ET WEEKBLAD™,^
ET WEEKBLAD™,^
ET WEEKBLAD™,^
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
| n e « n d « r «talages van het mode-magazijn<br />
„De Gouden Korf" stond een bontmantel. Hei<br />
moest een uniek exemplaar zijn, want geen<br />
vrouw passeerde de etalage of ze bleef staan<br />
en tuurde naar den „Persianer".<br />
Maar ook de aandacht van de beeren der<br />
schepping werd er vaak door getrokken, en men<br />
kan wel zeggen, dat de mantel reeds lang ver-<br />
kocht zou zijn geweest, Indien „De Gouden<br />
Korf er niet zooveel voor had gevraagd. Maar<br />
ja. .. alle waar is naar zijn geld, zegt men wel<br />
eens, en ook het omgekeerde is waarl<br />
Toch verscheen er op een- ochtend een ele-<br />
gant gekleede, blonde Jongeman In den winkel,<br />
die den bontmantel verlangde te zien. De chef<br />
hielp hem persoonlijk. .Terwijl deze den mantel<br />
uit de etalage haalde, gebeurde er echter iets<br />
bijzonders.<br />
Er verscheen opeens een andere. Iets oudere<br />
en zéér dikke heer voor de glimmende spiegel-<br />
rult, die tegen het raam tikte en, toen de chef<br />
verbaasd opkeek, riep; „Hé, dien bontmantel<br />
wil ik hebbenl"<br />
De chef dacht natuurlijk met een grappenma-<br />
ker te doen te hebben. - Hébben... Iedereen<br />
wilde dien mantel natuurlijk wel hebben. Maar<br />
köópen; dat was Iets anders... Als ulterlijk-<br />
deftig man, waagde hij het echter niet uit den<br />
toon te vallen, en daarom bleef hij ernstig en<br />
zei, zoo luid dat de heer buiten het hooren<br />
kon: „Een cliënt wenscht den mantel te zien,<br />
mijnheerl"<br />
„Zien mag hij hem," riep de dikke jonge-<br />
man terug, „dat kan me niet schelen, maar hem<br />
kóópen, dat zal ik alleen doen."<br />
»We hebben een groote sorteering in bont-<br />
mantels," nep de chef terug, „er zal dus ook<br />
wel Iets van uw gading bij zijn."<br />
„Ik heb uw sorteering niet noodigl Ik heb<br />
dézen mantel noodig,"<br />
De chef begreep, dat de conversatie op die<br />
manier niet was voort te zetten; bovendien vond<br />
hij dien dikkerd nogal eigengereid. Daarom haal-<br />
de hij • zijn schouders op en verdween met den<br />
bontmantel, dien hij nu van de wassen pop ge-<br />
peld had, In den winkel, waar onmiddellijk na<br />
hem ook de ander verscheen. Deze posteerde<br />
zich vlak voor het jongmensch, dat den mantel<br />
wilde zien, en keek hem met vijandige blik-<br />
ken aan.<br />
„Zoo. - U bent dus de heer, die dezen<br />
bontmantel wil koopen?" vroeg hij, naar de<br />
NTM<br />
VRIJ NAAR H<strong>ET</strong> DEENSCH<br />
Persianer jas wijzend, die over den arm van<br />
den chef hing.<br />
„Jawel," antwoordde het slanke jongmensch,<br />
en hij keek den heer, die misschien een paar<br />
Jaar ouder was dan hij, maar zéér uit de hoogte<br />
optrad, verbaasd aan. „Ik hoop, dat u er niets<br />
op tegen zult hebben," voegde hij er dan iro-<br />
nisch aan toe.<br />
„Ik heb er zooveel op togen," was het ant-<br />
woord, „dal ik dien mantel koopen wil - en<br />
koopen zal."<br />
„Dat zullen we eens zien," zei de ander ge-<br />
pikeerd. „Wie was er eerder?" zoo wendde hij<br />
zich tot den chef om een beslissing.<br />
„Eigenlijk... strikt genomen... hebt ü het<br />
eerst naar den mantel gevraagd," antwoordde<br />
de aangesprokene, die echter niet .graag als<br />
scheidsrechter wilde optreden tusschen twee<br />
klanten, en waarschijnlijk twee goede klanten,<br />
te oordeelen naar het bedrag dat zij konden<br />
uitgeven.<br />
„Dan heb ik ook de voorkeur," was het<br />
trlomfeerende antwoord.<br />
„Onzin," viel de dikke jongeman uit „AJs<br />
ik niet door mijn zaken was opgehouden, zou<br />
ik al een uur eerder hier geweest zijnl"<br />
„Heeren," zoo kwam nu de chef tusschenbei-<br />
den, „laat Ik u een voorstel mogen doen. Nog<br />
vandaag zal ik in mijn ateliers precies zoo'n<br />
zelfden bontmantel laten maken. Die is dan<br />
morgenavond gereed. Een van uw beiden be-<br />
hoeft dus slechts één dag geduld te hebbenl"<br />
„Ik kan echter tot mijn spijt géén geduld heb-<br />
ben," beweerde het elegante Jongmensch ener-<br />
giek. „Ik moet den mantel vandaag nog be-<br />
zorgd hebbenl"<br />
„En ik moet hem óók beslist vandaag bezorgd<br />
hebben," zei de ander. „Morgen is te laat<br />
voor mij."<br />
„Ik heb den mantel noodig als verjaarsge-<br />
schenk voor een dame," verklaarde de elegante<br />
