk te maken,
is het van belang dat de ODMH, op basis van zijn kennis en kunde, volledig ten dienst staat van
gemeenten en provincie.
Visie ODMH
Als gebiedsautoriteit in de regio Midden-Holland is de ODMH de meest logische partner voor
adviestaken en gemeentelijke en provinciale uitvoeringstaken. Het is de partij in de regio die
betrokken wordt bij zaken die een relatie met de omgevingskwaliteit hebben.
Het milieubeleid en - uitvoering is niet meer los te zien van de andere beleidsterreinen. Keuzes die in
een bepaald beleidsveld worden gemaakt, hebben - zeker in een regio als Midden-Holland –
rechtstreeks doorwerking op de andere beleidsvelden. De ODMH is de organisatie die logische
verbindingen kan leggen tussen de verschillende beleidsterreinen.
Identiteit ODMH
Een groot gedeelte van het werkgebied van de Omgevingsdienst Midden-Holland ligt in het
veenweidegebied van het Groene Hart, terwijl het andere deel van het werkgebied meer en meer een
verstedelijkingsopgave kent. Dit betekent dat deze aspecten dan ook terug te vinden zijn als
speerpunten binnen de toekomstige Omgevingsdienst.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 20

De Omgevingsdienst staat dicht bij de opdrachtgevers en is daarmee voor de opdrachtgevers de
vertrouwde dienst voor de uitvoering van de gemeentelijke en provinciale taken. Taken worden op tijd
en volgens de afgesproken kwaliteit uitgevoerd. Als innovatieve dienst worden vernieuwende ideeën,
ten goede komend aan gemeenten en provincie, ontwikkeld en verspreid op regionaal, provinciaal en
landelijk niveau.
4.2 Borging kwaliteit
De omgevingsdienst Midden-Holland voldoet aan de kwaliteitseisen van een robuuste
uitvoeringsorganisatie zoals deze in de package deal tussen Rijk, IPO en VNG voor ogen staat.
Hierbij worden in het geval van de Omgevingsdienst een viertal kwaliteitscriteria onderscheiden:
ISO, de wettelijke kwaliteitseisen uit de Wabo, Bor en Mor, de KPMG criteria en de Output/Outcome
criteria.
De huidige milieudienst Midden-Holland is sinds medio 2011 ISO 9001 gecertificeerd. Ook de per 1
juli 2012 operationele Omgevingsdienst Midden-Holland zal zodanig aan de kwaliteitseisen voldoen
dat deze dienst ISO gecertificeerd zal zijn.
Kwaliteitseisen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn wettelijk opgenomen in de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriele
regeling omgevingsrecht (Mor). Mede gebaseerd op deze kwaliteitseisen heeft KPMG, met behulp
van expertise van circa 40 praktijkdeskundigen uit gemeenten en provincies, kwaliteitscriteria
geformuleerd. Deze criteria hebben betrekking op het minimale kwaliteitsniveau dat nodig is voor een
goede taakuitvoering op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Dit betreft de
kritieke massa, het proces en de inhoud. Landelijk is afgesproken dat de regionale
uitvoeringsdiensten/omgevingsdiensten moeten voldoen aan deze KPMG criteria. De
Omgevingsdienst Midden-Holland voldoet aan deze criteria.
Voor de overige taken op het gebied van de fysieke leefomgeving, waaronder de BWT taken en RO
taken kunnen de KPMG criteria als maatlat dienen voor de prestaties van hun eigen organisatie. Op
dit moment wordt door het Rijk onderzocht of het mogelijk is dat deze KPMG criteria een verplichtend
karakter kunnen krijgen.
Behalve de KPGM kwaliteitscriteria die vooral op de input (kritieke massa, deskundigheid,
frequentiebenodigdheden van bepaalde taken) zijn gericht, zijn door het Ministerie van VROM, IPO
en VNG kwaliteitscriteria met betrekking tot Output en Outcome opgesteld. Tevens zijn hier prestatieindicatoren
voor ontwikkeld.
De KPMG criteria, de Output en Outcome criteria en de eisen zoals opgenomen in de Wabo, Bor en
Mor zijn complementair aan elkaar. De criteria in de Wabo, Bor en Mor zijn wettelijke criteria. De
KPMG criteria hebben op dit moment het karakter van een maatlat, de ISO certificering en de
Output/Outcome criteria daarentegen zijn keuzes die de organisatie zelf kunnen bepalen.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 21

4.3 Toekomstbestendigheid
Organisatie-inrichting Omgevingsdienst Midden-Holland
Voor de inrichting van de Omgevingsdienst Midden-Holland is een aantal uitgangspunten gehanteerd:
De organisatiestructuur kent maximaal 2 hiërarchische lagen, namelijk directie en
afdelingshoofden, opererend als managementteam;
De organisatiestructuur moet voldoen aan de kwaliteitseisen, waaronder de scheiding van
vergunningverlening en handhaving;
Nieuwe taken dienen gemakkelijk in de structuur opgenomen te kunnen worden;
Door logische clustering van typen taken en expertise is synergievoordeel te behalen;
De Omgevingsdienst Midden-Holland wil zich ontwikkelen als een innovatieve dienst met excellente
dienstverlening en de gebiedsautoriteit in de regio Midden-Holland. Om dit te bereiken en
versnippering te voorkomen is er voor gekozen om de expertisetaken onder te brengen in een
zelfstandige afdeling, waarbij tevens vanuit deze afdeling advisering en ondersteuning plaatsvindt
richting de meer procesmatige afdelingen. De afdelingen zijn dus in meer of mindere mate afhankelijk
van elkaar om tot kwalitatief hoogstaande producten te komen.
Afdelingen
De afdeling Toezicht en Handhaving bestaat voor het overgrote deel uit toezichthouders op de Wet
milieubeheer. De provinciale taken op het gebied van zwemwater zijn voor de gehele provincie Zuid-
Holland geclusterd binnen de ODMH. Binnen de afdeling zijn tevens backoffice taken aanwezig.
De afdeling Leefomgeving bestaat uit vergunningverlening, welke hoofdzakelijk plaats vindt in het
kader van de Wet milieubeheer en het team ROM (milieuadvisering bij ruimtelijke plannen) en
duurzaamheid (klimaat, duurzaam bouwen en natuur- en milieueducatie).Tevens zijn in deze afdeling
procesondersteuning, het secretariaat en het functioneel applicatiebeheer ondergebracht.
De afdeling Expertise is opgebouwd uit de vakgroepen Bodem, Archeologie, Geluid en Lucht en
Externe Veiligheid. Binnen de afdeling Expertise is het Juridisch Cluster ingericht. Dit cluster werkt
voor alle afdelingen.
De ondersteunende PIOFAH taken op het gebied van personeel, financiën, automatisering, DIV en
facilitaire zaken zijn ondergebracht bij de afdeling Bedrijfsvoering.
De afdeling Bouw- en Woningtoezicht is per 1 januari 2013 operationeel en wordt opgebouwd uit
het voormalige BWT cluster van de Omgevingsdienst Midden-Holland en het BWT team van de
gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De taken op het gebied van Bouw- en Woningtoezicht die vanuit de
gemeente Gouda worden ondergebracht in deze afdeling.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 22

Onderstaande figuur geeft de organisatie van de ODMH weer per 1 januari 2013.
Toekomstige ontwikkelingen
Het is de verwachting dat op korte termijn ook andere gemeenten zullen besluiten om deze taken bij
de ODMH onder te brengen. Om deze reden is, in regionaal verband, reeds gestart met het
nadenken over een logische opbouw van de toekomstige afdeling BWT en de bijbehorende taken,
waarbij een optimaal synergievoordeel kan worden behaald en, vergelijkbaar met de landelijke
ontwikkelingen, verdergaande integratie tussen de diverse taken van de ODMH kan worden bereikt.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 23

5. Middelen
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk staat een uitwerking voor de verschillende middelen functies. Als eerste wordt
aangegeven wat de uitplaatsing van de taken voor de formatie van de gemeente Gouda en de ODMH
betekent. Verder wordt aangegeven welke formatie bij de gemeente Gouda achterblijft. Vervolgens
wordt nader ingegaan op de automatisering, DIV en het gegevensbeheer.
5.2. Formatie
In paragraaf 2.5 staat opgenomen welke taken worden overgedragen aan de ODMH. Voor de
berekening van de benodigde formatie voor de uitvoering van deze taken is het als eerste nodig om
een inschatting te maken van de verwachte productie voor de komende maanden. De gemeente
Gouda heeft hiervoor het producten en capaciteitsraming (PROCAP) ontwikkeld. Vooralsnog zal dat
systeem, totdat een eigen versie is ontwikkeld worden gebruikt.
Voor het bepalen van deze productie wordt Streefgewicht niet meer als uitgangspunt genomen. In
eerdere verkenningen was dat wel het geval. Uitgangspunt is nu de bouwproductie van de eerste
twee kwartalen van 2012 geweest, waarbij de vooruitzichten voor de komende jaren zijn betrokken.
De verwachting is dat deze vooruitzichten een beperkte bouwproductie gaan opleveren. In bijlage 1
staat de verwachte productie voor de komende jaren van de gemeente Gouda gepland, afgezet tegen
Streefgewicht. Dit betekent dat de formatie daarop is aangepast.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 24

Op basis van de uitgangspunten is hieronder een overzicht opgenomen van de benodigde formatie
voor de uitvoering van de taken.
Omschrijving
Management en secretariaat:
Benodigde
formatie op
basis van
PROCAP
● afdelingshoofd 1,00
● secretaresse / adm. medewerker 1,00
Team Toezicht en Handhaving:
Concept bedrijfsplan versie 2.4 25
2,00
● senior- en alg werkzaamheden 0,23
● bouwinspecteur 1,53
● handhaver 1,68
● juridisch advisering handhaving en beleidsontwikkeling 0,32
● monumenteninspecteur 0,65
● constructeur 0,69
● inspecteur woonwagens 0,22
Team Vergunningverlening:
5,31
● senior- en alg werkzaamheden 1,00
● bouwplantoetser 2,65
● monumenteninspecteur 0,65
● applicatiebeheer en ICT-projecten 0,44
Team Juridisch:
4,74
● senior- en alg werkzaamheden 0,67
● juridisch adviseur 1,56
● beleidsmedewerker RO / planschade / diverse vergunningen 0,83
3,06
TOTAAL 15,11
In het bovenstaande overzicht staan zowel de direct productieve als de indirect productieve
capaciteit. Onder de laatste categorie wordt het management, een deel van de administratieve
ondersteuning en de applicatiebeheerder mee bedoeld. In totaal is dat ongeveer 1,94fte. De
productieve capaciteit die naar de ODMH overgaat, bedraagt dan 13,17fte.

5.3. Achterblijvende formatie
Enkele taken van de afdeling BWT gaan niet naar de ODMH over waardoor ook formatie bij de
gemeente Gouda blijft. In het overstaande overzicht staat deze formatie opgenomen.
Omschrijving
Team Vergunningverlening:
Achter
blijvende
formatie Gouda
Benodigde
formatie
● secretaris ARK/CCH + algemeen werkzaamheden 1,00 0,72
● medewerker stadsvernieuwing 0,22 0,22
● medewerker subsidies =administratieve ondersteuning 0,38 0,00
Team Juridisch:
1,60 0,94
● juridisch adviseur 1,00 1,00
● administratief medewerker en gehandicaptenparkeerplaatsen 0,50 0,50
Nieuwe taak
1,50 1,50
● regieambtenaar 0,50
TOTAAL 3,10 2,94
In totaal blijft van de bestaande taken 2,44 fte achter. Voor de aansturing is er nog een 0,5 fte voor de
regieambtenaar beschikbaar. Dit is een nieuwe functie die wordt toegevoegd aan de bovenstaande
formatie. In totaal is de formatie die achterblijft dan 2,94 fte. Hieronder wordt bovenstaande tabel
nader toegelicht.
De formatie van de ARK/CCH en de ondersteunende werkzaamheden gaan over naar de afdeling
RBA. Het betreft een afgebakende taak die redelijk eenvoudig is over te dragen van de afdeling BWT
naar de afdeling RBA. Deze werkzaamheden kunnen goed in de reguliere processen van deze
afdeling worden ingepast. De omvang van de formatie is iets bijgesteld op basis van het bestaande
takenpakket.
De formatie voor de stadsvernieuwing is vanaf 2014 als taakstelling ingeboekt. Vooralsnog wordt voor
deze functies ingehuurd. Tot die tijd wordt voorgesteld om de formatie onder te brengen bij de
afdeling RBA. Feitelijk werkt deze ingehuurde medewerker grotendeels vanuit zijn eigen kantoor
elders.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 26

