Nederlandschen Journalisten-Kring
Nederlandschen Journalisten-Kring
Nederlandschen Journalisten-Kring
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Ni 281 16 October 1919<br />
DE JOURNALIST<br />
Orgaan van den<br />
<strong>Nederlandschen</strong> <strong>Journalisten</strong>-<strong>Kring</strong><br />
Redaeteur: D. HANS<br />
Laan van Nieuw Oost-Indië 156, 's-Gravenhage<br />
INHOUD. De Oogst. — Salaris-boek. — Offlciëele Mededeelingen:<br />
Bestuursvergadering; De salaris-regeling; Ledenlyst. —<br />
Binnenland: De leege schatkist; Martin van Haalt e; Uit de<br />
Katholieke journalistiek; Verkeerde begrippen; Salaris-verhooging;<br />
Een monopolie van het Correspondentiebureau. —<br />
Buitenland: E. W. de Jong. — Personalia en Berichten. —<br />
Advertentie.<br />
DE OOGST.<br />
Over de geheele wereld is onder de geestelijke arbeiders<br />
een streven merkbaar, om zich stoffelijk een beter bestaan<br />
te verschaffen.<br />
Wij lazen van landen, waar geestelijke arbeiders van allerlei<br />
aard zich federatief hebben vereenigd. Zelfs de dragers van<br />
een zoo bij uitstek geestelijk ambt als dat van den predikant<br />
verzamelen zich in een vakvereeniging en stellen materieele<br />
eischen.<br />
Ook in ons land.<br />
Jaren en jaren lang zijn de geestelijke werkers — laten<br />
we het woord maar gebruiken — verdrukt. In schoolboekjes<br />
vindt men klassieke voorbeelden: van VONDEL en de Bank<br />
van Leening en van REMBRANDT die geen roode duit bezat.<br />
Zóó ging het met de genieën, zoo ging het met de talenten,<br />
zoo ging het — de enkele uitzonderingen daargelaten — met<br />
den geestelijken werker in het algemeen. En hij heeft het<br />
verdragen. Hij voelde zich onbekwaam om zich te organiseeren<br />
en had hij niet het werk zelf'! Dat was zijn voldoening,<br />
dat was zijn geestelijk loon. Totdat de oorlog de geesten<br />
hervormde. Zoo hervormde, dat we hier eigenlijk van iets<br />
revolutionairs mogen spreken. Want nu voelde de geestelijke<br />
werker, dat hij niet meer mocht en kon teren op des geestes<br />
loon. Hij was al achterop, economisch, toen de oorlog uitbrak.<br />
Als hij zich niet verdedigde, als hij niet aanvallen ging,<br />
zou hij door het naar vooruitgang en verbetering worstelende<br />
volk heelemaal in de achterste rij worden geduwd. Dat mocht<br />
niet. Zijn oogen gingen open. Hij zette zich schrap en ging<br />
mee-duwen en mee-worstelen. Hij begon te strijden.<br />
De golfslag van deze beweging werd ook in Nederland<br />
merkbaar. De journalisten namen de leiding. De dominee's<br />
(dezer dagen lazen wij, dat er nog zeer vele Hervormde<br />
predikanten zijn, die minder dan f 1200 verdienen) volgden,<br />
met een vak-orgaan en een economisch program. De tooneelspelers<br />
beginnen ook krachtig te strijden. De letterkundigen<br />
blijven niet achter: zoo juist is ten huize van WILLEM KLOOS,<br />
levend en sprekend voorbeeld van onrecht den geestelijken<br />
arbeid aangedaan, een Haagsche vereeniging van letterkundigen<br />
opgericht, die ten doel heeft maatschappelijke actie te<br />
gaan voeren. Aan allen kant breekt nu de beweging der intellectueelen,<br />
der geestelijke werkers door, die óok een ruimer<br />
deel van de vreugden des levens willen hebben.<br />
Dit blad verschijnt den eersten en derden<br />
Donderdag van iedere maand.<br />
De eersten, die het tot een concreet resultaat hebben<br />
gebracht, zijn wij. Laat de waarheid hiervan ons doordringen.<br />
Want zij is een vreugde op zich-zelf. Daar is geen andere<br />
vrije groep geestelijke werkers, noch de letterkundigen noch<br />
de predikanten noch de tooneelspelers, die van hun werkgevers<br />
hebben weten te krijgen: een vaste regeling, als basis<br />
en als minimum.<br />
Daarom is het resultaat van de tot dusver gevoerde actie:<br />
een overwinning.<br />
* *<br />
Nu wij gekomen zijn aan een tweesprong van den weg<br />
onzer economische actie, willen wij over-schouwen wat wij<br />
tot heden hebben bereikt.<br />
Wij hebben in de eerste plaats bereikt: de loyale, principieele<br />
erkenning van ons goed recht. De circulaire van 17<br />
Januari 1919, door de vertegenwoordigers der directeuren<br />
uitgevaardigd, zal een belangrijk moment in onze actie blijven.<br />
Zij bevat de eerlijke erkenning, dat wij reeds vóór den oorlog<br />
te laag werden betaald. De reactie, op deze circulaire in de<br />
directeuren-vereeniging gevolgd, is volkomen verklaarbaar.<br />
Men heeft het daar zijn vertegenwoordigers in de commissie<br />
zéér kwalijk genomen, dat zij zulke dingen hebben gezegd.<br />
Want men voelde: na deze principieele erkenning moest de<br />
practische volgen in den vorm van salaris-verbetering. En<br />
het is een gewoon verschijnsel, dat werkgevers daartegen<br />
vechten, zoolang zij kunnen.<br />
Wij hebben vervolgens bereikt de invoering van de tijdelijke<br />
regeling: f 600 voor de eerste f 1000, verder f 300 voor de<br />
tweede f 1000 en eindelijk f 150 voor de derde f 1000.<br />
Maximaal een salarisverhooging van f1050. Wat deze regeling<br />
voor velen heeft beteekend, dat vertellen ons tal van brieven<br />
die wij hebben ontvangen. Brieven soms ontroerend van<br />
dankbaarheid. Toen pas hebben wij goed den nood in vele<br />
journalisten-gezinnen gepeild. Toen pas hebben wij goed<br />
begrepen, hoe slecht het met velen was gesteld. Wij aarzelen<br />
niet te verklaren, dat deze regeling voor tal van journalisten<br />
een geluk is geweest. Wil dit zeggen, dat daarom de direcrecteuren<br />
genoeg deden? Neen, het bewees alleen hoe veel<br />
zij tot dusver te weinig hadden gedaan.<br />
Wij hebben verder bereikt de aanneming van het salarisvoorstel,<br />
de vaststelling van een minimum-schaal. Te laag.<br />
Toegegeven. Véél te laag. Best. Maar, afgezien van het groote<br />
principieele voordeel, toch ook: een stuk verbetering. Wij<br />
hebben op de Amsterdamsche vergadering cijfers genoemd<br />
en gevoelen geen vrijheid die alle in het openbaar te herhalen.<br />
Maar heelemaal zwijgen mogen wij toch niet, nu het voorstel<br />
door de directeuren is aangenomen. Daarom willen wij thans<br />
herhalen de algemeene conclusie, die wij uit tal van door<br />
ons meegedeelde voorbeelden hebben getrokken, dat bij<br />
invoering van de salaris-schaal vele journalisten zulleti voor-
184<br />
uitgaan met bedragen die wisselen tusschen f 100 en ƒ noo. ] )'<br />
Dit betreft alleen de minimum-salarissen. Telt men daarbij<br />
dan nog op de periodieke verboogingen, dan mogen wij<br />
resumeeren dat aan het eind van den opklimmingstijd die<br />
salarissen verhoogd zullen zijn met bedragen, wisselend tusschen<br />
f JOO en f 1H00.<br />
Zoo is de toestand.<br />
Die cijfers bewijzen tweeërlei. Ten eerste, hoe ellendig het<br />
tot dusver met onze salaris-positie gesteld was. En ten tweede,<br />
dat de .salaris-schaal een wezenlijke en belangrijke verbetering<br />
beteekent voor velen. Voor de beoordeeling van onze actie<br />
is dit laatste beslissend.<br />
Er is, bijvoorbeeld, een blad met 9 redacteuren, die bij<br />
invoering van. de schaal allen vooruitgaan met bedragen van<br />
f 150 tot f 900. Drie ervan krijgen f 900 opslag, 1 krijgt<br />
f 800, 2 krijgen er f 700, enz. Samen ontvangen ze met<br />
ingang van 1 October f 5750 per jaar meer. Aan het eind<br />
van den opklimmingstijd is dit bedrag gestegen tot f 10.850.<br />
Er is een ander blad, met 4 redacteuren, die vooruitgaan<br />
