Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
•, ■<br />
BIJ HET ROTTERDAMSCH HOFSTAD TOONEEL<br />
THEO FRENKEL (links) en A. ROEMER (rechts).<br />
Tfoen ik „Drijfjacht' had gezien dacht ik<br />
* direct aan de intrig-es en verwikkelingen<br />
uit het Czarenryk door Savage zoo.knap<br />
in zijn roman „Mijn officieele vrouw", welke<br />
in „Het Weekblad" verschenen is, verwerkt.<br />
Natuurlijk, een andere atmosfeer, die "een<br />
uitgebroken revolutie overheerscht. Doch<br />
unfair zijn de Russen in beide scheppingen<br />
afgeteekend als intriganten, die met vuur<br />
spelen. De strijd tusschen de overheid en<br />
de ondermijners van het gezag, de op-<br />
standigen in beide gevallen.<br />
„Drijfjacht" heeft zeer bijzondere kwa-<br />
liteiten. - Het is een stuk dat bange stem-<br />
ming in de zaal brengt. En toch is het<br />
geen draak zooals dergelijke stukken in<br />
den tijd van onze ouders en grootouders<br />
plachten te zijn.<br />
Tanja Balbanowa (mevr. Carelsen) is<br />
een gevierde danseres, die succes heeft,<br />
ook in het roode Russen-rijk. Zij en haar<br />
minnaar Gogolin (Roemer) geven hun dien-<br />
sten' aan de contra-revolutie. Hoe gevaar-<br />
lijk dit spel is, leeren wij direct in het<br />
eerste bedrijf, door het lot dat Baron Firks<br />
(Theo Frenkel) treft.<br />
Ogan, de chef der geheime politie (van<br />
Ollefen), is het type van den ambtenaar,<br />
die zijn plicht volgt en geen weifelen, geen<br />
medelijden kent. Hij is geen wreedaard,<br />
maar een overtuigde, die weet dat orde<br />
SCÈNE UIT HET TWEEDE BEDRIJF.<br />
en regel alleen door onverbiddelijke en<br />
onverzoenlijke tucht kunnen worden bereikt.<br />
Tusschen Tanja, Gogolin en Ogan wordt<br />
het spel gespeeld. Het spel om het leven<br />
en het heil van den nieuwen staat.<br />
Snugal, de generaal der roode troepen<br />
(v. d. Linden), Wuul (Groenier), Wankin<br />
(Alex Paassen Jr.) evenals Lisaweta (Annie<br />
Brugman) en Olga (Mevr. Heymans) zijn<br />
de figuren die om hen heen gegroepeerd<br />
zün. Spuller, de Amerikaansche reporter<br />
(Eringa), is er een beetje met de haren<br />
bijgesleept.<br />
Tanja is ten slotte den strijd moede, niet<br />
zoo Gogolin, die voor zijn leven vecht.<br />
Om haar minnaar het ontsnappen moge-<br />
lijk te maken, offert Tanja zich op. Zij<br />
pleegt zelfmoord. Dit liever dan weer de<br />
gevangenis. De dood is haar een verlossing.<br />
Er wordt goed gespeeld, door de hoofd-<br />
personen en door hen, die de bijrollen<br />
vervullen.<br />
Het moet voor de speienden (en voor<br />
de directie en regie) wel een bittere teleur-<br />
stelling zijn, dat ondanks goed spel en<br />
goede verzorging, het publiek blijkbaar<br />
zoo weinig belangstelling voor een der-<br />
gelijk stuk heeft.<br />
Zijn we dan zoo ver, dat alleen het<br />
blijspel het nog doet?<br />
L. E. Kos<br />
- 6 -<br />
^^^^^^^^^^^^^ ■■l....l..M^-fa»^v^«agg^a ^-K ^^ 2 SäS^KB aäsaäi il êak ^^Ci^S:<br />
{VeivolÊ van pog. 4}<br />
een ziekte van zes maanden mijn be-<br />
trekking heb verloren en nergens meer<br />
slagen kon, terwijl ik voor een pond<br />
het verhaal van een ongelukkige specu-<br />
latie opdisch. Maar een geval als van-<br />
avond maak ik voor den eersten keer<br />
mee. En daarom zal ik u, mijnheer<br />
ChaJmers, de waarheid vertellen, indien<br />
u er naar luisteren wilt. En die zal<br />
moeilijker voor u zijn om te gelooven<br />
dan alle verdichtsels, die ik de anderen<br />
op hun mouw heb gespeld."<br />
Een uur later lag Plumer behaaglijk<br />
achterover in een fauteuil en keek met<br />
een weemoedigen glimlach om zijn lip-<br />
pen naar Phülis, die de koffie en<br />
sigaren binnenbracht. Toen deze ver-<br />
dwenen was, vroeg hij met een zon-<br />
derlingen klank in zijn stem: „Heeft u<br />
al eens gehoord van Sherrard Plumer?"<br />
„Ik herinner mij dien naam wel," zei<br />
zijn gastheer. „Het was een schilder,<br />
