ET WEEKBLAD™,^
ET WEEKBLAD™,^
ET WEEKBLAD™,^
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>ET</strong> WEEKBLAD,^<br />
2 1 st« Jaargang<br />
No. 18 - 24 MEI 1941
| n e « n d « r «talages van het mode-magazijn<br />
„De Gouden Korf" stond een bontmantel. Hei<br />
moest een uniek exemplaar zijn, want geen<br />
vrouw passeerde de etalage of ze bleef staan<br />
en tuurde naar den „Persianer".<br />
Maar ook de aandacht van de beeren der<br />
schepping werd er vaak door getrokken, en men<br />
kan wel zeggen, dat de mantel reeds lang ver-<br />
kocht zou zijn geweest, Indien „De Gouden<br />
Korf er niet zooveel voor had gevraagd. Maar<br />
ja. .. alle waar is naar zijn geld, zegt men wel<br />
eens, en ook het omgekeerde is waarl<br />
Toch verscheen er op een- ochtend een ele-<br />
gant gekleede, blonde Jongeman In den winkel,<br />
die den bontmantel verlangde te zien. De chef<br />
hielp hem persoonlijk. .Terwijl deze den mantel<br />
uit de etalage haalde, gebeurde er echter iets<br />
bijzonders.<br />
Er verscheen opeens een andere. Iets oudere<br />
en zéér dikke heer voor de glimmende spiegel-<br />
rult, die tegen het raam tikte en, toen de chef<br />
verbaasd opkeek, riep; „Hé, dien bontmantel<br />
wil ik hebbenl"<br />
De chef dacht natuurlijk met een grappenma-<br />
ker te doen te hebben. - Hébben... Iedereen<br />
wilde dien mantel natuurlijk wel hebben. Maar<br />
köópen; dat was Iets anders... Als ulterlijk-<br />
deftig man, waagde hij het echter niet uit den<br />
toon te vallen, en daarom bleef hij ernstig en<br />
zei, zoo luid dat de heer buiten het hooren<br />
kon: „Een cliënt wenscht den mantel te zien,<br />
mijnheerl"<br />
„Zien mag hij hem," riep de dikke jonge-<br />
man terug, „dat kan me niet schelen, maar hem<br />
kóópen, dat zal ik alleen doen."<br />
»We hebben een groote sorteering in bont-<br />
mantels," nep de chef terug, „er zal dus ook<br />
wel Iets van uw gading bij zijn."<br />
„Ik heb uw sorteering niet noodigl Ik heb<br />
dézen mantel noodig,"<br />
De chef begreep, dat de conversatie op die<br />
manier niet was voort te zetten; bovendien vond<br />
hij dien dikkerd nogal eigengereid. Daarom haal-<br />
de hij • zijn schouders op en verdween met den<br />
bontmantel, dien hij nu van de wassen pop ge-<br />
peld had, In den winkel, waar onmiddellijk na<br />
hem ook de ander verscheen. Deze posteerde<br />
zich vlak voor het jongmensch, dat den mantel<br />
wilde zien, en keek hem met vijandige blik-<br />
ken aan.<br />
„Zoo. - U bent dus de heer, die dezen<br />
bontmantel wil koopen?" vroeg hij, naar de<br />
NTM<br />
VRIJ NAAR H<strong>ET</strong> DEENSCH<br />
Persianer jas wijzend, die over den arm van<br />
den chef hing.<br />
„Jawel," antwoordde het slanke jongmensch,<br />
en hij keek den heer, die misschien een paar<br />
Jaar ouder was dan hij, maar zéér uit de hoogte<br />
optrad, verbaasd aan. „Ik hoop, dat u er niets<br />
op tegen zult hebben," voegde hij er dan iro-<br />
nisch aan toe.<br />
„Ik heb er zooveel op togen," was het ant-<br />
woord, „dal ik dien mantel koopen wil - en<br />
koopen zal."<br />
„Dat zullen we eens zien," zei de ander ge-<br />
pikeerd. „Wie was er eerder?" zoo wendde hij<br />
zich tot den chef om een beslissing.<br />
„Eigenlijk... strikt genomen... hebt ü het<br />
eerst naar den mantel gevraagd," antwoordde<br />
de aangesprokene, die echter niet .graag als<br />
scheidsrechter wilde optreden tusschen twee<br />
klanten, en waarschijnlijk twee goede klanten,<br />
te oordeelen naar het bedrag dat zij konden<br />
uitgeven.<br />
„Dan heb ik ook de voorkeur," was het<br />
trlomfeerende antwoord.<br />
„Onzin," viel de dikke jongeman uit „AJs<br />
ik niet door mijn zaken was opgehouden, zou<br />
ik al een uur eerder hier geweest zijnl"<br />
„Heeren," zoo kwam nu de chef tusschenbei-<br />
den, „laat Ik u een voorstel mogen doen. Nog<br />
vandaag zal ik in mijn ateliers precies zoo'n<br />
zelfden bontmantel laten maken. Die is dan<br />
morgenavond gereed. Een van uw beiden be-<br />
hoeft dus slechts één dag geduld te hebbenl"<br />
„Ik kan echter tot mijn spijt géén geduld heb-<br />
ben," beweerde het elegante Jongmensch ener-<br />
giek. „Ik moet den mantel vandaag nog be-<br />
zorgd hebbenl"<br />
„En ik moet hem óók beslist vandaag bezorgd<br />
hebben," zei de ander. „Morgen is te laat<br />
voor mij."<br />
„Ik heb den mantel noodig als verjaarsge-<br />
schenk voor een dame," verklaarde de elegante<br />
Jongeman.<br />
„Ik ook."<br />
„Koopt u dan 'n anderen bontmantel," stelde<br />
de slanke aan den dikke voor. „Mijn... eh...<br />
verloofde heeft speciaal dezen mantel uitge-<br />
zocht. Ik kan met geen anderen bij haar aan-<br />
komen."<br />
„Ik bij... eh... mijn verloofde ook niet"<br />
Het ging den ander nu vervelen. Hij liet zijn<br />
mededinger naar den bontmantel eenvoudig<br />
staan, en wendde zich tot den chef. „Laten wij<br />
er een eind aan maken," zei hij. „Ik was het<br />
KERMIS! De filmsterren Charlott Daudert en Hilde Krüger amuseeren zich best<br />
(/oto Tobis)<br />
eerst, zooals u zelf zei, en Ik koop dus den<br />
mantel. Afgeloopen. Als ik goed heb gehoord<br />
van Wiesie... eh van mijn verloofde, kost<br />
hij drieduizend gulden?"<br />
„Wiésje?" herhaalde de dikke, groote oogen<br />
opzettend. „Wiesje, zei u? Zei u Wiésje?"<br />
„Ja, dat zei ik," antwoordde de ander driftig.<br />
„Wilt u nu nog soms beweren, dat... eh ...<br />
uw verloofde óók Wiesje heet?"<br />
„Ja, dat wil ik zékerl" zei de dikkerd met<br />
nog grootere oogen. „En ik kan er niets aan<br />
veranderen. Ze heet inderdaad Wiesje."<br />
De Jongeman verbleekte lichtelijk.<br />
„Misschien zelfs wel Wiesje Bisschop?" vroeg<br />
hij flauwtjes.<br />
„Juist Wiesje Bisschopl En ze woont.."<br />
„ ... Parkstraat 55," vulde het slanke jong-<br />
mensch aan, op een stoel neervallend.<br />
De dikkerd knikte somber, en liet zich even-<br />
eens op een stoel,) die achter hem stond, neer-<br />
vallen.<br />
Zwijgend staarden ze elkaar eenige oogen-<br />
blikken aan. Het was de dikkere heer, die het<br />
eerst zijn zellbeheersching weer terugkreeg.<br />
„Dan is uw Wiesje naar alle waarschijnlijkheid,<br />
of neen, wel zeker..<br />
„Uw Wiesje..." vulde de ander verslagen<br />
aan.<br />
De dikkerd knikte weer. Toen stond hij op en<br />
reikte zijn^ rivaal de hand. ,;Laten we het toe-<br />
val zegenen, dat ons tegelijkertijd hier gebracht<br />
heeft" zei hij. „We weten nu allebei wie<br />
Wiesje is. Om den mantel In ieder geval te<br />
krijgen, heeft ze hem bij ons allebei besteld.<br />
Maar Ik kén haar nu... Voor mij heeft ze af-<br />
gedaan. En ik zou mijn hand voor haar in het<br />
vuur hebben gestoken..." besloot hij zuchtend.<br />
„Wees dan maar blij, dat u hét niet gedaan<br />
hebt, anders had u nu nog maar één hand<br />
gehad."<br />
De dikkerd lachte. Wel niet van harte, maar<br />
het was het eenige wat hij kon doen. De chef<br />
was door den gang van het gesprek wat be-<br />
ducht geworden. „En beeren," zei hij, „hoe<br />
moet het nu met dien mantel? Wie... ?"<br />
„Ik geloof," antwoordde het slanke jong-<br />
mensch, „dat u reeds wel gemerkt zult hebben,<br />
dat onze behoefte aan bontmantels op het<br />
oogenbllk sterk Is afgenomen. Ik althans moet<br />
hem niet meer hebben. Goedendag I"<br />
En gevolgd door den dikkerd, die had ge-<br />
zegd: „En ik ook nietl Goedendag," verliet hij<br />
den winkel. Op straat namen de belde lotge-<br />
nooten hartelijk afscheid.<br />
„Dat zal haar straf zijn," zei de dikkerd, ter-<br />
wijl zij elkaar de hand schudden, „dat zij met<br />
één slag niet alleen haar beide aanbidders ver-<br />
liest, maar tevens den bontmantel. Ze had mij<br />
nog wel niet definitief aangenomen, maar Ik<br />
mocht toch, geloof ik, goede hoop hebbenl En,<br />
eerlijk gezegd, wist ze ook niet, dat ik dien<br />
mantel voor haar ging koopen. . ."<br />
„Mij had ze ook nog niet definitief geaccep-<br />
teerd," zei de slanke Jongeman, „en ook Ik had<br />
haar niet gezegd, dat ik haar dien mantel ca-<br />
deau wilde doen. Ik wist alleen, dat ze hem<br />
graag wilde hebben, en ik dacht dat het mis-<br />
schien eenig gewicht in de schaal kon leggen<br />
als ik..." Hij zuchtte, en zweeg.<br />
De dikkerd knikte.<br />
Daarna gingen ze ieder huns weegs.<br />
Vijf minuten later stond de dikkerd weer voor<br />
den chef.<br />
„Wilt u den bontmantel maar laten bezor-<br />
gen?" vroeg hij, zijn portefeuille uit zijn zak<br />
halend. „Het adres Is..."<br />
„Parkstraat 55," zei de chef, opgelucht om-<br />
dat de kostbare Persianer er toch nog uit ging.<br />
„Weineen," zei de dikkerd lachend. „Ik ken<br />
die Wiesje Bisschop niet eens. Het was maar<br />
een trucje van mij. U moet dien mantel laten<br />
bezorgen bij mijn... vrouw. Mevrouw Van<br />
Swieten, Llnoleumstraat 67..."<br />
mma^^^^^^^ ^__ '^,:
T O<br />
KORTE INHOUD VAN H<strong>ET</strong> VOORAFGAANDE.<br />
In den Ratskeller te Bremen maakt Casca Föderzeji. die violist<br />
en ejyenlijk Julius Löpelmann heet. kennis met Ada Rasmus<br />
rVÜ %T'' M i '' de Dicht van " n r « ken r « d in een strijkje Is<br />
en haar vriend<br />
" «» weduwe. c. Voorts > is zü ver-<br />
„l\jll\- T i ° n9,:n » i:h «P''">"w". hetgeen haar echter niet belet<br />
Hnl,, K Pr J aak,< L m "D den L Viol, ï te maken - Den eisenden da8 wordt het door<br />
"e° fe^Taf ..'r P r Ber i h0 i d t Ra5mU5 "J d00r Ada het feest, dat ter «eleoenhe.d hiervan des avonds " door """" consul ««'""• Rasmus Gedurende wordt<br />
geseven, verwacht iedereen, dat Thomas Holk rijn verloving met ATzal aan<br />
kond,8en, waarvan evenwel niets komt. Een der volgende dagen neem. Holk ha«<br />
rnHn P h t j Cht '"" Ni d ° r '. "in Seboorteplaats, waar zij mevrouw Löp"<br />
On H,„ ,r n ' "°edvrouw is en geassisteerd heeft bij Thomas' geboorte.<br />
^ef, da, K^r 9 , rü" A%, m0 " 1 " k . h
Heinz Rühmann, de bekende komiek, speelt<br />
de rol van den gasman Knittel, die plotseling<br />
rijk wordt. {Foto Ufa)<br />
o<br />
Een arm mensch, die rijk wordt.. . ziehier een<br />
welhaast onuitputtelijk gegeven. Het vaakst is<br />
het gebruikt in sprookjes, waar het steeds<br />
een van de meest succesvolle slotmotieven vormt.<br />
Het „happy ending" is werkelijk niet het eerst<br />
door de film uitgevonden I<br />
Wanneer men de oude volkslegenden be-<br />
schouwt als een uitdrukking van het verlangen<br />
naar een ideale gerechtigheid, dan is de plotse-<br />
linge welstand van onschuldige armen een tref-<br />
fend symbool. Er treden geheimzinnige machten<br />
in werking, die, in de gedaante van goedhartige<br />
toovergeeslen en feeën, in den strijd met hun<br />
collega's van den slechten kant steeds zegevieren,<br />
opdat de toestand, zooals iedere brave lezer of<br />
toehoorder zich dien wenscht, het einde zal zijn.<br />
Terwijl de sprookjesschrijver zeer vrij kan om-<br />
springen met zijn figuren, moet de tooneelauteur,<br />
die voor tooneelspelers schrijft, dus voor lijfelijke<br />
en handelende personen, zich in het algemeen<br />
dichter bij de concrete werkelijkheid houden. Hij<br />
kan niet zulke voor stervelingen onwaarschijnlijke<br />
veranderingen en plotselinge wendingen gebrui-<br />
ken als de grootmeesters van het vertelsel. De<br />
technische gebondenheid van het tooneelapparaat<br />
heeft reeds voor een vernauwing van de grenzen<br />
gezorgd. Uit deze begrenzing van de mogelijk-<br />
heden is in den loop van de tooneelgeschiedenis<br />
de uitbeelding van bepaalde typen voortgekomen,<br />
die, met zekere afwijkingen en veranderingen,<br />
steeds weer zullen terugkeeren. Tot deze figuren'<br />
behoort, ook de mensch, die, opeens rijk wordt.<br />
De plotselinge verandering van de levensomstan-<br />
digheden van den mensch is een dankbare aanlei-<br />
ding voor een heele reeks psychologische gebeur-<br />
tenissen. Dat weten de goede tooneelschrijvers<br />
best. En aangezien ook het zieleleven van de<br />
menschen in de zaal bekend terrein voor hen is,<br />
houden zij rekening met de omstandigheid, dat<br />
een gebeurtenis »Is plotseling rijk worden uiter-<br />
mate geschikt is, om een opgewekt medeleven<br />
van het publiek te ontvangen. Zonder twijfel zien<br />
het grootste deel van de menschen zichzelf gaar-<br />
ne in dengene, dien de plotselinge rijkdom te beurt<br />
valt. Daarom is men bij een dergelijken toestand<br />
eerder geneigd te lachen dan te huilen. Waar-<br />
mee niet gezegd wil zijn, dat er niet evengoed 'n<br />
tragedie aan het rijk worden verbonden kan zijn,<br />
evengoed als het arm worden een comedie kan<br />
zijn. In ieder geval is het een feit, dat de come-<br />
die een voorliefde heeft voor het gegeven van<br />
'.t rijk worden en dat de klassieke blijspelschrijvers<br />
hierdoor onvergankelijke figuren hebben gescha-<br />
pen. Molière bij voorbeeld heeft een heele reeks<br />
comedies geschreven, waarin de rijk geworden<br />
arme optreedt, die zich in zijn nieuwe milieu hee-<br />
lemaal niet weet te gedragen. In de eerste plaats<br />
noemen wij van deze categorie „Le bourgeois<br />
gentilhomme". Shakespeare toont ons den armen<br />
dienstknecht, die voor een paar uren „heer" mag<br />
zijn en die nu een overvloed heeft van alles,<br />
wat hij eerst heeft moeten ontberen, zoo rea-<br />
listisch mogelijk in het voorspel van „De getem-<br />
de feeks".<br />
Min of meer schematisch werd het. thema steeds<br />
weer gebruikt en ten slotte door de na-apers der<br />
groote schrijve« als het ware dood-geschrevan.<br />
Tot de kracht van het genie zich op een goeden<br />
keer weer baan brak om een nieuwe artistieke<br />
schepping te vormen uit het oude en zoo men-<br />
o<br />
Heinz Rühmann als Knittel en Army Ondra<br />
al* zijn vrouw Erika Knittel.<br />
(Foto Ufa.LIndntrj<br />
schelijke gegeven. In de personen van<br />
Ferdinand Raimund en Johann Nestroy<br />
ontstond tegen hei midden van de vo-<br />
rige eeuw in Weenen het waarachtige<br />
Dultsche volkstooneel. Door zich te<br />
wenden tot het eenvoudigst denkbare<br />
publiek, begon het eigenlijk weer dier,<br />
waar de oude sprookjeswereld was op-<br />
gehouden.<br />
Raimund en Nestroy, die leder voor<br />
zich schrijver, dramaturg, regisseur en<br />
acteur waren, braken voor hun tijdperk<br />
kortweg met alle tot dan toe geldende<br />
wetten van het tooneel. Daar 't bij hen<br />
voornamelijk aankwam op het sprookje,<br />
en zij de hooge vlucht van hun fantasie<br />
niet wenschten te belemmeren, bouw-<br />
den zij voor zichzelf een tooneel wereld<br />
op van onophoudelijke veranderingen;<br />
een verbazend gecompliceerde coulis-<br />
senwereld, die een zoo veelvuldige<br />
verwisseling van achtergrond toeliet, als.<br />
tegenwoordig alleen nog maar bij de<br />
film mogelijk is. De plaats van hande-<br />
ling speelt In hun manuscripten feitelijk<br />
dezelfde rol als In een modern draai-<br />
boek.<br />
Met zijn tooversprookje „Der Bauer<br />
o<br />
Knittel (Heinz Rühmann) op bezoek<br />
bij een charmante dame (Gisela<br />
Schifiter). (Foto Ufa-Undntrj<br />
als Millionnär" heeft Ferdinand Raimund in een<br />
onvergelijkelijk poetische sfeer de comedie van<br />
het rijk worden geschreven, die men ondanks, of<br />
liever juist door den ernst van den achtergrond<br />
als zoodanig moet betitelen. In een klucht zouden<br />
alleen de buitenomtrekken van de situatie zijn be-<br />
licht, Raimund echter dringt door tot het Innerlijk<br />