De formatie voor subsidieverstrekking werd besteed aan de administratieve handelingen rond het
vertrekken van subsidie voor Wonen boven Winkels, Verbetering Winkelpuien en restauratie
monumenten. Tevens werd er met zekere regelmaat aandacht besteed aan de terugvordering van
uitbetaalde subsidies indien niet aan het anti-speculatiebeding werd voldaan. Dit betrof met name de
terugvordering van subsidies voor het reeds afgeronde project funderingsherstel.
Inmiddels zijn de administratieve handelingen voor subsidie verlening overgenomen door de
inhoudelijke medewerkers, mede omdat de omvang van de taak sterk is afgenomen.
Met de vorming van de ODMH worden de taken als volgt ondergebracht:
Het project wonen boven winkels inclusief subsidieverlening bij de gemeente Gouda. De
projectleider zal wel regelmatig contact onderhouden met de BWT collega’s van de ODMH;
Subsidieverlening voor restauratie monumenten en verbetering winkelpuien gaat met de
inhoudelijk betrokken medewerkers over naar de ODMH;
De incidentele taak van terugvordering van subsidies blijft bij de gemeente Gouda en wordt in
principe ondergebracht bij de Stafafdeling van de directie RO.
Dit betekent voor de gemeente Gouda een besparing van 0,38 FTE.
De formatie van de juridische adviseur gaat over naar de afdeling CJA. Het betreft werkzaamheden
voor de niet-Wabo bezwaarschriften (overige bestuursrechtzaken met name voor de Wet Ruimtelijke
Ordening) en de juridische adviesfunctie op niet-Wabo. Op basis van tijdregistratie bedraagt deze
formatie 1 fte welke door verschillende adviseurs worden besteed.
Verder gaan de uitvoerende taken voor de verlening van de gehandicaptenparkeerplaatsen niet over
naar de ODMH. Vooralsnog brengt ook de gemeente Bodegraven-Reeuwijk deze formatie niet over.
Voor de borging van deze uitvoerende taken zijn er nog meerdere mogelijkheden.
De regieambtenaar is geen volledig nieuwe functie ook op andere contracten is een betreffende
functionaris aangesteld. Het idee is om deze functie onder te brengen bij de afdeling RBA. Ook de
regieambtenaar van het milieucontract met de ODMH is daar ondergebracht.
Naar verwachting is dit een functie met een inschaling tussen de 10a en 11. Een functie beschrijving
is echter nog niet opgesteld, waardoor dit ook indicatie is. De functionaris moet beschikken over
politieke sensitiviteit, bekend zijn met de taken van vergunningverlening, handhaving en toezicht, en
weten op welke wijze de taak van zakelijk opdrachtgever vormgegeven wordt. Lost inhoudelijke
brandjes tussen de ODMH en de gemeente op, weet indien nodig snel te schakelen met de politiek.
Weet ook politieke gevoeligheden te vertalen naar een concrete opdracht aan de ODMH.
5.4. Automatisering
ODMH zal een workflow systeem implementeren ter ondersteuning van de BWT-taken van onder
andere Gouda. Dit systeem heeft de ODMH momenteel niet. Gouda wordt, samen met de andere
gemeenten die deelnemen of gaan deelnemen, betrokken bij de aanbesteding en de inrichting van
deze applicatie. Streven is de applicatie per 1 juli 2013 (maar uiterlijk op 1 januari 2014) werkend op
te leveren. Er moet in ieder geval wordt een conversie worden uitgevoerd van de gegevens die nu
vastleggen in MVV/BWT4all (alle modules).
Concept bedrijfsplan versie 2.4 27

Mogelijk draagt de gemeente Gouda voorafgaand aan de implementatie van een workflow systeem
(voor 1 juli 2013) de taken aan de ODMH over. Tot het moment dat het nieuwe workflow systeem
voor de BWT-taken bij de ODMH geïmplementeerd is, zullen in een overgangssituatie (tot uiterlijk
eind 2013) de medewerkers van Gouda via remote login werken op de bestaande systemen van
Gouda en onder het bestaande mandaat bij Gouda.
De medewerkers van BWT krijgen verder de beschikking over een flexwerkplek met een PC en
telefoon. De toezichthouders krijgen de beschikking over tablets met toegang tot (o.a.) Verseon Web.
In overleg zal nog gekeken worden welke aanvullende faciliteiten (dubbele beeldschermen,
smartboard) benodigd zijn voor een goede taakuitvoering bij de ODMH.
5.5 DIV / Archivering
Uitgangspunt voor het overdragen van de taken met betrekking tot DIV en archivering is dat
documenten maar één keer worden geregistreerd en gearchiveerd. Dit betekent dat de fysiek
binnenkomende vergunningsaanvragen, zonder registratie in Gouda direct worden doorgestuurd naar
de ODMH. Bij de ODMH worden de documenten geregistreerd en wordt ook de ontvangstbevestiging
verstuurd. De vergunningen die digitaal via het Omgevingsloket online (OLO) worden aangevraagd,
komen rechtstreeks bij de ODMH binnen via een koppeling van de ODMH systemen met de OLO.
Alle bezwaarschriften komen centraal bij de afdeling CJA binnen. Dit betekent dat CJA dan ook
verantwoordelijk is voor de registratie en archivering van het bezwaarschrift. Het opstellen van een
verweerschrift is de taak van de vakinhoudelijke afdeling. Door de afdeling CJA wordt daarvoor een
verzoek, bijvoorbeeld aan de afdeling BWT bij de ODMH, tot het leveren van een verweerschrift en
de stukken gedaan.
Aan de overdracht van de BWT taken naar de ODMH is ook een overdracht van data en dossiers
gekoppeld. Met ingang van 1 juli 2012 werkt de ODMH volledig digitaal. Door toepassing van
verkregen substitutie (papier vervangen door digitale opslag) is het niet meer nodig om een papieren
archief bij de ODMH op te bouwen.
Voor de dossiers van vóór de overdracht is en blijft de gemeente verantwoordelijk. Het gehele fysieke
archief van BWT tot 01-10-2012 beslaat ca. 500 meter. Het fysieke bouwarchief kan de gemeente
zelf behouden, of na schoning, vervroegd overdragen naar het Streekarchief.
Voor het archiefbeheer na overdracht van de BWT taken mandateert Gouda dit aan de ODMH. De
gemeente blijft als bevoegd gezag verantwoordelijk voor de zorg van het archief. De werkzaamheden
worden door ODMH uitgevoerd.
Voor wat betreft de poststromen worden afspraken gemaakt over de situering en invulling van de
front office. Als de registratie en de archivering door de ODMH plaats vindt, is het mogelijk om 0,5 fte
te besparen bij DIV en 0,3 tot 0,4 fte bij de front office.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 28

5.6 Gegevensbeheer
Voor het gegevensbeheer is het volgende van belang:
De ODMH implementeert ten behoeve van de uitvoering van de BWT-taken een koppeling met
het OLO.
De ODMH gebruikt voor de uitvoering van de taken in Gouda gegevens uit (o.a.) de BAG en
GBA. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de landelijke voorziening BAG en de GBA-V.
Voor het bijhouden van de BAG door gemeente Gouda zullen de gegevens via mailnotificatie
door de ODMH worden doorgemeld. Onderzocht zal worden of er een zakelijke rechtvaardiging is
voor een geavanceerdere koppeling.
Gouda krijgt voor de uitvoering van de achterblijvende taken (zoals BAG, WOZ, Wkpb,
afwijkingen bestemmingsplan) inzicht in zaken/documenten in Verseon bij de ODMH. Dit wordt
via Verseon Web geregeld.
Geografische gegevens worden door de ODMH beschikbaar gesteld via GeoWeb en kunnen
aanvullend via services in het intranet GIS van Gouda worden ontsloten.
De legesinning zal worden uitgevoerd door de BSGR. Onderzocht zal worden of in de backoffice
applicatie een koppeling dient te worden gerealiseerd naar het financieel pakket van de BSGR, te
weten Key2Heffingen.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 29