resp. f 600, f 800, f 800 en f 1000, samen f 3200. Aan<br />
het eind van den opklimmingstijd f 6100 per jaar. Derde<br />
voorbeeld: 8 redacteuren, zij profiteeren allen, gaan gezamenlijk<br />
f 3600 vooruit en aan het eind van den opklimmingstijd is<br />
dit bedrag gestegen tot f 9100 per jaar. Zoo zouden wij tal<br />
van voorbeelden kunnen noemen, de gegevens zijn in ons<br />
bezit. En ieder directeur weet van zich zelf natuurlijk deze<br />
dingen ook wel. Met die cijfers is echter volstrekt nog niet<br />
gezegd, dat de salarissen op peil zijn!<br />
*<br />
Ja — zegt men misschien — maar de groote bladen, hoe<br />
staat het daarmee?<br />
Collega's, vergist u niet! Er zijn groote bladen, die van de<br />
salaris-regeling ook profiteeren. Wij noemen het voorbeeld van<br />
een blad met 15 redacteuren, waarvan 5 journalisten direct<br />
van de salaris-verhooging zullen genieten, tot een bedrag<br />
van f 2290, maar waarvan alle 15 de periodieke verhoogingen<br />
zullen krijgen tot een bedrag van f 8935, zoodat aan het<br />
eind van den opklimmingstijd per jaar f 11.225 méér wordt<br />
gegeven.<br />
Maar men moet niet vergeten, en dit is de hoofdzaak,<br />
dat de groote bladen van o?ize salaris-actie sinds lang geprofiteerd<br />
hebben. Op tweeërlei manier. Eerst door de tijdelijke<br />
regeling. Maar ook, en bovenal, door salaris-verhoogingen<br />
die de directies buiten iedere regeling om hebben verleend.<br />
Terwijl de actie werd gevoerd, terwijl de onderhandelingen<br />
plaats hadden, heeft het redactie-personeel van de grootste<br />
bladen (N. R. Crt., Telegraaf, Handelsblad, Maasbode)<br />
salarisverhooging ontvangen, soms zelfs herhaaldelijk. Welnu,<br />
dit is een vrucht van de salaris-beweging Deze dingen staan<br />
maar niet op zich zelf, maar houden met onze actie direct<br />
verband. Wanneer die journalisten dus niet direct van de<br />
minimum-schaal profiteeren, dan komt dat wijl zij, dank zij<br />
de actie, reeds een eind boven die schaal uit zijn. Men kan<br />
niet verlangen, dat de schaal alle salarissen zou brengen op<br />
het peil van die der grootste bladen. Indien de schaal de<br />
lagere en de middelmatige salarissen een eind de hoogte<br />
inschuift, en dat doet zij, dan reeds heeft zij werk van groote<br />
en practische beteekenis gedaan. En dan worden zoodoende<br />
van zelf ook de hoogere salarissen nog meer in de hoogte<br />
gewerkt, dan het door onze actie reeds geschied is.<br />
Laat ons hier een gedeelte overschrijven uit een brief, dien<br />
wij van collega VOOGD, verhinderd ter Amsterdamsche vergadering<br />
te komen, ontvingen:<br />
,Dit is een gewichtige overwinning, omdat het vaststaat, dat door<br />
de invoering van deze schaal bij alle bladen als minimum, voor<br />
een groot aantal onzer collega's een niet onaanzienlijke tractementsverhooging<br />
in het vooruitzicht staat. Ongetwijfeld zullen er onder<br />
l ) Er zijn zelfs enkele voorbeelden van f 1200 en i' 1400, maar<br />
deze zijn zéér individueel.<br />
D E J O UP£N A L I S T<br />
ons zijn, die door toepassing der ontworpen schaal zoo op het<br />
oog den vooruitgang niet zullen kunnen afmeten naar een door<br />
hen ontvangen hooger salaris. Daargelaten echter, dat het mij<br />
verkeerd voorkomt om een bepaald voorstel te toetsen aan<br />
zuiver-egoïstische overwegingen, mag er toch als een belangrijk<br />
voordeel op gewezen worden, dat voor hen het minimum-salaris<br />
wordt gecodificieerd. Ieder werkgever weet thans, dat hij bij het<br />
zoeken naar een bepaalde kracht een vastgesteld minimum in<br />
uitzicht zal moeten stellen. Hieruit vloeit vanzelf voort, dat elk<br />
werkgever om iemand dien hij hebben wil te krijgen, boven dat<br />
minimum zal moeten gaan. Zonder dit zou er voor den betrokkene<br />
niet de minste reden voor verandering aanwezig zijn. Waarbij dan<br />
nog komt dat de andere werkgever om zijn beproefde kracht te<br />
houden, allicht weer boven het verkregen bod zal gaan. . . . Het<br />
spreekt vanzelf, dat op den duur de verhooging van de laagstbezoldigden<br />
haar invloed ook moet doen gelden op de tot dusver<br />
hoogere tractementen. Elke werkgever kan nu eenmaal niet aan<br />
den druk ontkomen om wanneer hij de naar zijn oordeel minder<br />
op hooge salarissen aanspraak hebbende redacteuren verhoogen<br />
moet, ook de salarissen der hooger bezoldigden aan een herziening<br />
te onderwerpen. Zoo gezien is de ontworpen salaris-schaal een<br />
aanwinst voor alle?i\<br />
In dit licht moet de schaal worden beschouwd. Zij is<br />
onvoldoende. Zij zal in de naaste toekomst gecorrigeerd<br />
moeten worden. De cijfers dienen te worden aangedikt, en<br />
wat nu de grootste bladen betalen dient ongeveer het standaard-loon<br />
te worden. Maar naast die erkenning, voegt deze<br />
andere: een stuk verbetering is zij. Direct voor velen, indirect<br />
voor allen.<br />
Ziehier het resultaat:<br />
Wij hebben door onze beweging het salaris-peil van den<br />
<strong>Nederlandschen</strong> journalist niet onbelangrijk verhoogd.<br />
Daarom is dit, vooral voor een groep geestelijke werkers,<br />
een overwinning.<br />
* *<br />
*<br />
Maar: er is een maar. Dat weten wij ook wel. De aangenomen<br />
schaal beteekent nog niet de ingevoerde. En hier<br />
raken we een belangrijk en moeilijk deel onzer taak.<br />
Aan het slot van het schrijven, waarin het Bestuur der<br />
directeuren-vereeniging de aanneming meedeelt, wordt er nog<br />
eens op gewezen dat dit besluit voor de leden geen bindende<br />
kracht bezit. Daarop heeft het <strong>Kring</strong>bestuur geantwoord:<br />
dat is juist in formelen, maar niet in moreelen zin.<br />
Hierop leggen wij den nadruk. En wij herhalen wat wij in<br />
ons vorig nummer schreven: een directeur die zich aan deze<br />
regeling onttrekt, plaatst zich buiten de zedelijke gemeenschap<br />
van het vak. Na moeizame voorbereiding is een voorstel<br />
ontworpen door een commissie van directeuren en journalisten<br />
en aangenomen door de algemeene vergaderingen der<br />
betrokken organisaties en een directeur die zich aan het<br />
besluit niet houdt, kan zich van onzen scherpen tegenstand<br />
verzekerd houden. Doch dit moeten wij nog even afwachten.<br />
Het heeft ons zeer teleurgesteld, dat slechts .28 directeuren<br />
(wij weten nog niet welke) aan het besluit hebben meegewerkt,<br />
maar in moreelen zijn zij allen, zonder uitzondering,<br />
gebonden. Een directeur, die krachtens de regeling het salaris<br />
van een journalist moet verhoogen met f 1400 (!), f 1000,<br />
f 900, f 800 enz. heeft niet het recht te zeggen: dat is te<br />
veel, dat gaat niet! Maar hij moet in stilte en met wroeging<br />
het feit erkennen, dat hij vele jaren veel te weinig heeft<br />
betaald.<br />
Met alle kracht en energie zullen de journalisten-organisaties<br />
de invoering van deze schaal moeten doorzetten.<br />
Wij zullen spoedig in dit blad een geregelde lijst openen<br />
van bladen die de regeling wel en die haar nog niet hebben<br />
ingevoerd. Daartoe roepen wij de medewerking in van de<br />
collega's. Wanneer hun blijkt, dat de regeling is ingevoerd,<br />
of niet is ingevoerd, of wanneer er thans reeds aan wordt<br />
voldaan, laten zij ons dan daarvan kennis geven. Het beste<br />
is, dat aan ieder blad steeds één journalist als salaris-correspondent<br />
optreedt, die ons van den stand van zaken op de<br />
I hoogte houdt.