van den mensch, die door zijn eigen onzinnige<br />
instelling ten opzichte van den rijkdom schipbreuk<br />
moet lijden. Dezelfde dichterlijke ernst ligt ten<br />
grondslag aan de comedies van den meer ironi-<br />
schen Nestroy.<br />
In zijn „Lumpazivagabundes" volgt hij den le-<br />
vensweg van drie jongelui, handwerkslieden van<br />
beroep, die door bovenzinnelijke machten plotse-<br />
ling een geweldigen rijkdom genieten. Hoe zullen<br />
deze drie menschen zich ieder voor zich en on-<br />
derling daaronder gedragen? Dat is de vraag,<br />
waarvan de oplossing op het tooneel de toeschou-<br />
wers In de zaal veel te denken en veel te lachen<br />
geeft.<br />
Wij herinneren ons nog de verfilming van dit<br />
gegeven van Nestroy. Heinz Rühmann was een<br />
der handwerksiui, die door hun merkwaardig lot<br />
in even menschelijke als komische situaties ver-<br />
ward raken. Thans beeldt dezelfde acteur de<br />
hoofdpersoon uit in de filmbewerking van een<br />
modern gegeven, dat eveneens het plotseling rijk<br />
worden tot motief heeft Het Is „De Gasman",<br />
naar het boek van Heinrich Spoerl. Men zou het<br />
een sprookje In de werkelijkheid kunnen noemen.<br />
Hoewel er Iets ongewoons gebeurt. Is toch »lies,<br />
wat zich in deze film afspeelt, in werkelijkheid<br />
mogelijk. De moderne tooneelschrijver heeft be-<br />
grijpelijkerwijze afgezien van de zichtbare sym-<br />
bolen of de menschelijke uitbeelding van booze<br />
en goede geesten, die het publiek van de vorige<br />
eeuw als zinnebeeld heel vertrouwd waren. Want<br />
omdat hij modern is, weet hij, dat de menschen<br />
tegenwoordig nuchterder denken. Maar als een<br />
verstandig schrijver weet hij ook, wat is blijven<br />
bestaan: het gevoel voor den dieperen zin van<br />
het sprookje, waarop wij in het begin van deze<br />
beschouwing zinspeelden. -<br />
Het gemoedelijke Weensche publiek van eens<br />
zag maar al te graag een gevleugelden brieven-<br />
besteller van half-hemelsch karakter, zooals in<br />
„Der Bauer als Millionnär", die dus als de bode<br />
van de gepersonifieerde tevredenheid bij arm<br />
en rijk moest spionneeren. De gasman van onzen<br />
tijd komt daarentegen op geheel natuurlijke<br />
wijze in de huizen der verschillende maatschap-<br />
pelijke kringen. Daarom is 't des te verrassender,<br />
wanneer de beambte met het bescheiden Inkomen<br />
voor den armen kleermaker, die de gasrekenlng<br />
niet kan betalen, plotseling in zijn eigen zak tast<br />
en den ontstelden man vijftig mark schenkt, alsof<br />
dat vanzelfsprekend isl Iedereen zal In dit ver-<br />
band het onwaarschijnlijke goed vinden, precies<br />
zooals In het omgekeerde geval, als dezelfde be-<br />
scheiden employé van de „Gasag" als de ver-<br />
tegenwoordiger van een hoogere gerechtigheid<br />
optreedt, als hij tegenover een huichelachtige<br />
vrouw onomkoopbaar blijkt te zijn.<br />
In overeenstemming met den geest van het mo-<br />
derne publiek, dat vóór alles de werkelijkheid<br />
wenscht, worden alle onwaarschijnlijkheden aan 't<br />
slot van de geschiedenis verklaard. Wij stellen er<br />
prijs op, dat de helden van onze romans, tooneel-<br />
stukken en films, duidelijk zichtbaar in het werke-<br />
lijke leven staan. Wat do komieken betreft, wij<br />
kunnen alleen din hartelijk om hen lachen, als<br />
wij bemerken, dat zij wezens zijn van vleesch en<br />
bloed zooals wij, als zij dezelfde zwakheden heb-<br />
ben als wijzelf. Met andere woorden: wij moeten<br />
hen „au sérieux"_ kunnen nemen. Dat is bij „De<br />
gasman" alleszins het geval. Hoewel de gasman<br />
in de hierboven genoemde gevallen met overleg<br />
voor gerechtigheidje speelt, wordt hij zelf het<br />
slachtoffer van de situatie, die hem vooral in<br />
moeilijkheden brengt met zijn sympathieke jonge<br />
vrouw, in de film voorgesteld door Anny Ondra.<br />
De rijk wordende persoon moet zich naar alle<br />
kanten verantwoorden. Als hij het ten slotte met<br />
zijn lieftallige wederhelft, na veel heen en weer<br />
gepraat, eens geworden is over de manier, waar-<br />
op het geld gebruikt zal worden, komen de auto-<br />
riteiten er nog bij, die den armen, veelgeplaagden'<br />
„gelukkige" handen vol werk geven, om nog<br />
maar niet te praten van alle „vrienden" en „vrien-<br />
dinnen", die plotseling opduiken.<br />
Zoo is onder de leiding van professor Carl<br />
Froelich naar een boek, dat geheel in den tegen-<br />
woordigen tijd past en weergeeft wat er heden<br />
ten dage in het volk leeft, een film ontstaan, die<br />
van een onvergankelijk gegeven uitgaat. Met<br />
Heinz Rühmann, den beproefden meester van den<br />
fijnen humor, in de titelrol, is „De Gasman" een<br />
nieuwe comedie van het rijk-worden.
i8o4—02<br />
Van deze modeilen ziïn b(f de administratie van oijj<br />
biad patronen verkrQgbaar in de maten AO tot èn<br />
met 46 tegen den prffs van fO,25 per stuk.<br />
■^ - ■ . .<br />
1804—04<br />
£'»•
VOOR ONZE KNUTSELAARS<br />
»-3.5 _ui5 U +23-t-5.5-i U5J.24 2/ t2+25_J<br />
2. EEN<br />
MOUWPLANKJE<br />
Een dergelijk<br />
plankje is bij strij-.<br />
ken onmisbaar en<br />
daarom meenen wij<br />
goed te doen er een<br />
af te beelden op<br />
onze knutselpagina<br />
U hebt er weinig<br />
hout voor noodig.<br />
Hieronder volgt<br />
het «taatje:<br />
1 plankje van<br />
50,5 cM. 1., 12 cM<br />
breed en 2 cM. dik<br />
Eigen tttkénino<br />
i. EEN VO<strong>ET</strong>ENBANKJE VOOR DEN TUIN<br />
Deze week geven wij u een paar zeer eenvoudige knutselwerkjes.<br />
Het voetenbankje, dat u op deze pagina vindt afgebeeld en waarvan we<br />
een boven-, voor- en zij-aanzicht benevens een scheeve projectie geven is<br />
36 cM. lang, 21 cM. breed en 10.5 cM. hoog. Wanneer u het rugaanzicht aan<br />
d&hnker zijde van de pagina bekijkt, ziet u dat er ten eerste 6 latjes npodig<br />
zijn — benevens 2 die wat schuin bevestigd zijn en nog 2 waarvan de helft<br />
is ingelaten in het hout.<br />
In het geheel is er dus het volgende hout voor noodig i 10 latjes van *6 cM<br />
lang, 2 cM. breed en 1.5 cM. dik.<br />
2 stukken van 21 cM. lang, 2 cM. breed en 9 cM. hoog. De latjes worden<br />
op de zijstukken geschroefd.<br />
Het bankje kan in de lijnolie gezet worden of in een bijpassende kleur<br />
geverfd.<br />
1 plankje van 59 cM. lang, 12 cM. breed en 2 cM. dik.<br />
1 plankje van 30,5 cM. lang, 12 cM. breed en 2 cM. dik.<br />
1 plankje van 12 cM. lang, 12 cM. breed en 2 cM. dik.<br />
Aan het grondplankjé schaven we een schuinen kant van 1 cM. (zieteekening). Het<br />
bovenplankje wordt aan het eind tot 8 cM. breedte geschaafd en tevens voorzien van<br />
een ronden kant. Wanheer alle deelen „pas" gezaagd en gestoken zijn, schroeven we<br />
deze in elkaar, waarna de bekleeding er op gemaakt wordt. Het beste hiervoor is een<br />
stukje molton, dubbelgevouwen, met als buitenbekleeding een reep flanel, die met<br />
koperen taatsjes bevestigd wordt.<br />
M«t w«l(avallcn bekijkt on-<br />
derofficier Guggcmos (Han-<br />
ne» Keppler) dan eerttgebo-<br />
-ene vmn zijn kameraad Zeil-'<br />
■ar (Adolf Fischer, achtar zijn<br />
•choudar itaanda). Da piloot<br />
ickhard (Hermann Braun),<br />
schijnt ar ook plaiziar in ta<br />
nebben. Stralend zien da<br />
jonge moeder (Carita Löck)<br />
en oma Zeitler (Leonie Du-<br />
val) toa, terwijl da kleine,<br />
itevige Jongan zich da bewon-<br />
dering van het gezalechap ga-<br />
nadiglijk laat welgevallen.<br />
(foto Tobis)<br />
.•ia<br />
UGGI GENEERT ZICH<br />
In werkelijkheid is hij onderofficier<br />
• Guggemos. Zijn kameraden van het<br />
„Luchteskader Lützow", indegelijknamige<br />
grooie film van de Tobis, noemen hem<br />
echter „Guggi". In een vroolijke epi-<br />
sode van deze film moet hij peet zijn.<br />
Dat -is de wensch van zijn kameraad,'<br />
onderofficier^Bordwart Zeisier (wij ken-<br />
nen hem reeds uit de film ,JD lil 88"),<br />
die als trotsche vader voor zijn eerst-<br />
geborene een grootsch doopfeest op<br />
touw zet. Voor de paar dagen van hun<br />
verlof heeft hij de piloten Paulsen en<br />
Eckhard (eveneens twee goede beken-<br />
den uit de film „D III 88") en zijn kame-<br />
raden Hasinger en Hellweg naar zijn<br />
woonplaats in Oldenburg meegenomen.<br />
De op handen zijnde gebeurtenis is snel<br />
bekend geworden, het heele dorp is op<br />
de been. Op hun Zondagsch uitgedost<br />
wachten jong en oud op den terugkeer<br />
van het gezelschap, dat bij de doop-<br />
plechtigheid in de kerk aanwezig is ge-<br />
weest. Met een half dozijn Flak-soldaten,<br />
die nieuwsgierig uit de rijen kijken',<br />
staan zij aan weerszijden van den weg<br />
Een episode uit de Tobis-film „Luchteskader Lützow"<br />
opgesteld. Maar noch grootvader Zeis-<br />
Ier in zijn dorpsche Zondagsche jas en<br />
met zijn ouderwetschen hoogen hoed<br />
op, noch zijn mollige gade in de zwarte<br />
zij, noch de trotsche jonge moeder Lina<br />
(het meisje uit „D III 88") zijn het<br />
middelpunt van hun belangstelling. Aller<br />
oogen zijn thans gericht op Guggi, die<br />
met een angstig gezicht het draagkussen<br />
met het zoojuist gedoopte kind op zijn<br />
armen houdt en aan het hoofd van den<br />
stoet staat. Guggi geneert zich doodl<br />
„Ga zoo door, jongmensch," spot<br />
Hasinger. Met knikkende knieën zet<br />
Guggi zich eindelijk in beweging. Zelfs<br />
bij de moeilijkste situaties in den oorlog<br />
heeft hij niet zoo'n toer gehad zich-<br />
zelf te overwinnen. Een Berlijnsche Flak-<br />
soldaat neemt hem in het ootje tot<br />
groote vreugde van de omstanders.<br />
„Moed en volharding bij alles wat de<br />
dienst meebrengt!"* Guggi knarsetandt.<br />
„Laat het kind niet vallen," sluit een<br />
onderofficier uit Saksen zich bij de rest<br />
aan en de kanonnier Horn constateert<br />
met Rijnlandsche gevatheid: „Tjonge,<br />
jonge, nu krijg je vast en zeker gauw<br />
het moederkruis."<br />
Vooruitl denkt Guggi. Hoe eerder ik<br />
door dat cordon van plaaggeesten heen<br />
ben, hoe beter. Pas als de tevoren in-<br />
gelichte herbergier een muntstuk in het<br />
groote orgel steekt en er prompt uit de<br />
open ramen van het café een marsch<br />
schettert bij wijze van militaire hulde,<br />
verdwijnt de aarzeling uit zijn houding.<br />
Hij is de situatie weer meester, spoort<br />
mèt zijn kameraden ook de dames van<br />
het gezelschap aan om in de pas te<br />
loopen en redeneert tegen de jonge<br />
moeder, die vindt dat een koraal toch<br />
eigenlijk meer passend geweest zou<br />
zijn: „Neen-neen, geen koraal, zoo is het<br />
veel beter. Dan weet de jongen meteen,<br />
waar hij thuis hoort."<br />
Het is alleszins begrijpelijk, dat Ha-<br />
singer bij het afscheid, onder fuid ge-<br />
juich van zijn kameraden, uit den ver-<br />
trekkenden trein zijn indrukken op de<br />
volgende wijze weergeeft: „Dus, vader<br />
Zeisier, bij het volgende doopfeest ko-<br />
men wij weer, hoorl"
Geen wonderboomen van Mars of van<br />
de. Maan, geen landschap van uitge-<br />
doofde vulkanen, maar -het eens om<br />
zijn geneeskracht bekende STEEN-<br />
LEVERMOS, 8 x vergroot.<br />
MOSSEN<br />
BOEIEND UVENSVEHS CHIiNSE<br />
Achteloos loopen wij menschen langs vele boeiende levensverschijnselen. Wat<br />
weten wij van kevers en rupsen, van wormen en . . . van mossen? Van<br />
de laatste waarschijnlijk wel hèèl weinig. Na een regenbui, ja, dan vallen zij wel<br />
op, dan vormen zij prachtige groene tapijten in de di/lnen en op de heide-<br />
velden, onder de eiken en op de kleigronden. Maar wanneer het droog<br />
weer is, schrompelen de mossen inéén, zij knisteren onder uw voeten, zij<br />
schijnen dood . . .<br />
Maar deze laag ontwikkelde planten kunnen hèèl wat hebbenl Want al<br />
schroeit de zon ze dagenlang, al zijn zij zoo droog dat ze bij de eerste vonk<br />
uit een locomotief, bij een slecht gedoolden lucifer, gaan branden, één regen-<br />
buitje is genoeg om ze weer sterk en frisch te maken.<br />
Wanneer het een mosplant goed gaat, dus wanneer het veel regent,<br />
begint zij aan de voortplanting. En, allen cynischen opmerkingen van aartsmoppe-<br />
raars ten spijt, wij kennen in ons klimaat maar twee regentijden: herfjit en<br />
lentel In den herfst bloeien de mossen, dat wil zeggen, er groeien doosjes<br />
op hun takken, en in die doosjes ontwikkelen zich de sporen, een soort<br />
zaad, maar veel fijner. Eén sporendoosje bevat vele honderden heele kleine<br />
korreltjes, die een winter lang den tijd hebben om zich op hun taak voor<br />
te bereiden, want pas in het voorjaar springen de sporendoosjes open en dan<br />
worden door den lentewind de duizenden sporen vervoerd. Die vallen dan ergens<br />
Het lijkt een fantastische neer en wann eer nu de grond maar voor hen<br />
plant uit de oerwouden, geschikt is, ontwikkelen zij zich weer tot een<br />
maar het is slechts een<br />
S'/a maal vergroote opname<br />
van hetVEENMOS<br />
met sporendoosjes, die<br />
nieuwe plant. Verreweg de meeste van die<br />
sporen gaan natuurlijk verloren, omdat zij geheel<br />
.afhankelijk zijn van wind en weer. Maar<br />
zwart zijn en op witte juist daarom worden zij in zulke onnoemelijk<br />
steekjes staan. groote hoeveelheden geproduceerdl En daarom.<br />
De sporendoosjes van het<br />
DUINSTERRENMOS,<br />
waaruit in het voorjaar<br />
de kleine zaadjes zwer-<br />
men, 6 x vergroot.<br />
{Foto's LP. & R.S-)<br />
hoe ongunstig ook het<br />
weer, hoe hard de wind,<br />
er komen altijd wel zoo-<br />
veel sporen goed terecht<br />
DUINSTERREN MOS, 4 x vergroot. Na een paar minu- Slechts 3 x werd dit PALMPjESMOS vergroot, en<br />
ten regen is dit mos in staat een eerst dorre, bruine reeds geeft het een uiterst mooi en merkwaardig beeld,<br />
zandvlakte in een helder, f rischgroen tapijt te veranderen.<br />
dat er den volgenden herfst weer voldoende sporendoosjes groeien. En zoo wordt<br />
onze mossenrijkdom op peil gehouden.<br />
De mensch heeft tot voor een paar jaar weinig belangstelling voor de mossen<br />
gehad en dat blijkt wel onmiddellijk uit het feit, dat er vele soorten waren, die<br />
zelfs geen naam hadden in onze taall Tegenwoordig komt er echter steeds<br />
meer belangstelling voor deze merkwaardige en interessante planten.<br />
Eén mos is er, dat al een paar eeuwen aan het volk bekend was, en dat is<br />
het Levermos, want dat werd in de oude volksgeneeskunde toegepast tegen<br />
leverkwalen. En één mos zult u waarschijnlijk ook wel van naam kennen,<br />
dat is het Veenmos, dat zulk een belangrijke rol speelt bij de landvorming aan<br />
den oever van plassen en venen. Evenals vele andere mossen is het Veenmos in<br />
staat buitengewoon veel water op te nemen en vast te houden, zoodat men<br />
het als een spons kan uitwringen. Dit mos levert ook de laagveenturf. Het groeit<br />
eeuwenlang naar boven door en sterft van onderen steeds weer af. De laag<br />
afgestorven planten, samengedrukt door het eigen gewicht, levert ten slotte<br />
turf op.<br />
De hier gereproduceerde foto's geven een beeld van den vormenrijkdom<br />
in de mossenwereld. Er is ook een groote kleurenrijkdom! Wie er eens<br />
wat tijd aan besteedt om met de mossen kennis te maken, zal heel wat<br />
aardige dingen kunnen zien. Met een gewone loupe is er al veel te be-<br />
reiken en wanneer die niet ir* Uw bezit is, is zelfs het bloote oog al<br />
voldoende!<br />
Een miniatuur<br />
dennenboompje is<br />
het sporendoosje<br />
van het HAARMOS<br />
geworden, wanneer<br />
het rijp is. 2' 2 X ver-<br />
groot.