6. Financiën
6.1. Inleiding
Bij het profiel van de omgevingsdienst past een efficiënte en effectieve uitvoeringsorganisatie.
Het huidige financieringsmodel van de Omgevingsdienst voorziet in integrale uurkostprijzen en in
kengetallen voor het aantal productieve uren. De financiële afspraken tussen de gemeente Gouda en
de Omgevingsdienst sluiten hierop aan en zullen zich uiteindelijk met name gaan richten op de
factoren prijs en hoeveelheid. De contouren van de afspraken die hierbij gelden worden geschetst in
dit hoofdstuk.
De gemeente Gouda is niet alleen opdrachtgever voor de Omgevingsdienst, maar ook medeeigenaar.
Dit betekent dat vanuit verschillende rollen een sturingsrelatie bestaat. Vanuit die beide
rollen zal de gemeente sturen op de financiën.
6.2 Basisfinanciering
Grondslagen
De gemeente Gouda heeft voor de komende jaren een inschatting gemaakt van de structurele
afname van producten van de ODMH. Voor deze berekening is gebruik gemaakt van het PROCAP
(productencapaciteitsberekening, voormalig productenboek) van de gemeente Gouda. Structureel is
de prognose dat de gemeente Gouda 17.785 uren afneemt, met een uurtarief van € 81,76 (prijspeil
2013).
Op basis van 1.350 productieve uren per jaar per FTE, correspondeert deze 17.785 uren met een
formatie van 13,17 fte (17.785/1.350). Deze formatieomvang is exclusief de overhead ad 1,94 fte. In
totaal komt dus 15,11 fte formatie over naar de ODMH (nl. 13,17 fte + 1,94 fte). Naar verwachting is
de bezetting lager dan de formatie. In totaal gaat de bezetting van ongeveer 12,09 fte over. Het
restant ad 3,02 fte (nl. 15,11 fte -/- 12,09 fte) betreft vacatures. Met de vacatureruimte wordt een
bijdrage aan de benodigde flexibele schil van de ODMH geleverd.
De uitvoering van de BWT taken door de ODMH zal door de gemeente Gouda gefinancierd worden
op PxQ basis (prijs maal productiehoeveelheid). Door het leggen van een relatie tussen de verwachte
productie en de daarvoor benodigde (kosten van de) formatie, inclusief daarmee samenhangende
vacatureruimte, wordt een dekkende financieringswijze verkregen.
Financiering
Voor de uitgangspunten van de financiering wordt gebruik gemaakt van de Nota Planning & control,
welke op 18 april 2012 door het Algemeen bestuur van de ODMH is vastgesteld.
De 17.785 uur wordt beschouwd als een structurele afname van producten (omzetgarantie). Dit past
binnen de planning en control cyclus (waarin afspraken over het jaarprogramma worden gemaakt).
Op basis van het in 2013 geldende tarief (ad € 81,76) bedraagt de financiering in 2013 dan:
Afname van producten maal prijs: 17.785 uur x € 81,76 = € 1.454.000, -
Gelet op het feit dat sprake is van een integrale kostprijs, worden met dit bedrag zowel de personele
als de materiële kosten gedekt van zowel de direct productieve als van de indirect productieve
medewerkers.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 30

Het kan voorkomen dat een opdrachtgever (ook gezien de conjunctuur) meer of juist minder
producten van de ODMH afneemt. Dan gelden de volgende twee uitgangspunten:
Indien Gouda meer dan 5% afwijkt van het bovenstaande aantal, worden de extra uren boven
de 105% in rekening gebracht.
Mocht de productie meer dan 5% naar beneden afwijken, dan worden de minder uren (dan
95%) verrekend. Kortom er wordt terugbetaald.
Voor de verrekening geldt het reguliere standaard uurtarief van de ODMH (€ 81,76 prijspeil 2013). Er
wordt voor BWT een afzonderlijk jaarprogramma opgesteld. Dat betekent dat dit niet samen met
milieu wordt gedaan. Hierdoor is het niet mogelijk om producten tussen milieu en BWT met elkaar te
verrekenen. Dit sluit aan op de wijze waarop de budgettaire kaders van de gemeente Gouda zijn
gesteld.
Bijstelling structurele afname
Als de gemeente Gouda na 2013 minder structurele producten wil afnemen, dan is dat mogelijk.
Jaarlijks is op basis van de door het algemeen bestuur van de ODMH vastgestelde Nota Planning &
Control een daling van de productie met 2,5% mogelijk. Hierover worden afspraken gemaakt bij het
opstellen van het jaarprogramma.
Indien de structurele gewenste daling van de productie groter is (dan wel de afname van het totaal
aantal uren kleiner is als gevolg van beleidswijzigingen) dan 2,5%, dan vindt besluitvorming over de
uitvoering en de (financiële) gevolgen hiervan, plaats in het algemeen bestuur van de ODMH. Voor
zover er frictiekosten ontstaan als gevolg van de lagere productie (meer dan de maximale 2,5%), zijn
deze (indien elders inzetten van capaciteit niet mogelijk is) voor rekening van de gemeente Gouda.
Flexibele schil
Gouda wil stimuleren dat de ODMH voor de uitvoering van de conjunctuur gevoelige werkzaamheden
gebruik maakt van een flexibele schil. ODMH wil in de organisatie rekening houden met een flexibele
schil om te kunnen inspelen op macro economische ontwikkelingen. De bedrijfsvoering van de ODMH
wordt daar ook op ingericht. Vooralsnog wordt gewerkt aan een flexibele schil van 15-20%.
Indexering
In de Nota Planning & Control van de ODMH staat aangegeven op welke wijze een inflatiecorrectie
wordt toegepast. Jaarlijks wordt het uurtarief van de ODMH geïndexeerd. Deze indexering wordt
goedgekeurd door het Algemeen bestuur van de ODMH.
In de regio Hollands Midden (=West-Holland + Midden-Holland) zijn afspraken gemaakt over de
berekening van een objectieve indexatie ten behoeve van het begrotingsproces. Deze objectieve
indicatie sluit aan bij de inflatiecorrectie die in het Gemeentefonds zit verdisconteerd.
Het toe te passen inflatiepercentage bestaat uit:
een basispercentage (1) het basispercentage in jaar T is de prijsmutatie bruto binnenlands
product (BBP) jaar T, zoals dat genoemd staat in de Septembercirculaire van het jaar T-2.
uit een correctie daarop (2): de correctiefactor voor het jaar T wordt verkregen door het verschil te
nemen tussen de prijsmutatie BBP van het jaar T-1 op grond van de Septembercirculaire T-2 en
de prijsmutatie BBP van het jaar T-1 op grond van de Septembercirculaire van het jaar T-3.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 31