Zoo zullen wij gezamenlijk krachtig moeten strijden voor<br />
de invoering van de salaris-schaal. Dat is onze taak voor de<br />
aller-naaste toekomst.<br />
In Januari 1920 zal door het <strong>Kring</strong>bestuur wederorn,een<br />
salaris-enquête, worden gehouden. Wij zullen<br />
dan vragen een opgave van het salaris zooals het<br />
was op 1 Augustus 1914, op 1 September 1919 en op<br />
1 Januari 1920. Zoodoende zien wij precies hoe de<br />
salarissen zijn en hoeveel zij gedurende deze jaren<br />
zijn toegenomen, en met die gegevens kunnen wij<br />
dan overwegen wat noodzakelijk is.<br />
Van dit oogenblik af tot Januari is dus ons aller taak:<br />
werken voor de invoering van de schaal. Daarom: houdt ons<br />
op de hoogte. Noemt ons de directies, die er niet of niet<br />
geheel aan voldoen. Wendt u tot uw directeur en vraagt zijn<br />
beslissing. Nu de regeling er is, moet met alle middelen<br />
waarover wij beschikken worden gewerkt voor de volledige<br />
invoering.<br />
Dat is onze taak.<br />
De oogst van onze actie, hoezeer wij hem rijker hadden<br />
gewenscht, want daarop hadden wij ten volle aanspraak,<br />
moet volledig worden binnengehaald. Eerst als het zoover is,<br />
kunnen wij gaan zaaien voor den nieuwen oogst. Wij willen<br />
en zullen veroveren datgene, waarop de geestelijke werker<br />
recht heeft.<br />
Officiëele Mededeelingen.<br />
Bestuursvergadering.<br />
Het <strong>Kring</strong>bestuur kwam Zaterdag n October, 's avonds,<br />
te 's-Gravenhage bijeen.<br />
Aanwezig de bestuursleden D. HANS, voorzitter, VAN DER<br />
HOUT, DE ROODE, VOOGD, BIEMOND en SCHOTTING en de<br />
gedelegeerden KOUWENAAR (Amsterdam), MEIJERINK (Haarlem)<br />
en VAN MEURS den Haag. Afwezig met kennisgeving mej.<br />
BUINING en de heeren CRAYÉ, NEYENESCH en WIJNBERG.<br />
Aan het begin der vergadering wenscht de heer BIEMOND<br />
de salaris-commissie en speciaal den voorzitter geluk met het<br />
succes, op de Amsterdamsche vergadering behaald.<br />
De voorzitter zegt hiervoor dank.<br />
De Voorzitter herinnert aan zijn opmerking, in de vergadering<br />
van 30 Augustus j.1. gemaakt, dat bij hem de vraag<br />
is gerezen of het niet wenschelijk is de geestelijke werkers<br />
in ons land federatief te vereenigen. Thans schijnt ook onder<br />
letterkundigen een beweging van dien aard aan het opkomen.<br />
Het zal gewenscht zijn deze zaak in het oog te houden,<br />
opdat de <strong>Journalisten</strong>-<strong>Kring</strong> hier desgewenscht leiding zal<br />
kunnen geven.<br />
De Voorzitter deelt verder mede, dat de Penningmeester<br />
hem zoo juist een schrijven ter hand heeft gesteld van het<br />
eere-lid mr. R. MACALESTER LOUP, die een gift van f 25.—<br />
zendt voor de Weerstandskas en toezegt deze gift ieder jaar<br />
te zullen herhalen. Spr. geeft de oprechte waardeering van<br />
het Bestuur te kennen voor dit nieuwe bewijs van belangstelling,<br />
dat de heer MACALESTER LOUP in den <strong>Kring</strong> stelt.<br />
In een schrijven aan het eere-lid zal de hartelijke dank<br />
van het Bestuur worden vertolkt.<br />
Candidaturen. — Eenige nieuwe leden worden aangenomen.<br />
(Zie hierachter.)<br />
Financieele toestand. — Daarna wordt uitvoerig gesproken<br />
over den- financieelen toestand van den <strong>Kring</strong>, die niet<br />
gunstig is. Volgens de raming van den Penningmeester zal<br />
er aan het eind van het jaar een tekort van ongeveer f 2000<br />
zijn. Hier tegenover staat de waarde van de twee laatste<br />
effecten (f 800 a f 1000). De salaris-actie heeft van den <strong>Kring</strong><br />
groote uitgaven gevorderd en de prijs van het Maandblad is,<br />
hoewel de redacteur zoo zuinig mogelijk is geweest, door de<br />
prijs-stijging in het drukkersbedrij f zeer toegenomen. Ook<br />
om andere redenen is 1919 een zeer duur jaar. Algemeen is<br />
men van meening, dat het jaar 1920 (wanneer de nieuwe<br />
contributie-regeling in werking treedt) met een schoone lei<br />
moet worden begonnen, zoodat het tekort dient te worden<br />
DE J O U R N A L I S T 185<br />
De salaris-hoek.<br />
Wij verzoeken den leden, ons alle berichten enz. over salariszaken<br />
geregeld te doen toekomen, opdat wij er hier in dezeti<br />
salaris-hoek (een vaste plaats, waar wij de berichten geregeld<br />
zullen opnemen) melding van kunnen maken. Hiero?ider ziet<br />
men, dat enkele redacties reeds in de salaris-hoek staan.<br />
Wie volgt?<br />
* *<br />
*<br />
— Men verzoekt ons mede te deelen, in aansluiting aan<br />
een vorig bericht, dat aan alle redacteuren van de N. R. Crt.<br />
(ook die buiten Rotterdam) salaris-verhooging is toegekend.<br />
— De directie van het Handelsblad heeft voor het redactiepersoneel<br />
de salarissen opnieuw verhoogd.<br />
— De redacteuren van De Standaard hebben een belangrijke<br />
salaris-verhooging ontvangen.<br />
Aan Het Vaderland is een redactie-vereeniging opgericht,<br />
die o. a. voor salaris-verbetering zal ijveren.<br />
ingehaald. Tevens geven verschillende leden als hun oordeel<br />
te kennen, dat, waar het tekort voor een groot deel door de<br />
salaris-actie is ontstaan, van de leden een extra-offer mag<br />
worden gevergd. In het tekort is tevens begrepen een bedrag<br />
van ongeveer f 400 voor het Gedenkboekje, waarvoor zeer<br />
vele leden nog f 1 verschuldigd zijn.<br />
Besloten wordt:<br />
ten eerste: aan het eind van het jaar de beide resteerende<br />
effecten te verkoopen;<br />
ten tweede: bij de leden die het bedrag van f 1 voor het<br />
Gedenkboekje vóór 1 November a.s. niet hebben voldaan,<br />
te disponeeren, en hun het bedrag der bijkomende onkosten<br />
in rekening te brengen;<br />
ten derde: aan de eerstvolgende Algemeene Vergadering<br />
voor te stellen, de rest van het tekort te dekken door een<br />
kleine verhooging der contributie over 1919.<br />
Salaris-actie. — Over de salaris-actie wordt langdurig<br />
gedebatteerd. Voor de resultaten zie men elders in dit nummer<br />
(Artikel „De salaris-regeling".)<br />
Economische actie. — De Voorzitter betoogt daarna de<br />
wenschelijkheid, om onverwijld voort te gaan met de verdere<br />
economische actie (pensioenverzekering; rechtspositie; collectief<br />
contract). Algemeen stemde men hiermee in.<br />
Besloten werd:<br />
De salaris-commissie zal worden gecontinueerd, om de verdere<br />
regeling der rechtspositie voor te bereiden. De heeren D. Hans,<br />
L. Schotting en D. W. Neye?iesch werden herbenoemd. Inplaats<br />
van den heer G. G. van As, die bedankt heeft, werd in de<br />
commissie benoemd de heer W. N. van der Hout. Aan de<br />
Katholieke Vereeniging zal worden voorgesteld, op denzelfden<br />
voet als in de salaris-actie ook verder samen te werken. De<br />
Economische Commissie zal een plan inzake de verdere actie<br />
tot regeling der rechtspositie ontwerpen. Dit plan zal aan den<br />
<strong>Kring</strong>-Raad worden voorgelegd, die er advies over zal<br />
uitbrengen.<br />
De Voorzitter spreekt een woord van hartelijken dank uit<br />
voor den heer VAN AS, voor zijn arbeid in de salaris-commissie<br />
verricht.<br />
De rest der agenda wordt aangehouden en de vergadering<br />
gesloten.<br />
De salaris-regeling.<br />
Onder dagteekening van 4 October werd volgend schrijven<br />
ontvangen:<br />
Aan het Bestuur van den<br />
Nederlandscken <strong>Journalisten</strong>-<strong>Kring</strong><br />
den Haag.<br />
Mijne Heeren.<br />
Bij deze heb ik de eer U mede te deelen, dat op de 2 October<br />
11. gehouden vergadering van de leden der Nederlandsche Dagbladpers<br />
in zake de vaststelling van een minimum-salaris-schaal voor<br />
de journalisten besloten is, het voorstel, door de daartoe in het<br />
leven geroepen Commissie ontworpen, te aanvaarden. Evenwel<br />
kwam het der vergadering noodzakelijk voor, mede in verband<br />
met het door U gedaan verzoek betreffende Haarlem en Utrecht,<br />
de indeeling der gemeenteklasse te onderwerpen aan een onderzoek<br />
van de in art. 11 der regeling genoemde Commissie van
186<br />
Advies, daar ten aanzien van enkele gemeenten met vaststaat<br />
dat de huidige indeeling billijk te noemen is. Eveneens zou de<br />
vergadering het op den hoogsten prijs stellen, zoomede aan he<br />
oordeeS Commissie de kwestie van het aantal leerhngen werd<br />
onderworpen; voor bladen met vele rubrieken moet het aantal<br />
van 2 ve P et t weinig geacht worden, het kwam der vergadering<br />
veel billijker en veel reëeler voor, op iedere 5 redacteuren 1<br />
l e e wftw*eLYS of gij zult met dezen dringenden^ensch ,an<br />
de vergadering accoord gaan en U bereid verklaren, beide bovengenoemde<br />
punten door de gemengde Commissie van Advies te<br />
fatenonde, zoeken, welks uitspraak dan definitief in de regeling<br />
^ n e r i n ^ t aan, hetgeen reeds vroeger door ons aan<br />
U is medegedeeld, dat in het algemeen besluiten van de Nederlandse^<br />
Dagbladpers niet bindend zijn voor de leden maar de<br />
beteekenis blbben* dat de meerderheid der leden zich met den .<br />
inhoud van ^ ^ t ^ L t j S X t ^ d . h e Dagbladpers,<br />
Hoogachtend<br />
Uw dw.<br />
(w. g.) CARL P. M. ROMME,<br />
' adj. secretaris.<br />
Hierop werd als voorloopig antwoord het volgend schrijven<br />
verzonden. Den Haag, 6 October 1919.<br />
Mijne Heeren.<br />
Aan het Bestuur van de<br />
Nederlandsche Dagbladpers<br />
Amsterdam.<br />
Wij erkennen de goede ontvangst van Uw schrijven van 4 October,<br />
inzake aanneming van het salaris-voorstel. .,,,,..,<br />
As Zaterdag komt ons Bestuur bijeen en dan zal U onmiddellijk<br />
een definii ef Intwoord worden gezonden op Uw vragen betref-<br />
W e de indeeling der gemeenteklassen en de regeling van het<br />
aantal keringen Voorloopig heeft ons Dagelijksch Bestuur geen<br />
S J « - S het denkbeeld, om beide punten nader br, de<br />
Commissie van Advies in bespreking te brengen, maar ten aan-<br />
Se" van een uitbreiding van het aantal leerlingen moeten wij<br />
reeds thans alle voorbehoud maken.<br />
Intusschen stellen wij U voor, onverwijld over te gaan tot de<br />
benoemlng en der clmissie van Advies. Naar ons denkbeeld zouden<br />
daarin te S benoemen zijn drie directeuren en drie journalisten.<br />
Kun U zich"hiermede vereenigen? Zoo ja, dan ontvangen £j<br />
ïaarne spoedig bericht, opdat wij a.s. Zaterdag ^ benoeming<br />
onzerzijdf kunnen doen. De Commissie - d a n zeer spoed*<br />
moeten bijeenkomen, met het oog op het feit, dat de regeling<br />
1 October wordt ingevoerd. Mocht U eventueel reeds een byeen-<br />
Lmst der Commissie wenschen op a.s. Zaterdag dan zijn wij<br />
S onzerzijds de benoeming te bespoedigen. In ieder geval<br />
ontvangen wij gaarne een spoedig bericht.<br />
Wat het slot van Uw schrijven betreft is het ons bekend, da<br />
UvTe eden formeel niet gebonden zijn. Doch moreel is dat, vooral<br />