."?■'-.-'<br />
■ •<br />
vmfk
LtVt^<br />
^A^«-^<br />
DOOD<br />
,TUP e ■^TA^<br />
SCHILDEREN OP<br />
GROENLAND<br />
E. A. Petersen, een bekend Deensch schilder, voelde zich aan-<br />
getrokken door de bekoring der weidsche schoonheid van het Pool-<br />
gebied. Daarom trok hijmet zijn vrouw en dochterje naar Groenland,<br />
waar hij gedurende zes jaar onder de Eskimo's leefde en schilderde.<br />
Gedurende dien tijd zag hij soms in maanden geen ander blank<br />
gezicht dan dat van zijn vrouw en kind, en zooals men zal begrijpen,<br />
beleefde hij verschillende avonturen in deze onherbergzame streken.<br />
^e Eskimo's zelf hadden hen vriendelijk op-<br />
genomen en waren hen in alles behulp-<br />
zaam. Ze stonden hun het beste af, waar-<br />
over zij, wat voedingsmiddelen betreft, beschik-<br />
ten. Maar er was in het geheel geen variatie,<br />
en vooral het gebrek aan groenten en andere<br />
versehe levensmiddelen deed weldra zijn invloed<br />
geiden. Vooral was de toestand zeer slecht,<br />
wanneer de Eskimo's geen geluk op de jacht<br />
hadden. Dan was er dagen-, ja wekenlang niets<br />
anders te eten dan gedroogde visch. Dal bleef<br />
onbeperkten tijd goed, maar het was zoo hard<br />
als hout, en wie er een stuk van gebruiken wil-<br />
de, moest het er met een bijl afhakken. Zoo-<br />
wel Petersen als zijn vrouw en dochtertje aten<br />
er echter alleen maar van, indien ze het van<br />
den honger werkelijk niet langer meer konden<br />
uithouden. De Eskimo's schenen het niet erg te<br />
vinden; ze aten het weken achter elkaar zon-<br />
der er nadeelige gevolgen van te ondervinden.<br />
De drie blanken echter, die aan meer gevarieerd<br />
voedsel gewoon waren, werden ziek van de<br />
gedroogde visch, en het dochtertje begon zelfs<br />
leekenen van scheurbuik Ie vertoonen. Geluk-<br />
kig hadden de jagers toen juist meer succes en<br />
konden zij een prima geneesmiddel voor de<br />
kleine meebrengen: walvisschen-lever, dat vol<br />
vitaminen zitl<br />
Ook Petersen zelf had op een keer last van<br />
scheurbuik gekregen en het zag er werkelijk<br />
slecht met hem uit, zoodat zijn vrouw het erg-<br />
ste begon te vreezen. Hun Eskimo-vrienden<br />
lieten zich echter niet ontmoedigen. Ze beweer-<br />
den, dat ze wel iets wisten om hem beter te<br />
maken en trokken er op uit, om het te gaan<br />
halen. Eenige uren later keerden zij stralend<br />
van vreugde terug en triomfantelijk haalden zij<br />
iets uit hun zakken, waarvan ze zeiden, dat<br />
Petersen het met groote hoeveelheden ver-<br />
orberen moest, indien hij weer gezond wilde<br />
worden. In het eerst wist hij niet wat het was,<br />
maar toen hij het proefde, weigerde hij beslist<br />
er Iets meer van te eten. De Eskimos drongen<br />
echter aan; ze beweerden dat hij nergens an-<br />
ders beter van kon worden en daar hij niet aan<br />
de Pool wilde sterven, liet hij zich eindelijk<br />
overhalen en leefde eenige dagen op het af-<br />
schuwelijke dieet. Hij werd er inderdaad beter<br />
van, maar hoopte het toch nooit meer te hoeven<br />
slikken - want het geneesmiddel, dat een Es-<br />
kimo-geheim bleek te zijn, bestond uit den on-<br />
verteerden inhoud der maag van pas gedoode<br />
rendierenl<br />
Petersen ontliep den dood door scheurbuik<br />
echter alleen om hem eenigen tijd later bijna<br />
van honger te moeten stervenl Dat was ge-<br />
durende een van zijn tochten op zee. Hij had<br />
een kleine motorboot die hij gebruikte om er<br />
mee langs de ijsschotsen te varen, en terwijl hij<br />
dit deed, gingen de Eskimo's gewoonlijk in hun<br />
kajaks op de zeehonden-jacht.<br />
Er staan zeer hevige stroomingen langs de<br />
kust van Groenland, en soms ondermijnen zij<br />
het zee-ijs. Het gevolg hiervan is, dat oogen-<br />
schijnlijk sterk ijs op een gegeven moment be-<br />
gint te kraken en doormidden breekt. De hemel<br />
is iemand wèl genadig indien hij een dergelijke<br />
catastrophe mag overleven.<br />
Petersen overleefde ze! Twee groote kaken<br />
van Ijs hieven zich in de hoogte en sloegen zijn<br />
boot aan stukken, en hijzelf had maar net den<br />
tijd om op een ijsschots te klauteren. Toen hij<br />
eenigsxins van den schrik en het bad in het ijs-<br />
koude water was bekomen, kwam hij tot de<br />
ontdekking dat hij zonder voedsel of beschut-<br />
ting op een ijsschots zeewaarts dreef.<br />
Zijn vooruitzicht was een bijha zekere dood<br />
door bevriezing, hongei of verdrinken, want be-<br />
halve de Intense koude en het gebrek aan<br />
voedsel was er ook nog het steeds dreigende<br />
gevaar, dat de schots door midden zou breken<br />
• en hem-weer in het water zou werpen.<br />
Petersen begreep, dal de Eskimo's hem, in-<br />
dien hij niet op den gebruikelijken tijd zou<br />
terugkeeren, zeker zouden gaan zoeken, maar<br />
wanneer zij dit zouden gaan doen, zou hij<br />
reeds mijlen ver weg zijn. En hoe zouden zij<br />
ooit kunnen weten, in welke richting de schots<br />
gedreven was?<br />
De kansen op redding schenen zeer gering Ie<br />
ïijn, maar hij besloot in geen geval den moed<br />
op te geven. Het was natuurlijk in de allereerste<br />
plaats noodzakelijk zijn bloedsomloop in stand<br />
te houden, wilde hij niet binnen zeer korten tijd<br />
van koude sterven, maar omdat hij niet over<br />
voedsel beschikte, diende hij aan den anderen<br />
kant weer te zorgen, dal hij niet te veel ener-<br />
gie gebruikte. Het was een hachelijke taak om<br />
zoowel een dood door bevriezing als door den<br />
honger te voorkomen.<br />
Hij slaagde er in, om het evenwicht gedu-<br />
rende drie verschrikkelijke dagen vrijwel In<br />
stand te houden. De honger begon echter steeds<br />
afschuwelijker Ie knagen terwijl hij zich ook<br />
steeds slapper voelde worden. Zijn oogen<br />
deden pijn van het staren naar den horizon, in<br />
de hoop dèèr de redding Ie zien opdagen, die<br />
nu zoo dringend moest komen, wilde zij niet te<br />
laat zijn, maar die inlusschen steeds uitbleef.<br />
Zijn hoop dat er hulp zou komen was zoo goed<br />
als vervlogen; zijn krachten raakten uitgeput.<br />
Indien zijn honger veel langer aanhield, moest<br />
hij vreezen dat zijn organen weldra zoo ver-<br />
zwakt zouden zijn, dat voedsel eer zijn dood<br />
dan zijn redding zou beteekenen. Hij diende ze<br />
daarom in werking te houden en dus deed hij<br />
het eenige wat hij doen kón: hij trok zijn schoe-<br />
nen uit en at deze op!<br />
Ze waren van zeehondenleer, maar natuurlijk<br />
bevatten ze geen voedsel. Petersen was er ech-<br />
ter later zeker van, dat ze zijn leven hebben<br />
gered, want toen zijn verzwakte oogen op den<br />
vierden dag eenige kleine zwarte vlekken zagen,<br />
die snel naar hem toe kwamen en die weldra<br />
bleken zijn vrienden, de Eskimo's, te zijn, was<br />
hij in staat hen te verwelkomen als een wel<br />
bijna volkomen uitgeputte man, maar die toch<br />
in ieder geval nog zóó gezond was, dat hij<br />
zonder ernstige gevaren de kleine beetjes voed-<br />
sel kon nuttigen, die zij hem aanboden.<br />
Het mag zeker een wonder.heeten, dat Peter-<br />
sen door dit avontuur niet kreupel Is gewor-<br />
den, want toen hij zijn schoenen had opgegeten,<br />
had hij alleen nog maar een paar oiïde lappen<br />
om zijn voeten tegen de bijtend-koude inwer-<br />
king van het ijs te beschermen. Hoe het kwam,<br />
dat zij niet bevroren, heeft hij zelf nooit kun-<br />
nen begrijpenl<br />
Dit was inderdaad een hachelijke ervaring ge-<br />
weest, maar ze beteekende nog niets vergele-<br />
ken bij een ander avontuur, waarbij zijn dochter-<br />
tje in zeer groot gevaar verkeerde, leder oogen-<br />
blik verwachtte Petersen toen, dat zij den dood<br />
zou vinden. Het gebeurde tijdens een slede-<br />
tocht, dien hij met zijn vrouw en Inger - zoo-<br />
als het meisje heette - in de buurt van Jacobs-<br />
haven ondernam.<br />
Ze hadden den geheelen dag getrokken langs<br />
de kust van een diepe fjord. De baai was bedekt<br />
met zeer dun zee-ijs - niet veel dikker dan<br />
een paar millimeter. Zee-ijs is echter veel taaier<br />
dan zoetwater-ijs en het kan een verbazingwek-<br />
kend gewicht dragen, vooropgesteld dat men<br />
niet blijft staan. Petersen zou echter nooit heb-<br />
ben geloofd, dat dit Ijs het gewicht van een<br />
hondenspan met slede zou kunnen houden.<br />
Voor de veiligheid had Petersen zijn dochter-<br />
tje op haar slede vastgebonden, en natuurlijk<br />
was hij ook uit de buurt van het dunne ijs ge-<br />
bleven. Men kaft zich daarom den schrik van<br />
hem en zijn vrouw voorstellen, toen de honden<br />
er plotseling vandoor gingen I De reden was,<br />
zooals later bleek, dat de leider een vrouwtje<br />
was, die jongen thuis had. Ze was daarom niel<br />
van plan om te wachten tot men den fjord was<br />
omgetrokken; ze wilde een korteren weg naar<br />
haar jongen nemen. Daarom rende zij het dunne<br />
ijs op mei Inger op de slede achter zichl<br />
Petersen en zijn vrouw verwachtten ieder<br />
oogenb'lk, hun kind met slede en honden in de<br />
diepte te zien verdwijnen, maar hoe ongeloofe-<br />
lijk het ook klinkt, het ijs hield het uit en be-<br />
zweek niét. Klaarblijkelijk was het net sterk ge-<br />
noeg om de vracht te dragen - zoo lang als<br />
de honden maar niel bleven staan! Het kortste<br />
oponthoud zou echter reeds fataal moeten zijn...<br />
Wat moest Petersen doen? Wat kón hij doen<br />
om zijn kind te redden? Niets - maar hij be-<br />
greep dal hij Inger nlei alleen mochl laten in<br />
deze verschrikkelijke omstandigheden. Hij deed<br />
daarom wal zijn hart hem ingaf: hij stuurde zijn<br />
honden in de richting van de zee en reed<br />
haar na.<br />
Hij duffde zijn honden niet te laten stilhou-<br />
den; zelfs een vermindering van de snelheid<br />
zou de ernstigste gevolgen hebben. Zijn eenige<br />
hoop was, de honden voort te drijven en - te<br />
probeeren, hen op steviger ijs te brengen. Daar-<br />
om reed hij naast Inger met een zweep in de<br />
eene, en een mes in de andere hand. Met het<br />
mes wilde hij de riemen doorsnijden van de<br />
honden, als ze misschien door het Ijs mochten<br />
zakken.<br />
• Met kloppend hart en gespannen zenuwen<br />
joeg hij de honden voort. Het werd een wed-<br />
loop met den dood. leder oogenblik verwachtte<br />
Petersen dal het Ijs zou breken, maar drie uur<br />
lang wist hij het Ie voorkomen door de honden<br />
voortdurend aan te zetten! En gedurende al<br />
dien tijd lag zijn dochtertje op de slede en lach-<br />
te tegen hem! Ze dacht, dat het een prettig<br />
spelletje wasl<br />
Eindelijk, toen Petersen het door spanning en<br />
angsl bijna niel meer kon uithouden, bereikten<br />
de sleden steviger ijs en was hij in de gelegen-<br />
heid stil te houden, uit zijn slede te springen en<br />
zijn dochtertje in zijn armen te sluiten.<br />
Zijn vrouw, die al dien tijd lijdelijk had moe-<br />
ten toekijken, was bijna in zwijm gevallen. Zij<br />
en Petersen hebben hun dochtertje niet verteld<br />
in welk een verschrikkelijk gevaar zij had ver-<br />
keerd, maar waarschijnlijk heeft het kind zich<br />
we! afgevraagd, waarom vader en moeder op-<br />
eens zoo „dol" met haar waren!<br />
Deze en dergelijke avonturen, vormden de<br />
hoogtepunten van Petersens zesjarig verblijf als<br />
schilder op Groenland. Toch hebben zij nooit<br />
terugverlangd naar de beschaafde wereld, maar<br />
toen zij daar eenmaal in teruggekeerd waren,<br />
velangden zij wel weer naar het Hooge<br />
Noorden!<br />
De majesteit en de stilte van het Poolgebied<br />
hadden hen in den greep van hun machtige be-<br />
koring - en wie eenmaal in den ban daarvan<br />
is geraakt, ontwent er rtiet licht meer aanl<br />
VIJFHONDERD JAAR GELEDEN.<br />
In. het voormalige paleis van den Sultan te Constanti-<br />
nopel bevindt zich een reusachtig onvoltooid schil-<br />
derij van den beroemden Venetiaanschen schilder<br />
Bellini, de onthoofding van Johannes den Dooper voorstellend.<br />
Nadat men langen tijd tevergeefs getracht had de reden te<br />
ontdekken, waarom de meester het schilderij, waaraan hij ver-<br />
scheidene jaren had gewerkt, niet had voltooid, werd het<br />
raadsel door het vinden van een oud handschrift opgelost.<br />
Terwijl Bellini de gestalte van Johannes schilderde, maakte<br />
zijn opdrachtgever Sultan Mohammed II, allerlei opmerkingen<br />
over het schilderij. De hals van den onthoofde was volgens hem<br />
veel te lang en te dik en werkte daardoor niet natuurlijk. Bel-<br />
lini was het er niet mee eens. Om hem te bewijzen, dat hij ge-<br />
lijk had, liet de sultan daarop een slaaf komen en dien zonder<br />
meer, In tegenwoordigheid van Bellini, het hoofd afbouwen.<br />
De schilder was daarover zoo ontzet, dat hij zijn werk in den<br />
steek liet en uit Constantinopel vluchtte.<br />
EEN ZONDERLING BEROEP<br />
roeger waren er aan verscheidene vorstenhoven<br />
zoogenaamde beddespringers, wier verantwoorde-<br />
- V lijke taak hierin bestond, lederen avond in het bed<br />
van den koning, alvorens deze zich ter ruste begaf, op en<br />
neer te springen, ten einde op die manier te onderzoeken, of<br />
een of andere vijand van den koning geen vergiftige messen<br />
of spelden in de matras had gestoken.<br />
ZOO KWAM HIJ AAN ZIJN GELD.<br />
Onder de regeering van Napoleon III trad af en toe<br />
't „zwarte kabinet" op, dat wil zeggen dat de poli-<br />
tie heimelijk brieven openmaakte om kennis van<br />
hun inhoud te nemen. In dien tijd schreef een medewerker te<br />
Rennes vaak aan zijn courant. Deze brieven werden regelmatig<br />
door de geheime politie opengemaakt. Op een keer kwam de<br />
correspondent op de gedachte, zijn zending als aangeteekend<br />
te versturen, en hij schreef op het couvert: „Inhoud honderd<br />
francs". Op die manier, dacht hij, zou de brief ten minste<br />
ongelezen in handen van zijn redactie komen. Natuurlijk deed<br />
hij er geen honderd francs in. . .<br />
De brief kwam aan, aldus lezen wij in de Köln. III. Z. De<br />
lakken verkeerden in ongeschonden staat, maar in het couvert<br />
lag een fonkelnieuw biljet van honderd francs!<br />
De ongevraagde medelezers hadden waarschijnlijk gedacht,<br />
dat het biljet bij het openen van den brief er uit gevallen was,<br />
en besloten - natuurlijk niet van harte! — hun nieuwsgierig-<br />
heid met honderd francs te betalen om een pijnlijk onderzoek<br />
te vermijden.<br />
WIE DEFTIG IS, PEUTERT TUSSCHEN ZIJN TANDEN.<br />
^mstreeks het Jaar 1600 gold het als zeer voornaam<br />
deftig, tusschen zijn tanden te peuteren. Daar-<br />
O' werden den gasten bij iedere gelegenheid<br />
tandenstokers aangeboden, en ze lagen dan óf in een schaal,<br />
óf zaten in ingemaakte vruchten. Menigeen stak ze, om ze<br />
direct bij 4* hand te hebben, achter zijn oor of in zijn baard.<br />
D« ijsgrotten van<br />
Dobiina. — Dob-<br />
sina of Dobichau<br />
is een dorpje in<br />
Slowakije in het<br />
Ertsgebergte. Het<br />
Is vermaard om<br />
zijn buitenge-<br />
woon fraaie en<br />
intaretiante ijl-<br />
grotten, die de<br />
grootste zijn van<br />
heel Europa. Zij<br />
betlaan een op-<br />
pervlakte van<br />
4644 vierkante<br />
meters.<br />
(Fo*o Roio)<br />
De eerste electrlsche locomo-<br />
tief- — De electrische loco-<br />
motief is een der meest be-<br />
langrijke toepassingen van de<br />
electrische kracht, en het<br />
gaat er hoe langer hoe meer<br />
op lijken, alsof zij elke andere<br />
soort locomotieven zal var-<br />
dringen. De eerste electrische<br />
locomotief — die wij hierbij<br />
afbeelden — werd ontworpen<br />
door Werner Siemens, den<br />
bekenden uitvinder en pionier,<br />
die haar in 1 879 vervaardigde.<br />
(Foto Roio)<br />
;:■ ; - , . . .<br />
IN DE WOESTIJN GEBOREN. MAAR NI<strong>ET</strong> VOOR DE ZON.<br />
Vele reptielen, die in de woestijn leven, en die eigen-<br />
lijk dus gewoon moesten zijn aan hooge tempera-<br />
turen, kunnen toch niet tegen de brandende zon.<br />
Verscheidene gaan er zelfs dood, indien de afstand van het<br />
eene beschaduwde plekje naar het andere te lang Is. Eenige<br />