Incidenteel meerwerk
Mocht de gemeente Gouda incidenteel meer uren willen afnemen dan is dat mogelijk. Het betreft uren
die eenmalig (of voor enkele jaren) nodig zijn voor bijvoorbeeld een groot project of producten die
bijzondere extra inzet vereisen. Voor deze producten wordt een afzonderlijke inschatting van de uren
gemaakt, welke jaarlijks wordt afgerekend. Voor deze uren wordt 125% van het standaardtarief in
rekening gebracht.
Binnen Gouda kunnen deze extra incidentele uren gedekt worden door aanvullende legesinkomsten.
Aanvullende leges kunnen worden gedoteerd aan de Reserve Bouwleges van de gemeente Gouda,
ter dekking van jaar-overschrijdende kosten.
6.3 Consequenties gemeente Gouda
Vergelijk integrale kostprijs Gouda - ODMH
Integrale kosten zijn alle kosten voor de uitvoering van de taken, zowel de directe salaris en directe
materiele budgetten als de overheadkosten. Met dat laatste wordt bedoeld de indirecte kosten,
oftewel kosten die niet direct aan een product toegerekend kunnen worden. Dit zijn personele kosten
voor de ondersteuning van de primaire taken (zoals financiën, P&O, ICT en facilitaire zaken) maar
ook materiele kosten zoals huisvesting, automatisering en overige materiele budgetten. Het
factuurbedrag ODMH is inclusief de ODMH-overhead.
In de onderstaande tabel staat de vergelijking van de integrale kostprijs van de gemeente Gouda en
de ODMH opgenomen.
Integrale kostprijs - Gouda - ODMH 2013 2014 2015 2016 2017
A: Gouda voert taken uit
Personeels- en overige kosten 1.523.800 1.506.900 1.456.900 1.456.900 1.456.900
Toegerekende overhead o.b.v. 18,13 fte 643.500 643.500 643.500 643.500 643.500
Totaal 2.167.300 2.150.400 2.100.400 2.100.400 2.100.400
B: ODMH voert taken uit
Factuur ODMH 1.454.100 1.454.100 1.308.700 1.308.700 1.308.700
Achterblijvende taken Gouda 2,94 fte 192.600 192.600 192.600 192.600 192.600
Toegerekende overhead o.b.v. 2,94 fte 104.400 104.400 104.400 104.400 104.400
Totaal 1.751.100 1.751.100 1.605.700 1.605.700 1.605.700
Verschil tgv ODMH 416.200 399.300 494.700 494.700 494.700
De huidige integrale kosten van de gemeente Gouda liggen hoger dan van de ODMH. Dit verschil is
ongeveer € 0,5 miljoen waarbij de ODMH goedkoper is dan de gemeente Gouda.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 32

Overhead
De volgende twee belangrijke punten verklaren het verschil van de integrale kosten van de ODMH en
de gemeente Gouda:
Een uitvoeringsorganisatie heeft volgens Berenschot over het algemeen een relatief lage
overhead. Op basis van uitgebreid onderzoek van Berenschot weten we, zonder dat voor Gouda
in kaart gebracht te hebben, dat regiegemeenten, zoals de gemeente Gouda is, over het
algemeen een relatief hogere overhead heeft. Zeker als dit met een uitvoeringsorganisatie als de
ODMH wordt vergeleken. Niet is bekeken hoe Gouda ten opzichte van regiegemeenten scoort.
Deze hogere overhead zorgt ervoor dat de integrale kosten van een product, bij verdere
gelijkblijvende omstandigheden, ook hoger zijn.
De ODMH gaat de BWT taken op een grotere schaal uitvoeren dan de gemeente Gouda nu de
taken verricht. Hierdoor heeft de ODMH de mogelijkheid om een efficiencyslag te realiseren.
Afspraak is dat de ODMH deze taakstellend na 2 jaar realiseert. Hierdoor dalen de integrale
kosten.
Ondanks het verschil in de integrale kostprijs van de producten van BWT wil dit nog niet zeggen dat
er ook direct een financieel voordeel voor de gemeente Gouda uit rolt. Dit heeft te maken met het
gegeven dat de begrotingspost “overhead” niet ingezet kan worden als dekking voor de ODMHfactuur.
Als de overhead niet wordt afgebouwd, maar alleen op een andere wijze intern wordt
versleuteld, gaat de gemeente Gouda in principe dubbel voor overhead betalen. De gemeente Gouda
blijft, zonder de afbouw van overhead, met haar eigen overheadopbouw zitten, terwijl het in de
kostprijs van de ODMH wederom voor overhead voor de uitvoering van de taken betaalt.
Er ontstaat voor de gemeente Gouda pas een financieel voordeel als de overhead in voldoende mate
afgebouwd wordt. Het afbouwen van overhead is geen gemakkelijke opgave voor een organisatie.
Zeker niet voor een organisatie, zoals de gemeente Gouda, die de afgelopen 10 jaren zo snel is
ingekrompen. Het valt buiten deze opdracht om aan te geven op welke wijze dat zou kunnen, dan wel
niet zou kunnen.
Meerjarenbegroting
In de onderstaande tabel staan de consequenties voor de meerjarenbegroting. Het effect van de
overheadlasten is daarbij niet meegenomen.
Budgettair effect voor Gouda van overgang BWT naar ODMH
BWT naar ODMH 2013 2014 2015 2016 2017
factuur RUD voor Gouda, basis 10%
efficiency- / innovatie-doelstelling 1.454.100 1.454.100 1.308.700 1.308.700 1.308.700
P-lasten achterblijvende formatie 2,94 fte à
€ 65.500 (basis: reële bezetting) 192.600 192.600 192.600 192.600 192.600
Totaal aan kosten te dekken binnen de
begroting 1.646.700 1.646.700 1.501.300 1.501.300 1.501.300
Begroting: beschikbaar budget 1.524.500 1.506.900 1.456.900 1.456.900 1.456.900
budgettair nadeel -122.200 -139.800 -44.400 -44.400 -44.400
Concept bedrijfsplan versie 2.4 33

Als gekeken wordt naar alle directe budgetten van de afdeling BWT van de gemeente Gouda en we
vergelijken dat met de factuur die straks ontvangen wordt van de ODMH dan is deze op termijn
€ 44.400,-- hoger.
De verwachting is dat de gemeente Gouda het budgettaire nadeel op termijn minimaal met € 44.400,-
kan afbouwen. Daarvoor liggen ook al twee voorstellen, namelijk om een besparing bij de DIV taken
en frontoffice te realiseren voor in totaal 0,9 fte.
Leges
De gemeente mag voor de kosten die worden gemaakt voor het verlenen van bouwvergunningen en
de toezichtstaken leges heffen. Hiervoor stelt de gemeenteraad een verordening en jaarlijks de
legestabel vast. Hierin komt geen verandering.
Voor het opleggen van de leges wordt gebruik gemaakt van de dienstverlening van de BSGR.
Maandelijks wordt een overzicht van de op te leggen leges verstuurd. Het opleggen van de leges
alsmede de inning en incasso worden vervolgens door de BSGR verricht. In de toekomst blijft dit
proces in stand. De ODMH wordt alleen gevraagd om niet alleen een overzicht van de op te leggen
leges aan de BSGR te sturen maar maandelijks ook een overzicht aan de financiële afdeling van de
gemeente Gouda. Dit laatste is van belang om de volledigheid van de opbrengsten te borgen.
Reserve
De gemeente Gouda heeft een reserve Bouwleges. Deze is bedoeld ter dekking van de
verplichtingen van de meerjarige lasten van het toezicht op de grotere bouwprojecten, waarbij de
legesinkomsten van dit project verantwoord zijn in één jaar, namelijk het jaar van de
vergunningverlening. De meerjarige lasten worden jaarlijks met deze reserve verrekenend.
Bij de dotatie aan de reserve bouwleges worden gelden niet aan het project waarvoor de
bouwvergunning wordt afgegeven geoormerkt. Indien in enig jaar lagere legesopbrengsten worden
gerealiseerd, dan kan voor de dekking van de meerjarige verplichtingen van de ODMH deze reserve
worden ingezet.
Jaarlijks wordt, bij de jaarafrekening met de ODMH gekeken in welke mate de opbrengsten uit de
leges voldoende waren ter dekking van de kosten. Indien er in een jaar hogere leges zijn ontvangen
dan worden deze gereserveerd. Indien in enig jaar de leges lager zijn dan de kosten van de ODMH
wordt een onttrekking gedaan. De gemeenteraad van de gemeente Gouda beslist hierover.
6.4 Synergie effecten en innovatie
Er zal nadrukkelijk gestreefd worden naar het door-ontwikkelen van de afdeling BWT, zodra deze
deel uitmaakt van de Omgevingsdienst Midden Holland. Deze ontwikkeling heeft zowel betrekking op
de doelmatigheid van de organisatie, als op het innovatieve gehalte van het bouw- en woningtoezicht
in deze regio.
Belangrijke pijler onder het doelmatigheidsstreven vormt het schaalvoordeel dat zal ontstaan indien
meerdere BWT afdelingen bij de ODMH worden ondergebracht. Hierdoor kunnen medewerkers
efficiënter worden ingezet en zal minder ‘leegloop’ optreden. Naar verwachting kunnen specialismen
worden gebundeld, waardoor een doelmatiger inzet van mensen mogelijk zal zijn. De groei van de
overhead zal tenslotte lager zijn dan de groei van de formatie van het primair proces formatie,
waardoor ook hier een gunstig effect op de kostprijs zal optreden.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 34