geloof ik. Maakte hij een jaar of wat<br />
geleden niet heel veel naam ?"<br />
„Ja," zei de gast. „En toen was het<br />
opeens met zijn reputatie gedaan. Ik<br />
ben Sherrard Plumer I Het laatste por-<br />
tret, dat ik heb geschilderd, verkocht<br />
ik voor duizend pond. Nadien kon ik<br />
zelfs niemand meer vinden voor wien<br />
ik gratis een portret mocht schilderen."<br />
„Hoe kwam dat?" kon Chalmers<br />
zich niet weerhouden te vragen.<br />
„Ja," antwoordde Plumer grimmig,<br />
„dat heb ik zélf nooit goed begrepen.<br />
Een heelen tijd ging het uitstekend.<br />
Bestellingen kwamen van links en rechts<br />
binnen. De couranten noemden mij een<br />
mode-schilder. Toen kwam de kentering.<br />
Op een grappige manier. Als ik een<br />
schilderij klaar had, kwamen de men-<br />
schen er naar kijken en dan fluister-<br />
den zij tegen elkaar en keken elkaar<br />
vreemd aan ...<br />
Al heel gauw had ik ontdekt, wat<br />
de oorzaak was. Ik had de gewoonte<br />
om in het gelaat van den geportret-<br />
teerde het verborgen karakter van het<br />
origineel te onthullen. Ik weet niet,<br />
hoe dit kwam — ik schilderde, wat ik<br />
zagl Sommige van mijn modellen waren<br />
^reeselijk woedend en weigerden hun<br />
portretten. Ik schilderde eens een por-<br />
tret van een zeer gevierde en bekende<br />
society-dame. Toen het klaar was, be-<br />
keek haar man het met een eigen-<br />
aardige uitdrukking in zijn oogen en<br />
de volgende week diende hij een eisch<br />
tot echtscheiding in.<br />
Ik herinner mij het geval van een<br />
bekend bankier, die voor mij poseerde.<br />
Toen ik het potret in mijn atelier ten-<br />
toonstelde, kwam een kennis van hem<br />
er naar kijken. „Allemachtig," riep hij<br />
uit, „ziet hij er werkelijk zóó uit?"<br />
Ik zei hem, dat iedereen het buiten-<br />
gewoon gelijkend vond. „Ik heb die<br />
uiitdiukking nog nooit eerder in zijn<br />
oogen gezien," zei hij. „Ik zal maar<br />
gauw mijn geld bij hem weghalen."<br />
MIJNHARDrS<br />
-A"-<br />
V<br />
Hij deed wat hij voornemens was ge-<br />
weest, maar zijn geld was al weg en mijn-<br />
heer de bankier ook.<br />
Het duurde niet lang, of ik kreeg<br />
geen bestellingen meer. De menschen<br />
hebben niet graag, dat hun karakter<br />
zoo bloot wordt gegeven ter beoor-<br />
deeling. Ze kunnen lachen en met hun<br />
eigen gezichten doen, wat ze willen<br />
en je voor den gek houden, maar een<br />
geschilderd portret kan dat niet. Ik<br />
moest het portret-schilderen wel op-<br />
geven. Een tijdlang werkte ik als teeke-<br />
naar voor een bekend weekblad, daar-<br />
na werd ik retoucheur bij een fotograaf,<br />
maar mijn zonderlinge eigenschap be-<br />
zorgde mij overal dezelfde moeilijk-<br />
heden. Als ik een portret teekendenaar<br />
een foto of als ik die retoucheerde, zag<br />
je in mijn teekening eigenschappen, die<br />
je in de foto niet zag, maar ik ver-<br />
onderstel, dat het origineel ze in ieder<br />
geval had. De klanten trokken hun<br />
wenkbrauwen op, vooral de vrouwen,<br />
en ik kon nergens lang blijven. Het<br />
beetje ^eld, dat ik had, was spoedig<br />
op en zoo kwam ik in de rij te staan<br />
voor een gratis bed. — Heb ik u<br />
verveeld met mijn geschiedenis, mijn-<br />
heer Chalmers?"<br />
- „Neen, neen," zei de gastheer ernstig,<br />
„integendeel. Ik vind hetgeen u vertelde<br />
zeer belangrijk. Onthulden al uw por-<br />
tretten slechte eigenschappen of waren<br />
er menschen, die geen schade onder-<br />
vonden van uw penseel?"<br />
„O ja, er wären er wel," zei Plumer.<br />
„Vooral kinderen. Ook wel goede vrou-<br />
wen en dan ook wel eens een enkelen<br />
keer een man. Alle menschen zijn niet<br />
slecht, weet u. Als het origineel goed<br />
was, was het portret het óók. Zooals<br />
ik al gezegd heb, ik verklaar niets, maar<br />
ik vertel u alleen feiten."<br />
Op Chalmers' schrijftafel lag het<br />
portret, dat hij dien avond uit het bui-<br />