slangensoorten stierven reeds na negen minuten in de zon te<br />
hebben vertoefd, terwijl sommige hagedissen de hitte niet<br />
langer dan twee minuten konden verdragen.<br />
PROFESSOR IN DE STIJFSELW<strong>ET</strong>ENSCHAP.<br />
In de zestiende eeuw vond een Hollandsche hel stijven<br />
van waschgoed uit, aldus lezen wij .in Das Illustrierte<br />
Blatt. Dit nieuwtje werd weldra een lievelingsbezig-<br />
heid van vele dames. De liefhebberij ging in Engeland zoo ver,<br />
dat er voor de dames aan het hof van St. James een Vlaam-<br />
sche aangesteld werd, die den titel .„professor in de stijfsel-<br />
wetenschap" kreeg. Voor ieder uur dat zij onderricht gaf, ont-<br />
ving zij een honorarium van vijf pond, vooral toentertijd een<br />
zeer hoog bedrag. Toen er iemand op de gedachte kwam, bij<br />
de stijfsel wat blauwe verf te doen, liet de koningin dlze<br />
„wandaad" van al den kansel verbieden. Ook werd op de<br />
misdaad, stijfsel blauw te maken, gevangenisstraf gesteld!<br />
KLEINE GESCHIEDENISJES.<br />
M'<br />
(evrouw Wijier heeft een grafsteen voor haar over-<br />
leden man besteld. De steen Is klaar, en de steen-<br />
houwer vraagt, of er behalve de naam ook "Oft ^3,<br />
iets anders op gezet moet worden.<br />
Mevrouw Wijier denkt een oogenblik na en zegt dan: „Ja,<br />
zet er maar op: „Rust in vrede, tpt wij elkaar weerzi«'."<br />
Uit een geschiedenis-opstel: „Zonder zijn vader zou<br />
Alexander cje Groote niet denkbaar zijn geweest. . ."<br />
„Ze hebben het in de courant over jou," zegt mevrouw<br />
Botter liefjes.<br />
„Dat is grappig," vindt haar man. „Wat zeggen ze dan?"<br />
„Dat de mannen, die lederen avond naar een café gaan,<br />
hun huishouden te kort doen."<br />
„En nu, dames en beeren," zegt de gids tijdens den rit door<br />
de stad, „komen wij voorbij het oudste en beroemdste café<br />
hier ter stede."<br />
Waarop een der mannelijke deelnemers aan den rit ver-<br />
baasd vraagt:<br />
„Waarom gaan we er voorbij?"<br />
„Vroeger was je veel hartelijker tegen mij," klaagde het<br />
nog jonge vrouwtje. „Toen zei je wel eens een lief woordje<br />
en streelde je mijn haar wel 'eens. . ."<br />
„Hoe kan ik je haar nou streelen, als ik allebei mijn handen<br />
op mijn zakken moet houden?" wilde hij wel eens weten.<br />
,•*■
mi<br />
E E N<br />
Inspecteur van politie Brink week terzijde, toen<br />
de two-seater den hoek omkwam. Het kleine<br />
wagentje reed xeer snel en slipte bijna In de<br />
modder, welke door den regen van den vorigen<br />
dag was ontslaan, maar de jongeman aan het<br />
«tuur wilt het op behendige wijze In het goede<br />
«poor te houden. Onderwijl riep hij een ami-<br />
calen groet tegen den politieman.<br />
„Goedenavond, mljnheerl" riep deze terug<br />
•n hij bleef even «taan, om te zien hoe het<br />
wagentje den volgenden bocht zou nemen.<br />
„Die jongen van Van Sittert alweer hier uit<br />
Aniodam, mompelde hij terwijl in zichzelf.<br />
„Die Jongen komt zijn vader net *oo geregeld<br />
»I« een Uurwerk bezoeken. Nooit «laat hij een<br />
week-elnd over... Ik denk, dat hij heel wat te<br />
goed heeft van zijn vader, als deze zijn hoofd<br />
eenmaal komt neer te leggen. Enfin, hij moet<br />
er lang genoeg op wachten, want hij- Icrljgl nu<br />
geen cent van dien ouden vrek lo«!"<br />
Het was een koude avond In November, even<br />
voor zevenen, en de inspecteur wa« niet erg<br />
aangenaam gestemd, terwijl hij op zijn avond-<br />
contrdlelocht was. Eigenlijk had hij dien avond<br />
niet een« bulten op den weg behoeven te zijn,<br />
want hij was feitelijk belast met het beheer van<br />
den politiepost te Malmsen en gewoonlijk vond<br />
hij het met zulk weer veel „noodzakelijker"<br />
bureaudiensten te verrichten. Maar een van de<br />
adjunct-inspecteurs was ziek en nu was hij w^l<br />
genoodzaakt om zélf eenigen buitendienst waar<br />
te nemen. Hij keek weer op zijn horloge en<br />
gromde Iets onverstaanbaars, toen 'hij merkte,<br />
dat het vóórging bij de torenklok. Weifelend<br />
schudde hij zijn hoofd en stak het horloge in<br />
zijn zak. De torenklok zou wel achter zijn, dacht<br />
WJ-biJ zichzelf. Zooiets was heel gewoon in<br />
Malmsen, een klein plaatsje In de buurt van<br />
Aniodam.<br />
• Even buiten het stadje werd de weg niet<br />
meer door lantaarns verlicht en een paar natte<br />
voeten deden Brink weldra beseffen, dat het<br />
allesbehalve droog was, waar hij ging. En als<br />
ar iets was, waar hij een hekel aan had, dan was<br />
het aan natte voeten. Daarom draaide hij zich<br />
resoluut om en keerde weer op zijn schreden<br />
terug. De weg naar Aniodam kon het dien<br />
avond wel zonder controle doen...<br />
Toen stak hij opeens zijn hoofd nieuwsgierig<br />
luisterend vooruit. Er kwam iemand snel In zijn<br />
richting aanloopen. Dal was zóó iets zon-<br />
derlings, - want de menschen In Malmsen<br />
haastten tich nooitl - dat Brinks belangstelling<br />
opeens volledig was opgewekt. Bovendien werd<br />
zijn naam geroepen.<br />
„Inspecteurl Inspecteur! Inspecteur Brinkl"<br />
„Wat Is er?" bromde deze, zijn electrische<br />
lantaarn onUtekend. „Wie voor den dui... O,<br />
mijnheer Van Sittert, bent u het? Wat is er<br />
gebeurd?" *<br />
Het was inderdaad de jongeman, die hem nog<br />
geen tien minuten v tevoren in zijn auto'tje was<br />
gepasseerd ... een lange Jongeman In een<br />
blauw kostuum en met een lichte regenjas aan.<br />
Hij had geen hoed op, zijn jas hing open, en<br />
zijn gezicht transpireerde.<br />
Zóó bulten adem was hij van het vlugge loo-<br />
pen, dal Brink hem bij den arm moest grijpen,<br />
daar hij anders gevallen, zou zijn. Van Sittert<br />
had In Malmsen de reputatie, dat hij er uit zag<br />
alsof hij zóó uit de etalage van een mode-<br />
magazijn was komen stappen, maar nu zaten<br />
zijn Meeren onder de modder en was er weinig<br />
van een modepop meer aan hem.<br />
„Mijnheer Brink, kom meel Gauwl Er is iets<br />
met mijn vader gebéurdl Ik ben bang..."<br />
De inspecteur zette er direct den pas In, den<br />
ander met zich meetrekkend.<br />
( 0 M P L E <strong>ET</strong><br />
„Iets met uw vader gebeurd? Wat is er dan<br />
gebeurd? Vanmiddag heb ik hem nog gezien<br />
in zijn tuintje... Hij..."<br />
„Jawel, maar Ik heb het over nü. Zooals u<br />
weet, verwacht hij me lederen Zaterdagmiddag<br />
uit de stad om het week-elnd bij hem over te<br />
blijven. Ik kom altijd met mijn auto en bij wacht<br />
dan steeds met hèt avondeten op mij. Van-<br />
avond zette ik zooals gewoonlijk mijn auto in<br />
de schuur, maakte de voordeur open en haastte<br />
mij naar zijn studeerkamer, waar hij steeds zit<br />
De kachel brandde, maar hij was er niet... Op<br />
Zaterdagavond Is het meisje altijd uit, daarom<br />
riep Ik luid goedendag om mijn vader te laten<br />
weten, dat ik gekomen was en ging toen naar<br />
de badkamer om me te wasschen."<br />
Hij had den Inspecteur genoodzaakt wat lang-<br />
zamer te loopen, daar hij anders geen adem<br />
overhield om te kunnen vertellen.<br />
„Toen merkte ik, dat er uit de keuken een<br />
sterke gaslucht kwam. Ik wilde gaan zien, waar<br />
die vandaan kwam, maar de deur was aan den<br />
binnenkant gesloten. Ik kon er niet in... Ik<br />
rende naar bulten en probeerde door het raam<br />
naar binnen te komen, maar de blinden waren<br />
er voor en de grendels er op geschoven. Sinds<br />
den dood van mijn moeder had ik de blinden<br />
nog nooit gesloten gezien I Zij was bang voor<br />
Inbrekers, maar mijn vader lachte er om. Toen<br />
probeerde ik het aan de achterdeur, maar ook<br />
deze was dicht."<br />
„En Uw vader?" vroeg de inspecteur nieuws-<br />
gierig.<br />
„Ik kan hem nergens vinden in hulsf Hij moet<br />
in de keuken zijnl"<br />
Ze waren nu vlak bij het eenzaam staande<br />
huls, waarin de oude Van Sittert als een kluize-<br />
naar leefde. Het was geheel door boomen om-<br />
geven en een groote tuin scheidde het boven-<br />
dien nog van den weg. De voordeur was door<br />
den 'opgewonden Jongeman opengelaten en in<br />
de lange gang brandde licht...<br />
Uit kracht der gewoonte veegde de inspecteur<br />
zijn voeten alvorens hij naar binnenging, maar<br />
zijn metgezel gunde zich daar den tijd niet<br />
voor. Hij was aan het eind van de gang linksom<br />
gegaan en stond, toen de Inspecteur hem ge-<br />
naderd was, uit alle macht-aan de deur van de<br />
keuken te rukken.<br />
Er was inderdaad een sterke gaslucht in de<br />
gang en ze scheen onder de keukendeur door<br />
te komen, ofschoon er een dikke mat voor den<br />
kier geschoven was.<br />
Inspecteur Brink rukte aan den knop van de<br />
dfcur en riep zoo bard hij kon, maar er kwam<br />
geen antwoord.<br />
„We zullen de deur moeten forceeren," viel<br />
de Jonge Van Sittert uit. „Er is geen tijd te<br />
verliezen."<br />
De inspecteur knikte, week even een eindje<br />
achteruit en drukte toen met zijn volte gewicht<br />
tegen de deur. Eén duw was voldoende.<br />
De beide mannen vielen bijna naar binnen<br />
toen de deur bezweek, maar ze wendden zich<br />
snel om, want het vertrek was vol gas en de<br />
weeë, zoete geur van het vergif greep nalar<br />
hun keel als een onzichtbare hand. Van Sittert<br />
wees zwijgend naar het eind van de keuken,<br />
waar een groot gasfornuis stond. Het deurtje<br />
er van stond open en er vóór lag Bet lichaam<br />
van een man, wiens hoofd in den oven was<br />
verborgen.<br />
Beiden herkenden hem.<br />
„Vaderl" zei de Jongen met een doffen klank<br />
in zijn stem en hij zou naar binnen gesneld zijn,<br />
als Brink hem niet had tegengehouden.<br />
„Zet de deuren en ramen achter ons open,"<br />
V E R<br />
zei hij met moeite. „Ik zal naar binnen gaan en<br />
de achterdeur zien open te maken."<br />
Zijn adem Inhoudend, rende hij de keuken<br />
door en draaide den sleutel om, dien hij In de<br />
deur zag zitten. Maar hij moest ook den gren-<br />
del wegschuiven, eer hij de deur kon openen<br />
en de frissche avondlucht naar binnen kwam<br />
stroomen.<br />
Kuchend stapte hij naar buiten om zijn longen<br />
weer met frissche tucht te vullen; toen begaf<br />
hij zich met een paar groote stappen naar<br />
. het fornuis, draalde de beide kranen dicht,<br />
die den toevoer naar. den oven regelden en<br />
trok het lichaam van den ouden Van Sittert op<br />
een groote mat, die in het midden van de keu-<br />
ken lag. Hij behoefde slecht« «én enkelen blik<br />
op den ongelukkige te werpen om te weten,<br />
dat er niets meer voor hem te doen viell<br />
De Inspecteur ging naar buiten en bleef naast<br />
Van Sittert «taan tot de vergiftigde atmosfeer<br />
weer gereinigd zou zijn.<br />
„Waarom - waarom heeft hij .het gedaan?"<br />
vroeg de Jongeman.<br />
Brink gaf op deze vraag geen antwoord.<br />
HIJ zei alleen: „U kunt het bette even een dok-<br />
ter gaan halenl Dokter Sneliens woont aan den<br />
overkant van den weg."<br />
De Jongeman was in een oogenblik weg. De<br />
inspecteur hoorde hem het tuinpad afloopen.<br />
Het lichaam was door den inspecteur zoo wei-<br />
nig mogelijk van zijn plaats gehaaldl Van Sit-<br />
tert moest zich plat op den grond hebben uit-<br />
gestrekt en toen naar voren zijn gekropen, tot<br />
zijn hoofd en schouders in den oven waren,<br />
waarvan de belde kranen waren opengedraaid.<br />
Zijn handen schenen krampachtig om zich heen<br />
te grijpen en op zijn achterhoofd was een don-<br />
kere streep zichtbaar.<br />
De inspecteur haaide zijn opschrijfboekje<br />
voor den dag. Zijn proces-verbaal zou noodza-<br />
kelijk zijn voor het onderzoek. De overledene<br />
droeg pantoffels en een huisjasje, noteerde hij.<br />
De kieren van de achterdeur waren met cou-<br />
ranten dichtgestopt om ze luchtdicht te maken.<br />
De kieren tusschen de ramen en de blinden<br />
waren op dezelfde wijze behandeld.<br />
Brink ging naar den schoorsteen, waaronder<br />
vroeger blijkbaar een gewone kachel had ge-<br />
staan. Ja, in de opening was een dikke prop<br />
courantenpapier geduwdl<br />
„Hij heeft vooraf alle maatregelen goed ge-<br />
nomen," mompelde hij. „De deur waardoor wij<br />
binnen zijn gekomen, was de eenige, welke<br />
niet afgestopt wasl Ik denk, dat hij gedacht<br />
heeft, dat die dikke mat aan den buitenkant er<br />
wel ijV 0r xou zor 0 en ' e,at er fl« en fl« ontsnap-<br />
te. H'ml Zeker niet meer couranten bij de hand<br />
gehad. De kastdeur staat open. Hij moet ze van<br />
die plank hebben afgenomen. Daar valt niet aan<br />
te twijfelen."<br />
Op dat oogenblik werden er snelle voetstap-<br />
pen in de gang gehoord en kwam Van Sittert<br />
binnen, gevolgd door dokter Sneliens, een man<br />
van middelbaren leeftijd, die zich pas betrekkelijk<br />
kort geleden In Malmsen had gevestigd. Achter<br />
den goudgeranden bril glinsterden zijn donker-<br />
bruine oogen van ' beroepsnieuwsglerigheld.<br />
„Wat hoor ik daar, inspecteur? Heeft mijn-<br />
heer Van Sittert.. .*<br />
„En waarom heeft hij dat gedaan? Dat zou Ik<br />
wel eens willen weten," viel de Jonge Van<br />
Sittert hem jammerend in de rede. , Waar-<br />
om?"<br />
Noch de inspecteur noch de dokter gaven<br />
zich echter moeite op deze vraag te antwoor-<br />
den De laatste was reeds naast den ouden man<br />
op den grond neergeknield. Zijn onderzoek<br />
A A L<br />
s speurder<br />
duurde slechts kort. Hij stond op en bromde<br />
Iets tegen den inspecteur.<br />
„Ik vrees, dat hij is overleden," zei hij. „V«r-<br />
schrlkkelijkl Wie heeft het ontdekt?"<br />
„Mijnheer Van Sittert, toen hij ongeveer een<br />
kwartier geleden thuiskwam. Hij kwam uit An-<br />
iodam."<br />
„Mijn vader moet plotseling krankzinnig zijn<br />
geworden," mompelde de jongeman. -„Hij had<br />
geen enkele reden om zool ets té doen, doktert<br />
Mijn vader had absoluut geen zorgenl"<br />
De dokter onderzocht nu de donkere streep<br />
op het achterhoofd van den doode. Hij spande<br />
de huid en keek er zeer aandachtig naar. De<br />
Inspecteur tikte hem op den schouder.<br />
„Ik heb al gezien wat dat It," zei hij. „Mijn-<br />
heer Van Sittert moet zijn hoofd «chietijk heb-<br />
ben opgericht, toen hij... toen hij In den oven<br />
lag. Hij heeft toen zijn hoofd tegen de open-<br />
staande deur van den oven ge«tooten. Ziet u<br />
wel? Dat verklaart ook, dat het zoo zwart ziet.<br />
Potlood of kachetglan«."<br />
Dokter Snellen« knikte toen hij weer opstond<br />
en het «tof van de knieën van zijn broek af-<br />
sloeg. Zijn oogen schitterden meer dan ge-<br />
woonlijk toen hij om zich heen keek naar de<br />
voorbereidingen voor den zelfmoord.<br />
De Jonge Van Sittert «cheen niet in staat naar<br />
het lichaam van zijn vader te kijken. At« een<br />
verdwaasde staarde hij door het gat van de<br />
deur naar buiten. De dokter maakte eveneen«<br />
zijn notitie«. •<br />
„Hoe laat denkt u, clat mijn vader gestorven<br />
I«, dokter?" vroeg de Jongeman. „Ik wa« hier 'n<br />
paar minuten voordat de klok van den kerk-<br />
toren zeven «loeg... En ik dacht, dat hij op mij<br />
zat te wachten... Dat deed hij altijd op Zater-<br />
dagavond."<br />
„Dat Is moeilijk te zeggen," antwoordde de<br />
dokter. „Misschien een half uur, misschien een<br />
uur geleden. Er is geen enkel punt, waarvan<br />
men het kan aftelden." Hij gaf den inspecteur<br />
een wenk om hem te helpen het lichaam van<br />
den ouden man naar de aangrenzende kamer<br />
te brengen. Het was niet zwaar, maar toen zij<br />
het optilden, viel er iets met een rinkelend ge-<br />
luid op den vloer en toen de inspecteur keek,<br />
zag hij een stukje glinsterend glas liggen.<br />
„Kijk eens, dokter," riep hij uit. terwijl hij de<br />
voeten van den doeden man weer op den<br />
grond liet rusten, „het lijkt wet een stuk van<br />
een horlogeglas. Als hij het horloge in zijn vest-<br />
zak heeft gehad, toen hij zich op den grond<br />
legde... natuurlijk, zoo Is het gebeurd. Kijk<br />
I„<br />
Uit den vestzak van den doode haalde hij<br />
een groot horloge, dat aan een dunnen ketting<br />
zat, te voorschijn. Het glas was aan grulzete-<br />