Op meerdere manieren zal het innovatieve gehalte van het BWT toezicht gestimuleerd worden. In
praktisch opzicht zal gekeken worden naar het effect van instrumenten als certificering, de
flitsvergunning, etc. Nog belangrijker is dat de kennis en kunde van diverse gemeenten in BWT
opzicht gebundeld zal worden. In de vorm van een vast overleg als een klankbordgroep zal een visie
worden ontwikkeld op zowel de operatie als op de strategische toekomst.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 35

6.5 Overige bepalingen
Voortgangscontrole
De productie en bijbehorende JEV (jaar einde verwachting) wordt door de ODMH nauwlettend in de
gaten gehouden, en regelmatig besproken met de opdrachtgever. De zesmaands rapportage is
daarbij van groot belang. Als uit deze cijfermatige productierapportage blijkt dat er onderschrijding
dan wel overschrijding dreigt, wordt er in augustus een overleg tussen opdrachtgever en
opdrachtnemer ingepland. Gezamenlijk sturen de opdrachtgever en opdrachtnemer bij (bijvoorbeeld
door meer uren handhaving in plaats van vergunningverlening te besteden) waarbij het primaat bij de
gemeente Gouda blijft liggen.
Doelmatigheid
De ODMH doet in het tweede jaar voorstellen voor een efficiëntere en innovatieve werkzaamheden.
Afgesproken is dat deze voorstellen leiden tot een daling van de prijs van 10%. Op basis van de
consequenties wordt besproken of deze andere werkwijze ook door de gemeente gewenst worden.
Uitgangspunt voor de ODMH is dat deze tariefdaling mogelijk is, maar niet tegelijkertijd kan worden
gecombineerd met een volumedaling in de eerste drie jaren.
Ingangsdatum
Onder 6.2 is aangegeven welke financiering geldt voor een héél begrotingsjaar. Indien de overkomst
van de afdeling BWT van de gemeente Gouda in de loop van het jaar plaatsvindt, zal het jaarbedrag
naar rato worden aangepast. Zo zou bijvoorbeeld bij overkomst per 1 juli 2013 6/12 deel van het
jaarbedrag van toepassing zijn.
Incidentele kosten
De overkomst van de afdeling BWT Gouda naar de ODMH zal gepaard gaan met de nodige
voorbereidingen. De éénmalige kosten die samenhangen met de transitie van de afdeling BWT naar
de Omgevingsdienst, zullen inzichtelijk moeten worden gemaakt.
Incidentele kosten die te relateren zijn aan de latende organisatie (gemeente Gouda) komen voor
rekening van de latende organisatie. Dergelijke kosten betreffen kosten voor eventueel boventallig
personeel (frictiekosten) en desintegratiekosten (ook wel doorlopende overhead genoemd).
De kosten van de bij de business case betrokken functionarissen van de ODMH en de gemeente
Gouda, worden niet separaat vergoed. De gemeente Gouda en de ODMH worden ieder geacht de
kosten van hun personele inbreng zelf te dragen.
Ten aanzien van het sociaal plan is de inschatting dat de kosten beperkt zijn omdat er nagenoeg
geen verschillen in de arbeidsvoorwaarden zitten. In het overzicht van de incidentele kosten is dit als
nihil opgenomen. Het betreft kosten die ten lasten komen van Gouda.
De mogelijke kosten op het gebied van automatisering betreffen o.a. migratiekosten. Beide
organisaties worden momenteel ondersteund door diverse applicaties. Deze applicaties dan wel de
elektronische informatie zullen mogelijk geconverteerd moeten worden. Er is een globale raming van
de incidentele kosten opgenomen.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 36

De kosten van het overbrengen en opslaan van het archief zijn naar verwachting beperkt. Dit moet
echt nog verder wordt uitgezocht. De bestaande archieven blijven bij de gemeente Gouda. Een zeer
beperkt gedeelte van het archief (en dan met name de werkdossiers) wordt overgedragen. Dit is
digitaal, waardoor de incidentele kosten vooralsnog laag worden geschat.
In de onderstaande tabel staat een overzicht van de kosten voor automatisering en archivering.
Omschrijving Bedrag
Conversie data BWT4all € 25.000
Implementatie workflowsyteem € 35.000
Koppelingen, migratie archief,
onvoorzien
€ 40.000
TOTAAL € 100.000
De raming van deze kostenpost voor koppelingen, migratie archief dient verder aangescherpt te
worden. Verder is er een budget onvoorzien opgenomen. Dit wordt zo snel als mogelijk nader
uitgezocht.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 37