in deze zaak, naar onze meening zeer stellig het geval.<br />
Met de meeste hoogachting<br />
Het Dag. Bestuur van den N. J. K.,<br />
(w. e.) D. HANS, voorzitter.<br />
W. N. VAN DER HOUT, secretaris.<br />
Het Bestuur van de Katholieke <strong>Journalisten</strong>-Vereeniging<br />
heeft in peliiken geest geantwoord.<br />
Den 8- October kwam bericht in, dat het Bestuur der<br />
Directeuren-vereeniging accoord gaat met de voorgestelde<br />
samenstelling der Commissie van Advies.<br />
DE J O U R N A L I S T<br />
*<br />
In de jongste vergadering van het <strong>Kring</strong>bestuur vormde<br />
de salaris-actie het onderwerp van een uitvoerig debat.<br />
De Voorzitter deed mededeeling van eemge ingekomen en<br />
verzonden brieven. (Zie boven).<br />
Het Bestuur keurde het voorloopig schrijven van het Dag.<br />
Bestuur goed en had geen bezwaar, dat de beide punten<br />
door de Commissie van Advies zouden worden beslist, mts<br />
de aan te brengen wijzigingen niet van ingrijfenden aard<br />
zouden zijn. Tegenover eventueel te brengen kleine concessies<br />
werd besloten met kracht aan te dringen op plaatsing van<br />
Haarlem en Utrecht in de eerste klasse.<br />
Tot vertegenwoordigers van den <strong>Kring</strong> m de Commissie<br />
van Advies werden benoemd de heeren D. HANS en<br />
'Het H0 Bestuur overwoog in ampele discussie wat er gedaan<br />
moet worden om de invoering van de salaris-schaal algemeen<br />
te maken Het Bestuur doet een dringend beroep op de leden,<br />
om, wanneer aan hun blad de regeling met of met volledig<br />
wordt ingevoerd, daarvan onmiddellijk mededeeling te doen.<br />
Het Bestuur zal zich dan dadelijk tot den betrokken<br />
directeur wenden. Heeft deze stap niet het gewenschte<br />
gevolg, dan zal voor ieder geval afzonderlijk worden over<br />
wogen, welk middel moet worden aangewend om invoering<br />
der re CT eling te verkrijgen. .<br />
Tevens zal in Januari 1920 een nieuwe algemeene salarisenquête<br />
worden gehouden. * *<br />
*<br />
In overeenstemming met de genomen besluiten werd het<br />
volgend schrijven verzonden:<br />
Den Haag 13 October 1919.<br />
Mijne Heeren.<br />
Aan het Bestuur van de<br />
Nederlandsche Dagbladpers.<br />
In aansluiting aan ons vorig schrijven is het ons aangenaam u<br />
thans te kunnen mededeelen, dat ons Bestuur zich heeft vereemgd<br />
met het denkbeeld, om de beide door u genoemde punten aan de<br />
Commissie van Advies ter beslissing voor te leggen, echter onder<br />
uitdrukkelijk voorbehoud, dat er in geen geval eemge wijziging<br />
van ingrijpende beteekenis in de regeling wordt aangebracht.<br />
Tot leden van de Commissie van Advies zijn onzerzijds benoemd<br />
de heeren D. Hans en L. Schotting. Gaarne zullen wij vernemen<br />
wie voor uw vereeniging in de Commissie zitting nemen t l<br />
wij tevens aandringen op een spoedig bijeenkomen der Commissie,<br />
aangezien dat voor eenige bladen van groot belang kan Zjn<br />
Verder nog het volgende. In de laatste salaris-conferentie heeft<br />
uw voorzitter als zijn overtuiging uitgesproken dat de directies<br />
bereid zouden zijn de tarieven der Correspondentie-bureaux te verhoogen,<br />
indien werd aangetoond dat dit noodzakelijk was om<br />
voof de betrokken journalisten de salaris-regeling in te voeren.<br />
De directie van het Nederlandsch Correspondentie-bureau hier<br />
ter stede heeft zich bereid verklaard dat bewijs te leveren en zou<br />
gaarne op een conferentie daartoe in ^ gelegenheid worden<br />
f-steld. Wij stellen u dus voor om, op den dag dat de Commissie<br />
van Advies haar eerste bijeenkomst houdt een conferentie<br />
Te beleggen waartoe zullen worden uitgenoodigd de directies der<br />
beide CoVrespondentie-bureaux, teneinde de invoering der regeling<br />
aan die bureaux te bespreken.<br />
Gaarne uw berichten tegemoet ziende,<br />
Namens het <strong>Kring</strong>bestuur,<br />
Hoogachtend<br />
fw £.) D. HANS, voorzitter.<br />
W. N. VAN DER HOUT, secretaris.<br />
Ledenlijst.<br />
Aangenomen als gewone leden:<br />
R. KAMPSTRA, Leeuwarder Crt., Bagijnestraat 43, Leeuwarden.<br />
P. MULLER, Columbusstraat 153, den Haag.<br />
Aangenomen als buitengewone leden:<br />
W LEERTOUWER, Delftsche Crt., Gasthuislaan 32, Delft.<br />
C. WERKHOVEN, De Arbeid, van Lawick van Pabststraat 169,<br />
Arnhem.<br />
Verhuisd:<br />
M BERDEN naar Linneausparkweg 55, Watergraafsmeer.<br />
Mej. B. M. YAN DEN ENDE, van Delft naar Hooge Gouwe 115,<br />
ALB. KaixER, van Hoorn naar Baronielaan 84 G, Breda.<br />
C. DE ROT, van Gouda naar Oostzeedijk 159, Rotterdam.<br />
T ' SCHENKMAN naar Bergerallee 5, Dusseldorf.<br />
S. DE VRIES, thans 2"= Jan Steenstraat 86, Amsterdam, naar<br />
Redactie Locemotief, Semarang.<br />
De leege schatkist.<br />
Onze leden, die zoo druk met hun eigen financiën bezig<br />
zijn, mogen nu ook wel eens even denken aan de geldmiddelen<br />
van den <strong>Kring</strong>. . . . ,<br />
Want de financieele positie van onze vereeniging is inder<br />
daad slecht.<br />
Men luistere maar even. ' .<br />
In gewone tijden waren de inkomsten van den <strong>Kring</strong> vaak<br />
al niet voldoende, om de uitgaven te dekken. We stonden<br />
op het randje. Het batig saldo van vorige jaren, m verscheidene<br />
effecten belichaamd, is dan ook allengs opgebruikt.<br />
Stuk na stuk moest worden verkocht, en thans resten er nog<br />
twee: een stok-oude integraal en een pandbnef van de<br />
Westlandsche, samen naar den koers van het oogenolik<br />
f 800 a f 1000 waard. , ,. ,.<br />
Het vorige vereenigmgsjaar eindigde met een nadeehg saldo
van f 149.14, maar aangezien het begon met een batig saldo<br />
van f 478.60» (het restant van een verkocht effect) ziet men<br />
daaruit, dat we reeds over het vorig jaar een tekort hadden<br />
van f 627.74 s . Uit dit cijfer volgt al, dat gedurende het<br />
loopende jaar het verlies veel grooter zal zijn, want wèl werden<br />
de contributies met f 2.50 verhoogd, maar de uitgaven namen<br />
nog in heel andere verhouding toe.<br />
Het orgaan b.v. is een groote uitgaaf-post. De grootste.<br />
En dit spreekt van zelf. Het is het eenige geregelde middel<br />
van contact tusschen de leden en het geld er voor is wèlbesteed.<br />
Wij willen echter met een enkel cijfer aantoonen,<br />
dat wij den omvang van het orgaan zooveel mogelijk hebben<br />
beperkt. Er verschenen tot dusver in het loopende jaar<br />
21 nummers, in totaal 173 bladzijden. Dat is gemiddeld<br />
8 bladzijden per nummer. Aangezien de algemeene vergadering<br />
heeft beslist, dat uit de kas van den <strong>Kring</strong> ten hoogste<br />
8 bladzijden per nummer betaald worden, ziet men uit het<br />
meegedeelde, dat wij ons precies aan dat cijfer gehouden<br />
hebben. Toch was dat uiterst moeilijk. Want van de 173<br />
bladzijden waren er liefst 74 gevuld met officieel nieuws,<br />
zoodat de redacteur voor 21 nummers slechts 99 bladzijden<br />
had om vrijelijk over te beschikken. . Dat is ongeveer 4Y2<br />
bladzijde per nummer. Ieder zal toegeven, dat dit toch<br />
eigenlijk geen toestand is. Maar terwille van de <strong>Kring</strong>kas<br />
hebben wij ons zeer beperkt.<br />
Hier komt nog iets bij. Wij hadden n.1. de beschikking<br />
over het Maandblad-fonds. De stand van dit fonds over 1919<br />
was op 1 October j.1. aldus:<br />
Bijdragen f 488.60<br />
Advertenties . . . . „ 69.50<br />
f 558.10<br />
Wij hadden het recht, om over dit bedrag vrijelijk te<br />
beschikken, teneinde het orgaan uit te breiden. Welnu, van<br />
dat recht hebben wij ten bate van de <strong>Kring</strong>kas zoo goed als<br />
geen gebruik gemaakt. Wel hebben we het nummer, waarin<br />
het verslag van het <strong>Kring</strong>feest verscheen (35-jarig bestaan)<br />
een eenigszins bijzonder karakter gegeven door bijvoeging van<br />
enkele foto's, maar wanneer men dit uit het Fonds betaalt,<br />
en wanneer men er desnoods ook nog uit zou willen betalen<br />
de twee extra-nummers, ieder van 4 pagina's, die over de<br />
salaris-regeling verschenen zijn, dan nog blijft er een aardig<br />
batig saldo over, dat op het eind van dit jaar vermoedelijk<br />
uit het Fonds in de <strong>Kring</strong>kas zal worden gestort. Men zal dus<br />
toegeven, dat de redacteur de uitgaven voor het orgaan zooveel<br />
mogelijk binnen de perken heeft gehouden. Desniettemin zijn<br />
die uitgaven zèèr aanzienlijk, want de prijs is sinds vroeger met<br />
meer dan 100 % gestegen.<br />
Een andere zèèr belangrijke en zèèr toegenomen post is die<br />
voor bestuurs- en commissievergaderingen. Deze stijging houdt<br />
direct verband met de zich meer en meer uitbreidende bemoeiingen<br />
van den <strong>Kring</strong>. Het Bestuur kwam herhaaldelijk<br />
bijeen. De salaris-commissie vergaderde telkens, in Amsterdam,<br />
Utrecht, den Haag. De reis- en verblijfkosten zijn hoog,<br />
zoodat ook deze post een belangrijk cijfer zal aantoonen.<br />
Voorts hebben we dit jaar ons 35-jarig bestaan gevierd l )<br />
en eischte de Reglements-herziening geld voor extra-drukwerk.<br />
Met andere woorden: aan het eind van het jaar zal de<br />
rekening een zeer aanzienlijk tekort aanwijzen. En daartegenover<br />
staat alleen het bezit van de bovengenoemde twee effecten,<br />
waarvan de koers zeer is gedaald.<br />
Wat te doen?<br />
Het volgend jaar treedt de nieuwe contributie-regeling in<br />
werking. Men stelle er zich geen wonderen van voor. De<br />
uitgaven blijven toenemen, de plaatselijke vereenigingen vragen<br />
vergoeding van onkosten voor gedelegeerden en afgevaardigden,<br />
en de meerdere bate van de nieuwe contributie zal o. i.<br />
niet voldoende zijn om de weegschaal van onze financiën in<br />
evenwicht te brengen. Dat moet intusschen worden afgewacht.<br />
Het feit waarmee we nu te maken hebben is, dat we het<br />
vorig jaar hebben gewerkt met een verlies van ruim f 600,<br />
(hetwelk intusschen grootendeels kon worden gedekt door<br />
het saldo van een verkocht effect) en dat over het loopende<br />
en zooveel duurdere jaar het tekort nog veel grooter zal zijn.<br />
De financieele toestand van den <strong>Kring</strong> is dan ook niet<br />
rooskleurig.<br />
Wie ziet er iets op? Een gala-voorstelling? Verkoop van<br />
bloemetjes op straat? Of wat anders?<br />
Wij zouden de zaken voorloopig nog gaande kunnen houden.<br />
De twee effecten verkoopen op een gunstig oogenblik, en<br />
: ) De meeste leden bleven nog steeds in gebreke den Penningmeester<br />
de verschuldigde f 1 te zenden voor het Gedenkboekje.<br />
Waarom toch? Do it noiv.<br />
DE J O U R N A L I S T 187<br />
dan de rest van het tekort overschrijven op een volgend jaar.<br />
Maar dat jaar brengt dan óok weer een tekort. Daarom heeft<br />
het Bestuur voorloopig besloten aan de algemeene vergadering<br />
voor te stellen, de rest van het tekort door een kleine contributie-verhooging<br />