menten en de wijzers waren op zes uur tien<br />
minuten blijven stilstaan.<br />
De Inspecteur knikte. „Er Is geen twijfel meer<br />
omtrent den tijd, waarop de ongelukkige zich<br />
op den grond heeft neergelegd, dokter," zet hij.<br />
„Het was tien minuten over zessen, ziet u wet?<br />
Hij heeft het glas tegen den grond gedrukt en<br />
daardoor Is het gebarsten."<br />
Ze droegen den doode tusschen hen in naar<br />
de aangrenzende kamer. De Jongeman was te<br />
zeer overstuur om te kunnen helpen. De inspec-<br />
teur klopte hem op den schouder.<br />
„Het is vreesetijk voor u, mijnheer," zei Hij.<br />
„Toen Ik u daarnet zag rijden, kon He weinig<br />
vermoeden, dat u zoo'n treurige ontdekking<br />
zoudt doen."<br />
„Ik ook niet, inspecteurl Ik zou mijn vader<br />
tot heel veel dingen In staat hebben geacht,<br />
want in veel opzichten wa« hij een zonder-<br />
ling. .. maar zètfmoordl Neen, Ik begrijp het<br />
DOOR raéz?^<br />
absoluut nietl Zijn gezondheid wa« uitstekend.<br />
Verleden week Zaterdag vertelde hij me nog,<br />
dat hij zich nog nooit zoo goed had gevoeldl"<br />
„Heeft u misschien onaangenaamheden met<br />
hem gehad of kan er Iets anders zijn gebeurd,<br />
dat hem overstuur heeft gemaakt?" vroeg dok-<br />
ter Sneliens.<br />
De Jongeman haalde zijn schouders op. „Een<br />
eenvoudig ruzietje zou mijn vader niet zoozeer<br />
overstuur hebben gemaakt, dat hij er zich voor<br />
Tusschen de leden<br />
der Duitsche Weer-<br />
macht en de Ne-<br />
derlandsche bevol-<br />
king hebben steeds<br />
vriendschappelijke<br />
betrekkingen bestaan.<br />
Hiernaast: vier Ne-<br />
dertandsche kinderen<br />
twee meisjes en<br />
twee Jongens, kre-<br />
gen een ultnoodi-<br />
ging, waarop iedere<br />
Hottandsche Jongen<br />
en leder Hollandsch<br />
meisje jatoersch zal<br />
zijn. Een Hauptmann<br />
stelde namelijk een drietal paarden, waaronder<br />
twee prachtige schimmels, voor hen beschik-<br />
baar, waarop zij, onder toezicht van eenige<br />
Duitsche manschappen, hun eerste jrijtes ontvin-<br />
gen. Is het wonder, dat zij de uitnoodiging vol<br />
blijdschap aanvaardden en dat zij de vreugde-<br />
volten middag, waarop zij de wereld zagen, hoog<br />
boven op een echt paard gezeten, niet spoedig<br />
zulten vergeten? En is het wonder, dat de<br />
Duitsche soldaten, onder wier leiding dit<br />
van kant zou maken, doktert Ik ken hem veel<br />
te goed om zooiets te kunnen gelooven. Er<br />
heeft echter nooit een ernstig, meeningsverschil<br />
tusschen mijn vader en mij bestaan, anders<br />
was ik natuurlijk niet geregeld iedere week<br />
gekomen. Wel had hij steeds wat te zeggen<br />
over wat hij mijn spilzucht noemde. Hij kon<br />
zich maar niet voorstellen, dat het leven in An-<br />
iodam zooveel duurder is dan hier,"<br />
„H'm. Een dergelijk verschil van inzicht over<br />
zoo'n betrekkelijk onbelangrijke kwestie kan uw<br />
vader echter nooit zóó overstuur hebben ge-<br />
maakt, dat hij er de hand door aan zichzelf<br />
zou staan. Misschien, dat de couranten, welke<br />
zijn gebruikt om de kieren van de deur en<br />
de ramen af te stoppen, wanneer ze worden<br />
onderzocht, eenige aanwijzing geven over<br />
het motief . . . We kunnen nu echter beter<br />
naar het politiebureau gaan, inspecteur, en ons<br />
rapport maken. Gaat u mee, mijnheer Van Sit-<br />
tert, of blijft u hier?" vroeg de dokter.<br />
De aangesprokene wierp een blik door de<br />
openstaande deur in de keuken.<br />
(Zje vervo/g e/ders In dit nummer)<br />
alles geschiedde, een paar Jeugdige Holland-<br />
sche vrienden maakten? De angst voor de<br />
paarden en de verlegenheid waren spoedig<br />
overwonnen en de lachende gezichten getui-<br />
gen van 'n prettigen, onvergetelijken middag.<br />
Hieronder: Muziek verbroedert. — Duitsche<br />
muzikanten zijn graag geziene gasten in de<br />
steden, waar zij optreden, en Jong en oud<br />
luistert gaarne naar de vroolijke nummers, die<br />
zij ten gehoore brengen. (Foto's Polygoon)
Gezicht op het<br />
Garda-meer met<br />
rechts Malcesine.<br />
Het Garda-meer, zoo merkwaadig door de over-<br />
weldigende schoonheid van zijn landschap en<br />
sfeer, is even rijk aan harmonie als aan con-<br />
trasten. Hier vindt men vereenigd de strenge grootsch-<br />
heid van de majestueuze alpentoppen, de kleurige,<br />
bloeiende, levendige bekoring van de Tyrrheensche<br />
kust en de zacht glooiende hellingen van de<br />
Apenijnen.<br />
Het meer wordt als het ware ingesloten door de<br />
hooge, grauwe rotswanden van de Alpen, die tot<br />
bijna aan het water reiken, om plotseling te verdwij-<br />
nen, waardoor het meer zich verwijdt tot een groot<br />
bassin, vol licht en bloemen en wisselende kleuren,<br />
rijk aan bochten en inhammen, die bijdragen tot Je<br />
bekoring, die er van 't water uitgaat en die schijnt<br />
te culmineeren in de kobalten tinten van den Benaco.<br />
Niet altijd echter is het Garda-meer een beeld van<br />
vrede en liefelijkheid. Wanneer de Sover, de ge-<br />
vreesde wind, zich brullend in de dalen van Trento<br />
werpt, of toornig sissend en fluitend om de Monte<br />
Baldo giert, is het alsof de zwarte hemelkoepel om-<br />
laag zal storten. Zware regens stroomen omlaag in<br />
de golven van het donker-dreigende meer en het<br />
water gromt als een woedend geworden reus. Zulke<br />
stormen komen echter maar tamelijk zelden voor.<br />
Meestentijds koesteren de schilderachtige dorpjes<br />
aan het meer zich in de warme zon van het Zuiden.<br />
Salö, de vroolijke stad vol tuinen en villa's, Is het<br />
beginpunt van de Gardone-Riviera, die eindigt bij De prachtig aangelegde tunnelweg van Ponale, die vlak langs het meer leidt<br />
Gargnano. De Gardone-Riviera - de naam zegt het reeds - is<br />
een streek vol warme zonnigheid, van blanke paleizen, schilder-<br />
achtige dorpjes, en blauwgroen water vol fonkelende lichtflitsen.<br />
De hellingen zijn dicht begroeid met cederboschjes, met citroen-<br />
boomen, olijvenhagen en vruchtboomen. Langs de Gardone-Riviera<br />
rijen zich de juweelen van het Garda-meer; van sommige heeft<br />
men prachtige badplaatsen gemaakt, die in het reisseizoen zich<br />
mogen verheugen in een druk bezoek. Aan dit deel van den<br />
oever stijgt de San Marco-zuil rank omhoog in de blauwe lucht.<br />
Hier staat ook' de kerk van den heiligen Ercolano, met haar veel-<br />
kleurige teekeriing in het marmer; de kerk, waarheen in oude tijden<br />
pelgrimstochten werden ondernomen naar een beroemd geworden<br />
mirakel. Ook Toscolano, 'n plaatsje, dat waarschijnlijk van Etruski-<br />
schen oorsprong is, was in den Romeinschen tijd zeer bekend, en<br />
vormt nog heden ten dage met zijn mooie kerk van Gaino het<br />
romantische doel van vele toeristen. Daarachter verheffen zich de<br />
granieten rotswanden van den Monte Gu.<br />
Na Gargnano begint het landschapsbeeld evenwel te verande-<br />
ren. Het wordt somber en wild, de rotswanden stijgen steil uit<br />
het water omhoog, het meer vernauwt zich en zijn wateren wor-<br />
den donkerblauw om vervolgens een loodkleur aan te nemen,<br />
terwijl het spel van licht en schaduw de meest bizarre effecten<br />
te weeg brengt. Hier en daar worden de rotswanden onderbroken<br />
door diepe inkepingen, waartusschen het water stroomt. Op een<br />
spits toeloopende rots, zeshonderd meter boven het water, staat -<br />
Een van de prachtige villa's aan de Gardone-Riviera, die zoo rijk zijn aan<br />
merkwaardige kunstwerken: het huis van den beroemden Itaüaanschcn<br />
dichter Gabriele d'Annunzio.<br />
het heiligdom van Castello. Watervallen, zooals de Campione ev. de Tignaie,<br />
storten van de rotsen naar beneden en waar hun wateren in het meer uit-<br />
vloeien, liggen de gelijknamige havenplaatsen. Iets verder volgt de inham van<br />
Tremosine, daarna Limone, dat als een liefelijk lentebeeld in de donkere<br />
schaduw van den Monte Mughera ligt. Vlak bij den oever staat Riva, dat nog<br />
uit den tijd der Romeinen stamt en uit welks haven thans de pleiz.erbooten uit-<br />
varen over 't meer, en waar ranke zeilbootjes schommelen op de blauwe golven.<br />
Het kleine pittoreske stadsplein met zijn arcaden, den hoogen middeleeuwschen<br />
toren en verder naar achteren den witten Stivo-berg en het massieve graniet<br />
van den Monte Brione, vormen een imposanten achtergrond.<br />
Geheel Oostelijk, aan het eind van een klein, nauw dal, ligt het schilder-<br />
achtige Torbole met in de hoogte hel kerkje van St. Andreas. Het ver in<br />
het water vooruitstekende Malcesine met zijn Castello Scaligero spiegelt zich<br />
als een najade in de wateren van den Benaco, en In de hoogte ligt Dosso<br />
Casino. . j u i<br />
Zoo liggen er ontelbare kleine dorpjes en pittoreske stadjes rondom het<br />
Garda-meer Zij hebben bijna zonder uitzondering een bewogen verleden<br />
en zijn dikwerf door dichters bezongen. Dante heeft bij voorbeeld<br />
het strijdvaardige Peschiera onsterfelijk gemaakt In zijn poëzie. In het midden<br />
van de uitgestrekte moraine ligt Sirmione, dat door Carducci „de bloem van de<br />
schiereilanden" werd genoemd en dat zijn naam „Koningin der Najaden<br />
dankt aan Jodocus. Naast de heidensche ruïnes, waarin de liefdeszuchten van<br />
den Romeinschen dichter Valerius Catullus nog schijnen te weerklinken,<br />
verheffen zich de resten van een Lombardijnsch klooster. .<br />
Zoo kan de vreemdeling, die zwerft langs dt oevers van het Garda-<br />
meer, over het verleden mijmeren en zich vermeien in den gloed en de<br />
bloeiende schoonheid van het heden . . .<br />
Op het terras<br />
van den San Marcotoren heeft<br />
men een schitterend uitzicht over 't meer.<br />
Het trotsche „Castello Scaligero" bij Malcesine.<br />
San Vigilio en Garda, zooals men ze ziet liggen van Gardesana uit.<br />
(Foto's Werner ]. Sitzmann)
DOKTER SNELLENS ALS SPEURDER<br />
VERVOLG<br />
„N-n«en," zei hij haperend. „Ik blijf niet hier.<br />
Ik xal even mijn koflertje uit den auto halen<br />
en ga dan met u mee ... Ik zal vannacht een<br />
kamer in „De Gouden Leeuw" nemen. We<br />
zullen het huls sluiten en u kunt het beste den<br />
sleutel bewaren, inspecteurl Ik kom liever niet<br />
meer hier vóórdat alles is afgeloopen."<br />
Ze verlieten het huis en begaven zich op<br />
weg. Dokter Snellens nam zulke haastige stap-<br />
pen, dat hij de beide anderen weldra een<br />
eind voor was. Het bureau was maar een klein<br />
gebouwtje op den hoek van het marktplein, en<br />
de inspecteur ging hen vóór, de buitentrap op<br />
en door de wachtkamer naar zijn eigen bureau.<br />
„Ziezoo, beeren... Ik was blij, dat u zoo<br />
gauw kon komen, dokterl Dat maakt alles zoo-<br />
veel eenvoudigerl"<br />
De dokter gromde Iets en vroeg toen een<br />
potlood aan Van Sittert te leen, daar hij het<br />
zijne vergeten had. Toen zette hij zich aan tafel<br />
om zijn medisch rapport te schrijven. De Inspec-<br />
teur zat met gebogen hoofd over zijn eigen<br />
rapport, terjvijl Van Sittert zenuwachtig aan zijn<br />
sigaret trok.<br />
De dokter was het eerst klaar en zette zijn<br />
hoed op.<br />
„Ik ga er vandoor," zei hij. „Kan ik den ach-<br />
terkant uit. Inspecteur? Ik wil niet graag, dat ze<br />
me hier zien weggaan, anders krijg ik honderd<br />
en één vragen te beantwoorden."<br />
„Natuurlijk, dokterl Als u deze deur doorgaat,<br />
komt u langs de cellen bij een zij-uitgang." De<br />
Inspecteur stond op en ging den dokter voor. „Er<br />
zit vanavond niemand in de cel. De lul In Malm-<br />
sen zijn den laatsten tijd erg braaf," voegde hij<br />
er lachend aan toe.<br />
Aan de beide kanten van de korte gang<br />
waren drie zware deuren, die nu wijd open ston-<br />
den om de cellen te laten luchten. Dokter Snel-<br />
lens greep Van Sittert bij den arm en deed hem<br />
voor een der cellen stilstaan.<br />
„Heb je zoo'n cel al eens van binnen gezien,<br />
Van Sittert?" vroeg hij.<br />
De jongeman wierp een schuwen blik in het<br />
kleine hokje.<br />
„Neen, nog nooit," antwoordde hij, „maar..."<br />
Een hevige duw midden in zijn rug deed hem<br />
lot aan het andere einde van de cel vliegen.<br />
Dokter Snellens trok de deur dicht en grijnsde<br />
toen hij hoorde, hoe het patentslot dichtveerde.<br />
„Nu, dan heb je nu gelegenheid om haar eens<br />
goed van binnen te bekijken," riep hij. „En je<br />
weet wel, waarom je er In zitl"<br />
Inspecteur Brink bevond zich reeds aan het<br />
andere einde van de gang. Hij keerde zich met<br />
een ruk om.<br />
„Dokter... Wat... Moet dat soms een grap voor-<br />
stellen? Ik geloof niet, dat mijnheer Van Sittert<br />
zich vanavond In de stemming voelt om grapjes<br />
te maken, dokter! Ik zal even den sleutel halen,<br />
en...<br />
„Doe geen moeite. Inspecteur." De dokter stak<br />
zijn arm door dien van den weerstrevenden<br />
politie-man en trok hem mee. „We zullen hem<br />
daarlaten zitten tot we terug zijn. Hij hóórt er."<br />
„Waarom?" brulde de man In de cel, hevig<br />
dokte' " eUr bonkend - " Doe n1 ' t x00 kr «nl«innig,<br />
Je zit er voor den moord op je vader," zei<br />
de dokter kalm. „En het Is omdat Ik nlèt krank-<br />
zinnig ben, dat je daar zit. Als de inspecteur<br />
heeft gehoord, hetgeen Ik hem te Vertellen heb,<br />
dan zal hij het wel met me eens zijn, dat je daar<br />
blijven moet... Kom mee, inspecteur. U hebt<br />
den sleutel van het huls. Ik zou graag even met<br />
u teruggaan, om u een en ander te laten zien."<br />
„Moord? Op zijn vader?" vroeg de inspec-<br />
teur verbaasd. „Maar h«l was duidelijk een geval<br />
^ van zelfmoord, dokterl" protesteerde hij, terwijl<br />
htj^ door den dokter naar de buitendeur werd ge-<br />
duwd Ik... men zal mij ontslaan... Mijnheer<br />
Van Sittert zal een klacht Indienen, en Ik ben<br />
verantwoordelijk voor hetgeen er hier gebeurt.<br />
U kunt het niet meenen, dokter."<br />
" T ° eh **'. inspecteur. Indien u hem er uit laat<br />
vóórdat Ik u heb kunnen vertellen wat Ik heb<br />
flezlen, zal i k er rapport van maken en dan<br />
zullen we eens zien, wat er met Je gebeurt!"<br />
Ze hepen nu weer op den eenzamen weg en<br />
de inspecteur veegde zijn voorhoofd af met zijn<br />
zakdoek. Af en toe wierp hij een blik op zijn<br />
metgezel alsof hij bang was, dat deze plotseling<br />
krankzinnig was geworden. Indien hij geen dok-<br />
■ l V L a, L£ #w,M J' ,ou h, J « lch V00f «*•" onz\n<br />
niet hebben geleend, maar medici hebben nu<br />
eenmaal een zekere autoriteit.<br />
„Het was werkelijk zelfmoord, dokter," be-<br />
weerde hij intusschen. „Hoe zou het iets anders<br />
kunnen zijn? De oude man had zich In de<br />
keuken opgesloten en heeft zelf zijn hoofd In<br />
den oven gestoken! En dat die jonge Vm Sit-<br />
tert er iets mee te doen zou hebben... Ik ben<br />
hem zelf tegengekomen In zijn auto om onge-<br />
veer drie minuten voor zevenen en we weten<br />
door dat gebroken horlogeglas, dat zijn vader<br />
tien minuten over zessen gevallen Is. Toen was<br />
de jonge Van Sittert nog meer dan dertig kilo-<br />
meter ver weg..,"<br />
Dokter Snellens bleef voor de deur van het<br />
huis waar de tragedle zich had afgespeeld,<br />
wachten tot de inspecteur ze met den sleutel<br />
had geopend. Ze gingen naar binnen en de<br />
dokter liep regelrecht naar de keuken.<br />
„Laten we nu eerst eens onderzoeken, hoe<br />
het slachtoffer zich aan den binnenkant heeft<br />
opgesloten, inspecteur," zei hij. „En dan vraag<br />
Ik u, waarom déze deur nlèt onderaan met<br />
couranten was afgestopt zooals de andere deur<br />
en zelfs de ramen?"<br />
„Omdat de oude Van Sttlert niet meer cou-<br />
ranten bij de hand had. Dat heb Ik direct be-<br />
grepen, dokter. Hij bewaarde de couranten In<br />
deze kast, en de plank Is heelemaal leeg. De<br />
mat voor de deur was voldoende om te voor-<br />
komen dat het gas ontsnappen zog."<br />
„Hij zou het tafelkleed hebben kunnen ge-<br />
bruiken, of hij zou uit een andere kamer cou-<br />
ranten hebben kunnen halen," zei de dokter.<br />
„Neen, inspecteur, het was niet omdat de man<br />