tenland had ontvangen. Tien minuten<br />
later had hij het aan Plumer gegeven<br />
om er een teekening naar te maken<br />
in pastel. Het krijt en papier had<br />
PhiÜis in allerijl in een nabungen win-<br />
kel gehaald.<br />
Na verloop van een uur stond de<br />
artist moeizaam op en rekte zich uit.<br />
„Ik ben klaar," geeuwde hij. „Neemt<br />
u me niet kwalijk, dat het zoo lang<br />
geduurd heeft. Ik kreeg er plemer in,<br />
toen ik er mee bezig was. Hemel, wat<br />
ben ik moe! Gisterennacht heb ik niet<br />
in een bed geslapen, weet u. Wat zal<br />
ik vannacht genieten I"<br />
Chalmers liep met hem mee naar de<br />
deur en duwde een paar biljetten in<br />
zijn hand.<br />
„Mijn diner heb ik betaald door u<br />
mijn levensloop te vertellen en dit geld<br />
neem ik aan als betaling voor' de ge-<br />
maakte teekening," zei Plumer. „Dank<br />
u wel. Ook voor den uitstekenden maal-<br />
tijd. Vannacht slaap ik in een veeren<br />
[is het Merk der goede Films]<br />
bed en droom ik van de Duizend-en-<br />
een-Nacht... Goeden avond, mijnheer<br />
Chalmers!"<br />
Weer begon Chalmers als een ge-<br />
vangen roofdier de kamer met groote<br />
passen op en neer te loopen. Een paar<br />
keer wilde hij naar de schets gaan, die<br />
op zijn bureau lag, maar hij vond er niet<br />
den moed toe. Hij zag het bruin en<br />
blauw en rood van de kleuren, maar<br />
zijn vrees had tusschen hem en het por-<br />
tret een muur opgetrokken, waar hij<br />
niet door- of overheen kon. Hij ging<br />
zitten en trachtte zich te kalmeeren.<br />
Toen sprong hij opeens op en belde<br />
Phillis.<br />
„Er woont hier ergens boven een<br />
jong schilder, niet?" vroeg hij, „een<br />
zekere mijnheer Reiman, als ik het wel<br />
heb. Weet je, waar hij zijn appartemen-<br />
ten heeft?"<br />
„Hoogste verdieping, mijnheer," zei<br />
Phillis.<br />
„Ga naar boven en vraag hem, of<br />
hij mij het genoegen wil doen een paar<br />
minuten hier te komen."<br />
Reiman kwam direct. Chalmers stelde<br />
zich voor.<br />
„Mijnheer Reiman," zei hij, „op dat<br />
bureau daar ligt een pastelteekening. Ik<br />
zou het erg op prijs stellen, als u mij<br />
uw opinie erover wilde zeggen, zoowel<br />
over de artistieke kwaliteit als over...<br />
over het gezicht!"<br />
De jonge schilder ging naar het bu-<br />
reau en nam de schets in zijn hand.<br />
Chalmers had zich half afgewend<br />
en leunde tegen de tafel.<br />
„Hoe-vindt-u-het ?" vroeg hij lang-<br />
zaam.<br />
„Als teekening," zei de artist, „is het<br />
buitengewoon knap. Het is het werk<br />
van iemand, die een meester is in zijn<br />
vak. Eerlijk, eenvoudig . en levensecht.<br />
Ik heb in geen jaren zulk een knap<br />
werk gezien!"<br />
„Het gezicht, man... de vrouw zélf ...<br />
het origineel... wat zeg je däär van?"<br />
„Het gezicht," zei Reiman, „is het<br />
LON CHANEY, die<br />
ook al 1 April een<br />
jaar ouder wordt.<br />
Zijn adres Is het-<br />
zelfde als van<br />
Dorothy<br />
Sebastian.<br />
gezicht van een. engel van goedheid.<br />
Mag ik vragen, wie ... ?"<br />
„Het is mijn vrouw" riep Chalmers<br />
opgetogen uit. Hij hep op den artist toe<br />
en greep diens handen, terwijl hij ze<br />
krachtig schudde, zoo blij was hij. „Ze<br />
vertoeft voor haar gezondheid in het<br />
Zuiden van Frankrijk. Neem die schets<br />
mee, kerel en maak er een schilderij<br />
naar en laat het honorarium ervoor<br />
aan mij over ..."<br />
Toen Reiman weg was, zonk Chal-<br />
mers uitgeput in een stoel neer, en<br />
huilde van emotie. Tóch was hij geluk-<br />
kig, want hij wist nu, dat de brief van<br />
die andere vrouw slechts leugens be-<br />
vatte ...<br />
Scène uit Vondei's Treurspel „Lucifer", waarvan de N.V. Nieuw Nederlandsch Tooneel<br />
onder artistieke leiding van Louis Saalborn ter gelegenheid van den 60sten verjaardag<br />
van Cornells Dopper in den Stadsschouwburg te Amsterdam een voorstelling gaf.<br />
7 -