11.09.2013 Views

Operationalisering van varianten van kleinschalig verblijf voor ...

Operationalisering van varianten van kleinschalig verblijf voor ...

Operationalisering van varianten van kleinschalig verblijf voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3.4 Onderzoek naar <strong>kleinschalig</strong>heid<br />

Nouws (2003) heeft getracht de kern <strong>van</strong> <strong>kleinschalig</strong>heid in beeld te brengen en concludeert “dat<br />

een grote mate <strong>van</strong> consensus bestaat over de kernwaarden <strong>van</strong> <strong>kleinschalig</strong>heid: huiselijkheid,<br />

herkenbaarheid, overzichtelijkheid, eigen ervaringswereld, veilige en vertrouwde omgeving”. Het<br />

wordt ook wel samengevat in het woord “genormaliseerd”. Dit geeft de kernwaarde aan <strong>van</strong> wat<br />

er bedoeld wordt: “normaal, zoals thuis, de vertrouwde omgeving”. “Het fundament <strong>van</strong><br />

<strong>kleinschalig</strong>heid ligt in het bieden <strong>van</strong> een zo prettig mogelijke leefomgeving aan mensen met<br />

dementie in de laatste jaren <strong>van</strong> hun leven” (Nouws 2003:4-5). Toch kwam Nouws (2003:6) ook<br />

met de conclusie dat <strong>kleinschalig</strong>heid een lastig begrip blijft: “We weten aan de ene kant perfect<br />

waarover we het hebben, maar slagen er toch niet in om scherpe grenzen te trekken en een<br />

duidelijke definitie <strong>van</strong> het begrip te geven.” Problemen doemen op wanneer de kernwaarden<br />

concreet moeten worden gemaakt. Wat is nog een aanvaardbare groepsgrootte? Hoeveel<br />

groepswoningen mogen geclusterd zijn om nog te praten over <strong>kleinschalig</strong>heid? Moet het in de<br />

wijk liggen of mag het ook bij een zorginstelling gesitueerd zijn? Is het noodzakelijk om samen<br />

met de bewoners te koken? En boodschappen te doen?<br />

Er zijn verschillende bouwkundige mogelijkheden, afhankelijk <strong>van</strong> de plaatselijke situatie.<br />

Voorzieningen kunnen ‘stand alone’, aanleunend of binnenshuis worden gerealiseerd. Idealiter<br />

bestaat een <strong>kleinschalig</strong>e <strong>voor</strong>ziening <strong>voor</strong> mensen met dementie uit een cluster <strong>van</strong> 4 tot 6<br />

woningen, die onderling gemakkelijk toegankelijk zijn (<strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> groepsgrootte <strong>van</strong> 6<br />

bewoners per woning). In grote lijnen kunnen de volgende typen <strong>kleinschalig</strong>e woningen worden<br />

onderscheiden:<br />

1. Begeleid wonen. Deze woonprojecten, meestal tussen de 6 en 12 bewoners, zijn bedoeld<br />

<strong>voor</strong> ouderen met beginnende dementie en zonder familie in de buurt die op hen kan letten.<br />

2. Ver<strong>van</strong>ging verpleeghuis. Meestal tellen deze woonprojecten in één gebouw twee tot zes<br />

woningen met elk 6 bewoners. De bewoners hoeven idealiter niet meer te verhuizen naar het<br />

verpleeghuis, maar dit hangt af <strong>van</strong> de visie <strong>van</strong> het huis en de complexiteit <strong>van</strong> de zorgvraag.<br />

3. Kleinschalige wonen in een verpleeghuis. De derde soort <strong>kleinschalig</strong>e 'aparte’ woningen<br />

vinden we binnen de muren <strong>van</strong> een traditioneel verpleeg- of verzorgingshuis.<br />

4. Ook in een zorgboerderij (of zelfs “zorgboot”) kan een <strong>kleinschalig</strong>e woon<strong>voor</strong>ziening <strong>voor</strong><br />

mensen met dementie worden gehuisvest.<br />

Er bestond tot <strong>voor</strong> kort geen lijst <strong>van</strong> criteria waar elk project zich aan dient te houden. Wel<br />

bestaan er beschrijvingen <strong>van</strong> en meer normatief geladen meningen over hoe <strong>kleinschalig</strong> wonen<br />

eruit moet zien (Aedes Arcares 2003, Fahrenfort & Reuchlin 2002, Fahrenfort 2003, Krijger 2002,<br />

Nouws 2001, 2003, Stichting Wonen met Dementie 2003.) In 2003 heeft het Trimbos-instituut<br />

middels de methode <strong>van</strong> Concept Mapping getracht <strong>kleinschalig</strong> wonen in kaart te brengen. De<br />

tien belangrijkste kenmerken die het Trimbos-instituut heeft gevonden zijn (Boekhorst e.a. 2003):<br />

• Er is sprake <strong>van</strong> een vast team medewerkers, waardoor medewerkers en bewoners elkaar<br />

goed kennen.<br />

• Er wordt zelf gekookt.<br />

• Je kunt opstaan, naar het toilet gaan en naar bed gaan wanneer je zelf wilt.<br />

• Je mag er blijven wonen tot aan de dood.<br />

• De inrichting <strong>van</strong> de woning is <strong>van</strong> jezelf.<br />

• Bewoners, familie en het team bepalen samen de dagelijkse gang <strong>van</strong> zaken.<br />

• Personeel loopt niet in uniform.<br />

• Er ligt een visie aan ten grondslag die uitgaat <strong>van</strong> de behoefte <strong>van</strong> mensen met dementie.<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!