er geen materiaal voor had, dat de kier onder<br />
deze deur niet werd afgestopt Het was omdat<br />
deze deur als uitgang moest dienen."<br />
„En dan heeft hij ze zeker aan den binnen-<br />
kant gesloten na er eerst te zijn uitgegaan?"<br />
vroeg Brink Ironisch.<br />
„Hij sloot ze aan den binnenkant af, nadat<br />
hij er door was vertrokken," antwoordde de<br />
dokter kalm. „En dit is de eenlge deur, waarbij<br />
dit mogelijk Is. De kier tusschen den vloer en<br />
de deur Is wijd genoeg om er een potlood<br />
doorheen te trekken. Bij de achterdeur xoü dit<br />
niet mogelijk zijn geweest. Die kiert niet zoo<br />
•rg. Bovendien leek hei beter de grendels op<br />
de achterdeur te schuivenl"<br />
De inspecteur wreef ongeduldig langs zijn<br />
neus. Blijkbaar was hij overtuigd, dat hij slechts<br />
zijn tijd verspilde door naar den dokter te<br />
luisteren.<br />
„Maar dat is niet mijn troefkaart. Brink," ver-<br />
volgde de medicus. „Daardoor ben ik niet op<br />
het juiste spoor gekomen. Eer we echter ver-<br />
der gaan, wil Ik Je toch laten zien, hoe die<br />
deur aan den binnenkant werd gesloten, en wel<br />
door iemand, die buiten stond." Hij haalde een<br />
gewoon potlood uit zijn zak. „Het gebeurde<br />
met dit potlood, dat ik daarnet, zooals u weet<br />
van Van Sittert heb geleend. Zie Je die groef<br />
in het hout hier? Waardoor komt die, denk Je?"<br />
„Er is op gebeten," antwoordde de inspec-<br />
teur kort.<br />
„Geen kwestie vanl Indien iemand op zijn<br />
potlood bijt, dan doet hij dit aan het eind en<br />
niet In het midden. Deze groef is dan ook ont-<br />
staan doordat 't potlood geklemd heeft gezeten<br />
in het oog van den sleutel van deze deur.<br />
Waarschijnlijk Is het een trucje, dat de jonge<br />
Van Sittert heeft uitgevonden, toen hij nog een<br />
kind was. Bovendien Is het niet zoo heel erg on-<br />
bekend - Kijk, ik zal u eens wat laten zlenl"<br />
Aan het eene eind van het potlood bond de<br />
dokter een stevig, dun touw, daarna duwde hij<br />
het andere einde door het oog van. dan sleutel<br />
en wel zóó, dat dit naar links het meest er uit-<br />
stak. Daarna trok hij het touwtje voorzichtig<br />
onder de deur door, rechthoekig met het pot-<br />
ood. Hij trok er zeer licht aan, om het potlood<br />
in het oog van den sleutel op zijn plaats te<br />
houden en sloot de deur toen aan den buiten-<br />
kant, het eind van hot touw steeds In de hand<br />
houdend.<br />
■<br />
„Nu opgepastl" riep hij tegen Brink, die bin-<br />
nen Avas gebleven, en hij gaf een fermen ruk<br />
aan het touw.<br />
Inspecteur Brink zag, hoe het eene eind van<br />
het potlood steeds lager werd getrokken, waar-<br />
- door het als een hefboom in het oog van den<br />
sleutel werkte. Steeds meer werd het eene eind<br />
door den man, die In de gang stond, naar be-<br />
neden getrokken; ten slotte hoorde de Inspec-<br />
teur een klikkend geluid en hij wist nu, dat het<br />
slot was omgedraaid. Inderdaad was de dokter<br />
•r in geslaagd, terwijl hij buiten stond, de deur<br />
van binnen te sluiten I Toen trok hij het potlood<br />
onder den kier van de deur/door.<br />
„Mijn hemel," riep Brink, de deur weer ope-<br />
nend en zich bij den dokter In de gang voe-<br />
gend. „Zoolets heb ik nog nooit gezien, maar<br />
dat verklaart nog niet..."<br />
„Het verklaart niets anders, dan dat deze<br />
deur door Iemand, die in de gang staat, van<br />
binnen gesloten kan worden. Het slot was kort<br />
geleden goed geolied, en daarom ging het zoo<br />
gemakkelijk. Zie Je deze nieuwe groef op het<br />
potlood? Ze lijkt precies op degeen, die er op<br />
zai, toen Van Sittert mij zijn potlood leende."<br />
Brink knikte zwijgend. HIJ was wel verbaasd,<br />
doch niet overtuigd.<br />
„Dat Is geen voldoende bewijs om iemand In<br />
de gevangenis te brengen, dokter," zei hij. „U<br />
kunt niet bewijzen, dat Van Sittert hier om drie<br />
minuten vóór zevenen naar binnen Is gegaan,<br />
zijn vader dwong zijn hoofd In den oven te sto-<br />
ken, hem daar te houden tot hij bewusteloos<br />
was, alle voorbereidingen te treffen, de deur<br />
van buiten te sluiten, en toen naar buiten rende<br />
om mij te roepen, allemaal in den tijd van vier<br />
tot vijf minuten hoogstensl Bovendien is er<br />
dan nog het horloge, dat om tien over zessen is<br />
blijven stilstaan."<br />
„Ik ben ook niet van plan iets dergelijks te<br />
bewijzen, want de oude Van Sittert I s niet met<br />
zijn hoofd In den oven gehouden tot hij was<br />
gestikt. Hij wis reeds bewusteloos toen hij hier<br />
in de keuken werd gebracht. Die plek aan zijn<br />
hals...<br />
„ ... kwam, doordat hij zijn hoofd tegen de<br />
deur van den oven stootte!"<br />
„Dat dacht u, maar Ik heb ze nauwkeurig on-<br />
derzocht en het zwart, waarvan u meende dat<br />
het kachelglans was, is roet, inspecteurl En dat<br />
roet kwam, als Ik het goed heb, hiervan."<br />
De dokter nam bij deze woorden een zweren<br />
kachelhaak op, die naast het fornuis op den<br />
grond lag. Door het langdurig gebruik was hij<br />
heelemaal aangeslagen.<br />
„Ik geloof, dat het zoo is gebeurd, inspec-<br />
teur," zei hij. „De Jonge Van Sittirt heeft zijn<br />
auto om ongeveer bij zessen op eenigen af-<br />
stand van de stad laten stoppen. Toen Is hij<br />
door de velden naar zijn huis gewandeld en<br />
zonder door iemand gezien te zijn, door de<br />
achterdeur naar binnen gegaan. Hij wist, dat het<br />
meisje op Zaterdagmiddag altijd vrij had. Op<br />
de leuning van Van Sitterts gemakkelijke stoel<br />
in de kamer hier naast ligt een boek. Ik ver-<br />
onderstel, dat de oude man rustig zat te lezen,<br />
toen zijn zoon de kamer binnensloop, achter<br />
zijn vader ging staan en hem toen bewusteloos<br />
sloeg met één enkelen slag van dezen haak."<br />
De inspecteur toonde zich niets op zijn<br />
gemak.<br />
„Ik geef toe, dat dit slechts veronderstellingen<br />
zijn," vervolgde dokter Snellens. „De moorde-<br />
naar nam de bril van zijn vader en legde dien<br />
netjes op tafel, terwijl hij 't boek op de leuning<br />
van den stoel legde om 't den schijn te geven,<br />
alsof de oude man vrijwillig opgestaan en naar<br />
de keuken' gegaan was. Ik ben er echter zeker<br />
van, dat hij er niet heen gelöópen is. Hij was<br />
bewusteloos en werd er heen gedrigen. De<br />
Jonge Van Sittert legde hem met zijn hoofd in<br />
den oven, zooals we hem vdnden, maar hij deed<br />
eerst nog Iets anders, Inspecteur. Hij nam het<br />
horloge uit den zak van zijn vader en sloeg<br />
het glas kapot, er echter vooV zorgend, dat er'<br />
geen stukje verloren ging. Hij zette het toen<br />
s« en deed het met alle stukjes glas in het<br />
zakje. Hij...<br />
„Kom, dokter, nu gaat u toch wel een beetje<br />
al te ver," protesteerde Brink. /<br />
„Niet zoo ver als u denkt! Toen u het hor-<br />
loge uit den zak van den ouden Van Sittert<br />
haalde, heb ik iets gezien. Hebt u opgemerkt,<br />
naar welken kant de wijzerplaat gekeerd zat?"<br />
De inspecteur schudde ontkennend zijn hoofd.<br />
„Die zat naar den buitenkant; de kast van<br />
het horloge zat tegen het lichaam van den<br />
doodel Zoo draagt niemand zijn horlogel Het<br />
Is te ongemakkelijk en te gevaarlijk, want als<br />
men het slechts e^en zou stooten, zou het glas<br />
kapot zijn. Als het horloge op de gewone wijze<br />
In den zak had gezeten, zou het glas niet ge-<br />
broken zijn, toen de man op den grond viel. De<br />
onderkleeren zouden den schok hebben gebro-<br />
ken. Probee* het maar... Neen, het horloge<br />
werd op de verkeerde manier in den zak van<br />
den vermoorde gestoken en wel door zijn zoon,<br />
nadat deze eerst het glas had gebroken om -<br />
zoogenaamd vast te leggen, dat de zelfmoord<br />
om tien minuten over zessen werd begaan."<br />
„En daarna zou hij ai de" kleren van de deu-<br />
ren en de ramen hebben afgestopt en ook het<br />
gat boven den schoorsteen daar, om vervolgens<br />
zijn vader met zijn hoofd In den oven te duwen<br />
en de gaskraan open te zetten, en dan de deur<br />
van buiten te sluiten, alvorens hij mij kwam ha-<br />
len? Denkt u, dat het zoo is gebeurd, dokter?"<br />
„Preciest Even voor zevenen Is hij de stad<br />
binnen gereden, passeerde u en ging hier zoo-<br />
genaamd voor den eersten keer naar binnen.<br />
Hij had een schitterend alibi, inspecteur, en wel<br />
door u. U zoudt hebben willen zweren, dat hij<br />
niet eer dan een paar minuten vóór zevenen in<br />
de stad is gekomen!"<br />
„Dat zou ik nóg willen doen, dokterl Wat u<br />
heeft verteld, klinkt allemaal heel aardig en<br />
voor een amateur zelfs wel geloofwaardig, maar<br />
niet voor mijl Want zelfs indien de oude man<br />
was vermoord, zooals u werkelijk half heeft be-<br />
wezen, dan Is er nog geen enkele reden om<br />
aan te nemen, dat zijn zoon het zou hebben<br />
gedaan. Waarom denkt u Juist dat hij de da-<br />
der Is?"<br />
De dokter gaf geen antwoord, maar liep grijn-<br />
zend naar de keuken, naar het geheel afgeslo-<br />
ten raam.<br />
„Indien Je weigert de groef op het potlood<br />
at» bewijs te accepteeren, dan Is hier mijn troef-<br />
kaart, inspecteurl Kijk eensl"<br />
Brink keek schouderophalend naar de opge-<br />
vouwen courant, die de dokter aanwees. Zij was<br />
tusschen het raam en het kozijn geduwd, klaar-<br />
blijkelijk omdat daar een groole kier was. De<br />
titel van de courant zat naar buiten gevouwen.<br />
„Nou, en?" vroeg de Inspecteur.<br />
„Maar man, gebruik je oogen dan tochl Zie<br />
Je dan den datum op die courant niet? Het Is<br />
dé Wereldbode van vanavond!"<br />
„Ja, dat zie ik ook, maar..."<br />
„Maar man, hoe laat kun je hier in Malmsen<br />
het avondblad van de Wereldbode krijgen?"<br />
„Om vijf minuten over half acht zijn de cou-<br />
ranten aan het station, maar ik begrijp nog<br />
niet..."<br />
„Julstl Om vijf minuten óver half acht wor-<br />
den ze uit den doorgaanden trein op ons station<br />
gegooid, maar die courant, die editie, zat tus-<br />
schen het raam en het kozijn, en Jij wil me<br />
laten gelooven dat de oude Van Sittert ze daar-<br />
in heeft gestopt vóór hij stierf, dus vóór Jij de<br />
keuken binnenkwam om vijf minuten vóór<br />
zevenen?"<br />
Opeens scheen Brink te begrijpen. Zijn ge-<br />
zicht werd purper.<br />
„En... u zag dat al, toen u den eersten keer<br />
hier kwam, dokter?"<br />
„Ja, toen Ik hier om kwart over zevenen<br />
binnenkwam, zat die courant daar al. Nu, in-<br />
specteur, bent u vandaag naar Anlodam ge-<br />
weest?" *<br />
„Neen, ik niet!"<br />
„Nu, ik ook nletl Het avondblad van de<br />
Wereldbode wordt echter In Anlodam al om<br />
ongeveer half zes op straat verkocht. Ik weet<br />
het, omdat Ik ze zelf wel eens heb gekocht<br />
als ik in Anlodam was. Iemand, die hier in de<br />
keuken is geweest, heelt die courant dus van-<br />
middag in Anlodam gekocht. U en ik kunnen<br />
worden uitgeschakeld zoodat alleen de jonge<br />
Van Sittert overblijft. En hij gaf toe, dat hij<br />
regelrecht uit Anlodam kwam."<br />
„Lieve hemel, dokter, dus..."<br />
„Hierdoor weet ik, dat het de Jonge Van Sit-<br />
tert en niet zijn vader was, die de deur én de<br />
:<br />
ramen met couranten heeft dichtgestopt. Hij vond<br />
hier geen couranten meer en heeft toen zonder<br />
er bij te denken de courant gebruikt, die hij In<br />
zijn zak hadl Dat was de eenlge vergissing, die<br />
hij heeft begaan. Overigens is hij duivels ge-<br />
raffineerd te werk gegaan. Indien de titel van<br />
de courant niet naar buiten omgevouwe^ was<br />
geweest, zou ik het niet hebben gemerkt!"<br />
„Wat een... wat een schurkl" viel inspecteur<br />
Brink uit. „Hij had mij aardig den wind uit mijn<br />
zeilen genomenI Maar waarom zou hij het heb-<br />
bén gedaan?"<br />
' Dokter Snellens begaf zich naar de deur.<br />
/„Dat zal zonder twijfel later wel aan het licht<br />
/komen," zei hij. „Misschien had hij het geld, dat<br />
hij zou erven en dat zijn vader hem bij zijn<br />
leven niet wilde geven, dringend noodig. HIJ<br />
sprak reeds over meeningsverschilien betreffende<br />
geld. Ik geloof niet, dat het moeilijk zal vallen,<br />
het motief tot de daad uit te vinden. - Maar<br />
Ik moet nu naar huls. Ik ben reeds laatl Laat<br />
u hem in de cel of... 7"<br />
„En óf!" Inspecteur Brink balde zijn vuisten<br />
van woede.<br />
Tien minuten later keek hij door het kleine<br />
luikje In de celdeur naar zijn gevangene. Van<br />
Sittert was nu kalm geworden. Zijn zenuwen<br />
hadden den strijd opgegeven gedurende het<br />
halve uur, dat hij eenzaam In de cel -had door-<br />
gebracht. Hij lag nu op de brits, en hield zijn<br />
gezicht In zijn handen verborgen...<br />
„Maar hoe bent u het te weten gekomen?"<br />
vroeg hij opkijkend.! „Ik ben zelf niet eer op<br />
de gedachten gekomen dan ongeveer half zes,<br />
toen Ik een courant kocht en Beursnoteerlngen<br />
zag. Ik had met tweeduizend gulden, geld van<br />
mijn firma, gespeculeerd en de helft er van ver-<br />
loren. Ik wist, dat ik het moest terugbetalen, en<br />
dat mijn vader me nooit een cent zou geven.<br />
Onderweg naar huls ben ik toen op de ge-<br />
dachte gekomen... Ik moet gek geworden zijn<br />
toen Ik In die courant las, dat...<br />
„Dan heeft die courant heel wét op haar ge-<br />
weten," viel de inspecteur hem in da rede, het<br />
luikje dichtschuivend en zich verwijderend,,,want<br />
zij zal Jou ook In de gevangenis brengen. Jonge-<br />
man, en ik heb zoo'n idee, dat Je er van Je<br />
leven niet meer uitkomt.."<br />
DAT SMAAKT! Marika Rökk. de charmant« filmactrice, thuis. i**m
„Hoeveel salaris geeft de betrekking?"<br />
„In het begin honderd gulden per maand,<br />
en later meer."<br />
„Dan kom ik later wel terug." (Berl. lil. z.)<br />
„We zijn al jaren gescheiden, maar lederen<br />
keer brengt Bello mijn man weer thuis."<br />
{Das lil. Blatt)<br />
£ ,<br />
jAVat schrijven de mannen toeft traag! Al „Neemt u me niet kwalijk, mijnheer, maar ik<br />
TTT<br />
^<br />
„Het moet tegen twaalf uur loopen - ik gelooi, dat mijn maag al begint te<br />
knorren " (.Deutsch, lil.)<br />
„Veertien jaar geleden heb Ik eens uit de grap gezegd: „Lieveling, laat mi] toch<br />
/ t,drO 0 enl (CollUrs)<br />
\<br />
k ■<br />
m k.<br />
Mtel Ä. 8 heb k ui Wil,y BirBel 1" k8n u8 een woord verstaan." „Ja, |k heet Antonius, maar ik zeg Je op mijn<br />
brtef geschreven, en nou heb Ik nog geen ant- „Het gaat je ook geen lor aan, wat ik met woord van eer, dat ik Cleopatra nog nooit getr<br />
O' (Münchn (M&nchn. lil. lil Prtsst\ Presse) mijn miin vrnnu/ vrouw k*k heb 4A te k^cnrAlrAn bespreken." " INtue l Z} soroken heb" K<br />
:l<br />
'■>!<br />
^^<br />
u een ^i*****:<br />
aoor on***<br />
Modmllmn Roiogrmvurm<br />
'804—IB. Dit Jurkje heeft een lange razlin-mouw en Hult met een opstund<br />
boordje. Op de mouwen, den mlddenvoorkant en langs het boordje en de cein-<br />
tuur Is borduurwerk Mn(ebracht. Benoodlgd : 2.60 M. ttof van 90 cM. breedte.<br />
f'ntnm ttrkrliubnnr vanr dm UttHld tm 4 lol 6. 9 lot 6 en S lot 10 {aar.<br />
'804—20. Ook dit modelletje heeft een raalan-mouw, die met een imal man-<br />
chetje Is afgewerkt, waarop, evenah op het plat liggende kraagje en den midden-<br />
voorkant, een aardige steek Is aangebracht. Benoodlgd : 2 M. stof van 90 cM.<br />
breedte. PoirooH rerhrijlfiaar TOOT dm ItttHjd tan 2 tof 4, 4M 6 en « (of 8 iaar.<br />
1804—21. Dit, is een z.g. Russisch Jongenspakje, dat een lange blouse heeft,<br />
die hoog aan den hals sluit. Benoodlgd : 2.60 M. stof van 90 cM. breedte. Patrom \<br />
verkrilgbaar voor den leefHld van I M 2. 2 M * r.n * M f<br />
1804—22. BH deie Jurk met korte pofmouw loopt het borduurwerk over het<br />
mouwtje door tot aan den hals. Ook op het voorpand Is een breede bles gebor-<br />
duurd. Benoodlgd ; 2.60 M. stof van 90 cM. breedte, /'afroon verfa-f/gtaor eoor 4en<br />
leeftifd «an S to< 8. 8 lol 10 en 10 lol 12 im. «<br />
Van dei» modellen zyn bff de administratie van ons blad<br />
patronen verkrffgbaar voorde aangegeven leeftijden tegen den<br />
prffs van fO£5 per stuk.