over 1919 te dekken.<br />
Martin van Raalte.<br />
Wanneer men hoort van iemand die gedurende 55 jaren<br />
aan één stuk een beroep, ambt of betrekking heeft vervuld,<br />
stelt men zich dien persoon voor als buitengewoon hoog<br />
bejaard. Vooral als men er bij verneemt dat het beroep dat<br />
van journalist is. Welnu, MARTIN VAN RAALTE zal 21 October<br />
a.s. *) mogen terugzien op een loopbaan van 55 jaren in<br />
dienst der Nederlandsche dagbladpers en op dien dag tevens<br />
zijn 7o en verjaardag gedenken. De collega's die, voor zoover<br />
zij hem kennen, wel allen zijn vrienden zullen zijn, zullen<br />
dit merkwaardige dubbele jubileum met groote belangstelling<br />
vernemen.<br />
Het zij mij vergund aan den vooravond van VAN RAALTE'S<br />
feestdag, 't een en ander van zijn merkwaardigen levensloop<br />
te vertellen. Wij wortelen beiden in denzelfden journalistenkweekgrond.<br />
Zijn wieg van jeugdig dagbladschrijver stond,<br />
evenals de mijne, in het Hooge Westeinde in Den Haag.<br />
Toen ik, jongmaatje, VAN RAALTE daar aan 't oude Dagblad<br />
voor 't eerst ontmoette, was hij al heel wat mans geworden<br />
in de vier jaren dat hij onder de eminente leiding van<br />
Iz. J. LION de handgrepen van het vak had geleerd. Als<br />
verslaggever kon men hem toen reeds belangrijke opdrachten<br />
toevertrouwen. Als onervaren groen profiteerde ik van mijn<br />
jongeren collega. En dat ging te gemakkelijker omdat VAN<br />
RAALTE een jongmensch was van een nobel karakter en<br />
tegelijk van veel aanleg en ambitie voor de journalistiek.<br />
Aan zijn voorbeeld dat vooral op de jongelui van zijn leeftijd<br />
prikkelend werkte en aan zijn gulle vriendschap en prettigcn<br />
omgang, heb ik in de eerste moeilijke jaren veel te danken<br />
gehad.<br />
MARTIN — want zoo werd hij bij de courant, ook door<br />
zijn hoofdredacteur, altijd genoemd — had een vroolijken,<br />
vluggen geest, die hem verwonderlijk spoedig den weg deed<br />
vinden door alle rubrieken van het journalistieke werk. Zoo<br />
lang zijn brave moeder leefde, was hij daar het zonnetje in<br />
het huis, en op 't bureau was het eerst gezellig als MARTIN<br />
er binnenkwam en met LOEWENBERG of het merkwaardig<br />
correctorstype SCHADE de kroniek van den dag aan 't bepraten<br />
ging.<br />
Voor mij is het altijd een raadsel gebleven hoe MARTIN<br />
VAN RAALTE aan zijn talenkennis kwam en ik herinner mij<br />
nog heel goed hoe verbaasd ik was en met zekeren eerbied<br />
naar mijn toch eenige jaren jongeren collega opzag, toen ik<br />
bemerkte dat hij geregeld brieven en telegrammen zond naar<br />
de Londensche Standard: Die betrekking tot het Engelsche<br />
blad moet bepaald veel tot zijn vorming hebben bijgedragen<br />
en ook tot zijn durf om voor heete journalistieke vuren te<br />
staan.<br />
Er zijn in het journalistieke leven van MARTIN VAN RAALTE<br />
mooie momenten geweest. In een tijd toen de dagbladpers<br />
in de samenleving nog lang niet de voorname plaats innam<br />
van tegenwoordig, was dit vooral voor de verslaggevers een<br />
moeilijk baantje. De autoriteiten met wie zij te doen hadden,<br />
waren eer stug dan voorkomend, eer tegenwerkend dan<br />
doordrongen van de roeping der pers, zooals gelukkig tegenwoordig<br />
geheel anders is geworden. VAN RAALTE heeft dien<br />
moeilijken tijd meegemaakt en het zoo gedaan dat het aan<br />
zijn verslagen niet te merken was met hoeveel zorg, inspanning<br />
en ergernis zij vaak tot stand waren gekomen. Wat<br />
moet onze vriend, na zoovele jaren van noesten arbeid, op<br />
dien moeilijken maar heerlijken tijd met voldoening terugzien;<br />
wat moet hij zich met welgevallen herinneren zijn prestaties,<br />
b.v. op de reis en het verblijf te Arolsen, waar hij het<br />
huwelijk van Willem III en Prinses Emma van Waldeck<br />
meemaakte en de lezers van Het Vaderland vergastte op zijn<br />
interessante brieven; wat zou hij mémoires kunnen schrijven<br />
over zijn reizen in het gevolg van Regentes Emma in de<br />
provinciën van ons land!<br />
Het zal ongeveer in 1872 zijn geweest dat VAN RAALTE<br />
van het Dagblad naar Het Vaderland overging, na, behalve<br />
aan eerstgenoemd blad, ook nog aan de Haagsche Nieuwsbode<br />
*) De dag is niet 23 October, zooals foutief in een deel van<br />
de oplaag der aan de leden toegezonden circulaire stond, maar<br />
21 October.
188 DE J O U R N A L I S T<br />
en korten tijd aan het toen nog driemaal in de week uitkomend<br />
Leidsch Dagblad (van den ouden heer A. W. SIJTHOFF)<br />
hoofdredacteur te zijn geweest.<br />
Deze korte vermelding spreekt boekdeelen over de werkkracht<br />
van dat jonge mensch.<br />
In de bureaux van Het Vaderland ligt VAN RAALTE'S<br />
belangrijkste werkzaamheid als journalist. Daar was hij tijdgenoot<br />
en medewerker van hoofdredacteuren als GOEMAN<br />
BORGESIUS en MACALESTER LOUP; daar was hij jarenlang de<br />
voortreffelijke verslaggever en de rechterhand van genoemde<br />
hoofdredacteuren op de tribunes der beide Kamers: daar was<br />
het dat hij in 1897 zijn 25-jarig redacteurschap aan genoemd<br />
blad vierde onder tal van blijken van waardeering, o. a. van<br />
de Regeering die hem voor de koninklijke onderscheiding<br />
van de Orauje-Nassauorde voordroeg.<br />
Het tegenwoordig geslacht van journalisten kent VAN RAALTE<br />
vooral als de parlementaire verslaggever van Het Nieuws van<br />
den Dag. In die hoedanigheid waardeeren hem de werkbijen<br />
van de perstribune niet alleen als hun nestor, maar ook als<br />
de vakman die hun steeds een voorbeeld was van nauwgezetten<br />
arbeid en opgewekte, nooit verflauwende ambitie.<br />
Op die perstribune, waar hij zijn vriend BLOK als nestor<br />
opvolgde, heeft hij nu 55 jaren gearbeid en alle wisselingen<br />
van het parlementaire leven meegemaakt.<br />
Ter verpoozing van dezen meestal zeer zwaren arbeid,<br />
vermeidde VAN RAALTE zich met het geestig en onderhoudend<br />
bijhouden van de dagelijksche Haagsche kroniek van de<br />
Nieuwe Gron. Crt., die jarenlang tot de meest gelezen en<br />
meest geciteerde brieven uit de residentie werd gerekend.<br />
Ik zou nog vele andere werkzaamheden van dezen vruchtbaren<br />
journalist kunnen noemen: zijn brieven en artikelen<br />
in tal van hollandsche bladen en, behalve zijn relaties met<br />
de Londensche Standard, ook zijn medewerking gedurende<br />
eenige jaren aan de Parijsche Figaro.<br />
Zoo is in groote trekken de levensloop geweest van dezen<br />
voortreffelijken <strong>Nederlandschen</strong> journalist.<br />
Hem zij op dezen dag deswege ons aller hulde gebracht.<br />
P. A. HAAXMAN Jr.<br />
(Den leden van den <strong>Kring</strong> wordt beleefd verzocht van het<br />
bovenstaande in hun blad vóór den 2i en October geenerlei<br />
melding te willen maken, daar de gezondheidstoestaad van<br />
den a.s. jubilaris het niet wenschelijk maakt hem ontijdig aan<br />
emoties bloot te stellen.)<br />
* *<br />
*<br />
Aan het artikel van collega HAAXMAN zij het ons veroorloofd<br />