7. Juridische constructie
7.1 Inleiding
Op 18 april 2012 is de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden-Holland getroffen. In
deze regeling staat opgenomen dat de ODMH de taken op het gebied van Woningwet (Artikel 4 lid 2
f) kan uitvoeren indien daarvoor mandaat is verleend. Met betrekking tot de uitvoering van de in
mandaat verleende taken worden schriftelijke werkafspraken en afspraken over de vergoeding
gemaakt (artikel 4 lid 6).
7.2 Mandaat
Op het moment dat door de raad positief over de uitplaatsing van de taken wordt besloten, worden de
voorbereidingen voor de mandatering getroffen.
Zoals het mandaat wordt verstrekt kan het ook worden ingetrokken door het bestuur van de
gemeente Gouda. Bij het verlenen van het mandaat dienen daarover afspraken te worden gemaakt.
7.3 Jaarplannen
De ODMH heeft een nota Planning & Control vastgesteld. Dit is een beleidsstuk waarin een aantal
algemene beleidsafspraken zijn gemaakt. Hierin staat de cyclus van de jaarplannen en de begroting
in opgenomen, alsmede de management informatie cyclus opgenomen. Met betrekking tot de
jaarplannen en de informatie geldt:
Jaarlijks wordt voor de taken van BWT een jaarprogramma opgesteld. Dit programma vormt de
basis voor de jaaropdracht aan de ODMH.
Elke twee maanden wordt management informatie aan de gemeente Gouda geleverd.
Als uit de zesmaands rapportage blijkt dat er onderschrijding dan wel overschrijding dreigt, wordt
er in augustus een overleg tussen opdrachtgever en opdrachtnemer ingepland. In
gezamenlijkheid wordt dan of verschuiving tussen producten (noodzakelijk) is. Primaat ligt bij de
gemeente.
7.4. Dienstverleningsovereenkomst
Andere schriftelijke afspraken worden vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst. Hierin staan
de afspraken over de omzet, de prijs, ontwikkeling van de prijs, de verrekening van mutaties in de
productie en de looptijd van de dienstverleningsovereenkomst.
In deze overeenkomst worden de volgende taken vastgelegd.
Door de gemeente Gouda wordt een omzetgarantie van 17.785 uren afgegeven. Dit wordt
beschouwd als een structurele afname van producten waarvoor de betreffende uren worden
ingezet.
Als basis ligt de productie zoals de gemeente Gouda die de komende jaren verwacht. Deze is op
basis van de PROCAP vertaald naar de benodigde formatie. De ODMH gaat deze vooralsnog
voor de gemeente Gouda hanteren. Op het moment dat een eigen versie is ontwikkeld wordt
Concept bedrijfsplan versie 2.4 38

deze nieuwe versie van de ODMH, volgens de kwaliteitseisen zoals deze door Gouda zijn
vastgesteld (zie bijlage), gehanteerd.
Voor de verrekening geldt het reguliere standaard uurtarief van de ODMH (€ 81,76 prijspeil
2013). Als inflatiecorrectie percentage wordt de wijze van correctie gehanteerd zoals regionaal is
afgesproken in de nota Planning & Control.
Voor de afname van incidentele producten (op projectbasis) wordt een afzonderlijke inschatting
van de uren gemaakt. Jaarlijks worden deze producten afgerekend. Voor deze uren wordt 125%
van het standaardtarief in rekening gebracht.
Lagere of hogere afname
Vooraf is jaarlijks een daling van de structurele productie (en daarmee de omzet zoals hierboven
in uren is aangegeven) van 2,5% mogelijk. Een eventuele structurele verhoging, bijvoorbeeld als
de markt ineens sterk aantrekt is niet gebonden aan een maximaal percentage. Eenmaal hoger is
maar een daling van 2,5% mogelijk.
Indien in een jaar Gouda meer dan 5% afwijkt van het bovenstaande aantal uren, worden de
extra uren boven de 105% in rekening gebracht.
Mocht de productie meer dan 5% naar beneden afwijkt van het bovenstaande aantal uren, dan
worden de minder uren (dan 95%) verrekend. Kortom er wordt terugbetaald (minder betaald).
Doelmatigheid en innovatie
De ODMH doet in het tweede jaar voorstellen voor een efficiëntere en innovatieve
werkzaamheden. Afgesproken is dat deze voorstellen leiden tot een daling van de prijs van 10%.
Op basis van de consequenties wordt besproken of deze andere werkwijze ook door de
gemeente gewenst worden.
Uitgangspunt voor de ODMH is dat deze tariefdaling mogelijk is, maar niet tegelijkertijd kan
worden gecombineerd met een volumedaling in de eerste drie jaren.
Duur van dienstverleningsovereenkomst
De lengte van de dienstverleningsovereenkomst moet nog worden bepaald.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 39

8. Rechtspositie
8.1. Inleiding
Inmiddels heeft een pakketvergelijking plaatsgevonden. Daarnaast is een start gemaakt met de
vergelijking van de functieboeken. De resultaten van beide worden hieronder weergegeven.
8.2. Pakket vergelijking
Ten behoeve van de overgang van personeel van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van de
gemeente Gouda naar de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) is een arbeidsvoorwaardelijke
pakketvergelijking opgesteld. Hieronder staan op hoofdlijnen de belangrijkste resultaten.
In deze pakketvergelijking wordt de rechtspositie van de gemeente Gouda, bestaande uit de
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector Gemeenten (CAR), de Goudse
Uitwerkingsovereenkomst en overige lokale rechtspositieregelingen, vergeleken met de voor de
ODMH geldende rechtspositie, bestaande uit de CAR, de Uitwerkingsovereenkomst en overige voor
de ODMH geldende rechtspositieregelingen.
De vergelijking wijst uit dat het overgrote deel van de rechtspositie gelijk aan elkaar of gelijkwaardig
is. In het lokale Georganiseerd Overleg van de gemeente Gouda zal met de vakbondsdelegatie
overleg gevoerd worden over de rechtspositionele gevolgen van de overgang, waaronder de uitkomst
van de pakketvergelijking.
8.3 Functieboek
Zowel ODMH als Gouda gebruikt het ODRP-functiewaarderingssysteem. Bij Gouda is dat OFS 2000
en bij ISMH OFS 2004. Tussen die twee zitten geen echt wezenlijke verschillen.
Hoewel beiden het ODRP-systeem hanteren, wil dat echter niet zeggen dat exact dezelfde
systematiek wordt gehanteerd. De functies zullen met elkaar vergeleken worden waarna vervolgens
kan worden vastgesteld in welke functie de medewerker geplaatst zal worden. Indien nodig zal het
functieboek van de ODMH worden aangevuld met nieuwe functies.
De eventuele verschillen worden als laag ingeschat maar kunnen nog tot kosten voor het sociaal plan
leiden. De financiële consequenties worden nog nader onderzocht.
8.4 Plaatsing personeel
Uitgangspunt voor de plaatsing van de medewerkers is het vastgestelde organisatie- en formatieplan
ODMH en het bij ODMH geldende functieboek. Op basis daarvan vindt een voornemen tot plaatsing
van de medewerkers plaats. Dit wordt schriftelijk aan de medewerkers kenbaar gemaakt.
Uitgangspunt is dat er sprake is van mens-volgt-werk. Dat betekent dat het in principe niet nodig is
om een plaatsingscommissie bij ODMH in te stellen.
Na de definitieve besluitvorming in de gemeenteraad ziet op hoofdlijnen het proces er als volgt uit.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 40

Medewerkers krijgen, nadat het voornemen tot plaatsing is toegestuurd, de tijd om hun
bedenkingen (zienswijze) binnen 14 kalenderdagen kenbaar te maken bij ODMH. Vervolgens
wordt overgaan tot een definitieve plaatsing. Hiertoe besluit het dagelijks bestuur van ODMH.
Op deze definitieve plaatsing hebben de medewerkers de mogelijkheid om bezwaar te maken.
De behandeling van de bezwaren vindt plaats door de Bezwarencommissie ODMH. Als deze niet
voor de plaatsing is ingesteld wordt deze voor de behandeling van eventuele bezwaren ingesteld.
Het college van B&W van de gemeente Gouda neemt een besluit over het ontslag van de
medewerkers van de afdeling Bouw- en woningtoezicht. Het dagelijks bestuur van ODMH besluit
tot de definitieve plaatsing van de medewerkers bij ODMH. Beide besluiten worden gelijktijdig in
één envelop naar de medewerkers gestuurd.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 41

9. Vervolgtraject
9.1 Inleiding
In dit hoofdstuk staan de belangrijkste punten voor het vervolgtraject opgenomen. Als bijlage is een
nadere detailplanning van het vervolgtraject opgenomen.
9.2 Ondernemingsraad
Op 11 september 2012 neemt B&W en 26 september 2012 het dagelijks bestuur van de ODMH een
voorgenomen besluit over het voorliggende bedrijfsplan. Voor de gemeente Gouda en de ODMH zal
dit besluit er anders uitzien. Waar het bij de gemeente Gouda gaat over het uitplaatsen en
ontvlechten van de organisatie gaat het bij de ODMH juist om het invlechten van de taken in de
organisatie. De adviesaanvraag aan de medezeggenschapsorganen van de beide organisaties zal
daarop worden aangepast.
In de gemeente Gouda wordt naar verwachting de adviesaanvraag in oktober afgerond. Bij de ODMH
wordt deze aanvraag begin november afgerond. Vervolgens wordt een definitief besluit over de
uitplaatsing van de taken door het college van B&W genomen. De besluitvorming over de uitplaatsing
vindt plaats in de raadsvergadering van 12 december 2012 daaropvolgend. Definitieve besluitvorming
bij de ODMH vindt plaats in het Algemeen Bestuur van 13 december 2012.
Gezien de toekomstige ontwikkelingen bij de ODMH, wordt de medezeggenschap vormgegeven door
middel van een Overgangsondernemingsraad (OOR). Hiertoe is inmiddels een convenant met de
ODMH bestuurder ondertekend. Vanaf 1 januari 2013 (overdracht BWT taken door de gemeente
Bodegraven-Reeuwijk) tot de daadwerkelijke overdracht van de BWT taken van Gouda zal een lid
van de OR Gouda deelnemen als toehoorder van deze OOR. Bij voorkeur zal een medewerker van
de afdeling BWT die al lid is van de OR Gouda de plaats als toehoorder innemen,
Op het moment dat de taken zijn overgedragen zal een medewerker van de gemeente Gouda die is
overgekomen naar de ODMH plaatsnemen in de OOR.
Gelijktijdig met de besluitvorming over het bedrijfsplan wordt aan de nadere uitwerking gewerkt in het
Organisatie & Formatieplan. Daarin wordt o.a. de Was – Wordt tabel van de taken en functies
opgesteld. Op basis daarvan volgt de plaatsing van de medewerkers. De besluitvorming daarover
door het bestuur wordt aan het medezeggenschapsorgaan van de ODMH voorgelegd.
Voor de gemeente Gouda wordt er, vanwege de beperkte omvang van de achterblijvende taken,
geen Organisatie & Formatieplan opgesteld. Gekeken wordt op welke plekken de organisatie (de
organisatieverordening) aangepast moet worden. Hiervoor is geen afzonderlijke raadpleging van het
medezeggenschapsorgaan nodig.
9.3 Georganiseerd overleg
Samen met het Georganiseerd Overleg wordt gekeken of het nodig is om een sociaal plan op te
stellen voor de overgang. Gezien het feit dat de verschillen in het arbeidsvoorwaarden en het
functieboek beperkt zijn is de verwachting dat het sociaal plan zeer beperkt van omvang zal zijn.
Hierover wordt op 5 december 2012 definitief door het GO besloten. Bekeken wordt of het mogelijk is
om deze besluitvorming naar voren te halen zodat de eventuele financiële consequenties in het
voorstel naar de gemeenteraad meegenomen kunnen worden.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 42

9.4 Communicatie
De medewerkers van BWT worden al regelmatig geïnformeerd over de voortgang van de
werkzaamheden. In eerste instantie wordt dat gedaan door de afdelingsmanagers van de BWT, maar
ook door de directeur en de projectleider.
De komende periode is het zaak dat de medewerkers ook kennis gaan maken met de ODMH.
Hiervoor worden de komende tijd enkele bijeenkomsten georganiseerd. Dit zal niet alleen voor
medewerkers van de gemeente Gouda zijn maar ook van de andere gemeenten waarvan de taken
van BWT min of meer definitief overgedragen zullen worden.
9.5 Verwachte overgangsdatum
De uitplaatsing staat gepland op uiterlijk 1 juli 2013 of zoveel eerder als mogelijk. Gestreefd wordt
naar een uitplaatsing per 1 maart 2013 indien dat mogelijk is.
Concept bedrijfsplan versie 2.4 43

Gouds niveau
Bijlage 1:
Toetsen aan Bouwbesluit: Gouds versus Landelijk niveau
Aspect

Bijlage 2:
Toezicht volgens Bouwbesluit: Gouds versus Landelijk niveau
Gouds vs. landelijk
aspect

Bijlage 3:
Omgevingsvergunning
Omgevingsvergunning
Deelactiviteiten
Activiteit bouwen (C01)
PRODUCT Aantallen volgens
Streefgewicht
(= ijkwaarde)
< 50.000
50.000 - 100.000
100.000 - 300.000
300.000 - 1.000.000
1.000.000 - 10.000.000
> 10.000.000
Productie-
prognose
Reguliere procedure 517 480
Uitgebreide
procedure 35 25
Reguliere procedure 30 20
Uitgebreide
procedure 5 4
Reguliere procedure 20 20
Uitgebreide
procedure 8 4
Reguliere procedure 3 7
Uitgebreide
procedure 10 5
Reguliere procedure 1 2
Uitgebreide
procedure 10 2
Reguliere procedure 0 0
Uitgebreide
procedure 4 0
< 50.000 276 240
50.000 - 100.000 23 18
100.000 - 300.000 23 23
300.000 - 1.000.000 13 13
1.000.000 - 10.000.000 11 4
> 10.000.000 4 0
Activiteit milieu (C05/C06) 0 1
Activiteit rijksmonument (C08)
Activiteit gemeentelijk monument
22 15
(C12)
55 35
Activiteit kap (C17) 164 100
Activiteit reclame (C18)
135 40
Activiteit brandveilig gebruik (C04)
Activiteit slopen
11 20
(C09/C10/C11/C13)
Activiteit strijdig gebruik ruimtelijk
93 70
(C03) Kruimelgeval 123 95
(Behandeling door TV) Projectbesluit
Activiteit strijdig gebruik ruimtelijk
41 30
(C03) Kruimelgeval 7 6
(Behandeling door TJ) Projectbesluit
3 3
Activiteit uitweg (C15) 25 25
Activiteit aanleg (C02) 3 10
Concept bedrijfsplan versie 2.4 46