v ^<br />
&%e V<br />
F'TA BENKHOFF ü,<br />
de Tob,s-fi|m , Frau<br />
Luna."
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND<br />
14 MEI 1941<br />
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL<br />
B R A| N om SP AAR D<br />
E ^■o BHA A m m ^^^i^<br />
R 1 I E y<br />
sM<br />
5] öWA<br />
Q A 'X' ''T^- 0 R<br />
E R l^/K^ K-^LM 1<br />
U 1 \^y K^JTR A<br />
1 N A^ ^y? E R<br />
J S TTTTTZVA<br />
TBS R^ &AM±.<br />
E sB « W" ■ . E<br />
N E 0 E «B iiM A| L E N<br />
D A N T E<br />
A L E E R<br />
N E (r E N<br />
T E E M $<br />
E R N S T<br />
W<br />
OPLOSSING<br />
AARDRIJKSKUNDIG<br />
RAADSEL<br />
NOORD-HOLLAND<br />
OPLOSSING<br />
LADDERRAADSEL<br />
1 A<br />
N A.|N |0 | K A<br />
L r<br />
1 DIVI L|L E<br />
C i<br />
H A |M| L | E T<br />
T A<br />
E K | 2 | E | M A<br />
L N<br />
IN LICHTE LAAIE STAAN.<br />
OPLOSSING<br />
TOOVERDRAADRAADSEL<br />
OPL, RUITENRAADSEL OPLOSSING<br />
FILMSTER-<br />
W<br />
N<br />
VERGELIJKINGS-<br />
RAADSEL<br />
ra«k<br />
bui<br />
bod<br />
ttop<br />
loom<br />
flat<br />
spot<br />
lomp<br />
bal<br />
itol<br />
loon<br />
••r<br />
RUDOLF PLATTE<br />
Horizontaal:<br />
1. levend wezen<br />
5, gedeelte der aarde<br />
8. muzieknoot<br />
9. telwoord<br />
11, de som gelda, die de<br />
kooper verklaart te<br />
betalen<br />
12. rtjkagrond (afkorting)<br />
14. persoonl. voornaamw.<br />
15, stad in Rijnland<br />
(Duitse Mand)<br />
lö. boodschapper<br />
17. eerstvolgende (afk.)<br />
19, boom<br />
KRUISWOORDRAADSEL<br />
21. afkorting op visite-<br />
kaartjes<br />
22, voegwoord<br />
24. lidwoord<br />
25. biersoort<br />
26. harde delfstof<br />
28. zoogdier<br />
30. orde<br />
32. deel van een voet<br />
33. voertuig<br />
34. telwoord<br />
36. hard van toon<br />
37. afkorting indien men<br />
onbekend wenacht te<br />
blijven<br />
38. en dergelijke (afkort.)<br />
TOOVERDRIEHOEK<br />
1 2 3 4 5 6<br />
2<br />
3<br />
a ■Q<br />
5<br />
6<br />
f?<br />
Van links naar rechts en van boven'<br />
naar beneden woorden in te vullen van<br />
de volgende beteekenis:<br />
1. door vuur verteerd worden<br />
2. terug<br />
3. bergachtig schiereiland a.d. Egeïsche<br />
zee in Griekenland<br />
4. ellende<br />
5. voegwoord<br />
6. bijwoord-<br />
39. plaat<br />
41. in het jaar onze« Hee-<br />
ren (afkorting)<br />
42. strak<br />
44. uitroep<br />
46. muzieknoot<br />
47. opgedragen werk<br />
49. te zijner plaatse (Lat.<br />
afkorting)<br />
51. getal<br />
54. reeds<br />
55. afkorting van een<br />
lengtemaat<br />
57. niet kunnende spreken<br />
59. meisjesnaam<br />
60. rund<br />
61. meisjesnaam<br />
63. doorgang<br />
65. benaming<br />
67. vlijtig<br />
68. slim<br />
69. afkorting op telegram-<br />
men<br />
71. voorzetsel<br />
72. persoonl. voornaamw.<br />
73. verbogen vorm van:<br />
staan<br />
74. voorzetsel<br />
75. draagwerktuig<br />
77. bergplaats<br />
78. lengtemaat<br />
79. afkorting van den<br />
naam van een wind-<br />
streek<br />
81. lichaamsdeel<br />
82. gemeente in Gelder-<br />
land<br />
83. voegwoord<br />
84. platgeboomd vaartuig,<br />
dat van de eene zijde<br />
van een rivier naar<br />
de andere vaart<br />
85. bijgevolg<br />
Verticaal:<br />
1. lidwoord<br />
3. eikenhout van schors<br />
ontdoen<br />
4. smalle strook<br />
5. metaal<br />
6. gifslang<br />
7. afkorting van een<br />
titel<br />
8. overschot (meervoud)<br />
10. afkorting indien men<br />
onbekend wenscht te<br />
blijven<br />
11. bankbiljet (afkorting)<br />
13. verbogen vorm van:<br />
leiden<br />
14. waarmede land bemest<br />
wordt<br />
18. vlakte<br />
20. wortel<br />
22. landbouwwerktuig<br />
23. draaikolk<br />
25. Vulkaan in Guatemala<br />
(Midden-Amerika)<br />
27. voegwoord<br />
28. bijwoord<br />
29. schoenmakersgereed-<br />
schap<br />
31. lengtemaat<br />
33. meisjesnaam<br />
35. als 10 verticaal<br />
38. voedsel nuttigen<br />
40. wat gesproken wordt<br />
42. oudste (afk.)<br />
43. natuurverschijnsel<br />
45. persoonl. voornaamw.<br />
48. lokspijs<br />
49. hinderen<br />
50. oplossing van scherp-<br />
zouten in water<br />
52. voegwoord<br />
53. aanloop<br />
55. deel van een gebit<br />
56. vet maken<br />
57. opspringend vochtdeel<br />
58. afkorting van een<br />
titel<br />
60. voorzetsel<br />
61. afkorting van den<br />
naam van een onder-<br />
wijs<br />
62. dierenverblijf<br />
64. uit de oogen vloeiend<br />
vocht<br />
66. afkorting op recepten<br />
67. naar beneden<br />
70. gedeelte<br />
72. echtgenoote<br />
76. de koninklijke majes-<br />
teit (Lat. afkortin«)<br />
77. lidwoord (Fransch)<br />
80. voorzetsel<br />
83. ambtshalve (Lat. afk.)<br />
WOORDVERANDERINGSRAADSEL<br />
Onderstaande woorden moeten zoodanig onder<br />
elkaar geplaatst worden, dat de eerste en de vierde<br />
letter van elk woord, van boven naar onder gelezen,<br />
een spreekwoord vormen.<br />
De te gebruiken woorden: hoefijzer - netjes - erven<br />
- boeten - stallen - ontberen - roesten - akelig' -<br />
empvreum - city - merel - kreet.<br />
KWADRATENRAADSEL<br />
De letters moeten zóó worden ingevuld, dat men in de<br />
vijf kwadraten, horizontaal en verticaal, dezelfde woorden<br />
krijgt. De woorden hebben de volgende beteekenis:<br />
KWADR, I:<br />
1, graf kuil<br />
2, denkvermogen<br />
3, vliezige buis<br />
4, flink<br />
KWADR, IV:<br />
1. daad van te bijten<br />
2. echtgenoote<br />
3. zoogdier<br />
4. hard smeer, waarvan<br />
kaarsen gemaakt worden<br />
1. Karstin Hooburg<br />
2. Hirmenn Spaulmins<br />
3. Thiedar Lees<br />
4. Mereko Rakk<br />
5. Wall Qoedfloig<br />
6. Höldu Woassnor<br />
7. Gesili Ahlon<br />
8. Vakter di Kewi<br />
9. Halo FenkQnzallar<br />
10. Heida vyn Stelz<br />
KWADR. II:<br />
verbond<br />
kellner<br />
gem. in Gelderland<br />
vuil<br />
KWADR, III:<br />
roofdier<br />
denkvermogen<br />
nobel<br />
afstammeling<br />
KWADR. V:<br />
1. opening in een muur<br />
2, smalle strook<br />
3. gem. in W. Zeeuwsch<br />
Vlaanderen<br />
4, bezigheid tot vermaak<br />
11, Elsa Warnor<br />
12, Cirl Röddetz<br />
13, Odi West ■<br />
14. Vekterei vin Belliske<br />
15. Ittale Harbagir<br />
16. Hense Knctick<br />
17. Bragetto Hernao<br />
18. Piel Wiginor<br />
19, Jiocham Gittschilk<br />
20, Fretz Kempars<br />
Deze 20 namen stellen de namen van filmsterren<br />
voor, waarin echter de klinkers onderling zijn ver-<br />
FILMSTER-PUZZLE<br />
DE AMATEU <strong>ET</strong>ECTBVE<br />
SldCN OPNAME<br />
STERRAADSEL<br />
1. breedteUjn van een voetbalveld<br />
en africhten<br />
2. met roest bedekt worden en met<br />
een slede langs een hellenden<br />
weg naar beneden glyden<br />
3. een ent inzetten en binnentrek-<br />
ken<br />
4. vorderen en klimmen in het want<br />
5. licht worden en bezorgen<br />
van 1 tot 2<br />
2<br />
3<br />
VA/ 1 * v an onze lezers kan ons zeg.<br />
9*n, wat de man op deze foto<br />
doet? — We gelooven niet, dat het dit<br />
keer zoo heel moeilijk is uil te makenl<br />
Wij zullen weer een prijs van f. 2,50<br />
benevens twee troostprijzen verdeelen<br />
onder hen, die ons een goed antwoord<br />
zenden. De verdeeling der prijzen<br />
geschiedt op een manier, waarbij alle<br />
inzenders van goede oplossingen ge-<br />
lijke kansen hebben op het verkrijgen<br />
van een der prijzen, U gelieve Uw ant-<br />
woord In te zenden vóór 4 Juni aan<br />
Mr, Detective, Noordeinde 8, Lelden.<br />
Op briefkaart of enveloppe vermelden:<br />
Amafeur-OetecMve 4 jun/.<br />
Da oplossing van het voorlaatst«<br />
foto-probleem.<br />
Deze opgave was niet zoo gemak-<br />
keiijk. hoewel we toch nog vry veel<br />
goede antwoorden ontvlngenl Wel een<br />
bewijs, det onze speurders zoo lang-<br />
zamerhand aardig getraind rakanl<br />
6:<br />
scherpzinnige geest<br />
ui eener rist<br />
dichterlijke schilde-<br />
ring van het leven<br />
van eenvoudige, on-<br />
bedorven menschen<br />
tijdsverloop van vier<br />
en twintig uren<br />
het leven genietend<br />
Op de punten 1, 2, 3, 4 en 5 leest<br />
u den naam van een plaats in de<br />
provincie Gelderland.<br />
i.<br />
4<br />
«<br />
[ II<br />
' . i i<br />
i<br />
!"<br />
> - *<br />
1 m<br />
, t i «<br />
JE<br />
i<br />
J<br />
X<br />
1 i ^ 1 • t i 4<br />
I 1<br />
s ï<br />
't H<br />
wisseld. Wie kan de namen opschrijven zooals ze in<br />
werkelijkheid luiden?<br />
Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en tien lilm-<br />
foto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede<br />
oplossers.<br />
Antwoorden in te zenden vóór 4 Juni aan Dr,<br />
Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden. Op enveloppe of<br />
briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Filmpuzzle<br />
4 Juni.<br />
Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezon-<br />
den worden, doch liefst op een apart velletje papier.<br />
FOTO PA.<<br />
De hoofdprijs van f. 2,50 werd<br />
deze week verworven door:<br />
den heer J, W, Bos, Utrecht,<br />
De troostprijzen vielen ten<br />
deel aan: mejuffrouw 1, Timmer-<br />
mans, Katwijk a/Zee; den<br />
heer R. ten Kate,'s-Gravenhage,<br />
*?'<br />
DE PRIJSWINNAARS<br />
De hoofdprijzen werden deze week verworven<br />
door:<br />
mejuffrouw J. Stofregen, Rotterdam;<br />
mejuffrouw A. van Schie, Rotterdam;<br />
mejuffrouw L. Brugman, Rotterdam;<br />
mejuffrouw A, Standaar, Amsterdam;<br />
den heer C, Böhne, Amsterdam,<br />
De troostprijzen konden worden toegekend<br />
aan:<br />
mejuffrouw J, Hagendijk, Rotterdam;<br />
mejuffrouw van Loon, 's-Gravenhage;<br />
den heer J, C, Verheul, Amsterdam;<br />
den heer A. Boschman, Schiedam;<br />
den heer Th. Barendregt, 's-Gravenhage;<br />
den heer W. Wals, Groningen;<br />
den heer J, W, G, Kirberger, Amsterdam;<br />
den heer J, Pouli, Amsterdam;<br />
den heer B. Dingemans, Amsterdam;<br />
den heer M. P. C. de Koning, Zeist;<br />
den heer J. M. Hayes, 's-Gravenhage;<br />
den heer H. de Priester, Borssele;<br />
den heer Ad, v, d. Sterre, Bilthoven;<br />
den heer H, Jager, Twello;<br />
den heer J. P. Trimp, Hillegersberg;<br />
den heer J. P. de Ruiter, 's-Gravenhage;<br />
den heer J. Bokma, Amsterdam;<br />
den heer W. F, Hensing, Rotterdam;<br />
den heer J, B, Hulzer, Rotterdam;<br />
den heer W, Spoel, Schiedam.<br />
Den hoofdprijs van de „Filmpuzzle" verwierf :<br />
mevrouw L, Visser-van Elleswijk, Kamerik.<br />
De troostprijzen vielen ten deel aan;<br />
mevrouw B, Peerbolte, Rotterdam;<br />
mevrouw C. W. Putters-v. d. Berg, Rotterdam;<br />
mejuffrouw I. Timmermans, Katwijk aan Zee;<br />
mejuffrouw W, Sanders, Eist;<br />
den heer J. Burggraaf, Rotterdam;<br />
den heer A, Bos, Wormerveer;<br />
den heer G, H. Peerbolte, Rotterdam;<br />
den heer F, C. Thomson, 's-Gravenhage,<br />
Daar wij niet voldoende goede oplossingen<br />
van de Filmpuzzle hebben ontvangen, konden<br />
wij niet alle prijzen toekennen. Een volgend<br />
maal zullen wij ze weer beschikbaar stellen.<br />
ONZE PRIJZEN.<br />
Voor goede oplossingen van iedere<br />
puzzle, stellen wij een prijs van<br />
ƒ2.50 benevens vier troostprijzen<br />
beschikbaar. In totaal dus deze week<br />
7 prijzen van ƒ2.50 elk,<br />
22 troostprijzen en<br />
10 filmfoto's.<br />
DE OPLOSSINGEN<br />
op de in dit nummer voorkomende<br />
puzzles, enzoovoort, gelieve men<br />
vóór 4 Juni 1941 in te zenden aan<br />
Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden.<br />
Op enveloppe of briefkaart vermelde<br />
men duidelijk:<br />
Oplossingen Zoek en Vind<br />
4 Juni 1941
DE ROLFILM IN H<strong>ET</strong> BEKENDE<br />
FRISSCHE ORANJE DOOSJE.<br />
Vervoli van : De roman van Thomas Holk<br />
-vS<br />
den heer met den zwarten domino, die waarschijnlyk de werkgever<br />
van den Chiromant was. De dame zou arglistig door de concur-<br />
rentie gehuurd zjjn, brulde de heer spinnydig door zyn spreek-<br />
trompet, die van groen geverfd bordpapier was gemaakt.<br />
Midden in het gewoel troffen zy elkaar, ademloos. De symphonie<br />
van het lawaai streek ongestoord over hen heen. Ze gaven elkander<br />
hartelyk de hand. ■. ,.<br />
Als een stout kind, dat op een verdiend standje wacht, liep zy<br />
naast hem, alsof zy zich uit de menigte had losgemaakt. Hy raasde<br />
niet meer. ... j-<br />
„Zou het niet veel mooier zyn, als ik je, in plaats van dien<br />
brutalen profeet, iets van je toekomst vertelde, Knsta?<br />
„Alsof je dat zou kunnen "<br />
De tent, waaruit heerlijke geuren van gebraden, kippetjes op-<br />
stegen, vormde een verleiding, waaraan zy geen weerstand konden<br />
bieden. Op ruwe houten banken, vóór tafeltjes van geschaafde<br />
iepen planken en in de helle vreugde van een boerenmuziekkapel,<br />
zaten de scharen hongerigen, die zich aan knappende broodjes te<br />
goed deden, benevens aan het krachtige bier, dat in aarden kannen<br />
voor hen stond. Ook Barbara en Bastl, de cavalenst, zaten er,<br />
en vooral de opgewekte soldaat sloeg tot Barbara's vreugde heel<br />
wat'naar binnen, „ . . •. » „„<br />
Krista en Holk gingen by hen zitten. „Dat is myn broer, en<br />
Barbara kende hy reeds van de bron. De ongekunstelde eenvoud<br />
van deze menschen, het pleizier dat zy in hun kleine vreugden<br />
hadden, werkte aanstekelijk op Holk en deed hem besluiten zich<br />
precies zoo te gedragen.<br />
„Twee kippetjes en twee bier!"<br />
Ze aten en dronken en het halve uur dat zy-met Barbara en<br />
Bastl samen waren, verliep onder genoeglyk eten en drinken en<br />
aangenamen kout. Gedurende een oogenblik s echts viel er een<br />
lichte schaduw op het gesprek, toen Bastl vertelde, dat hy weldra<br />
uit dienst zou komen. „Dan moet ik in betrekking gaan als paarden-<br />
knecht by dien schurk, ik, een huzaar en boerenzoon, om het<br />
aeld, dat mijn vader hem verschuldigd is, aan te werken!<br />
Zonder er by te denken, zei Krista, toen zü weer buiten, temidden<br />
van het lawaai en de tenten stonden: „Alsof u dat zou kunnen<br />
Holk wist eerst niet, wat zy bedoelde. ,. , .<br />
„Alsof u dat zoudt kunnen.... iets van mijn toekomst ver-<br />
16 O*'ia. zeker^dat "kém ik," en hij sloeg een züpaadje tusschen de<br />
tenten in, waar het minder druk en minder roezemoezig was, maar<br />
waar hy toch weer niet kon overgaan tot de door Kristtf zoo-<br />
zeer verlangde voorspelling, want uit een zeer klein tentje riep<br />
er een spraakzame vrouw, die met behulp van een eenvoudig<br />
blikken instrumentje allerlei vormen uit koekdeeg sneed dat op<br />
de toonbank lag: „Dank den hemel, jonge vrouw, dat deze u tot<br />
my en myn universeelé koekenuitsteekvormen heeft gevoerd! Hoe<br />
heet u, Jonge vrouw?"<br />
„Krista!"<br />
„Ook myn moeder heette Krista, en u ziet dus, hoe het raads-<br />
besluit van het toeval ons tot elkaar heeft gebracht! Uw heer<br />
gemaal is een rare klant, zeg ik u. Dat zijn ze allemaal, de beeren<br />
der schepping!"<br />
„Nou, moedertje! Waarom ben je zoo boos?" mompelde de rare<br />
klant.<br />
„Maar hoe houdt men zoo'n heer gemaal? Door mijn gepaten-<br />
teerde universeelé koekenuitsteekvormen, beste mevrouw Ttrista."<br />
En toen hing zy een monumentaal verhaal op van die vormen.<br />
„Ook uw lieve kindertjes zullen genoegen beleven van myn appa-<br />
raat, en op die manier is dus het familieleven gered! Een Mark<br />
per stuk, mit is maar een beetje geld, in de' verhouding tot de kosten<br />
van een echtscheiding! Het is geen geld voor zoo'n neer gemaal!"<br />
Krista stak het blikken ding, dat zy met groote oogen van be-<br />
wondering bekeek, in haar zak. Wat die vrouw daar echter alle-<br />
maal had staan praten, neen maar.... Ze dacht aan den heer<br />
gemaal en aan de kindertjes, neen maar....<br />
„Zie je, Krista, dat was nu misschien een beetje uit de toekomst<br />
verklapt, wat die vrouw daar allemaal vertelde!" Hy nam haar<br />
hand. De paardenhandelaar ging voorby. Hy was eenigszins be-<br />
schonken.<br />
Holk en Krista vermaakten zich in een caroussel, welks schuin<br />
liggend grondvlak op zyn vergenoegde baan door een tunnel ging,<br />
die by de jongelui wegens zyn aparte gelegenheid om te kussen<br />
zeer in den smaak vief. Aan een schiettent schoot Krista midden<br />
in een groep bewegende figuren, die by een treffer een vrooiyk<br />
deuntje begonnen te spelen. Ze trof precies, en het speelwerk<br />
beloonde haar met een ratelend wysje. Bovendien kreeg zy, want<br />
haar schot was een meesterschot, als prys een groeten teddybeer,<br />
dien zy stevig tegen zich aandrukte.<br />
Overal heerschte leutigheid en pret. De hemel glansde prachtig<br />
blauw. Er stond maar net genoeg wind om de duizenden vaantjes<br />
en vlaggetjes en guirlanden lustig te doen fladderen 1<br />
In de tent waar men gebraden kippetjes at, kwam de paarden-<br />
handelaar binnen en zette zich, ofschoon er overal nog genoec<br />
E laats was, aan het tafeltje waaraan Barbara en Bastl zaten. Bastl<br />
estelde nog een groot glas bier, het vyfde, want waarom zou hy<br />
onderdoen of weggaan voor dien dronken schobbejak? Spoedig<br />
kwam ook mynheer Oehrle nog binnen, de burgemeeser. Dat was<br />
een keurige, rechtschapen man.<br />
Krista en Holk hadden intusschen in een fotografisch atelier<br />
in den gondel van een ballon gezeten, die zeer avontuurlyk op den<br />
achtergrond van linnen was geschilderd. Ze bekeken nu de<br />
foto'tjes en vonden ze aardig en goedkoop voor zoo'n tocht in de<br />
romantisch boven elkaar gestapelde wolkenbergen.<br />
Ze zochten, als hadden zy genoeg van het tumult van kramen<br />
en menschen, de verte van het groote plein, liepen langs «een land-<br />
weg, die over de levensmoede bedding van een beek leidde, en<br />
kwamen midden in het dorp aan een café, dat eerst des avonds<br />
veel klandizie zou lokken wanneer er om pryzen gedanst zou<br />
worden! ,.,■,.<br />
In een eenvoudig gemaakte nis, zooals de handige eifjenaar er<br />
ter bevordering van de intieme sfeer wel een stuk of tien langs<br />
de wanden van het kleine zaaltje had laten aanbrengen, vonden<br />
zy voor zich alleen een plaats. Holk bestelde een flesch rooden<br />
wyn. Ze zetten zich naast elkaar. Voor hen, hangend aan de<br />
zoldering, bengelde een lampion van rood papier. Krista begon<br />
Holks bloem in orde te brengen, die in het gedrang wel iets<br />
geleden had.<br />
De kellnerin bracht den wyn,<br />
„Maar ü moet zorgen, dat ik niet te veel drink!" zei Krista.<br />
De glazen klonken teeder tegen elkaar, als waren zy bang, zich<br />
te laten hooren. , ...,,.,, . u»i<br />
Ze keek Ijêm aan. Holk wist precies, dat uit dit heldere gezichtje<br />
zyn levenslot sprak. , ,. , ,<br />
Van heel uit de verte drongen dè verwarde klanken der kermis-<br />
vreugde tot hen door. .,<br />
De eigenaar kwam en informeerde deemoedig naar hun w«lzyn.<br />
• Helaas zou het hier vanavond pas gezellig worden. Hy stak echter<br />
nü reeds tot verhooging der feestvreugde van het paartje, een<br />
kaars aan in de roode lampion.<br />
„Bastl wil écht met Barbara trouwen! Ze is niet knap, maar<br />
ze is wel erg aardig!" x , » , j ui ^„„A<br />
Holk vertelde Krista dat in een beroemd tooneelstuk de bloeiend<br />
1 schoone Titania een dwazen ezelskop streelde en liefkoosde, zoodat<br />
de warfe liefde eigenlyk maar zeer weinig van de schoonheid<br />
afhankeiyk was. Dat begreep zy niet heelemaal. Een dwazen ezels-<br />
kop verliefd streelen, neen, daar kon ze alleen maar luid om<br />
I lachen, om zooiets. . u„„.„i.<br />
Neen, dan hield zy toch maar meer van mynheer Holk, heusch<br />
' waar, en ze legde, wat opgewonden door den rooden wyn, haar<br />
, hand op zyn schouder. w » —<br />
1 Het teedere gebaar, geboren uit de genegenheid en het ver-<br />
trouwen, die er sinds twee weken tusschen len heerschte, bond<br />
■<br />
>! , - ■<br />
■<br />
hen beiden nog vaster tezamen.<br />
De glazen klonken licht en helder<br />
tegen elkaar.<br />
. ;\ De schemering viel in' het ver-<br />
. trek. De roode wyn fonkelde in de<br />
glazen. De teddybeer sluimerde in<br />
en hoek naast Krista.<br />
In de gelagkamer begon het<br />
drukker te worden. Er waren stel-<br />
lig nieuwe gasten en bezoekers ge-<br />
komen.<br />
Alsof zy bang was voor vreemde<br />
menschen, voor alles wat in dit<br />
oogenblik niet alleen hém en haar<br />
gemeenzaam toebehoorde, vlyde<br />
Krista zich tegen hem aan. Hy<br />
legde zyn arm om haar hoofdje,<br />
trok het heel dicht naar zich toe<br />
en kuste haar.<br />
De lampion van rood papier,<br />
waarin de kaars fonkelde, bengelde<br />
vergenoegd boven het tafeltje.<br />
In de gelagkamer ging het steeds<br />
vrooiyker toe. Bastl en Oehrle ston-<br />
den in de deuropening. Hun starre,<br />
onbeleefde, bijna vijandige houding<br />
maakte plaats voor een zekere ver-<br />
" legenheid. toen zy het paartje zagen,<br />
vertrouwd naast elkaar zittend. In<br />
de gelagkamer lachte lallend de<br />
paardenhandelaar.<br />
Holk keek verbaasd naar de<br />
beide onhandige mannen. „Heeren,"<br />
lachte hy, „waarmee kunnen wy u<br />
van dienst zyn?"<br />
Oehrle trad naar voren, wat ver-<br />
legen en schuchter, maar toch in<br />
ieder geval met de passen van een<br />
man, die iets gewichtigs mee<br />
bracht. Bastl aarzelde. Hy bleef bij<br />
de deur staan.<br />
„Neemt u me niet kwalyk, maar<br />
de paardenhandelaar heeft ons iets<br />
verteld, wat wy als mensch en als<br />
gemeente niet voor juist houden,<br />
voor heel laag en gemeen zelfs," zei<br />
de burgemeester. „Dat namelyk<br />
deze heer hier, de kurgast, den<br />
paardenhandelaar een brief heeft<br />
geschreven, dat hy direct wilde<br />
weten hoe groot de schuld was, op-<br />
dat hy ze voor den boer betalen<br />
kon. En waarom? Omdat mynheer<br />
de kurgast, zegt de paardenhande-<br />
laar, ongestoord met Krista "<br />
Holk sprong overeind, souverein.<br />
Met veel minder zekerheid ver-<br />
volgde mynheer. Oehrle: „Wy na-<br />
melyk, als mensch en als ge-<br />
meente "<br />
Bastl bewoog by de deur; hy<br />
richtte zich iets op: „En ik als-<br />
broer "<br />
Holk was nu heel rustig, hy wees<br />
hoffelijk met zyn hand naar de<br />
leege plaatsen aan zyn tafeltje:<br />
„Gaat u toch zitten, beeren, deze<br />
kwestie interesseert ook myn....<br />
verloofde.,.."<br />
Verloofde!<br />
Over het gezicht van den burge-<br />
meester en van Bastl vloog een trek<br />
van pijnlijke verlegenheid.<br />
„Jawel, beeren, ik heb den<br />
E aardenhandelaar geschreven. Ik<br />
etaal namelyk de schuld. De man<br />
is een lomperd, een vlegel."<br />
„Inderdaad, heel juist," zei myn-<br />
heer Oehrle, byna onvrywillig, dus<br />
uit overtuiging.<br />
De merkwaardige situatie orden-<br />
de zich, toen Krista van tafel op-<br />
stond, langs Holk en Oehrle heen<br />
liep en haar broer Bastl een flinke<br />
oorvyg gaf, die deze als een soort<br />
kwitantie'in ontvangst nam: „Ken<br />
jÜ je eigen zuster niet? vroeg ze<br />
Toen was alles plotseling duideiyk. Al deed de paardenhandelaar,<br />
gemeen lachend, ook nóg zoo gewichtig, eenige minuten later<br />
hadden Basils vuisten hem reeds het lachen doen vergaan.<br />
Spoedig kwam ook Barbara en noemde haar beminden schat<br />
een os en een reuze sufferd. '^<br />
^rVet ci qekci aemint<br />
VAN EEI\ GOEDE TAINDVERZORGIING<br />
bestaat niet alleen uit het zorgvuldig en regel-<br />
matig borstelen van het geheele gebit. Zelfs<br />
als Uw tanden er helder wit uitzien, kunnen<br />
zij nog aangetast zijn door tandsteen. Tand-<br />
steen is veel gevaarlijker dan velen denken<br />
In vele gevallen is het de oorzaak van het<br />
losraken der tanden, die ten slotte uitvallen<br />
Alleen de regelmatige, mechanische verwijde<br />
ring van het tandsteen was tot voor korten<br />
tijd mogelijk. Tegenwoordig is het echter vrij<br />
wat gemakkelijker, een schitterend wit en<br />
een gezonj gebit te bezitten: Er is een nieuw<br />
Nederlandsch tandpasta, dat tandsteen met<br />
succes tegengaat: Solidox-tandpasta. Het is het<br />
eenige Nederlandsche tandpasta, dat Sulforiciu-<br />
olcaot bevat (Ned. Octr. 19178). Wetenschappe-<br />
lijke onderzotkingen hebben aangetoond, dat<br />
Sulforicinoleaat het aangewezen middel is voor<br />
de bestrijding von tandsteen. Begin daarom nog<br />
heden Uw gebit te verzorgen met Solidox.<br />
Gebruik Solidox-tandpasta tweemaal per dag<br />
en ga tweemaal per jaar naar Uw tandarts.<br />
SOLIDOX<br />
tegen tandsteen<br />
■ ■ ^...„^^^^enM-^t-aOe^O<br />
Dr. H. NANNING'i<br />
KINADRUPPELS<br />
Het aangewezen middel bijt<br />
BLOEDARMOEDE . BLEEKZUCHT<br />
MALARIA - GEBREK AAN E<strong>ET</strong>LUST, enz,<br />
Men lette op den naam ..©r. ƒƒ. ^Canning" bulten op<br />
dooi en op de flacon. * Prijs f 1.30.<br />
Krista en Holk gingen reeds weg toen de schemering nog bezig<br />
was haar teere stemmingen te weven, om het geluk van den avond<br />
voor te bereiden.'<br />
Een dansend sterretje groette als heraut van den nacht dit geluk,<br />
en de gelukkigen wandelden het dal binnen. (Wordt vervolgd)
j \..<br />
' ■■ ■ - ■ ' ^, ■ , - - '