toe te voegen, dat ook de <strong>Kring</strong> aan MARTIN VAN<br />
RAALTE dank verschuldigd is. Hij is van de oprichting af<br />
lid geweest en toen reeds kort daarna, in 1886, de vereeniging<br />
kwijnde en dreigde onder te gaan, was hij het, die de reddende<br />
hand uitstak. In de. vergadering van 6 Juni 1886 werd<br />
zijn motie aangenomen, als gevolg waarvan een commissie<br />
werd benoemd die pogen zou vooraanstaande journalisten tot<br />
den <strong>Kring</strong> te brengen. Deze poging had succes en vooral<br />
door het persoonlijk optreden van MARTIN VAN RAALTE traden<br />
journalisten van naam daarna tot den <strong>Kring</strong> toe. Men vindt<br />
een en ander uitvoeriger in de schets van de Geschiedenis<br />
onzer vereeniging beschreven. Reeds het optreden in dien<br />
tijd geeft VAN RAALTE recht op de blijvende erkentelijkheid<br />
van ons allen.<br />
Hij deed mèèr.<br />
Een belangrijk aandeel had hij in de totstandkoming van<br />
het Ondersteuningsfonds, en de algemeene vergadering koos<br />
hem onder de eerste commissarissen van het Fonds. Weer<br />
later bracht hij, als rapporteur van de Fonds-commissie, een<br />
uitvoerig en belangrijk rapport uit over de Pensioenverzekering.<br />
Herhaaldelijk vertegenwoordigde hij den <strong>Kring</strong> op buitenlandsche<br />
congressen, o. a. werd hij afgevaardigd naar „het<br />
wereldpersparlement te St. Louis."<br />
Jammer, dat een incident naar aanleiding van één dier<br />
congressen (wij meenen het Luiksche) ontstaan, en dat het toemalige<br />
<strong>Kring</strong>bestuur naar zijn meening niet tot oplossing<br />
bracht, hem van den <strong>Kring</strong> vervreemde. Jaren lang hield hij<br />
zich afzijdig, maar tot onze groote vreugde mocht het ons<br />
gelukken den stoeren veteraan het vorig jaar weer op de<br />
algemeene vergadering te krijgen in Rotterdam, waar het<br />
35-jarig bestaan werd herdacht. Aan de lunch voerde hij het<br />
woord, de oude band tusschen VAN RAALTE en den <strong>Kring</strong> was<br />
hersteld. Met jeugdige opgewektheid zou hij deelnemen aan<br />
de feestelijke herdenking, maar kort te voren trof hem de<br />
ernstige ongesteldheid die hem aan bed bond. De ontroering<br />
onder zijn Haagsche collega's was groot, want allen zonder<br />
onderscheid voelen voor hem een innige genegenheid.<br />
Gelukkig is hij thans weer heel wat beter en op zijn feestdag,<br />
21 October, zal hij in zijn woning gehuldigd worden.<br />
Den bekwamen journalist, den altijd opgewekten en hartelijken<br />
collega een blijde groet namens heel den <strong>Kring</strong>, voor<br />
wien hij in jongere dagen zoo veel heeft gedaan. Dit nummer<br />
van ons orgaan zal hem — uit voorzichtigheid, op medisch<br />
advies — eerst op v zijn feestdag bereiken. Maar dan wete<br />
hij ook, dat hij, de 70-jarige, die 55 jaar lang hard heeft<br />
gewerkt in ons vak, en wiens gouden jubileum in 1914 dooide<br />
tijdsomstandigheden niet voldoende kon worden herdacht,<br />
in veler hart leeft.<br />
Uit de Katholieke journalistiek.<br />
„De Weleerw. heer A. KOKKF.LKOREN, R. K. priester en<br />
kapelaan te Dordrecht, is benoemd tot hoofdredacteur van<br />
de Nieuwe Dordrechtsche Courant."<br />
Bovenstaande mededeeling, die ik aan het hoofd der<br />
rubriek Personalia vond in de „Mededeelmgen van de Ned.<br />
Kath. <strong>Journalisten</strong>-Vereeniging" (No. van 3 Oct. jl.), noopt<br />
me onweerstaanbaar tot het maken van eenige aanteekeningen.<br />
Zelf katholiek journalist, mag ik zeggen: „Nourri dans Ie<br />
Sérail, j'en connais les détours".<br />
De aanstelling van niet-journalisten in leidende posities<br />
aan de katholieke journalistiek is een onderwerp, dat in de<br />
kringen van kath. vak-journalisten vaak besproken, betreurd<br />
en gegispt wordt. Bijna nooit echter komt de uiting daarvan<br />
naar buiten, — omdat, . . , nu ja, omdat de meeste kath.<br />
journalisten er zich liever niet aan wagen: de naastbetrokkenen<br />
meenen, dat directie en commissarissen het hun kwalijk<br />
zouden nemen; collega's voelen er maar weinig voor, de<br />
kastanjes voor anderen uit het vuur te halen, en wie er<br />
over zouden willen schrijven, zouden m. i. in de katholieke<br />
pers daarvoor niet overal even gemakkelijk plaatsing kunnen<br />
vinden, omdat het nu eenmaal een precair onderwerp is,<br />
waaraan men zich liever niet de vingers prikt.<br />
En toch is het noodzakelijk, dat over hetgeen er te dezen<br />
aanzien onder de kath. vakgenooten omgaat, eens een ruiterlijk<br />
en openhartig woord vernomen worde.<br />
Door ons, katholieke beroepsjournalisten, wordt het inschuiven<br />
van heeren kapelaans als hoofdredacteurs met een ongunstig<br />
oog aangezien, om twee redenen: eerstens omdat het de<br />
belangen van de door ons voorgestane journalistiek,<br />
tweedens omdat het de belangen van ons, katholieke journalisten<br />
zelven, benadeelt.<br />
De katholieke journalistiek. Ook deze heeft hare<br />
technische eischen, zoo goed als elke andere journalistiek:<br />
neutrale, liberale of socialistische. Van de journalisten wordt<br />
gevergd, dat zij niet alleen een langdurige routine hebben,<br />
vele jaren doormaken als leerling-redacteur, derde-, tweede-,<br />
eerste-redacteur, maar ook dat zij een bepaalde wetenschappelijke<br />
ontwikkeling hebben, alvorens tot hoofdredacteur<br />
benoembaar te zijn. Vooral aan de provinciale pers moet de<br />
hoofdredacteur voorts ook eenig begrip hebben van de techniek<br />
van typografie en drukkerij, van het saamwerken van<br />
post-, telegraaf-, telefoon-, spoordienst voor de totstandkoming<br />
van zijn blad. Wat weet van dat alles een kapelaan, die uit<br />
een of andere parochie gehaald wordt en op een redactiebureau<br />
geplaatst?<br />
Zeer zeker missen deze heeren niet een wetenschappelijke<br />
ontwikkeling, maar het is er eene, die in geheel andere<br />
richting is gestuwd: meestal weten zij meer van klassieke<br />
dan van moderne talen; zij kennen kerkhistorie, canoniek<br />
recht, filosofie, dogmatische en moraal-theologie. Doch de<br />
wetenschappen van het volle maatschappelijk leven, waarmee<br />
het dagblad —- het katholieke zoo goed als elk ander —<br />
dagelijks in aanraking komt: staatsrecht, staathuishoudkunde,<br />
parlementaire, politieke, koloniale en diplomatieke geschiedenis,<br />
enz. enz., zijn hun vreemd.<br />
Het gevolg is, dat deze heeren metterdaad en feitelijk niet<br />
hoofdredacteuren worden maar schrijvers van hoofdartikelen,<br />
en meestal nog wel van hoofdartikelen van een aard, waartegen<br />
in de sectie Pers op den te Utrecht gehouden eersten<br />
<strong>Nederlandschen</strong> Katholiekendag (Sept. 1919) gewaarschuwd<br />
werd door de Dominicaner paters MOLKENBOER en HYAC.<br />
HERMANS, de laatste als langjarig redacteur van de Maasbode<br />
tot oordeelen zeker alleszins bevoegd.<br />
Verder bepaalt de arbeid van priesters-hoofdredacteuren<br />
zich gewoonlijk tot het uitoefenen van preventieve censuur<br />
op hetgeen de andere redactie-leden schrijven.
Een ander nadeel der benoeming van kapelaans tot hoofdredacteuren<br />
is voor de katholieke pers dit: vele jongelieden,<br />
die voor ons vak zéér geschikt zouden zijn, weigeren het in<br />
te gaan, uit de overweging: „Dank je: ik loop altijd de<br />
kwade kans om de promotie tot de best betaalde posten<br />
nooit te bereiken, wijl er op een kwaden dag een Eerw. heer,<br />
soms tegen veel minder salaris, in wordt geschoven."<br />
Voor de vak-journalisten zei ven is het uiterst<br />
onaangenaam, voor velen hunner zelfs verbitterend, zich<br />
betere posities te zien afgesloten door de inschuiving van<br />
heeren, die, ze mogen op sommig gebied hun meerderen zijn,<br />
als vakmannen beneden hen staan.<br />
Dit alles moest maar eens ronduit gezegd worden, en ik<br />
mag het zeggen, omdat ik zelf geen belanghebbende partij ben.<br />
Laat ik erbij voegen, dat men aan enkele der voornaamste<br />
katholieke bladen deze ervaring zelf zoodanig heeft opgedaan,<br />
dat Tijd en Centrum hunne oude traditie: geestelijken als<br />
hoofdredacteurs aan te stellen, sinds jaren hebben opgegeven.<br />
Men beginne aan de pers nu niet datgene te doen, waarvan<br />
de Nieuwe Dordrechtsche Courant het bovenvermelde<br />
voorbeeld gaf.<br />
JAC. P. VAN TERM,<br />
hoofdredacteur Limb. Koerier.<br />
* *<br />
Collega VAN TERM behandelt * inderdaad een eenigszins<br />
delicaat onderwerp, maar wij mochten hem de plaats daarvoor<br />
niet weigeren. Overigens willen wij wel opmerken, dat aan<br />
de met-Katholieke pers iets dergelijks ook, en misschien nog<br />
wel vaker, voorkomt. Het verschijnsel is dan ook van algemeenen<br />
aard. Niet zelden gebeurt het, dat tot hoofdredacteur<br />
iemand wordt benoemd, die tot op dat oogenblik geheel<br />
buiten het vak heeft gestaan. Een advocaat, een ambtenaar,<br />
een oud-Kamerlid. Voor hen worden dan bekwame<br />
journalisten gepasseerd. Wij zeggen natuurlijk niet, dat de<br />
benoemden over het algemeen niet deugen voor hun taak,<br />
maar het is toch ontmoedigend wanneer de best-betaalde<br />
posten en meest verantwoordelijke functies dikwijls aan buitenstaanders<br />
worden gegeven. Of dat nu geestelijken zijn of niet<br />
is onverschillig — Redactie.<br />
Verkeerde begrippen.<br />
Het kan wellicht zijn goede zijde hebben, het volgende<br />
niet onvermeld te laten.<br />
De afdeeling Rotterdam van de overleden Vereeniging voor<br />
Vrouwenkiesrecht heeft op 30 Sept. jl. des avonds een feestelijke<br />
bijeenkomst gehouden ter viering van de verkrijging<br />
van het kiesrecht voor de vrouw. In die bijeenkomst heeft<br />
o. m. mevr. VAN ITALUE—VAN EMBDEN het woord gevoerd.<br />
In haar redevoering deelde mevr. VAN ITALUE mede, dat<br />
zij een strijd tegen de mode is begonnen, die h. i. veel te<br />
veel tijd van de huisvrouwen in beslag neemt en een veel te<br />
groot gedeelte van het huishoudgeld vergt. In dien strijd had<br />
zij echter tot nu toe weinig succes, omdat de groote pers<br />
weigerde haar artikelen op te nemen. Een van de redacties<br />
had meegedeeld, dat zij die artikelen niet kon opnemen, omdat<br />
de courant de advertenties van de modemagazijnen enz. niet<br />
kon missen.<br />
Zeker, mevr. VAN ITALLIE sprak van één der redacties,<br />
maar zij zeide dit bij wijze van: u begrijpt me wel, dames<br />
en heeren, daar zit 'm de kneep.<br />
Ik heb de moeite genomen, een van de dames bestuursleden<br />
van de afdeeling te verzoeken, mevr. VAN ITALLIE<br />
mede te deelen, dat zij m. i. dergelijke opmerkingen in een<br />
openbare vergadering beter achterwege kon laten, met het<br />
gevolg, dat mevr. VAN ITALUE zich eenigen tijd later aan<br />
onze tafel vervoegde om haar verwondering over onze ontstemming<br />
kenbaar te maken.<br />
Ik heb toen ongeveer het volgende opgemerkt: Mevrouw,<br />
het spijt me, dat uw opmerking op het oogenblik waarop zij<br />
werd uitgesproken, niet beter tot mij is doorgedrongen, want<br />
dan had ik mijn jas aangetrokken en was ik heengegaan.<br />
U weet heel goed, dat dergelijke opmerkingen onwaar zijn.<br />
Het is eenvoudig onmogelijk, dat iemand van de redactie<br />
van een blad dat tot de groote pers behoort, u over advertenties<br />
spreekt. Met de advertentieafdeeling heeft de redactie<br />
van een groot blad niets te maken, daar weet ze niets van,<br />
daar mag ze zich niet mee bemoeien en daar bemoeit ze<br />
zich niet mee.<br />
Uit het antwoord van mevr. VAN ITALLIE bleek, dat zij haar<br />
mededeeling van een ander had ontvangen.<br />
Mevr. VAN ITALLIE beklom opnieuw het podium en deelde<br />
DE J O U R N A L I S T<br />
189<br />
de vergadering mede, dat de heeren van de pers ontstemd<br />
waren over haar opmerking. Zij legde er den nadruk op, dat<br />
zij van één blad had gesproken en geenszins bedoeld had te<br />
generahseeren of haar toehoorders daartoe aanleiding te geven.<br />
Ik ben toen opgestaan en heb gezegd: zegt u°dan Ö welk<br />
blad u bedoelt. Maar daartoe was mevr. VAN ITALLIE 'niet<br />
te bewegen en zij kreeg steun van eenige protesteerende<br />
staatsburgeressen, die het zóó al welletjes vonden.<br />
Eenigen tijd tevoren had dezelfde dame aan wie ik verzocht<br />
had, mevr. VAN ITALLIE onze ontstemming kenbaar te<br />
maken, een glazen bakje met bloemen op onze tafel geplaatst<br />
kennelijk met de bedoeling ons te laten zien dat het heelemaai<br />
met kwaad gemeend was. Ik heb het ding onder de tafel<br />
gezet, en het er later weer op geplaatst, toen alweer dezelfde<br />
dame mij vroeg, of het er werkelijk onder moest blijven.<br />
Ik heb er de mededeeling aan toegevoegd, dat vóór de verklaring<br />
van mevr. VAN ITALLIE een bakje met bloemen<br />
geen compensatie was voor een mededeeling die ik hier nu<br />
maar niet nader zal kwalificeeren, en dat de pers zich met<br />
een beetje bloemetjes niet zoet laat houden. Tegelijk heb ik<br />
gevraagd, welk dan toch dat bewuste blad was.<br />
En nu aarzel ik geen oogenblik, het daarop gevolgde antwoord,<br />
dat zeer waarschijnlijk vertrouwelijk bedoeld was hier<br />
over te brengen en te zeggen, dat het bewuste blad volgens<br />
haar die ons dit meedeelde, de Maasbode is. Ik aarzel geen<br />
oogenbhk, omdat ik weiger te gelooven, dat de redactie van<br />
de Maasbode tot iemand die een redactioneel artikel aanbiedt<br />
eenvoudig zou gezegd hebben : dat kunnen wij niet opnemen<br />
want WIJ kunnen de advertenties niet missen.<br />
Bovendien, stel eens dat mevr. VAN ITALLIE met haar<br />
strijd succes zou hebben. Wat zou dan het eerste gevolg zijn ?<br />
Natuurlijk een aantal advertenties betreffende aanbiedingen<br />
van vereenvoudigde kleeding e. d.<br />
Ik heb hier een nuchter relaas van het gebeurde gegeven.<br />
Wellicht heb ik mij dien avond wat te kwaad gemaakt, maar<br />
het is dan toch ook wel ergerlijk, dat een beschaafde, ontwikkelde<br />
vrouw als mevr. VAN ITALLIE, die betoogd had<br />
dat voor de vrouwen de tijd is aangebroken „om de groote<br />
lijnen te zien", in een openbare vergadering goedsmoeds over<br />
de groote pers dingen zegt, die uitermate geschikt zijn om<br />
de volslagen onkunde van het publiek ten opzichte van de<br />
gebruiken van en den gang van zaken bij onze groote pers<br />
nog eens wat aan te dikken.<br />
Salaris-verho oging.<br />
In De Journalist van 2 Oct. j.1. komt het volgende<br />
berichtje voor:<br />
„De redacteuren van de Nieuwe Rotlerdamsche Courant<br />
hebben deze week opnieuw salaris-verhooging ontvangen.<br />
Zoo grijpt onze actie o?n zich heen."<br />
De leden der redactie der N.R.Ct. verheugen zich in het<br />
succes hetwelk „onze actie" voor de zeer vele journalisten<br />
die veel te laag worden gesalarieerd heeft gehad, hoewel zij<br />
de vastgestelde salarisschaal beneden peil vinden. Voor hen<br />
heeft overigens „onze actie" tot nu toe geen ander positief<br />
resultaat opgeleverd dan een bovenmatig hooge contributie<br />
welke den <strong>Kring</strong> leden zal kosten.<br />
Dat aan de leden van de redactie der N. R. Ct. een salarisverhooging<br />
met terugwerkende kracht tot 1 Jan. 1919 werd<br />
toegekend, is het gevolg van de onderhandelingen die de<br />
Redactievereeniging der Nieuwe Rotterdamsche Courant zelfstandig<br />
met het bestuur van de courant heeft gevoerd.<br />
Namens het bestuur van de<br />
Redactiever. der N. R. Ct.<br />
JONQUIÈRE,<br />
secretaris.<br />
* *<br />
*<br />
Zeker, waarde collega, die onderhandelingen heeft uw<br />
redactie-vereeniging zelfstandig gevoerd. Maar het verband<br />
met onze algemeene actie {onze, d.w.z van de beide journalisten-organisaties)<br />
zal toch geen sterveling kunnen ontkennen.<br />
Men leze nog eens elders in dit nummer hoe wij daarover<br />
denken. De <strong>Kring</strong> heeft de salaris-kwestie op het tapijt gebracht,<br />
en toen er een minimumschaal moest worden vastgesteld<br />
kon ieder veilig voorspellen, dat de collega's, die tot dusver<br />