Jongeman.<br />
„Ik ook."<br />
„Koopt u dan 'n anderen bontmantel," stelde<br />
de slanke aan den dikke voor. „Mijn... eh...<br />
verloofde heeft speciaal dezen mantel uitge-<br />
zocht. Ik kan met geen anderen bij haar aan-<br />
komen."<br />
„Ik bij... eh... mijn verloofde ook niet"<br />
Het ging den ander nu vervelen. Hij liet zijn<br />
mededinger naar den bontmantel eenvoudig<br />
staan, en wendde zich tot den chef. „Laten wij<br />
er een eind aan maken," zei hij. „Ik was het<br />
KERMIS! De filmsterren Charlott Daudert en Hilde Krüger amuseeren zich best<br />
(/oto Tobis)<br />
eerst, zooals u zelf zei, en Ik koop dus den<br />
mantel. Afgeloopen. Als ik goed heb gehoord<br />
van Wiesie... eh van mijn verloofde, kost<br />
hij drieduizend gulden?"<br />
„Wiésje?" herhaalde de dikke, groote oogen<br />
opzettend. „Wiesje, zei u? Zei u Wiésje?"<br />
„Ja, dat zei ik," antwoordde de ander driftig.<br />
„Wilt u nu nog soms beweren, dat... eh ...<br />
uw verloofde óók Wiesje heet?"<br />
„Ja, dat wil ik zékerl" zei de dikkerd met<br />
nog grootere oogen. „En ik kan er niets aan<br />
veranderen. Ze heet inderdaad Wiesje."<br />
De Jongeman verbleekte lichtelijk.<br />
„Misschien zelfs wel Wiesje Bisschop?" vroeg<br />
hij flauwtjes.<br />
„Juist Wiesje Bisschopl En ze woont.."<br />
„ ... Parkstraat 55," vulde het slanke jong-<br />
mensch aan, op een stoel neervallend.<br />
De dikkerd knikte somber, en liet zich even-<br />
eens op een stoel,) die achter hem stond, neer-<br />
vallen.<br />
Zwijgend staarden ze elkaar eenige oogen-<br />
blikken aan. Het was de dikkere heer, die het<br />
eerst zijn zellbeheersching weer terugkreeg.<br />
„Dan is uw Wiesje naar alle waarschijnlijkheid,<br />
of neen, wel zeker..<br />
„Uw Wiesje..." vulde de ander verslagen<br />
aan.<br />
De dikkerd knikte weer. Toen stond hij op en<br />
reikte zijn^ rivaal de hand. ,;Laten we het toe-<br />
val zegenen, dat ons tegelijkertijd hier gebracht<br />
heeft" zei hij. „We weten nu allebei wie<br />
Wiesje is. Om den mantel In ieder geval te<br />
krijgen, heeft ze hem bij ons allebei besteld.<br />
Maar Ik kén haar nu... Voor mij heeft ze af-<br />
gedaan. En ik zou mijn hand voor haar in het<br />
vuur hebben gestoken..." besloot hij zuchtend.<br />
„Wees dan maar blij, dat u hét niet gedaan<br />
hebt, anders had u nu nog maar één hand<br />
gehad."<br />
De dikkerd lachte. Wel niet van harte, maar<br />
het was het eenige wat hij kon doen. De chef<br />
was door den gang van het gesprek wat be-<br />
ducht geworden. „En beeren," zei hij, „hoe<br />
moet het nu met dien mantel? Wie... ?"<br />
„Ik geloof," antwoordde het slanke jong-<br />
mensch, „dat u reeds wel gemerkt zult hebben,<br />
dat onze behoefte aan bontmantels op het<br />
oogenbllk sterk Is afgenomen. Ik althans moet<br />
hem niet meer hebben. Goedendag I"<br />
En gevolgd door den dikkerd, die had ge-<br />
zegd: „En ik ook nietl Goedendag," verliet hij<br />
den winkel. Op straat namen de belde lotge-<br />
nooten hartelijk afscheid.<br />
„Dat zal haar straf zijn," zei de dikkerd, ter-<br />
wijl zij elkaar de hand schudden, „dat zij met<br />
één slag niet alleen haar beide aanbidders ver-<br />
liest, maar tevens den bontmantel. Ze had mij<br />
nog wel niet definitief aangenomen, maar Ik<br />
mocht toch, geloof ik, goede hoop hebbenl En,<br />
eerlijk gezegd, wist ze ook niet, dat ik dien<br />
mantel voor haar ging koopen. . ."<br />
„Mij had ze ook nog niet definitief geaccep-<br />
teerd," zei de slanke Jongeman, „en ook Ik had<br />
haar niet gezegd, dat ik haar dien mantel ca-<br />
deau wilde doen. Ik wist alleen, dat ze hem<br />
graag wilde hebben, en ik dacht dat het mis-<br />
schien eenig gewicht in de schaal kon leggen<br />
als ik..." Hij zuchtte, en zweeg.<br />
De dikkerd knikte.<br />
Daarna gingen ze ieder huns weegs.<br />
Vijf minuten later stond de dikkerd weer voor<br />
den chef.<br />
„Wilt u den bontmantel maar laten bezor-<br />
gen?" vroeg hij, zijn portefeuille uit zijn zak<br />
halend. „Het adres Is..."<br />
„Parkstraat 55," zei de chef, opgelucht om-<br />
dat de kostbare Persianer er toch nog uit ging.<br />
„Weineen," zei de dikkerd lachend. „Ik ken<br />
die Wiesje Bisschop niet eens. Het was maar<br />
een trucje van mij. U moet dien mantel laten<br />
bezorgen bij mijn... vrouw. Mevrouw Van<br />
Swieten, Llnoleumstraat 67..."<br />
mma^^^^^^^ ^__ '^,: