elektronisch veiligheidshandboek - Rijksgebouwendienst

3.5 Eisen aan personeel
3.5.1 Eisen aan werkverantwoordelijken,
installatieverantwoordelijken en bedieningsdeskundigen
Werkverantwoordelijken, installatieverantwoordelijken en
bedieningsdeskundigen moeten kennis van elektriciteit en de
gevaren daarvan bezitten op een niveau dat ten minste voldoet
aan niveau 4 volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs
(WEB).
Niveau 4 wordt in de WEB genoemd een specialisten-
of middenkaderopleiding en omschreven als: De
beroepsbeoefenaar is een geschoold medewerker en
verantwoordelijk voor de uitvoering van het eigen takenpakket
en moet zich daarvoor ook tegenover collega’s kunnen
verantwoorden. Hij draagt verantwoordelijkheid betreffende
planning en/of administratie en/of beheer en/of ontwikkeling.
Voorts combineert of bedenkt hij nieuwe procedures. De
werkzaamheden worden meestal zelfstandig en zonder toezicht
verricht.
De minimale opleiding voor niveau 4 van de WEB is een
voltooide middelbare elektrotechnische opleiding in de
energietechniek. Een gebruikelijke benaming van zijn functie is:
technicus.
Ook de bedieningsdeskundige (NEN 3840) moet een opleiding
hebben die gelijk is aan niveau 4 van de WEB. Naast een
voltooide middelbare elektrotechnische opleiding in de
energietechniek moet hij/zij ervaring hebben met het uitvoeren
van de bedieningshandelingen en inzicht in de gevolgen ervan.
3.5.2 Eisen aan ploegleiders
Ploegleiders moeten kennis van elektriciteit en de gevaren
daarvan bezitten op een niveau dat ten minste voldoet aan
niveau 3 volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).
Niveau 3 wordt in de WEB genoemd een vakopleiding en
omschreven als: De beroepsbeoefenaar is een geschoold
medewerker en verantwoordelijk voor de uitvoering van het
eigen takenpakket en moet zich daarvoor ook tegenover
collega’s kunnen verantwoorden. Hij controleert en begeleidt
door anderen uit te voeren werkzaamheden. Voorts combineert
of bedenkt hij, in het licht van werkvoorbereiding en
beheersactiviteiten, procedures. De werkzaamheden worden
merendeels zelfstandig onder indirect toezicht verricht.
De minimale opleiding voor niveau 3 van de WEB is
een voltooide lagere elektrotechnische opleiding in de
energietechniek. Leidinggevende eigenschappen zijn voor
niveau 3 noodzakelijk. Een gebruikelijke benaming van zijn
functie is: eerste monteur.
3.5.3 Eisen aan vakbekwame personen
Vakbekwame personen moeten kennis van elektriciteit en de
gevaren daarvan bezitten op een niveau dat ten minste voldoet
aan niveau 2 volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs
(WEB).
31
Niveau 2 wordt in de WEB genoemd een basisberoepsopleiding
en omschreven als: De beroepsbeoefenaar is een geschoold
medewerker en verantwoordelijk voor de uitvoering van het
eigen takenpakket. Daarnaast is er sprake van een collectieve
en coöperatieve verantwoordelijkheid in het takenpakket waarbij
samenwerking met collega’s voorkomt. De werkzaamheden
worden in het algemeen deels onder toezicht en deels onder
indirect toezicht verricht.
De minimale opleiding voor niveau 2 van de WEB is
een voltooide lagere elektrotechnische opleiding in de
energietechniek. Een gebruikelijke benaming van zijn functie is:
monteur.
Verschillende benamingen voor gelijke opleidingen
Bij het verwijzen naar opleidingniveaus overeenkomstig de Wet
Educatie en Beroepsonderwijs sluiten NEN 3140 en NEN 3840
aan op de dagelijkse praktijk. De verwijzing naar deze niveaus
is noodzakelijk geworden doordat de laatste jaren steeds meer
verschillende benamingen zijn gebruikt voor gelijke opleidingen
en doordat de opleidingsniveaus van gelijknamige opleidingen
steeds meer zijn gaan verschillen.
Als we het nog niet zo lang geleden hadden over de
ambachtschool, dan kon iedereen in ons vakgebied de
vaardigheden schatten van leerlingen die deze school met
goed gevolg hadden doorlopen. De ambachtschool werd LTS
en daarna VBO-school. Nu wordt ook gesproken over VMBOschool
of IVMBO-school. De schoolprogramma’s werden