m de Nederlandsche journalistiek tot de best-gesitueerden<br />
hadden behoord, daarvan niet direct zouden profiteeren. Maar<br />
die schaal heeft den tendenz, dat zij automatisch invloed<br />
oefent op alle salarissen, ook op die welke er een stuk boven<br />
uit gaan. Wij beweren dat de gevoerde actie tot dusver ook<br />
J-
190 DE J O U R N A L I S T<br />
reeds op alle salarissen, geen enkel uitgezonderd, invloed<br />
heeft geoefend. Een redactie-vereeniging moge zelfstandig<br />
optreden en daardoor den laatsten stoot geven in dat bepaalde<br />
geval, wij meenen toch dat niemand den invloed van de<br />
algemeene beweging ernstig zal kunnen ontkennen. En het is<br />
ook niet aardig om het te doen. Aan groote bladen, waar<br />
geen redactie-vereeniging bestaat, zijn de salarissen trouwens<br />
evenzeer verhoogd. „Zoo grijpt onze actie om zich heen".<br />
En wat die „bovenmatig hooge contributie" betreft, en de<br />
mededeeling dat de <strong>Kring</strong> leden zal verliezen — wij willen<br />
en durven niet aannemen dat er onder de beter-gesitueerden<br />
ook maar één is, die daarom zijn lidmaatschap zal opzeggen.<br />
Dit ware' een zoo kras bewijs van totaal gemis aan solidariteit<br />
en gemeenschapsgevoel, dat het hen, die dag in dag uit hun<br />
tijd voor den <strong>Kring</strong> geven, met opoffering van persoonlijke<br />
genoegens en ontspanning, wel totaal zou moeten ontmoedigen.<br />
Wie — gelijk ook wij zelf — de hoogste contributie zal<br />
moeten betalen, moge zich gelukwenschen dat hij tot de<br />
best-gesalarieerden behoort. En dankbaar zal hij dan zijn vijf<br />
dubbeltjes per week offeren voor de kas der vakvereeniging,<br />
die er thans in geslaagd is, de eerste maal dat zij een actie<br />
als deze voert, het salaris-peil op te voeren, en de lagere en<br />
middelmatige salarissen direct, de hoogere indirect verbeterd<br />
te krijgen. Vijf dubbeltjes per week, voor de hoogste salarissen,<br />
en vergelijk daarmee de contributie die de arbeiders<br />
betalen ! Zoo juist heeft het spoorweg-personeel zijn contributie<br />
verhoogd tot i!/2 % van het netto-loon. Dat zou in onze<br />
vereeniging voor een salaris van b.v. f5000 beteekenen f 75.<br />
De contributie is slechts f 22.50.<br />
De collega's van de N. R. Crt. (die trouwens noch in<br />
het orgaan noch op een vergadering tegen de hoogere<br />
contributie bezwaar maakten) hebben verleden jaar ons<br />
allen verblijd door hun toetreding tot den <strong>Kring</strong>. Toen zij<br />
daarop de redactie-vereeniging stichtten, schreven zij in het<br />
reglement, dat alle leden ook lid van den <strong>Kring</strong> moesten<br />
zijn. Dit was een uitnemend voorbeeld. Wij blijven ook<br />
verder hopen op hun toewijding en sympathie voor de belangen<br />
van de organisatie. — Eedactie.<br />
Een monopolie van het Correspondentiebureau.<br />
Eenige dagen nadat ik het artikeltje in het vorig nummer<br />
had geschreven en aan den redacteur van ons orgaan gezonden,<br />
gewerd mij de mededeeling van den Loonraad, dat deze<br />
was teruggekomen van zijn aanvankelijk besluit om alleen<br />
den verslaggever van het Correspondentiebureau toe te laten<br />
tot zijn bijeenkomsten, en thans had besloten, ook dagbladvertegenwoordigers,<br />
die zelf van zijn vergaderingen een verslag<br />
willen maken, toe te laten. De veronderstelling schijnt niet<br />
gewaagd, dat deze verandering van houding het gevolg is<br />
zoowel van het door het bestuur der Haagsche <strong>Journalisten</strong>-<br />
Vereeniging bij den Loonraad uitgebrachte protest als van<br />
de door mij in het blad, waaraan ik ben verbonden, gepubliceerde<br />
klacht.<br />
Hoewel hiermede het conflict is opgelost, scheen het mij<br />
gewenscht, de zaak onder de aandacht mijner collega's te<br />
brengen, omdat ze bewijst, dat het doeltreffend kan zijn, dat<br />
onzerzijds er krachtig stelling tegen wordt genomen, wanneer<br />
men aan het Correspondentiebureau een monopolistisch<br />
karakter zou willen toekennen.<br />
LUIKINGA.<br />
Buitenland.<br />
E. W. de Jong.<br />
Een commissie van leden der Foreign Press Association,<br />
de vereeniging van buitenlandsche dagblad-correspondenten<br />
te Londen, heeft (naar wij in het Hbl. lezen) in Café<br />
Royal, Regentstreet een lunch aangeboden aan een tweetal<br />
leden die Londen metterwoon gaan verlaten. Dat waren de<br />
heer F. HENRIKSON (die jaren lang correspondent van de<br />
Gothenburger Tidende en andere Zweedsche bladen geweest<br />
is en nu in zijn vaderland een andere journalistieke functie<br />
gaat vervullen) en de heer E. W. DE JONG, correspondent<br />
van het Handelsblad die binnenkort naar Amsterdam terugkeert.<br />
Een toevallige omstandigheid, te aardig om onvermeld te laten,<br />
was dat de heer De JONG den 8 en Oct. 1906, dus op den kop<br />
af dertien jaar geleden, zijn eersten brief als correspondent<br />
van het Hbld. schreef.<br />
In the chair: — wegens afwezigheid van den voorzitter,<br />
den heer COUDURIER DE CHASSAGNE, die op het oogenblik in<br />
Frankrijk vertoeft — de vice-president, de heer G. DUSSOL.<br />
Als gast was nog aanwezig de heer F. R. HARRIS van het<br />
Gedrukt bij A. de la Mar Azn., Amiterdam.<br />
Foreign Ojffice, terwijl verder de tafel een bonte rij vormde<br />
van vertegenwoordigers van alle nationaliteiten. Van de<br />
Nederlandsche journalisten waren aanwezig de heeren : prof.<br />
dr. P. GEYL {N. Ji. Ct.), J. REYNEKE VAN STUWE (JV. V. d. D.<br />
en Vad.), J. T. GREIN (oud-correspondent van het Hbld.)<br />
en een vertegenwoordiger van hetzelfde blad.<br />
De secretaris der Association, de heer J. DE MARSILLAC,<br />
sprak de vertrekkenden in hartelijke bewoordingen toe. De<br />
heer DE JONG wees er in zijn antwoord o. m. op dat behalve<br />
de Volkenbond ook een bond van journalisten dringend noodzakelijk<br />
en eerstgenoemde zonder den laatste zelfs onmogelijk<br />
was. Daarom moesten de buitenlandsche correspondenten,<br />
meer dan tot dusver lfet geval was, contact zoeken met<br />
Engelsche journalisten, zonder dat hierdoor het oorspronkelijk<br />
karakter der Foreign Press Association gewijzigd zou behoeven<br />
te worden. De teekenen van bijval en de Engelsche hear haer's<br />
die opgingen, bewezen dat de aanwezigen met dit denkbeeld<br />
instemden.<br />
Op het welzijn der vertrekkenden, die beiden voorbeelden<br />
van collegialiteit en zeer populair waren, werden hierop<br />
nogmaals de glazen geheven en ook daarna bleef men nog<br />
een korten tijd gezellig bijeen.<br />
Personalia en Berichten.<br />
Binnenland:<br />
— Mr. PLEMP VAN DUIVELAND keert deze week in het<br />
vaderland terug.<br />
Benoemingen.<br />
Benoemd:<br />
tot redacteur van Het Volk de heer A. M. DE JONG, te<br />
Amsterdam;<br />
tot redacteur van De Telegraaf de heeren E. J. LIDTH<br />
DE JEUDE, mr. H. VAN DEN BERG en A. PELT Jr.<br />
— Collega F. HAGEMAN heeft ontslag genomen als redacteur<br />
van De Telegraaf en een betrekking buiten het vak aanvaard.<br />
— Tot' de vereeniging „De Nederlandsche Dagbladpers"<br />
zijn thans 80 leden toegetreden. Alle dagbladen op 4 na zijn<br />
aangesloten. Die 4 zijn De Tribune (Amsterdam), Dagblad<br />
voor Helder en Hollands Noorderkwartier (den Helder),<br />
De Zeeuw (Middelburg) en Friesch Dagblad (Sneek).<br />
— De Katholieke <strong>Journalisten</strong>-Vereeniging telt thans 116<br />
gewone leden. Hiervan zijn er 23 ook lid van den <strong>Kring</strong>.<br />
Vermoedelijk echter zal na de hangende statutenherziening<br />
het ledental der vereeniging wijziging ondergaan.<br />
— Naar het Vad. verneemt, keert prof. dr. H. D. J.<br />
BODENSTEIN, hoogleeraar in het Romeinsch-Hollandsch recht<br />
aan de universiteit van Amsterdam, naar Zuid-Afrika terug<br />
en wordt hij daar hoofdredacteur van De Burger, het groote<br />
blad in Kaapstad.<br />
— Te Baarn is opgericht eene vereeniging genaamd<br />
„Baarnsch Perscomité". Van deze vereeniging zijn lid de<br />
uitgevers van de plaatselijke bladen en de vaste correspondenten<br />
van elders verschijnende bladen, die plaatselijk nieuws<br />
van Baarn opnemen. Het doel is, zoo ruim mogelijk omscheven,<br />
de gemeenschappelijke belangen der door hare leden<br />
vertegenwoordigde bladen te bevorderen. Tot bestuursleden<br />
werden gekozen de heeren G. BAKKER, voorzitter en R. K.<br />
VAN DEN BERG, secretaris-penningmeester.<br />
— De directie der Nederlandsche Spoorwegen heeft bepaald,<br />
dat aan het personeel geen vergunning meer zal worden verleend,<br />
om op te treden als verslaggever of correspondent van<br />
een courant. (N. v. d. D.)<br />
Advertentiën.<br />
Een journalist,<br />
Hollander, 29 jaar, die eenige jaren in Weenen<br />
correspondent was van Duitsche bladen, zoekt<br />
thans in Nederland een plaats in de journalistiek,<br />
hetzij in éen der groote steden, hetzij in de provincie.<br />
Adres: P. MULLER, Columbusstraat 153, den Haag.